-
a. de gederfde belastbare inkomsten van de donor gedurende de voorbereiding van, de uitvoering
van en het herstel na de donatie tot maximaal € 2.600 per week, berekend op basis
van:
-
1°. het belastbaar loon per week overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de loonbelasting;
-
2°. de gemiddelde belastbare winst uit onderneming per week in het peiljaar, bepaald volgens
de regels van afdeling 3.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, met dien verstande dat de subsidie niet minder bedraagt dan 80% van het bedrag van
de uitkering die bij overeenkomstige toepassing van artikel 3:23, derde lid, van de Wet arbeid en zorg wordt berekend;
-
3°. het gemiddelde belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden per week in het peiljaar,
bepaald volgens de regels van afdeling 3.4 van de Wet inkomstenbelasting 2001, met uitzondering van de in de artikelen 3.91 en 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bedoelde werkzaamheden;
-
4°. in geval de donor niet een binnenlandse belastingplichtige is als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001, de inkomsten die vergelijkbaar zijn met de hiervoor genoemde inkomensbestanddelen,
waarbij acht wordt geslagen op Hoofdstuk 7 van de Wet inkomstenbelasting 2001;
-
b. in geval de donor anders dan in dienstbetrekking, als zelfstandige of als beroepsbeoefenaar
meewerkt in de onderneming van zijn echtgenoot of geregistreerde partner: de kosten
van vervanging van de arbeidsinbreng van de donor gedurende de voorbereiding van,
de uitvoering van en het herstel na de donatie door een persoon die ter beschikking
wordt gesteld door een rechtspersoonlijkheid bezittende instelling met het statutaire
doel arbeidskrachten ter beschikking te stellen;
-
c. de kosten voor zorg, andere diensten of huishoudelijke verzorging aan de donor, waar
van toepassing op indicatie, verleend in het kader van de voorbereiding van, de uitvoering
van en het herstel na de donatie, bestaande uit:
-
1°. de eigen bijdrage en het eigen risico van de donor voor zorg of andere diensten verleend
uit hoofde van de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg;
-
2°. de bijdrage van de donor voor een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget ten
behoeve van de zelfredzaamheid verleend krachtens de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 dan wel de kosten van de donor voor huishoudelijke hulp die niet krachtens de Wet
maatschappelijke ondersteuning 2015 is verleend tot een bedrag van ten hoogste € 300;
-
3°. de kosten van de donor voor medisch noodzakelijke zorg die aan de donor op schriftelijke
medische indicatie is verleend en die niet valt onder de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg;
-
d. de kosten van reizen, met inbegrip van reizen naar en van Nederland, die één door
de donor aangewezen persoon maakt in het kader van de voorbereiding van, de uitvoering
van en het herstel na een donatie:
-
1°. bij buitenlandse reizen per openbaar vervoer, vliegtuig of boot: berekend op basis
van de overgelegde vervoersbewijzen tot maximaal de laagste klasse van het desbetreffende
vervoermiddel;
-
2°. bij buitenlandse reizen met andere middelen van vervoer: berekend op basis van de
laagste klasse van openbaar vervoer;
-
3°. bij binnenlandse reizen een eenmalig bedrag ten behoeve van de binnenlandse reiskosten
en de verblijfkosten van de door de donor aangewezen persoon gedurende de uitvoering
van de donatie te bepalen volgens de onderstaande tabel:
afstand woning persoon tot ziekenhuis waar donatie plaatsvindt
|
per dag dat donor in het ziekenhuis is opgenomen
|
0 tot 10 km
|
€ 6,50
|
10 tot 50 km
|
€ 20
|
50 tot 100 km
|
€ 32
|
100 tot 150 km
|
€ 42
|
150 km of meer
|
€ 48
|
-
e. de hotelkosten voor maximaal vijf dagen:
-
1° die de uit het buitenland afkomstige donor maakt na ontslag uit het ziekenhuis vooreen
bedrag van € 50 per dag;
-
2° die de door de donor aangewezen persoon maakt voor een bedrag van € 56,50 per dag
met dien verstande dat bij verblijf in een hotel het bedrag ten behoeve van de binnenlandse
reiskosten, bedoeld in onderdeel d, onder 3° op één dag wordt bepaald;
-
f. de kosten van de donor voor het opvangen en verzorgen van personen of huisdieren waarvoor
de donor de zorg draagt gedurende de uitvoering van en het herstel na een donatie
voor zover die kosten de gebruikelijke kosten van de donor voor die opvang en verzorging
te boven gaan;
-
g. uitsluitend in geval de donatie buiten het woonland van de donor wordt uitgevoerd
een bedrag van € 8 per etmaal dat de donor in het kader van de voorbereiding van of
het herstel na de donatie, tot uiterlijk 13 weken, dan wel 26 weken in geval van een
leverdonatie, na de datum van ontslag van de donor uit het ziekenhuis waar de donatie
is uitgevoerd, buiten een zorginstelling verblijft in het land waar de donatie wordt
uitgevoerd, vermeerderd, indien de donor woonachtig is buiten Europa, met een eenmalig
bedrag van € 100 dan wel met de kosten van een machtiging tot voorlopig verblijf als
bedoeld in artikel 1, onder h, van de Vreemdelingenwet 2000, van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000en van een verzekering tegen ziektekosten als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, onder c, van het Vreemdelingenbesluit 2000;
-
h. ten behoeve van overige kosten een eenmalig bedrag van € 345 in geval van nierdonatie,
€ 385 in geval van leverdonatie of € 100 in geval donatie niet heeft plaatsgevonden
maar wel is gestart met de uitvoering van een donatie.