Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat taal- en rekenvaardigheden een sleutelrol
vervullen in de onderwijsloopbaan van leerlingen en van groot belang zijn voor het
maatschappelijk en in voorkomende gevallen beroepsmatig functioneren van leerlingen;
dat het wenselijk is te komen tot versterking van de taal- en rekenvaardigheden van
leerlingen en tot een betere aansluiting tussen het taal- en rekenonderwijs van de
verschillende sectoren in het onderwijs, in het belang van een doorlopende leerlijn
van leerlingen;
dat het in verband daarmee wenselijk is voor deze vaardigheden beheersingsniveaus
vast te stellen;
dat deze niveaus vanwege hun sectoroverstijgende betekenis een grondslag dienen te
krijgen in een sectoroverstijgende wet;
dat de doorwerking van de niveaus naar de afzonderlijke onderwijssectoren tevens noodzaakt
tot aanpassing van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
referentieniveau Nederlandse taal: niveau van beheersing van de Nederlandse taal, uitgedrukt in kennis, inzicht en vaardigheden
die van belang zijn voor de doorstroming naar het vervolgonderwijs en het maatschappelijk
en in voorkomende gevallen beroepsmatig functioneren, waarmee de beheersing van de
Nederlandse taal door leerlingen aan het einde van een onderwijssoort kan worden vergeleken,
en
-
referentieniveau rekenen: niveau van beheersing van het rekenen, uitgedrukt in kennis, inzicht en vaardigheden
die van belang zijn voor de doorstroming naar het vervolgonderwijs en het maatschappelijk
en in voorkomende gevallen beroepsmatig functioneren, waarmee de beheersing van het
rekenen door leerlingen aan het einde van een onderwijssoort kan worden vergeleken.
Artikel 2. Referentieniveaus Nederlandse taal en referentieniveaus rekenen
[Red: Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.]
[Red: Wijzigt de Wet op de expertisecentra.]
[Red: Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.]
[Red: Wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs.]
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 8. Invoerings- en overgangsrecht
-
1 Van de eindtermen die voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 6, onderdeel A, zijn vastgesteld op grond van artikel 7.2.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs voor beroepsopleidingen met de verzorging waarvan instellingen een aanvang maken
op of na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 6, onderdeel A, wordt geacht
deel uit te maken een deelkwalificatie Nederlandse taal en rekenen, omvattende het
voor de desbetreffende soort opleiding vastgestelde referentieniveau Nederlandse taal
en het referentieniveau rekenen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel d.
-
2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de eindtermen die na het tijdstip
van inwerkingtreding van artikel 6, onderdeel A, worden vastgesteld voor beroepsopleidingen met de verzorging waarvan instellingen
een aanvang maken na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 6, onderdeel A,
voor zover het voorstel van het desbetreffende kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven,
bedoeld in artikel 7.2.4, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs is gedaan voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 6, onderdeel A.
-
3 De deelkwalificatie Nederlandse taal en rekenen, bedoeld in het eerste lid, treedt
in de plaats van de eisen aan de beheersing van de Nederlandse taal en het rekenen
die elders in de desbetreffende eindtermen zijn opgenomen, tenzij het betreft eisen
die specifiek met het oog op de beroepsuitoefening zijn gesteld.
-
5 Het bevoegd gezag stelt deelnemers die voor de inwerkingtreding van artikel 6, onderdeel A, zijn gestart met een meerjarige beroepsopleiding in de gelegenheid hun opleiding
binnen een redelijke tijd te voltooien onder de op de dag voor de inwerkingtreding
van artikel 6, onderdeel A, bij of krachtens de Wet educatie en beroepsonderwijs vastgestelde voorschriften. Deze deelnemers ontvangen na het met goed gevolg voltooien
van de opleiding een diploma overeenkomstig de op de dag voor de inwerkingtreding
van artikel 6, onderdeel A, geldende voorschriften.
Artikel 9. Inwerkingtreding
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan alsmede voor de
verschillende onderwijssectoren, schoolsoorten, leerwegen of onderdelen van leerwegen
binnen het voortgezet onderwijs of soorten beroepsopleidingen verschillend kan worden
vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen.