Iran-United States Claims Tribunal

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 02-06-1988 t/m heden

Iran-United States Claims Tribunal

1. Inleiding

Het "Iran-United States Claims Tribunal" (hierna te noemen: "Tribunal") dat zijn zetel heeft in 's-Gravenhage, ving zijn werkzaamheden aan op 19 mei 1981. De hierna volgende privileges en immuniteiten van het "Tribunal", van zijn leden en van zijn Secretaris-Generaal, griffiers en andere personeelsleden zijn vastgesteld bij de op 17 maart 1988 in werking getreden overeenkomst tussen het Tribunal" en de Nederlandse Regering, gepubliceerd in het Tractatenblad 1988, nummer 25. De belastingvrijstellingen, op voorlopige basis aan het "Tribunal", zijn leden en zijn personeelsleden toegekend bij de aanschrijving van 5 juli 1982, nr. 082-1386, I.F.Z.-221 (I.F.Z.-(B)-25, H.B.I.-878, B.T.W/A-92), zoals laatstelijk gewijzigd op 7 maart 1984, zijn integraal in deze overeenkomst opgenomen. Daarnaast omvat de overeenkomst enkele nieuwe vrijstellingen (zie de punten 3.1. en 3.2. hierna.

2. Belastingvrijstellingen van het "Tribunal"

2.1. Algemeen

Het "Tribunal" is vrijgesteld van alle directe belastingen, alsmede van:

  • a. belastingen, rechten en heffingen bij invoer en uitvoer door het "Tribunal" van goederen, bestemd voor de uitoefening van zijn officiële werkzaamheden;

  • b. belastingen en heffingen, begrepen in de prijs van hier te lande betrokken goederen en diensten, bestemd voor de uitoefening van zijn officiële werkzaamheden;

  • c. motorrijtuigenbelasting voor de motorrijtuigen, eigendom van het "Tribunal", die voor zijn officiële werkzaamheden worden gebruikt.

2.2. Belasting bij invoer

De hiervoor onder punt 2.1., letter a., vermelde vrijstelling wordt bij invoer genoten op grond van een door de Inspecteur der invoerrechten en accijnzen te Rijswijk ter zake te verlenen vrijstellingsvergunning. De goederen worden ten invoer met vrijstelling van belasting aangegeven op een formulier ED 35 (Enig Document), met dien verstande dat geen zekerheid behoeft te worden gesteld.

2.3. Invoer per post

Brieven, documenten en andere goederen, die per post worden ingevoerd, worden - mits aannemelijk is dat zij voor het "Tribunal" zijn bestemd - met vrijstelling van belasting toegelaten zonder dat een schriftelijke aangifte ten invoer behoeft te worden gedaan en zonder dat de hiervoor in punt 2.2. genoemde vrijstellingsvergunning is vereist.

2.4. Afzien van de vrijstelling

Met vrijstelling van belasting verkregen goederen als hiervoor bedoeld in punt 2.1., letter a., waaraan een andere bestemming wordt gegeven dan die welke aanleiding was tot het verlenen van de vrijstelling (bijv. door verkoop, schenking of verhuur), dienen ten invoer te worden aangegeven. Ter zake dienen de belastingen te worden voldaan volgens de ten tijde van de aangifte geldende tarieven en over de waarde van de goederen ten tijde van de aangifte.

2.5. Omzetbelasting

Ten aanzien van door het "Tribunal" hier te lande betrokken goederen en diensten, als hiervoor bedoeld in punt 2.l., letter b., wordt vrijstelling van omzetbelasting verleend in de vorm van teruggaaf. Verzoeken voor een zodanige teruggaat moeten binnen drie maanden na afloop van elk kwartaal worden ingediend bij de Inspecteur der invoerrechten en accijnzen te Rijswijk met gebruikmaking van een formulier O.B. nr. 95.

De Inspecteur kan voorwaarden stellen inzake het overleggen van facturen en andere bescheiden ter staving van het verzoek.

Als minimumbedrag waarover belasting wordt terugbetaald, geldt een bedrag van f 500,- (exclusief omzetbelasting). Met betrekking tot facturen e.d. waarop een vergoeding van minder dan f 500, in rekening wordt gebracht, wordt derhalve in beginsel geen teruggaat verleend. Toegestaan is evenwel dat het "Tribunal" facturen met een vergoeding van minder dan t 500,- afkomstig van eenzelfde ondernemer, in een verzamelstaat samenvat:

  • a. indien zij doorlopende prestaties betreffen, zoals leveringen van gas, water en electriciteit, waarvan de factuurdata binnen het desbetreffende kwartaal zijn gelegen;

  • b. indien de facturen anderszins voortvloeien uit één enkele opdracht of overeenkomst, mits de factuurdata eveneens binnen het desbetreffende kwartaal zijn gelegen.

2.6. Accijns

Vrijstellingen van accijns wordt verleend voor:

  • a. hier te lande betrokken minerale oliën, bestemd voor de uitoefening van de officiële werkzaamheden van het "Tribunal" waartoe behoren het gebruik voor zijn motorrijtuigen en voor verwarming van zijn officiële gebouwen.

