-
a. het college van andere gemeenten;
-
b. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Sociale verzekeringsbank;
-
c. de Belastingdienst;
-
d. het College zorgverzekeringen, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, de Nederlandse Zorgautoriteit, bedoeld in de Wet marktordening gezondheidszorg en de zorgverzekeraars in de zin van artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet of van artikel 1, onderdeel b, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
-
e. de bedrijfstakpensioenfondsen, ondernemingspensioenfondsen, risicofondsen, stichtingen
tot uitvoering van een regeling inzake vervroegd uittreden en andere organen belast
met het doen van uitkeringen of verstrekkingen die bij of krachtens artikel 8 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers als inkomen worden aangemerkt;
-
f. de Kamers van Koophandel, met dien verstande dat dit, in afwijking van de aanhef van
dit lid, geschiedt tegen betaling van de daarvoor op grond van de Handelsregisterwet 2007 vastgestelde vergoeding;
-
g. de korpschef en de bevelhebber van de Koninklijke marechaussee in de zin van de Vreemdelingenwet 2000;
-
h. de Belastingdienst/Toeslagen betreffende de toekenning van tegemoetkomingen met toepassing
van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie betreffende de toepassing van de
Wet bevordering eigenwoningbezit;
-
i. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dan wel, voor zover het betreft
het onderwijs of onderzoek op het gebied van de landbouw en de natuurlijke omgeving,
Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, betreffende de toepassing
van de Wet studiefinanciering 2000, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
j. Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit betreffende de omvang van de
productiebeperkende maatregelen voor het bedrijf van de ondernemer in de agrarische
sector;
-
k. Onze Minister van Justitie voor zover het betreft de persoon die rechtens zijn vrijheid
is ontnomen of de persoon die zich onttrekt aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf
of vrijheidsbenemende maatregel;
-
l. de instanties en personen die woonruimte verhuren;
-
m. de instanties die in het kader van de openbare nutsvoorziening energie en water leveren;
-
n. derden die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de arbeidsinschakeling
van personen bevorderen;
-
o. Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie betreffende de toepassing van de Wet inburgering.