Planningsbesluit radiotherapie 2009

[Regeling vervallen per 01-08-2014.]
Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 03-08-2013 t/m 31-07-2014

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 oktober 2009, nr. CZ/TSZ-2963442, houdende vaststelling van het Planningsbesluit radiotherapie 2009

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 5 en 6, tweede lid, van de Wet op bijzondere medische verrichtingen;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

In deze regeling wordt verstaan onder radiotherapie: de behandeling van patiënten door middel van teletherapie of brachytherapie, met uitzondering van protonentherapie en andere vormen van deeltjestherapie als bedoeld in artikel 1 van de Regeling protonentherapie.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

De omvang van de behoefte aan radiotherapie en de wijze waarop in deze behoefte kan worden voorzien zijn neergelegd in bijlage 1.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

De gegevens die een instelling bij een aanvraag van een vergunning dient te verstrekken, in aanvulling op de Regeling vergunningprocedure bijzondere medische verrichtingen, zijn omschreven in bijlage 2.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als: Planningsbesluit radiotherapie 2009.

Deze regeling zal met bijbehorende bijlagen en toelichting worden geplaatst in de Staatscourant

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

Ingevolge het Besluit aanwijzing bijzondere medische verrichtingen 2007 is het verboden om zonder vergunning van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport radiotherapie uit te voeren.

2. De behoefte en de wijze waarop in de behoefte kan worden voorzien

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

Capaciteitsontwikkeling

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

De Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) heeft in juni 2007 nieuwe ramingen voor de toekomstige behoefte aan radiotherapie opgesteld. De actuele ervaringen uit de voorgaande jaren en ook de recente wetenschappelijke ontwikkelingen zijn in dit rapport meegenomen. De verwachting is dat het aantal bestraalde patiënten in 2015 43% hoger is dan in 2005. Daarnaast is er enerzijds sprake van een verschuiving naar meer intensieve en complexe behandelingen.

Anderzijds kunnen sommige behandelingen wellicht eenvoudiger worden uitgevoerd. De efficiencywinst zal naar verwachting een bescheiden netto effect hebben op de toename van de behoefte aan radiotherapeutische capaciteit. Wat resteert, is een aanzienlijke toename van de behoefte aan radiotherapie.

In de behoefteramingen van de NVRO neemt het aantal lineaire versnellers toe van 129 in 2010 tot 158 in 2015. Dit is een stijging van 22,5%.

Uitstroom van radiotherapie uit de WBMV per 2012

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

In september 2005 heeft VWS de Gezondheidsraad gevraagd advies uit te brengen over de vraag of er gewichtige argumenten zijn tegen het beëindigen van directe overheidsbemoeienis met de voorziening radiotherapie. Concreet gaat het om het loslaten van de vergunningplicht op basis van artikel 2 van de Wet Bijzondere Medische Verrichtingen (WBMV). De Gezondheidsraad heeft in december 2008 het advies De radiotherapie belicht uitgebracht.

Bij brief van 14 juli 2009 aan de Gezondheidsraad heb ik op het advies gereageerd en mijn standpunt bepaald. Bij de voorbereiding van mijn standpunt heb ik tevens gebruik gemaakt van de bevindingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over de beschikbaarheid en kwaliteit van de radiotherapie op dit moment (IGZ rapport Radiotherapeutische zorg na inhaalslag sterk verbeterd). Dit rapport is in maart 2009 uitgebracht.

Zoals ik aan de Gezondheidsraad heb geschreven, kom ik tot de conclusie dat radiotherapie (met uitzondering van protonentherapie) voldoet aan de voorwaarden om uit de WBMV te treden. Ik heb daarop besloten om de radiotherapie, behalve protonentherapie, uit artikel 2 van de WBMV te laten stromen en dit per 2012 te laten plaatsvinden. Uiteraard blijven de kwaliteitseisen van de beroepsgroepen, inclusief de minimumomvang van een centrum, na uitstroom onverminderd van kracht. Deze eisen volgen immers uit de Kwaliteitswet zorginstellingen

Ruimte voor nieuwe vergunningaanvragen

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

Gelet op de sterke groei van het aantal behandelingen en de noodzaak tot uitbreiding van het aantal versnellers bied ik ruimte voor nieuwe radiotherapeutische centra. Op dit moment hebben 21 centra een vergunning voor radiotherapie. Vooruitlopend op het uittreden van radiotherapie uit de WBMV per 2012 zal ik een nieuwe vergunningaanvraag toetsen aan de eisen die de NVRO stelt aan verantwoorde zorg.

Een nieuw centrum zal in het bezit willen zijn van een vergunning voordat het hoge investeringen doet in gebouw en apparatuur. Ik zal daarom een vergunning onder voorwaarden verstrekken als het centrum aannemelijk heeft gemaakt dat het aan de eisen van dit planningsbesluit voldoet. De voorwaarden houden in dat het centrum mij dient te melden wanneer het met patiëntenzorg van start kan gaan. Ik zal vervolgens de IGZ verzoeken advies uit te brengen over de vraag of het centrum op dat moment voldoet aan de eisen van verantwoorde zorg. Alleen wanneer de IGZ mij daarover positief heeft geadviseerd, zal het centrum kunnen overgaan tot het behandelen van patiënten met radiotherapie.

Protonentherapie

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

Een onderdeel van radiotherapie is de protonentherapie. Dit is een veelbelovende technologie, maar deze verkeert nog in een vroege fase van ontwikkeling. Voor slechts enkele indicaties heeft de behandeling een bewezen meerwaarde boven de conventionele radiotherapie. Ik stel vast dat er nog veel onderzoeksvragen zijn op het gebied van indicatiestelling, effectiviteit en doelmatigheid. Ik acht het daarom nu niet verantwoord om ook de protonentherapie per 2012 uit de WBMV te laten treden. Deze vorm van radiotherapie zal dus na 2012 als bijzondere medische verrichting onder artikel 2 van de WBMV blijven. Ik volg hiermee het advies van de Gezondheidsraad.

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

Gegevens te verstrekken door instelling bij een aanvraag om een vergunning voor het uitvoeren of doen uitvoeren van radiotherapie

[Regeling vervallen per 01-08-2014]

  • 1. Algemene gegevens van de aanvrager:

    • a. Naam van de rechtspersoon, en

    • b. Adres.

  • 2. Aangeven in hoeverre en op welke wijze voldaan wordt aan het gestelde in Bijlage 1 bij het Planningsbesluit radiotherapie 2009. Het betreft hier het volgen van de kwaliteitsrichtlijnen van de NVRO voor het leveren van verantwoorde zorg. Deze richtlijnen hebben ook betrekking op minimumomvang van het centrum en de minimumpersoneelsbezetting.

  • 3. Onderbouwde prognose vanaf het jaar waarin het centrum van start gaat tot twee jaar daarna:

    • a. Van het jaarlijks aantal patiënten dat een behandeling zal ondergaan;

    • b. Van de wijze waarop het centrum binnen drie jaar voldoet aan de richtlijn van de NVRO over het minimum aantal patiënten.

Naar boven