Omzetbelasting, vrijstelling diensten door componisten, schrijvers en journalisten

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 05-12-2005 t/m heden

Omzetbelasting, vrijstelling diensten door componisten, schrijvers en journalisten

De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Dit besluit is een samenvoeging van besluiten die tot op heden zijn verschenen met betrekking tot de vrijstelling voor de diensten door componisten, schrijvers en journalisten (artikel 11, eerste lid, onderdeel q, van de Wet op de omzetbelasting 1968). Het besluit bevat geen inhoudelijke wijzigingen van het bestaande beleid. De samenvoeging heeft tot doel de toegankelijkheid van het bestaande beleid te vergroten.

1. Juridisch kader

Artikel 11, eerste lid, onderdeel q, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (de Wet) luidt:

Onder bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen voorwaarden zijn van de belasting vrijgesteld:

  • q. de diensten door componisten, schrijvers en journalisten;

Artikel 11, eerste lid, onderdeel q, van de Wet is gebaseerd op artikel 28, derde lid, sub b, van de Zesde richtlijn.

2. Reikwijdte van de vrijstelling

De Wet bevat geen omschrijving van de begrippen “componist, schrijver en journalist”. Voor de uitleg van niet in de wet omschreven begrippen wordt veelal aangesloten bij de maatschappelijke opvattingen over dat begrip en bij de uitleg ervan in de jurisprudentie. Hierna volgt per genoemd beroep een toelichting met, voor zover van toepassing, vermelding van de terzake ingenomen beleidsstandpunten.

3. Componist

Kenmerkend voor een componist is het beroepsmatig verrichten van scheppende arbeid op het gebied van de muziek, zoals het tot stand brengen van orkestwerken. Kunstenaarschap is niet vereist. Evenmin is een muziekopleiding (bijvoorbeeld het conservatorium) een absoluut vereiste.

4. Schrijver

Vrijgesteld zijn de diensten die naar hun aard diensten door een schrijver zijn. Volgens de maatschappelijke opvattingen wordt onder een schrijver verstaan een persoon, die een gedachte-inhoud door middel van schriftelijke verspreiding aan een ieder bekend maakt. De meest kenmerkende dienst van een schrijver bestaat dan ook uit de productie van manuscripten, die de basis vormen voor de schriftelijke verspreiding van zijn gedachtegoed. De vrijstelling heeft echter een ruimer bereik. Zo behoort het samenstellen van een woordenboek ook tot de diensten van een schrijver omdat het daarbij mede gaat om het verklaren van trefwoorden en het bedenken van voorbeeldzinnen. Deze werkzaamheden zijn aan te merken als het aan het papier toevertrouwen van een gedachte-inhoud.

De volgende beleidsstandpunten zijn ingenomen.

Presentatie van eigen werk

Het signeren van eigen werk is een dienst door een schrijver. Ook voordrachten en lezingen evenals optredens voor radio en televisie in talkshows of eigen programma’s, waarbij de schrijver (nagenoeg) uitsluitend uit eigen werk voorleest of waarbij de schrijver (nagenoeg) uitsluitend vertelt over zijn eigen werk (bijv. over de inhoud) zijn diensten door een schrijver. Dat is niet het geval met andere voordrachten, lezingen en/of optredens voor radio en televisie (zoals de verzorging van een algemeen literair programma, waarin niet nagenoeg uitsluitend of in het geheel geen aandacht aan het eigen werk van de schrijver wordt besteed).

Schrijversproducten aanbieden via internet

Een schrijver die via internet de mogelijkheid biedt om de inhoud van door hem zelf geschreven boeken langs elektronische weg te ontvangen (downloaden) verricht een dienst door een schrijver. Het gelegenheid geven tot het downloaden van een door een ander geschreven boek is naar zijn aard geen dienst door een schrijver. Deze dienst is, nu het niet de levering van een boek betreft, onderworpen aan het algemene tarief.

Werkzaamheden van vertalers

De diensten bestaande in het vertalen van werken van schrijvers, zoals bijvoorbeeld een boek of een woordenboek, zijn diensten door een schrijver.

Politieke spotprenten

De vrijstelling kan toepassing vinden ten aanzien van tekenaars van politieke spotprenten in dagbladen, weekbladen en andere periodieken, als belanghebbenden daar prijs op stellen. Uit de gebruikmaking van deze faciliteit vloeit overigens voort dat in zoverre geen aanspraak kan worden gemaakt op aftrek van voorbelasting op de voet van art. 15 van de Wet en evenmin van terugbetaling van die voorbelasting op de voet van art. 17 van de Wet.

Reclameteksten en advertorials

Het maken van teksten die voor reclamedoeleinden worden gebruikt kan niet aangemerkt worden als een dienst door een schrijver. Hierbij is overigens niet van belang wie de tekst heeft geschreven, bijv. een journalist, romanschrijver, reclamebureau. Van een reclametekst is sprake als de tekst geschreven is om het publiek over een product of dienst te informeren, met het doel om de verkoop daarvan te bevorderen.

Hetzelfde geldt voor advertorials. Onder advertorials wordt verstaan reclame in redactionele vorm. In de tekst wordt een product of een bedrijf op een positieve wervende wijze beschreven. Deze reclameboodschappen worden vaak in verhulde vorm gepresenteerd, bijv. in de vorm van een (wetenschappelijk) onderzoek, interview of artikel. Het schrijven van reclameteksten, inclusief advertorials, moet worden beschouwd als een dienst op het gebied van de reclame.

5. Journalist

Er is sprake van een dienst door een journalist als een inhoudelijke of redactionele bijdrage wordt geleverd aan een dagblad of tijdschrift of aan een in- of voorlichtend programma voor radio of televisie. Te denken valt aan de werkzaamheden van (zelfstandige) presentatoren voor radio en/of televisie. Deze werkzaamheden vallen slechts onder de vrijstelling indien de presentatoren het uit te zenden nieuws geheel of in betekenende mate zelf hebben vergaard en/of samengesteld. Dat betekent dat bijvoorbeeld spelleiders, quizmasters en dergelijke personen die voor radio en/of televisie optreden, niet kunnen delen in de vrijstelling voor journalisten.

6. Inwerkingtreding en intrekking besluiten

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dagtekening van dit besluit.

De volgende besluiten zijn met ingang van de dagtekening van dit besluit ingetrokken:

  • - Besluit van 22 juni 1972, nr. B72/13422

  • - Besluit van 11 april 1975, no. B75/7151

  • - Besluit van 6 december 1988, nr. VB88/1983

  • - Besluit van 13 maart 2002, nr. CPP2002/803M

Naar boven