Circulaire Wijziging toepassing Elektronische Detentie

[Regeling vervallen per 01-07-2010.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-11-2009 t/m 30-06-2010

Circulaire Wijziging toepassing Elektronische Detentie

Inleiding

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Elektronische detentie (ED) is in 2003 gestart als pilot. De pilot is opgezet voor zogenaamde zelfmelders die een vrijheidsstraf van niet meer dan 90 dagen opgelegd hebben gekregen. De directe aanleiding voor de start van de pilot was het cellentekort. Gaandeweg is elektronische detentie echter een effectief instrument gebleken om de kortdurende detentie als gevolg van een korte vrijheidsstraf terug te dringen. Deze laatste geldt als de minst effectieve straf in termen van terugdringen recidive.

Met ED kan detentieschade worden voorkomen en kan de veroordeelde zijn werk en woning behouden. Het verlies van werk en woning is een van de belangrijkste factoren die ten grondslag liggen aan (hernieuwd) crimineel gedrag. Volgens wetenschappelijk onderzoek blijken factoren als het ontbreken van werk, inkomen, huisvesting en een adequaat sociaal netwerk een belangrijke rol te vervullen bij het voorkomen van recidive.

Daarnaast kunnen tijdens ED reeds lopende individuele trajecten gericht op onderwijs, werk, inkomen, huisvesting en zorg worden voortgezet. Deze continuïteit zorgt ervoor dat zinvolle trajecten om recidive te voorkomen niet worden afgebroken, maar succesvol kunnen worden afgerond.

De meerwaarde van elektronische detentie als zelfstandige executiemodaliteit wordt ondersteund door het rapport van de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) van juli 2007 ‘Uitvoering elektronische detentie’. De pilots van ED zijn daarin positief beoordeeld. De ISt heeft geconstateerd dat de feitelijke recidive tijdens de ED-periode uiterst gering is. ED lijkt daarmee volgens de ISt een effectief alternatief voor een korte detentie in een penitentiaire inrichting. Gelet hierop heb ik besloten om ED als executiemodaliteit voor deze doelgroep te handhaven.

In mijn brief van 4 september 2007 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de positieve uitkomsten van het ISt-onderzoek en de wijze waarop elektronische detentie wordt toegepast.1 Daarin heb ik ook aangegeven dat het onderzoek voor mij aanleiding is de pilots te voorzien van een wettelijke basis door middel van het wetsvoorstel thuisdetentie. Tot het moment dat is voorzien in een wettelijke basis wordt ED uitgevoerd op basis van de aangepaste circulaire.

Nu ED niet langer meer een noodkarakter heeft, moet scherper in beeld moet worden gebracht welke doelgroep in aanmerking moet komen voor ED om daadwerkelijk bij te kunnen dragen aan de doelstelling van recidivevermindering.

Deze executiemodaliteit is alleen zinvol als de voorwaarden van ED voor de veroordeelde naleefbaar zijn. Dit betekent dat bepaalde categorieën niet in aanmerking komen voor ED, zoals personen met een ernstige psychische stoornis of verslaving. Verder is het noodzakelijk dat de veroordeelde voldoet aan bepaalde randvoorwaarden, zoals het hebben van een woning. Daarnaast brengt het extramurale karakter van ED met zich mee dat het alleen wordt toegepast bij personen, waarvan het verantwoord is dat deze hun straf buiten de muren van de inrichting uitzitten.

Met de onderhavige circulaire wordt de doelgroep strikter afgebakend en worden de uitsluitingsgronden voor ED aangescherpt en uitgebreid. In de circulaire zijn eveneens – voor zover relevant – de aanbevelingen uit het rapport van de Inspectie voor Sanctietoepassing (ISt) van juli 2007 ‘Uitvoering elektronische detentie’ meegenomen. Dit alles dient om uiteindelijk te komen tot een zorgvuldigere en uniforme uitvoering van ED.

