Mij is gebleken dat er onduidelijkheid bestaat over de fiscale behandeling van door
buitenlandse belastingplichtigen genoten Nederlandse overheidspensioenen waarbij een
deel van het pensioen is opgebouwd ter zake van diensten bewezen aan de voormalige
overzeese gebiedsdelen.
Voorzover een dergelijk deel van een Nederlands overheidspensioen wordt genoten door
een inwoner van een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten dat
een bepaling inzake overheidspensioenen bevat waarin als voorwaarde voor belastingheffing
in Nederland is opgenomen dat belanghebbende in de uitoefening van een overheidsfunctie
diensten moet hebben bewezen aan Nederland (of andere woorden van gelijke strekking),
wordt dat deel van het Nederlandse overheidspensioen niet beheerst door de bepaling
inzake overheidspensioenen, maar door de bepaling inzake particuliere pensioenen.
Het vorenstaande betekent dat, indien wordt voldaan aan de hiervoor beschreven omstandigheden,
dat deel van het Nederlandse overheidspensioen dat een belanghebbende in de voormalige
overzeese gebiedsdelen heeft opgebouwd, ter belastingheffing toekomt aan zijn woonstaat
en dat belanghebbende ter zake van dat deel van zijn Nederlandse overheidspensioen
onder verwijzing naar het in zijn geval relevante belastingverdrag en onder overlegging
van andere ter zake relevante informatie aan de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen
buitenland te Heerlen om een vrijstelling van belasting kan verzoeken.
Hierna treft u een overzicht aan van Nederlandse belastingverdragen waarin met betrekking
tot de daarin opgenomen bepaling inzake overheidspensioenen in die bepaling de voorwaarde
is opgenomen dat die pensioenen worden betaald ter zake van diensten bewezen aan de
uitbetalende staat. Het betreft de volgende belastingverdragen:
Australië, Bangladesh, Belarus, België, Brazilië, Bulgarije, Chinese Volksrepubliek,
Filippijnen, Finland 1970, Finland 1995, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië
en Noord-Ierland, Hongarije, Ierland, India, Indonesië, Israël, Italië, Japan, Joegoslavië,
Kazachstan, Korea, Letland, Luxemburg, Malawi, Maleisië, Malta, Mexico, Nieuw-Zeeland,
Nigeria, Noorwegen, Oekraïne, Oostenrijk, Pakistan, Polen, Roemenië, Singapore, Sovjet-Unie,
Spanje, Sri Lanka, Suriname, Thailand, Tsjechoslowakije, Tunesië, Turkije, Venezuela,
Verenigde Staten van Amerika, Vietnam, Zambia, Zimbabwe, Zuid-Afrika en Zweden.
Met betrekking tot het hiervoor vermelde overzicht merk ik nog op, dat de belastingverdragen
met Belarus, Finland 1995, Kazachstan, Oekraïne en Venezuela nog niet in werking zijn
getreden en dat ingevolge een nota-wisseling tussen Nederland en Malawi van 7 en 18
juni 1969 de betrekkingen met Malawi op het gebied van vermijden van dubbele belasting
worden geregeld volgens de bepalingen van het oude Nederlands-Britse belastingverdrag
van 15 oktober 1948.