Supplement d. Functie centralist meldkamer
Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 van het Besluit personeel veiligheidsregio’s.
1.1. Algemene informatie
Functienaam: centralist meldkamer
Beschrijving van de functie: De centralist meldkamer:
-
1. is verantwoordelijk voor de intake, verwerking en uitgifte van meldingen van een incident
ten behoeve van de crisisbeheersing en brandweerzorg. Hij ondersteunt adequaat de
incidentbestrijding en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de multidisciplinaire
opschaling. Voor een adequate intake, verwerking en uitgifte van een melding handelt
de centralist meldkamer in basis volgens procedures, registreert de benodigde gegevens
in het meldkamersysteem en communiceert effectief met de overige hulpverleningsdiensten
en de melders. Aan de melders geeft de centralist meldkamer handelingsperspectieven.
Een centralist meldkamer is werkzaam op een meldkamer binnen de Landelijke Meldkamer
Samenwerking. Er wordt vanuit tien virtueel genetwerkte meldkamers gewerkt, die per
locatie een of meer veiligheidsregio’s bedienen. De meldkamers bestaan uit de meldkamerfuncties
veiligheidsregio/brandweer, politie, ambulancezorg en Koninklijke marechaussee. De
meldkamers kunnen elkaars taken overnemen en zijn 24/7 de life line voor burgers in
nood en hulpverleners.
-
2. voert volledig een intake uit en verzorgt de uitgifte van en informatievoorziening
naar de eenheden en functionarissen. In bijzondere omstandigheden kan hij de intake
van de andere disciplines overnemen. De centralist meldkamer heeft een regierol in
drie situaties:
-
a. hij heeft de regie op de incidentbestrijding totdat er contact is met een operationeel
leidinggevende. Hierna is de centralist meldkamer ondersteunend aan de operationeel
leidinggevende.
-
b. tijdens het aanrijden is de regie op opschaling gedeeld. Als de operationeel leidinggevende
ter plaatse is, neemt deze de regie over.
-
c. hij heeft de regie op de restdekking bij incidenten totdat de operationeel leidinggevende
dit overneemt. Vanaf dat moment heeft centralist meldkamer alleen nog een signalerende
rol over de restdekking.
De centralist meldkamer adviseert zelfstandig de brandweereenheden en – functionarissen,
op basis van de gegevens uit de melding.
Een centralist meldkamer is als centraal informatiepunt verantwoordelijk voor een
adequate informatievoorziening tussen:
-
> melder(s)
-
> brandweereenheden en – functionarissen
-
> meldkamerfunctie politie, ambulance en KMAR
-
> calamiteitencoördinator
-
> ketenpartners en instanties
-
3. werkt onder tijdsdruk in dynamische omstandigheden waarin hij handelingsvrijheid heeft
en voortborduurt op procedures als deze niet (volledig) passen bij de situatie.
De dynamische omstandigheden zijn o.a.:
-
> dat hij moet werken met beperkte en ongeordende informatie.
-
> dat hij gelijktijdig hulpverleningsdiensten aan moet sturen en de melder handelingsperspectieven
moet geven.
-
> dat hij in een korte tijd veel zaken moet regelen, afstemmen, controleren en bijsturen
en vooruitdenken.
-
> dat hij handelt conform standaardprocedures. De centralist meldkamer kan hiervan (gemotiveerd)
afwijken indien hij dit noodzakelijk acht, omdat hij werkt met situaties waarin gegevens
niet altijd volledig zijn, systemen uit kunnen vallen en materieel en capaciteit schaars
kunnen zijn.
-
> dat hij in zijn proces gebruik maakt van diverse, al dan niet gekoppelde, ICT-systemen.
2.1. Kerntaken en taakgebieden
Kerntaak 1: intake incident
De centralist meldkamer neemt de melding aan, beoordeelt de melding en legt de melding
vast. Dit doet hij conform de landelijk en regionaal geldende afspraken op classificatie
en prioriteit. Indien noodzakelijk stelt hij de prioritering bij. Daarnaast geeft
de centralist meldkamer de melder een handelingsperspectief.
Kerntaak 2: uitgifte incident
De centralist meldkamer beoordeelt de melding en het inzetvoorstel en alarmeert de
eenheden en functionarissen. Hij coördineert de uitruk- en inzetfase. De centralist
meldkamer haalt pro actief relevante informatie en deelt dit met de (aanrijdende)
eenheden en functionarissen en indien nodig met de andere (hulp) diensten.
Kerntaak 3: afsluiten incident
Tijdens en na afloop van het incident legt de centralist meldkamer relevante informatie
over (het verloop van) het incident vast in het meldkamersysteem. Hij reflecteert
op zijn handelen en de samenwerking. De centralist meldkamer levert, indien nodig,
een bijdrage aan de evaluatie van het incident.
Kerntaak 4: regie en ondersteuning
In de koude fase heeft de centralist meldkamer twee taken:
-
> hij monitort continu processen en ontwikkelingen binnen en buiten de meldkamer ten
behoeve van de operationaliteit en paraatheid.
-
> hij bewaakt de functionaliteit van de meldkamersystemen. Hij acteert op bevindingen
die voortkomen uit een of beide taken.
3.1. Uitwerking kerntaken
Kerntaak 1: intake incident
Werkzaamheden
-
> Neemt de melding aan conform procedures.
-
> Legt gegevens van de melding vast in meldkamersystemen.
-
> Prioriteert en classificeert de melding.
-
> Biedt de melder een handelingsperspectief.
Keuzes en dilemma’s
-
> Moment van alarmeren: wanneer schakelen van informatie verzamelen naar uitgifte
-
> Bij schaarste in tijd: wanneer hulp aan melder beëindigen en wanneer overgaan naar
aansturen eenheden en functionarissen.