Kort samengevat luiden de wijzigingen als volgt. De definitie van de doelgroep zelfmelders is verduidelijkt. Doelgroep zijn de zelfmelders ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging is gelast van één of meer vrijheidsstraffen met een totale duur van maximaal 90 dagen (voorheen: 3 maanden). Hiermee is duidelijk dat veroordeelden met meerdere vrijheidsstraffen alleen in aanmerking komen voor ED indien de vrijheidstraffen bij elkaar opgeteld maximaal 90 dagen bedragen.

De circulaire is op een aantal punten tekstueel gewijzigd, om de procedure te verduidelijken.

De uitsluitingsgronden onder 5 zijn uitgebreid met:

  • veroordeelden voor een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van zes jaren of meer is gesteld en dat een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer ten gevolge heeft gehad, (5.b.);

  • veroordeelden die vervangende hechtenis moeten ondergaan als gevolg van het in gebreke blijven bij de uitvoering van een taakstraf, (5.f.);

  • veroordeelden, waarbij de rechter in zijn vonnis de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf door middel van ED uitdrukkelijk heeft uitgesloten (5.k.);

  • veroordeelden met een zedenverleden (5.l.);

  • geweldsdelinquenten (5.m.), dit betekent dat de procedure omtrent geweldsdelinquenten en de adviserende rol van het OM is komen te vervallen;

  • veroordeelden, die in de afgelopen vijf jaar een straf in ED hebben ondergaan (5.o.).

Als voorwaarde voor ED is nu toegevoegd dat de veroordeelde zich tijdens ED onthoudt van het drinken van alcohol (zie 6.f.). Ten slotte is onder 9.d. (Arbeid) toegevoegd dat de directeur van de PIA de werkplek moet goedkeuren.

De dagvergoeding van €7,50 wordt alleen uitgekeerd, indien de veroordeelde kan aantonen dat hij als gevolg van de ED geen uitkering meer ontvangt, dan wel zijn betaalde baan niet kan voortzetten (zie 10.).

Circulaire elektronische detentie

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

De onderhavige circulaire strekt tot het geven van regels voor het toepassen van ED vooruitlopend op een wetswijziging.

In de onderhavige circulaire worden achtereenvolgens beschreven:

  • 1. begripsbepalingen;

  • 2. doelgroep;

  • 3. procedure;

  • 4. criteria;

  • 5. uitsluitingsgronden;

  • 6. voorwaarden;

  • 7. consequenties van de niet-naleving van de voorwaarden;

  • 8. vrijheden van de betrokkene tijdens de elektronische detentie;

  • 9. arbeid;

  • 10. bijdrage in de kosten van levensonderhoud;

  • 11. ziektekosten;

  • 12. overeenkomst.

1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Voor de toepassing van deze circulaire wordt verstaan onder:

  • a. veroordeelde: een persoon die tot een onherroepelijke onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is veroordeeld;

  • b. zelfmelder: veroordeelde, die zich, na een daartoe ontvangen oproep, zelf dient te melden bij een penitentiaire inrichting voor het ondergaan van de opgelegde vrijheidsstraf;

  • c. geweldsdelinquent: een veroordeelde wegens een geweldsdelict als bedoeld in artikelen 282 tot en met 308, artikel 312, artikel 317 en 318 van Boek 2 van het Wetboek van Strafrecht;

  • d. zedendelinquent: een veroordeelde wegens een zedendelict als bedoeld in de artikelen 239 tot en met 250, 252, 253 en 273a van Boek 2 van het Wetboek van Strafrecht;

  • e. elektronische detentie: de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf op een plaats buiten een penitentiaire inrichting, doorgaans het woonverblijf van betrokkene, waarbij de aanwezigheid van betrokkene op die plaats gecontroleerd wordt door middel van een technische voorziening, gebruik makend van signalen;

  • f. penitentiaire inrichting administratief: de penitentiaire inrichting in de regio waar de persoon die de elektronische detentie moet ondergaan woonachtig is en die toezicht houdt op de tenuitvoerlegging van de elektronische detentie.

2. Doelgroep

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Voor ED komt slechts in aanmerking de zelfmelder ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging is gelast van één of meer vrijheidsstraffen met een totale duur van maximaal 90 dagen.

