Fiscale positie van functionarissen en deskundigen van de Verenigde Naties en haar gespecialiseerde organisaties

Geraadpleegd op 27-04-2024.
Geldend van 07-03-1995 t/m heden

Besluit staatssecretaris van Financiën 7 maart 1995, nr. IFZ95/223, oorspronkelijk 29 juni 1962, nr. B2/9545 (art. V, § 18,Verdrag nopens de voorrechten en immuniteiten VN)

Functionarissen van de Verenigde Naties

Functionarissen van de Verenigde Naties zijn op grond van artikel V, par. 18, van het verdrag van 13 februari 1946 nopens de voorrechten en immuniteiten van de Verenigde Naties vrijgesteld van belasting op de salarissen en emolumenten, die door de Verenigde Naties aan hen worden betaald. Het progressie-voorbehoud wordt daarbij niet gemaakt.

Bij resolutie 76 (1) van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties werd onder andere de werking van de hierboven genoemde bepaling uitgebreid tot alle stafleden, waaronder wordt verstaan alle personeelsleden van de Verenigde Naties met uitzondering van hen, die plaatselijk worden gerecruteerd en per uur worden betaald.

Functionarissen van de gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties

Ook functionarissen van de gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties komen in aanmerking voor de onder punt 2 bedoelde vrijstelling, en wel op grond van artikel VI, par.19, van het verdrag nopens de voorrechten en immuniteiten van de gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties, zoals goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 21 november 1947 enerzijds en op verschillende andere tijdstippen door de gespecialiseerde organisaties anderzijds.

Niet als staflid aan te merken deskundigen

De onder 2 en 3 bedoelde organisaties sluiten soms met deskundigen contracten af tot het verrichten van bepaalde werkzaamheden. Dergelijke personen worden wel aangeduid met ,,experts on missions’’ of ,,(short-term) consultants’’. Zij kunnen in beginsel niet als staflid worden aangemerkt. Noch het onder 2 genoemde verdrag, noch het onder 3 genoemde verdrag met bijlagen, voorziet in vrijstelling van belasting voor de vergoeding aan dergelijke deskundigen.

Nu is het in theorie niet uitgesloten dat met een tijdelijk aangetrokken deskundige een dusdanig contract wordt afgesloten dat toch sprake is van staflidmaatschap. Teneinde in een concrete situatie te bepalen of dit wellicht het geval is, kunnen de volgende vuistregels worden gehanteerd.

  • a. Op grond van interne voorschriften sluit de VN in beginsel met niet als staflid te beschouwen deskundigen contracten af voor ten hoogste zes maanden binnen een periode van twaalf maanden. Indien een deskundige meer dan zes maanden binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden werkzaamheden voor de VN verricht mag daarom worden aangenomen dat hij als staflid werkzaam is, tenzij uit het contract met de VN blijkt dat geen staflidmaatschap wordt beoogd. Het voorgaande kan overeenkomstig worden toegepast ten aanzien van deskundigen werkzaam voor een gespecialiseerde organisatie van de VN.

  • b. Indien de deskundige minder dan zes maanden binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden werkzaamheden voor de organisatie verricht wordt hij niet als staflid aangemerkt, tenzij betrokkene aantoont dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • - de deskundige staat in dienstbetrekking tot de organisatie, met alle arbeidsrechtelijke rechten en verplichtingen vandien; en

    • - de reglementen voor stafleden (,,staff regulations’’) van de organisatie zijn ingevolge het contract op betrokkene van toepassing. Zo dient de deskundige bijvoorbeeld deel te nemen aan het sociale stelsel van de organisatie en dient de organisatie ten aanzien van de beloningen de gebruikelijke stafheffing toe te passen.

Een enkele verklaring van de organisatie dat men wordt aangemerkt als staflid is onvoldoende om het bovenstaande aan te tonen.

Het komt voor dat een organisatie zich in het contract met een niet als staflid te beschouwen deskundige verplicht tot vergoeding van belastingen betaald over de beloning. Een dergelijke vergoeding maakt onderdeel uit van de beloning, en wordt overeenkomstig in de belastingheffing betrokken.

Pensioenen/afkoopsommen

De onder 2 en 3 genoemde verdragen bevatten geen bepaling voor de vrijstelling van belasting van pensioenen.

Indien het pensioen geheel of gedeeltelijk in de vorm van een lump sum wordt uitbetaald, is dit aan te merken als een afkoopsom. Dit is bijvoorbeeld het geval indien er sprake is van een ,,deferred retirement benefit’’ volgens artikel 30 van de ,,Regulations and Rules of the United Nations Joint Staff Pension Fund’’. Een dergelijke afkoopsom is niet vrijgesteld van belasting ingevolge de hiervoor bedoelde verdragen.

Diensten verricht in het kader van een onderneming

Volledigheidshalve zij opgemerkt dat winst uit onderneming ter zake van diensten verricht aan een onder 2 of 3 bedoelde organisatie op de gebruikelijke wijze in de belastingheffing wordt betrokken. Wanneer het diensten betreft van aanzienlijke waarde, waarover omzetbelasting is verschuldigd in Nederland, kan de organisatie de betaalde omzetbelasting terugvragen volgens de gebruikelijke procedures. Toepassing van het tarief van nihil door de ondernemer is niet mogelijk.

Premieheffing volksverzekeringen

Of de in de vorige punten bedoelde personen al dan niet verplicht verzekerd zijn voor de Nederlandse volksverzekeringen wordt vastgesteld onafhankelijk van de vraag of betrokkene al dan niet is vrijgesteld van inkomstenbelasting over door de organisatie betaalde bedragen. Daarbij kunnen, naast de algemene Nederlandse wetgeving inzake de volksverzekeringen, van belang zijn de Verordening (EEG) nr. 1408/71, een internationaal verdrag inzake de sociale verzekeringen, dan wel het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen.

Bevoegde eenheid

De eenheid Particulieren Rijswijk is bevoegd ten aanzien van personeelsleden van internationale organisaties gevestigd in Nederland. Deze eenheid is echter niet bevoegd ten aanzien van stafleden van buiten Nederland gevestigde internationale organisaties, en evenmin ten aanzien van niet als staflid te beschouwen deskundigen van zowel in als buiten Nederland gevestigde internationale organisaties. In deze gevallen is dus bevoegd de belastingeenheid over de woonplaats van betrokkene. Ingeval zich bij de behandeling van fiscale aangelegenheden of premieheffing volksverzekeringen ten aanzien van de hier bedoelde personen problemen voordoen, kunt u echter desgewenst contact opnemen met Particulieren Rijswijk, tel. 070 - 372 4164.

Intrekking aanschrijving

De resolutie van 29 juni 1962, nr. B2/9545, heeft zijn belang verloren en wordt ingetrokken.

Naar boven