Kerntaak 2: uitgifte incident
Werkzaamheden
-
> Beoordeelt de melding en het inzetvoorstel en past dit zo nodig aan.
-
> Alarmeert volgens de landelijk en regionaal geldende procedures de juiste hulpverleningsdiensten
of verwijst door naar de juiste instanties.
-
> Coördineert de uitruk- en inzetfase totdat de operationeel leidinggevende ter plaatse
is en is hierna ondersteunend aan de operationeel leidinggevende.
-
> Haalt pro actief relevante informatie en deelt dit met de (aanrijdende) eenheden en
functionarissen en indien nodig met de andere hulpverleningsdiensten en ketenpartners.
-
> Past de inzet aan als aanvullende informatie daar aanleiding toe geeft, conform mono-
en multi(opschaling)procedures.
-
> Heeft de regie op opschaling en restdekking totdat een operationeel leidinggevende
het overneemt.
-
> Legt tijdens het incident alle relevante gegevens vast in het meldkamersysteem, conform
de geldende procedures.
Keuzes en dilemma’s
Bij incidenten die niet passen in procedures en processen kan hij zelfstandig (gemotiveerd)
afwijken van standaardprocedures en adequate beslissingen nemen.
Kerntaak 3: afsluiten incident
Werkzaamheden
-
> Controleert na afloop van het incident of alle relevante informatie in het meldkamersysteem
staat en vult ontbrekende informatie aan.
-
> Informeert alle betrokkenen, ketenpartners en overige instanties dat het incident
is afgerond.
-
> Reflecteert op eigen handelen en de samenwerking.
-
> Levert, indien nodig, een bijdrage aan de evaluatie van het incident.
Keuzes en dilemma’s
Kerntaak 4: regie en ondersteuning
Werkzaamheden
-
> Monitort ontwikkelingen en processen binnen en buiten de meldkamer.
-
> Beoordeelt het effect van ontwikkelingen op de operationaliteit en paraatheid.
-
> Heeft de regie op de verbindingen/gespreksgroepen.
-
> Bewaakt functionaliteit meldkamersystemen.
-
> Acteert op bevindingen.
Keuzes en dilemma’s
4.1. Competenties
Competentie: stressbestendigheid
Blijft onder tijdsdruk, hoge werkdruk en bemoeilijkende omstandigheden adequaat functioneren
(bijvoorbeeld tegenslag, teleurstelling).
Niveau C: voorbeeld zijn
-
> Geeft bij tijdsdruk of tegenslag weloverwogen prioriteit aan aspecten van het eigen
werk en blijft doeltreffend handelen.
-
> Is een voorbeeld voor anderen door rustig en adequaat optreden.
-
> Ziet het betrekkelijke in van tegenwerpingen en laat zich hierdoor niet meeslepen
in emotionele meningsverschillen.
-
> Bewaart de kalmte wanneer de situatie uit de hand dreigt te lopen.
-
> Toont zich niet snel gespannen op het werk.
Competentie: plannen en organiseren
Stemt activiteiten van zichzelf (en anderen) op elkaar af en bepaalt hun volgorde
zodat doeleinden efficiënt en effectief gerealiseerd worden.
Niveau B: afstemmen
-
> Stemt activiteiten (van zichzelf en anderen) op elkaar af.
-
> Deelt werkzaamheden efficiënt in en stemt activiteiten op elkaar af.
-
> Heeft inzicht in tijd, middelen en mensen die nodig zijn om een optimaal resultaat
te behalen en weet deze te werven.
-
> Houdt overzicht over de werkzaamheden en toetst de voortgang.
-
> Legt relaties tussen werkzaamheden binnen de organisatie en stemt planning van eigen
werkzaamheden hierop af en weegt belangen en risico’s af.
Competentie: klantgerichtheid
Weet wensen of behoeften van klanten of gebruikers te onderzoeken en hiernaar te handelen.
Speelt in op de doelstellingen van doelgroepen en opdrachtgevers voor de langere termijn.
Niveau B: inleven
-
> Heeft inzicht in het referentiekader van de klant en handelt daarnaar.
-
> Achterhaalt de behoeften en wensen van de klant door vraagverheldering en analyse.
-
> Anticipeert op behoeften van de klant.
-
> Neem opmerkingen van de klant serieus en zoekt binnen de mogelijkheden actief naar
oplossingen.
Competentie: analytisch vermogen
Signaleert problemen; herkent belangrijke informatie; legt verbanden tussen gegevens.
Spoort mogelijke oorzaken van problemen op; zoekt ter zake doende gegevens.
Niveau B: relaties leggen
-
> Legt dwarsverbanden. Betrekt ideeën uit verschillende disciplines bij het oplossen
van een probleem.
-
> Ziet de relatie tussen feiten en de mogelijke oorzaken en gevolgen.
-
> Geeft aan welke informatie vereist is voor een goede beeldvorming en gebruikt effectieve
methoden teneinde de relevante informatie te vergaren.
-
> Onderzoekt alternatieven om zich een oordeel te vormen.
-
> Omschrijft realistische scenario's met relaties tussen oorzaak en gevolg.
Competentie: nauwkeurigheid
Verricht werkzaamheden met een grote mate van accuratesse.
Niveau B: langdurig en effectief
-
> Gaat effectief om met detailinformatie.
-
> Voert langdurig met grote precisie werkzaamheden uit (zonder dat dit aan kwaliteit
inboet).
-
> Onthoudt gemakkelijk een veelheid aan details.
-
> Schat het effect van niet nakomen van regels, richtlijnen of procedures op juiste
wijze in en spreekt anderen hierop aan.