In de Uitkeringswet financiële compensatie langdurige militaire dienst (Stb. 1992, 367) is een regeling getroffen voor bepaalde groepen militairen die ten minste vijf jaar onder de wapenen zijn geweest. Op grond van deze wet kan de Minister van Defensie een eenmalige netto-uitkering verlenen tot een bedrag van ten hoogste € 3.403,35.
In de Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen (Stb. 1997, 728) is een regeling opgenomen voor een tegemoetkoming in de vorm van een eenmalige uitkering. Het gaat om een uitkering door het Rijk aan militairen die meer dan twee maar minder dan vijf jaar als dienst- of reserveplichtige, als oorlogsvrijwilliger dan wel als schutterplichtige bij de krijgsmacht van het Koninkrijk hetzij tijdens de Tweede Wereldoorlog, dan wel in het voormalig Nederlands-Indië, in Korea of in het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea in werkelijke dienst zijn geweest. Op grond van deze wet kan een eenmalige netto-uitkering worden verleend tot een bedrag van ten hoogste € 453,78.
De over de bovenstaande netto-uitkeringen verschuldigde bedragen aan inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen komen in de vorm van een lumpsumheffing voor rekening van het Rijk.
In de Uitkeringswet KNIL beroepsmilitairen (Stb. 1998, 182) staat een regeling voor een eenmalige financiële compensatie voor beroepsmilitairen die ten minste vijf maar minder dan vijftien jaren bij het voormalige KNIL in werkelijke dienst zijn geweest. Op grond van deze wet kan de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen een eenmalige netto-uitkering verlenen tot een bedrag van ten hoogste € 3.403,35. De over deze netto-uitkering verschuldigde bedragen aan inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen komen voor rekening van de Stichting.
In verband met het voorafgaande moet een op grond van de hiervoor genoemde regelingen ontvangen uitkering buiten het belastbare inkomen uit werk en woning worden gelaten en komen geen inhoudingen voor verrekening in aanmerking.