Bijlage 3. Toelichting
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Dit betreft een toelichting op de Aanwijzing en het Protocol ‘Auditief en audiovisueel
registreren van verhoren’. In deze toelichting wordt het ‘waarom’ uitgelegd en worden enkele voorbeelden gegeven. Naar analogie van het Protocol wordt
per procedure het één en ander besproken.
In de Aanwijzing en het Protocol staat het registreren en de daarmee gepaard gaande
richtlijnen en randvoorwaarden centraal. Waar dit noodzakelijk is, wordt ingegaan
op enige inhoudelijke aspecten. O.a. kwalitatieve aspecten van het verhoor, de coaching
ervan of de inhoudelijke rol van de deskundige alsmede de technische inrichtingseisen
zijn beschreven in de desbetreffende Brancherichtlijn voor de opsporingsinstanties.
Voor de auditieve of audiovisuele registratie van verhoren bestaat geen expliciete
wetgeving. Wel is er jurisprudentie ontwikkeld over dit thema, waarnaar in deze toelichting
op sommige plaatsen wordt verwezen. Waar de jurisprudentie betrekking heeft op audiovisuele
opnamen wordt deze van overeenkomstige toepassing geacht voor auditieve opnamen.
Kwetsbare personen
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
In de aanwijzing worden bij de verplichte audiovisuele registratie vier groepen kwetsbare
personen onderscheiden:
-
− minderjarigen onder de 12 jaar;
-
− minderjarigen tussen de 12 en de 16 jaar;
-
− personen met een verstandelijke beperking;
-
− personen met een cognitieve functiestoring.
Er is sprake van een verstandelijke beperking, wanneer een persoon als gevolg van
beperking van de intellectuele vermogens minder vaardig is in het uitoefenen van bezigheden
op het gebied van wonen, werken, leren, communicatie, of bij het gebruik van vervoer
of andere voorzieningen in de samenleving. Of er sprake is van een persoon met verstandelijke
beperkingen is aan de oordeelsvorming van de opsporingsambtenaar. Bij twijfel over
de intellectuele vermogens van de te verhoren persoon dient de persoon in kwestie
behandeld te worden als ware hij een persoon met verstandelijke beperkingen.
Er is sprake van een cognitieve functiestoornis, wanneer een persoon een ziekte heeft
(bijvoorbeeld Parkinson of Alzheimer) of hersenschade heeft opgelopen (bijvoorbeeld
hersenbloeding, -infarct of -letsel) met gevolgen voor de cognitieve functies: waarneming,
geheugen, denken, taal/spraak, aandacht, concentratie, executieve functies en motoriek.
Of er sprake is van een persoon met een cognitieve functiestoornis kan blijken uit
voorinformatie of tijdens contact met de betrokkene.
Facultatieve registratie
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
In de aanwijzing worden redenen genoemd voor het facultatief registreren van het verhoor,
namelijk:
-
1. De persoon van de betrokkene. Hierbij valt te denken aan psychische stoornis of gewelddadigheid;
-
2. De aard en/of gevoeligheid van de zaak. Te denken valt bijvoorbeeld aan gevallen waarin
evident sprake is van zwaar lichamelijk letsel of aan lokale impact.
-
3. Het verloop van het verhoor. Hierbij moet worden gedacht aan onvoorziene omstandigheden
die aanleiding zijn over te gaan tot registratie.
Wel opschalen, niet afschalen
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
In de loop van het onderzoek kan besloten worden om de wijze van registratie van verhoren
op te schalen. Dus bijvoorbeeld naast uitsluitend schriftelijke vastlegging ook auditieve
registratie. Of van auditieve registratie als extra hulpmiddel naar audiovisuele registratie.
Is die beslissing eenmaal genomen, dan kan niet meer teruggeschakeld worden naar een
‘lichtere’ vorm.
2. Procedure registratie van het verhoor
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
De audiovisuele registratie van verhoren vindt plaats in een daartoe specifiek ingerichte
verhoorruimte, die veelal in verbinding staat met een regieruimte. Vanuit de regieruimte
kunnen beeld en geluid elektronisch worden doorgestuurd naar een of meerdere meekijkruimtes.
In een meekijkruimte kan de raadsman of een schaduwkoppel plaatsnemen. In de verhoorruimte
zijn camera’s en een microfoon geplaatst. In de regieruimte bevindt zich registratieapparatuur
en kan het verhoor via genoemde apparatuur direct worden gevolgd.
Geen schending van privacy
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Auditieve en audiovisuele registratie van het verhoor levert geen inbreuk op van de
privacy. Uit een arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens kan worden
opgemaakt, dat bij de beoordeling of de privacy in het geding is, van belang is of
sprake is van een ‘reasonable expectation of privacy’.Daarvan is tijdens het verhoor geen sprake, aangezien degene die wordt verhoord er
niet van uit kan gaan dat hij tijdens het verhoor onbevangen zichzelf kan zijn. Bovendien
gaat het om een algemene, voldoende bekend gemaakte regeling, ter bereiking van een
hoger doel: waarheidsvinding in het strafproces.
