Onlangs is in het Verenigd Koninkrijk specifieke wetgeving geïntroduceerd met betrekking
tot een bepaald soort inkomen, de zogenoemde kunstmatige dividenden op buitenlandse
effecten (manufactured dividends on overseas securities).
De uitdrukking 'overseas dividend' betekent elke interest, elk dividend of elke andere
jaarlijkse betaling betaald met betrekking tot overseas securities. 'Overseas securities'
zijn:
-
a aandelen, overheidspapier of andere effecten uitgegeven door een regering van een
staat gelegen buiten het Verenigd Koninkrijk of een staatkundig onderdeel of een publiekrechtelijk
lichaam daarvan of door elke andere buiten het Verenigd Koninkrijk gevestigde vereniging
van personen; en
-
b genoteerde Eurobonds welke worden bewaard ingevolge een erkend clearing systeem in
de zin van section 124 van de ICTA 1988.
Ingevolge de Britse wetgeving zijn kunstmatige dividendbetalingen gedaan aan een natuurlijke
persoon of aan een lichaam teneinde die persoon of dat lichaam een vergoeding te geven
voor het feit dat hij bij voorbeeld als gevolg van het tijdelijk uitlenen van zijn
effecten een bedrag aan dividend of interest waartoe hij uit hoofde van die effecten
gerechtigd was niet heeft ontvangen.
De betaling van kunstmatige dividenden doet zich in het bijzonder voor bij 'stock
loan'. Hierbij draagt de eigenaar van effecten bij overeenkomst de effecten tijdelijk
over aan de inlener van die effecten, die naar Brits recht juridisch eigenaar van
die effecten wordt. Aan het einde van de 'stock loan' is de inlener verplicht effecten
van dezelfde soort terug te geven aan de uitlener: op hem rust niet de verplichting
dezelfde effecten terug te geven als die aan hem geleend waren. Voor het verkrijgen
van de goedkeuring van de Inland Revenue voor stock loan transacties is zelfs vereist
dat de inlener de effecten aan een derde verkoopt.
Is er gedurende de uitleenperiode dividend of interest op de uitgeleende effecten
betaald, dan is het gebruikelijk dat de inlener aan de uitlener ter compensatie een
vergoeding (kunstmatig dividend) betaalt. De hoogte van die vergoeding is een zaak
van onderhandelingen tussen uitlener en inlener. De uitlener zal er uiteraard naar
streven een bedrag te ontvangen dat, in economische zin, gelijk is aan het bedrag
van het werkelijke dividend of de werkelijke interest. Het doel van de Britse wetgeving
is geweest te verzekeren dat, vanuit belastingoogpunt, de ontvanger van een kunstmatig
dividend op dezelfde wijze zal worden behandeld als wanneer hij het werkelijke dividend
of de werkelijke interest zou hebben ontvangen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 21, eerste lid, van het Nederlands-Britse belastingverdrag
van 7 november 1980 (boekwerk IFZ nr. 101.00.00) zijn kunstmatige dividenden op buitenlandse
effecten (manufactured dividends on overseas securities) die inwoners van Nederland
vanuit het Verenigd Koninkrijk ontvangen uitsluitend in Nederland belastbaar. In verband
hiermede dienen inwoners van Nederland die dergelijke dividenden vanuit het Verenigd
Koninkrijk ontvangen, teneinde te voorkomen dat in het Verenigd Koninkrijk bij de
uitbetaling van die dividenden Britse income tax wordt ingehouden, aan de betaler
van die dividenden een formulier MOD2 over te leggen, dat na invulling en ondertekening
gecertificeerd moet worden door de inspecteur binnen wiens ambtsgebied hij in Nederland
woont of gevestigd is.
Blanco exemplaren van het formulier MOD2 zijn verkrijgbaar bij de Inland Revenue,
Financial Institutions Division, Room 514, 22 Kingsway, London WC2B 6NR.