3. Procedure

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

De procedure voor het toepassen van ED is als volgt.

Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) krijgt de onherroepelijke vonnissen/arresten van de respectievelijke parketten binnen.

Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) bepaalt in opdracht van het Openbaar Ministerie of een veroordeelde met een lopend vonnis in aanmerking komt voor de status van zelfmelder. Het Landelijk Coördinatiepunt Arrestatiebevelen, thans Unit OM executie, van het CJIB, coördineert de zaken waarin sprake is van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf. Indien een persoon in aanmerking komt voor de status van zelfmelder dan wordt de zaak overgedragen aan het Bureau Capaciteitsbenutting Logistiek (BCL) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Door het BCL wordt de persoon schriftelijk gevraagd of hij in aanmerking wil komen voor ED. Indien hij niet in aanmerking wil komen zal hij worden opgeroepen als zelfmelder. Indien hij wel in aanmerking wil komen doet het BCL een verzoek aan de Penitentiaire Inrichting Administratief (PIA) in de regio waar de persoon woonachtig is, om een intake te doen en verstrekt de – voor de beoordeling van de geschiktheid voor ED – relevante informatie. Betrokkene krijgt van de PIA een oproep voor een intake. Mocht de persoon niet verschijnen, dan vervalt daarmee de mogelijkheid tot deelname aan ED en wordt hij opgeroepen als zelfmelder. Verschijnt de betreffende persoon wel dan wordt een inschatting gemaakt of de persoon geschikt is voor ED.

De directeur van de PIA legt aan de hand van de intake en de tot zijn beschikking staande relevante informatie een advies voor aan de selectiefunctionaris. In dit advies wordt aangegeven of de directeur van de PIA betrokkene voor ED geschikt acht. De selectiefunctionaris neemt vervolgens de beslissing of de veroordeelde al dan niet in aanmerking komt voor ED.

De selectiefunctionaris besluit uitsluitend tot ED indien de veroordeelde zich bereid heeft verklaard tot deelname aan ED en de daaraan verbonden voorwaarden; met andere woorden de ED kan op grond van de onderhavige circulaire alleen plaatsvinden op basis van vrijwilligheid. Vanuit de PIA’s vindt de aansluiting van betrokkene aan de ED plaats. De veroordeelde draagt bij de huidige stand van de techniek een zender in de vorm van een enkel- of polsband. Deze zender staat elektronisch in verbinding met een ontvanger in het huis van betrokkene. Via de telefoon staat de ontvanger in verbinding met een computer op de centrale controlepost van de PIA. De registratie en de administratieve handelingen worden door de PIA’s afgehandeld. In de PIA’s wordt de voorraad in te zetten units opgeslagen.

4. Criteria

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Bij de beslissing een veroordeelde deel te laten nemen aan ED dient deze te voldoen aan de navolgende criteria:

  • a. betrokkene moet zich bereid hebben verklaard zich aan ED en de hem gestelde voorwaarden te onderwerpen;

  • b. betrokkene dient te beschikken over een aanvaardbaar verblijfadres;

  • c. indien betrokkene niet de enige is die op het verblijfadres woont dienen alle volwassen huisgenoten van betrokkene schriftelijk in te stemmen met de ED; voor deze verklaring wordt gebruik gemaakt van een standaardformulier (bijlage 1);

  • d. betrokkene dient de Nederlandse taal of de Engelse taal voldoende machtig te zijn opdat een goede communicatie mogelijk is;

  • e. betrokkene dient te beschikken over een geldige verblijfsstatus;

  • f. betrokkene dient te beschikken over een geldig identiteitsbewijs, als bedoeld in de Wet op de identificatieplicht.