Toestemming niet nodig
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Noch om redenen van privacy, die tijdens het verhoor dus niet in het geding zijn,
noch om andere redenen is het noodzakelijk dat de verhoorde persoon toestemming verleent
voor het auditief of audiovisueel registeren van het verhoor. Dit geldt ongeacht de
hoedanigheid – verdachte, getuige of aangever – waarin de verhoorde persoon bij het
delict betrokken is.
Het maken van opnames kan weerstand oproepen. Om dit te voorkomen is het van belang
dat duidelijk wordt gemaakt welke belangen gediend worden met de bandopnames. Met
name in zedenzaken is de waarheidsvinding gediend met de mogelijkheid om inzicht te
kunnen krijgen in het letterlijke gesprek van de aangifte.
In het uiterste geval wanneer een aangever of getuige, ook na een uiteenzetting van
de belangen die worden gediend, af zou zien van het doen van aangifte of het afleggen
van een getuigenis bij het maken van een bandopname, zal overleg met de OvJ/A-G of
R-C moeten plaatsvinden hoe in dat geval te handelen.
Mededeling over auditieve of audiovisuele registratie
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Het fair-trial beginsel (art. 6 EVRM) brengt mee dat in alle gevallen dat een verhoor
in beeld en/of geluid wordt vastgelegd, dit aan het begin van het verhoor wordt medegedeeld
aan degene die wordt verhoord. Voorts wordt meegedeeld dat – wanneer daar sprake van
is – in een andere ruimte wordt meegeluisterd en/of -gekeken door andere opsporingsambtenaren
en/of door derden (bijvoorbeeld gedragsdeskundigen).
Status opname verhoor in het strafproces
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
De opnamen zelf zijn in beginsel geen processtukken maar stukken van overtuiging en
maken dus niet zonder meer deel uit van het procesdossier (zie arrest in voetnoot
4). Wel kunnen in opdracht van de OvJ, R-C of de zittingsrechter (delen van) opnamen
deel gaan uitmaken van het procesdossier. De rechter kan daartoe hetzij ambtshalve,
hetzij op verzoek van de verdediging opdracht geven.
Procedure Registratie van het verhoor in een kindvriendelijke studio
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Het verhoor in een kindvriendelijke studio wordt onder begeleiding van een regisseur
afgenomen. Verder kunnen in de regieruimte een coach, een gedrags- en/of een materiedeskundige
aanwezig zijn.
De kindvriendelijke studio is in beginsel bestemd voor het verhoren van minderjarigen
onder de 12 jaar. Daarnaast kunnen de betrokken opsporingsambtenaren onder bepaalde
omstandigheden besluiten om ook minderjarigen boven de 12 jaar of personen met een
verstandelijke beperking in deze studio te horen.
Voordat een verhoor van een minderjarige getuige onder de 12 jaar plaatsvindt, vindt
altijd een belangenafweging plaats, waarbij het belang van die minderjarige wordt
afgezet tegen dat van het opsporingsonderzoek. Hierbij dient de checklist verhoorwaardigheid
van getuigen te worden gevolgd. Indien besloten wordt het verhoor te laten afnemen,
dan dient dat uiteraard volgens de regels van deze aanwijzing en protocol plaats te
vinden.
De procedures m.b.t. planning, inzet en informatievoorziening worden opgenomen in
de afzonderlijke brancherichtlijn verhoor van jonge kinderen.
3. Procedure opmaken proces-verbaal van verhoor
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Opnamen als aanvullend hulpmiddel
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Uitgangspunt blijft een zakelijke schriftelijke vastlegging van een verhoor in een
proces-verbaal. In de in de Aanwijzing genoemde gevallen wordt deze schriftelijke
vastlegging aangevuld met auditieve of audiovisuele registratie. Als er registraties
zijn gemaakt, moet dit blijken uit de processtukken (zie het arrest genoemd in voetnoot
4 op pagina 13).
Geen woordelijke uitwerking
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Uitgangspunt is dat geen woordelijke uitwerking van geregistreerde verhoren plaatsvindt.
Zo wordt onnodige administratieve belasting voorkomen. In bepaalde situaties, bijvoorbeeld
op verzoek van een getuige-deskundige, kan het voorkomen dat de OvJ/A-G of R-C opdracht
geeft het verhoor gedeeltelijk of geheel woordelijk uit te werken.
Wanneer het PV opgemaakt dient te worden
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Het proces-verbaal van verhoor dient altijd zo spoedig mogelijk te worden opgemaakt.
In een aantal situaties is het verstandig het proces-verbaal van verhoor door een
derde verbalisant in de regiekamer te laten opmaken. Zeker in gecompliceerde verhoren
verdient dit aanbeveling.