  • b. tabaksfabrikaten, alcoholhoudende dranken, niet-mousserende en mousserende wijn, bestemd voor de uitoefening van de officiële werkzaamheden van het "Tribunal" met inbegrip van officiële recepties en dergelijke.

De hiervoor onder punt a. genoemde vrijstelling wordt verwezenlijkt door teruggaaf van de betaalde accijns. Tot het verlenen van de teruggaaf is uitsluitend bevoegd de Inspecteur der invoerrechten en accijnzen te Rijswijk. Ter verkrijging van teruggaaf moet het "Tribunal" bij de Inspecteur een verzoek om teruggaaf indienen binnen drie maanden na afloop van het desbetreffende kwartaal. Het verzoek moet zijn vergezeld van de originele facturen die betrekking hebben op de levering van de minerale oliën. Voorzover het betreft minerale oliën die bestemd zijn voor gebruik in motorrijtuigen kan worden volstaan met de overlegging van de afleveringsbonnen, onder voorwaarde dat deze de volgende gegevens bevatten,:

naam van de leverancier;

  • -

    naam van de bestuurder van het motorrijtuig;

  • -

    soort, hoeveelheid en prijs van de minerale oliën;

  • -

    plaats en datum van de aflevering;

  • -

    kenteken van het motorrijtuig waaraan de olie is afgeleverd.

De afleveringsbon moet voor akkoord worden getekend zowel door de leverancier als door de bestuurder van het desbetreffende motorrijtuig. Bij het verzoek om teruggaat moeten worden gevoegd de afleveringsbonnen alsmede een recapitulatie van de hoeveelheden. De Inspecteur plaatst op de overgelegde bescheiden, voor zover ze weer in het bezit van het "Tribunal" worden gesteld, een aantekening dat de vrijstelling is verleend.

Voor de hiervoor onder punt b. genoemde vrijstelling is vooraf een vrijstellingsvergunning van de Inspecteur der invoerrechten en accijnzen te Rijswijk vereist, voor welk doel het aangifteformulier "Douane 39" moet worden gebruikt; het formulier moet worden getekend door de President of de Secretaris-Generaal van het "Tribunal" of door een persoon die door een van hen is gemachtigd. Een lijst met de namen en de handtekeningen van gemachtigden is opgenomen in de bijlage. De Inspecteur beschikt op het verzoek om vrijstelling door middel van de afgifte van het document. Voor de afgifte daarvan behoeft geen zekerheid te worden gesteld. De Inspecteur kan nadere voorwaarden vaststellen. Deze vrij~ stelling kan niet bij wijze van teruggaat worden verleend.

2.7. Kenteken

Aan motorrijtuigen die op de voet van punt 2.2. worden ingevoerd, wordt een kenteken met de letters CDJ toegekend onder voer afgifte van een certificaat Benelux 4 (zonder zekerheidsstelling). Op het kenteken wordt vermeld: "Slechts geldig met Benelux 4."

1. Belastingvrijstellingen voor de leden van het "Tribunal", de Secretaris-Generaal, de Speciale Assistent van het "Tribunal", de Co-Griffiers en de andere personeelsleden

3.1. Leden van het "Tribunal", de Secretaris~Generaal, de Speciale Assistent van het "Tribunal", de Co-Griffiers en de personeelsleden in categorie 9 en 10

De leden van het "Tribunal", de Secretaris-Generaal, de Speciale Assistent van het "Tribunal", de Co-Griffiers en de personeelsleden in categorie 9 en 10 genieten de belastingvrijstellingen die verleend worden aan diplomatieke ambtenaren van vergelijkbare rang die in Nederlánd zijn geaccrediteerd. De leden van het "Tribunal" en de Secretaris-Generaal diplomatieke missies; de

worden gelijkgesteld met hoofden van Speciale kssistent van het "Tribunal", de Co-Griffiers en de personeelsleden in categorie 9 en 10 worden gelijkgesteld met diplomatieke ambtenaren. Een lijst van personeelsleden in categorie 9 en 10 zal door het Ministerie aan de betrokken Inspecteurs worden verstrekt; wijzigingen in die Lijst zullen zo snel mogelijk worden doorgegeven. De algemene bepalingen en voorwaarden, neergelegd in artikel 25 van de Uitvoeringsbeschikking Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964 én in artikel 61 van de Regeling vrijstellingen belastingen bij invoer zijn van toepassing. Aan de voorwaarde van wederkerigheid wordt steeds geacht te zijn voldaan.

3.2. Andere leden en personeelsleden

De leden en personeelsleden van het "Tribunal" op wie punt 3.1. niet van toepassing is (daaronder begrepen alle personeelsleden die Nederlander zijn), genieten vrijstelling van inkomstenbelasting over salarissen en emolumenten, betaald door het "Tribunal". Het zogenaamde progressievoorbehoud, opgenomen in artikel 40 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen jo. artikel 31 van de Uitvoeringsbeschikking Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964, is in dit geval niet van toepassing. indien voornoemde personeelsleden (met uitzondering van personeelsleden die Nederlander zijn) reeds voor 1 januari 1984 in dienst waren bij het "Tribunal" wordt voorts eenmalig vrijstelling verleend voor één motorrijtuig dat uit het buitenland wordt ingevoerd of hier te lande uit een douane-entrepot wordt betrokken.