5. Uitsluitingsgronden

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Voor deelname aan ED komen niet in aanmerking:

  • a. veroordeelden met één of meer vrijheidsstraffen met een totale duur van meer dan 90 dagen;

  • b. veroordeelden voor een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van zes jaren of meer is gesteld en dat een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer ten gevolge heeft gehad;

  • c. veroordeelden ten aanzien van wie de einddatum van de detentie nog niet vaststaat omdat bijvoorbeeld sprake is van een lopende strafzaak waarin een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is of naar verwachting zal worden geëist door het Openbaar Ministerie;

  • d. veroordeelden ten aanzien van wie vaststaat dat zij na de detentie zullen worden uitgezet of uitgeleverd;

  • e. veroordeelden ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een tevens opgelegde ter beschikking stelling met voorwaarden of terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege nog moet aanvangen;

  • f. veroordeelden die een vervangende hechtenis (nog moeten) ondergaan als gevolg van het in gebreke blijven bij de betaling van opgelegde schadevergoedingsmaatregelen (in het kader van de Wet Terwee) of als gevolg van het in gebreke blijven bij de uitvoering van een taakstraf;

  • g. veroordeelden die zijn of nog (moeten) worden gegijzeld in het kader van een ontnemingsmaatregel (lijfsdwang, Pluk Ze-maatregel) of in het kader van de Wet Administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV, ook wel aangeduid als Lex Mulder);

  • h. veroordeelden die een delict hebben gepleegd dat grote maatschappelijke onrust veroorzaakt heeft;

  • i. veroordeelden bij wie sprake is van (een ernstig vermoeden van) een psychosociale of psychiatrische stoornis, zodanig dat voor mislukken van de ED moet worden gevreesd;

  • j. veroordeelden bij wie sprake is van (een ernstig vermoeden van) alcohol- of drugsproblematiek, zodanig dat voor het mislukken van de ED moet worden gevreesd;

  • k. veroordeelden, waarbij de rechter in zijn vonnis de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf door middel van ED uitdrukkelijk heeft uitgesloten;

  • l. zedendelinquenten en veroordeelden, die in het verleden zijn veroordeeld wegens een zedendelict genoemd onder 1. d;

  • m. geweldsdelinquenten;

  • n. veroordeelden die (nog) niet hebben voldaan aan een bevel van de officier van justitie tot afname van celmateriaal ten behoeve van dna-onderzoek, terwijl ze hiertoe op grond van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden, verplicht zijn;

  • o. veroordeelden, die reeds eerder in ED een straf hebben ondergaan en nog geen vijf jaren zijn verlopen sinds het onherroepelijk worden van deze eerdere veroordeling. De termijn van vijf jaar wordt verlengd met de tijd waarin de veroordeelde, gedurende die periode rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

6. Voorwaarden

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

  • a. Betrokkene verlaat zijn verblijfadres slechts overeenkomstig de daarover gemaakte afspraken met de PIA;

  • b. betrokkene gedraagt zich overeenkomstig de aanwijzingen van de medewerker van de PIA die is belast met het toezicht en zal aan deze alle verlangde inlichtingen verschaffen;

  • c. betrokkene en zijn huisgenoten dienen te allen tijde de onder b genoemde toezichthouder op diens verzoek toegang te geven tot zijn verblijfadres;

  • d. betrokkene vraagt tevoren toestemming aan de directeur van de PIA voor een verandering van zijn verblijfadres;

  • e. betrokkene maakt zich gedurende de ED niet schuldig aan een strafbaar feit;

  • f. betrokkene onthoudt zich van het gebruik van drugs en alcohol;

  • g. betrokkene dient zijn medewerking te verlenen aan urine- en alcoholcontroles.

7. Consequenties van het niet naleven van de voorwaarden

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Bij overtreding van de voorwaarden wordt schriftelijk verslag opgemaakt door de medewerker ED van de PIA. Op basis van dit verslag wordt betrokkene opgeroepen om zich te melden bij de PIA, waar hij door de directeur van de PIA wordt gehoord. De directeur kan, afhankelijk van de ernst van de overtreding, beslissen tot:

  • a. het geven van een waarschuwing aan betrokkene;

  • b. het adviseren aan de selectiefunctionaris de ED te beëindigen en betrokkene te plaatsen in een penitentiaire inrichting ter verdere tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf.