5. Procedure kennisneming & verstrekking van registraties
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Auditieve en audiovisuele registraties van verhoren vallen onder de Wet Politiegegevens en Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens. Het verstrekkingenregime van deze wetten zorgt ervoor dat de verstrekking van gegevens
beperkt is. Wanneer het om bescherming van de registraties gaat, dus het voorkomen
dat derden er oneigenlijk gebruik van maken, bieden de Wet politiegegevens en de Wet
Justitiële en strafvorderlijke gegevens voldoende bescherming. Aan verstrekkingen
op grond van deze wetten kunnen voorwaarden worden gesteld met betrekking tot het
doel.
Voor zover er buiten het kader van het strafrechtelijk onderzoek beslissingen aan
de orde zijn omtrent het ter inzage geven of verstrekken van registraties, wordt hierover
overleg gepleegd met de privacymedewerker van het betreffende dienstonderdeel. Deze
neemt zonodig contact op met de privacy helpdesk van het Parket-Generaal.
Kennisneming van registraties door verdachte en/of diens raadsman
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
De verdediging heeft geen recht op verstrekking van een kopie van de registratie,
maar wel recht op kennisneming van de registratie. Het recht op kennisneming van deze registraties heeft de Hoge Raad erkend in het
in voetnoot 4 op pagina 13 genoemde arrest. Dit recht op kennisneming is gebaseerd
op beginselen van behoorlijke procesorde. Als er registraties zijn gemaakt moet de
verdediging in de gelegenheid zijn om aan te geven welke delen daarvan naar haar oordeel
als processtukken in het dossier moeten worden gevoegd. De verdediging krijgt de beschikking
over de mogelijkheid de registratie te (doen) starten, te (doen) stoppen, vooruit
en terug te (doen) spoelen en het geluidsvolume te (doen) regelen.
Uit het arrest van de HR van 7 mei 1996, NJ 1996, 687 kan worden opgemaakt dat het
recht op kennisneming van een hulpmiddel – in dat geval een fotoboek, in dit geval
de opname – niet onbeperkt is. In het stadium waarin de opname nog geen processtuk
vormt, kan een afweging plaatsvinden van opsporingsbelangen en verdedigingsbelangen
op grond waarvan het inzagerecht – uiteindelijk door de rechter – kan worden ingeperkt.
Naar analogie van de onder voetnoot 6 aangehaalde uitspraak is het ook denkbaar dat
de bescherming van (kwetsbare) getuigen een rol speelt bij de afweging van belangen
op grond waarvan het recht op kennisneming van opnamen kan worden ingeperkt.
Ook in geval (delen van) opnamen door de OvJ of de rechter aan het procesdossier zijn
toegevoegd betekent dit niet dat er ook kopieën van (delen van) opnamen zouden moeten
worden verstrekt aan de verdachte of diens raadsman. Blijkens jurisprudentie van de
Hoge Raad kan onder omstandigheden het zoveel mogelijk waarborgen van de privacy van
getuigen prevaleren boven het recht van de verdachte op afschriften van de processtukken.
Verstrekking van registraties ten behoeve van het uitbrengen van een deskundigenrapport
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Indien een verhoor is geregistreerd en een gedragsdeskundige van de OvJ, R-C of de
verdediging de opdracht krijgt een verhoor te beoordelen kan hij de officier van justitie
of A-G verzoeken om een kopie van de registratie. De officier van justitie of A-G
willigt dit verzoek in, mits de deskundige schriftelijke verklaart dat hij de registratie
uitsluitend gebruikt voor het opstellen van de gevraagde rapportage en dat hij de
registratie terugzendt zodra de rapportage is gemaakt. Nadat de ondertekende verklaring
is ontvangen, wordt de kopie van de registratie rechtstreeks aan de deskundige verstrekt.
6. Afwijkingen ten opzichte van het Protocol
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
In uitzonderlijke gevallen kan in opdracht van de OvJ/A-G afgeweken worden van de
regels van het Protocol. Denkbaar is bijvoorbeeld dat in het geval van een bedreigde
getuige afgeweken wordt van het Protocol. De uitzonderingspositie is hier opgenomen
om bijzondere situaties ook op een goede bijzondere manier tegemoet te kunnen treden
en daar transparant over te zijn door dit ook expliciet in het Procesdossier op te
nemen. De rechter is dan altijd in staat de uitzondering te toetsen.
Eveneens in uitzonderlijke gevallen kan het College van PG’s ontheffing verlenen omdat
de regels van het Protocol niet kunnen worden uitgevoerd. Denkbaar is bijvoorbeeld
dat één of meerdere rekencentra van de politie buiten werking geraken. In die gevallen
is er sprake van een ernstige calamiteit en kan het College ontheffing verlenen van
de regels van het Protocol.