Vennootschapsbelasting, fiscale eenheid
De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit bevat mijn beleid voor de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting
(artikel 15 en volgende, Wet Vpb). Dit besluit is meest recent gewijzigd door mijn
wijzigingsbesluit met nr. 2018-121069 en wel als volgt.
Vervallen is de wordingsgeschiedenis van het besluit (onderdeel 1.), omdat deze zijn
toelichtende belang heeft verloren.
Het begrip bezitseis in onderdeel 1.1. is aangepast als gevolg van gewijzigde wetgeving.
De omschrijving van de begrippen topmaatschappij en tussenmaatschappij in onderdeel
1.1. is vervallen, omdat deze overbodig is door gewijzigde wetgeving.
De verwijzing naar de basis voor goedkeuringen (hardheidclausule) is als gevolg van
het vervallen van onderdeel 1. opgenomen in een nieuw onderdeel 1.2.
Vervallen is de goedkeuring van onderdeel 2.1. voor voeging van zustermaatschappijen
die gehouden worden door een topmaatschappij in een andere lidstaat van de Europese
Unie of tussen een moedermaatschappij en een kleindochtermaatschappij die gehouden
wordt door een tussenmaatschappij in een andere lidstaat van de Europese Unie. Deze
goedkeuring is overbodig door gewijzigde wetgeving.
De verwijzing naar artikelen in de Wet Vpb in onderdeel 2.1. (nieuw) is aangepast
als gevolg van gewijzigde wetgeving.
Toegevoegd is een onderdeel over de instandhouding van de fiscale eenheid bij een
verkoopovereenkomst met beperkende voorwaarden (onderdeel 3.3.).
De verwijzing naar artikelen in de Wet Vpb in onderdelen 3.4. (nieuw) is aangepast
als gevolg van gewijzigde wetgeving.
Toegevoegd is een onderdeel over de samenloop van artikel 15ab, zesde lid, Wet Vpb
en een onzakelijke lening (onderdeel 5.).
Vervallen is de verrekening van aanloopverliezen over het voegingstijdstip heen (onderdeel
6.1. voor omnummering). Dit onderdeel heeft zijn belang door tijdsverloop verloren.
Toegevoegd is een onderdeel over het meegeven van verliezen aan een dochtermaatschappij
na opname van een bestaande fiscale eenheid in een nieuwe fiscale eenheid en latere
ontvoeging van die dochtermaatschappij (onderdeel 8.4.).