De directeur geeft van de beslissingen genoemd onder a. en b. onverwijld schriftelijk een met redenen omklede, gedagtekende en ondertekende mededeling aan betrokkene.

Indien betrokkene geen gehoor heeft gegeven aan de oproep van de directeur om in de PIA te verschijnen, en/of zich aan de detentie heeft onttrokken, wordt hij terstond in het opsporingsregister geplaatst. In dat geval wordt de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf geschorst.

8. Vrijheden van betrokkene tijdens de elektronische detentie

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Aan iedere betrokkene kan worden toegestaan om zijn verblijfadres tweemaal daags voor een korte periode te verlaten. In de onder 9 geregelde situatie waarin het betrokkene wordt toegestaan werkzaamheden buitenshuis te verrichten worden voor aanvang van de ED met betrokkene aanvullende afspraken gemaakt over het verlaten van het verblijfadres. In bijzondere situaties kan extra verlaten van de woning mogelijk zijn. Hierover beslist de directeur van de PIA.

9. Arbeid

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Indien betrokkene voorafgaande aan de ingang van ED betaalde arbeid op basis van een arbeidsovereenkomst dan wel op ambtelijke aanstelling verricht, mag hij deze arbeid gedurende de ED voortzetten onder de navolgende voorwaarden:

  • a. betrokkene dient het bestaan van de arbeidsovereenkomst of aanstelling aan te tonen (door middel van een ondertekende arbeidsovereenkomst, dan wel een aanstellingsbesluit, alsmede bewijs van recente salaris-ontvangsten);

  • b. de arbeidsovereenkomst of aanstelling dient voor aanvang van de ED minimaal twee maanden te bestaan;

  • c. betrokkene dient te beschikken over voorspelbare werktijden;

  • d. betrokkene dient te beschikken over een vaste werkplek, die door de directeur van de PIA is goedgekeurd;

  • e. de arbeid vormt geen verhoogd risico van verleiding tot criminele activiteiten.

10. Bijdrage in de kosten van levensonderhoud

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Betrokkene draagt in beginsel gedurende de ED zelf de kosten van zijn levensonderhoud. Aan betrokkene zal een bijdrage in de kosten worden verstrekt, wanneer hij heeft aangetoond dat hij als gevolg van de ED geen uitkering meer ontvangt, dan wel zijn betaalde baan niet kan voortzetten.

De bijdrage is vastgesteld op € 7,50 per dag ondergane ED.

Het totaalbedrag wordt in de vorm van een éénmalige bijdrage aan betrokkene uitgekeerd.

11. Ziektekosten

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Indien betrokkene als gevolg van de ED niet meer zelf is verzekerd voor ziektekosten, dan worden deze kosten vergoed zoals te doen gebruikelijk bij intramuraal gedetineerden. De ziektekosten komen voor rekening van de Dienst Justitiële Inrichtingen, sector Gevangeniswezen. Alleen die kosten worden vergoed, waarvoor vooraf toestemming door de PIA is verleend.

12. Overeenkomst

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Voorafgaande aan de ED wordt er tussen de directeur van de PIA en betrokkene een overeenkomst gesloten, waarin de voorwaarden zijn opgenomen waaronder de ED zal plaatsvinden en de mogelijke consequenties bij overtreding van de voorwaarden. Er wordt voor het opstellen van deze overeenkomst gebruik gemaakt van een voor dit doel ontwikkeld model (bijlage 2).

Deze circulaire vervangt de circulaire Elektronische detentie van 7 maart 2005, kenmerk 5291588/04/DJI, met ingang van 1 november 2009 en is geldig tot en met 1 januari 2012. De circulaire van 7 maart 2005 wordt hiermee ingetrokken.

Deze circulaire zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ter inzage worden gelegd in de bibliotheken van de penitentiaire inrichtingen.

De

Staatssecretaris

van Justitie,

N. Albayrak

  1. Kamerstukken II, vergaderjaar 2006–2007, 30 800 VI, nr. 137. ^ [1]
Naar boven