3.3. Verhuisboedelvrijstelling

De leden en personeelsleden van het "Tribunal" genieten vrijstelling van belasting bij invoer van hun verhuisboedel, wanneer zij voor de eerste maal hun werkzaamheden hier te lande aanvangen, op de voet van de artikelen 24 en 91 van de Regeling belastingen,bij invoer. Indien een proeftijd voorafgaat aan de definitieve indiensttreding, wordt het begin van de proeftijd beschouwd als de aanvang van de dienstbetrekking. Indien de betrokkene geen Nederlander is, zijn bovendien de punten 3.4. tot en met 3.6. van toepassing.

3.4. Normale verblijfplaats

De hiervoor genoemde personen behoeven voor de toepassing van de verhuisboedelvrijstelling niet te voldoen aan de voorwaarde dat zij vóór de overbrenging van de normale verblijfplaats naar Nederland, de normale verblijfplaats gedurende twaalf maanden buiten het douanegebied hebben gehad.

3.5. Toepassing van de verhuisboedelvrijstelling op andere goederen dan motorrijtuigen

Indien de in dit punt bedoelde goederen in het buitenland in het vrije verkeer zijn aangeschaft en niet van belasting zijn ontheven, behoeft niet te worden voldaan aan de voorwaarde, dat de goederen een bepaalde termijn (zes of drie maanden) vóór de overbrenging van de normale verblijfplaats bij de betrokkene in bezit en gebruik zijn geweest.

3.6. Toepassing van de verhuisboedelvrijstelling op motorrijtuigen

Voor motorrijtuigen die blijkens een gewoon buitenlands kenteken zich in het buitenland in het vrije verkeer bevonden en niet van belasting zijn ontheven, behoeft niet te worden voldaan aan de voorwaarde, dat het motorrijtuig zes maanden vóór de overbrenging van de normale verblijfplaats bij de betrokkene in bezit en gebruik is geweest. Voor één motorrijtuig dat in het buitenland met vrijstelling van belasting is verkregen of in ongebruikte staat uit het buitenland wordt ingevoerd of hier te lande uit een douaneentrepot wordt betrokken, wordt vrijstelling van belasting verleend mits de vrijstellingsvergunning wordt aangevraagd binnen een maand na eerste aankomst in Nederland. Indien een proeftijd voorafgaat aan de definitieve indiensttreding kan, mits de proeftijd niet langer duurt dan zes maanden, vrijstelling worden verleend gedurende de proeftijd of binnen een maand na de definitieve indiensttreding. In alle gevallen is de voorwaarde van toepassing, dat goederen twaalf maanden na de invoer niet worden overgedragen, verhuurd of uitgeleend.

3.7. Kentekenbewijzen

Voor motorrijtuigen, waarvoor krachtens de regelingen die van toepassing zijn op diplomatieke ambtenaren (zie punt 3.l.) een vrijstelling is verleend, wordt een kentekenbewijs afgegeven met de letters CDJ. Voor personen die worden gelijkgesteld met hoofden van diplomatieke zendingen wordt daarop vermeld: "Volledige vrijstelling. Vervalt bij vervreemding binnen één jaar na afgifte." Voor de overige in punt 3.1. bedoelde personeelsleden wordt op het kentekenbewijs vermeld: "Slechts geldig met Benelux 4." voor motorrijtuigen waarvoor de in punt 3.2, laatste volzin, bedoelde vrijstelling is verleend, wordt een kentekenbewijs afgegeven uit de serie BN-9 of GN~9, onder afgifte van een certificaat Benelux 4 (zonder zekerheidsstelling) op het kentekenbewijs wordt vermeld. "Slechts geldig met Benelux 4-l. Voor motorrijtuigen, waarvoor de in punt 3.6. bedoelde vrijstelling is verleend, wordt een gewoon Nederlands kentekenbewijs afgegeven.

3.8. Datum van ingang en intrekking aanschrijving

Het in de punten 2. tot en met 3.7.gestelde kan toepassing vinden met ingang van 17 maart 1988. De aanschrijving I.F.Z.-221 (I.F.Z.(B)-25, H.B.I.-878, B.T.W./A-92) van 5 ju' 1982, zoals laatstelijk gewijzigd op 7 maart 1984, heeft haar belang verloren en wordt ingetrokken.

DE

STAATSSECRETARIS

VAN FINANCIEN,
namens deze
, DE

DIRECTEUR-GENERAAL

VOOR FISCALE ZAKEN,

A. Schoemaker

Bijlage

Namen en handtekeningen van gemachtigden.

De handtekening van

Moragodage Christopher Walter PINTO

Secretaris-Generaal van het Iran-United States Claims Tribunal

De hantekening van

Norbert Paul Arthur Wühler

Adjunct Secretaris-Generaal van het Iran-United States Claims Tribunal

De handtekening van

Peter Malanczuk

Legal Assistant van het Iran-United States Claims Tribunal

19880602

Naar boven