Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 6.500 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Grondstoffen- en watergebruik
Kringloopsluiting, levensduurverlenging, biobased en circulaire economie, recycling,
hergebruik, afval(water)inzameling en -verwerking
Biobased economy
F 1100
Productieapparatuur voor producten op basis van biomassa
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1110
Productieapparatuur voor (producten van) biobased plastics
-
a. bestemd voor: het uitsluitend produceren van plastics of plastic producten die gemaakt
zijn van duurzame biomassa door een onderneming die niet actief is in de productie
van visserij- of aquacultuurproducten zoals bedoeld onder punt 8 van paragraaf 1 van
deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk is
voor het produceren van (producten van) biobased plastics.
Toelichting: Structuurverbetering van (producten van) biobased plastics met natuurlijke
vezels valt ook onder bedrijfsmiddel F 1110. Van duurzame biomassa is in ieder geval
sprake als de biomassa binnen de voorwaarden van NTA 8080 is geproduceerd.
Zie de bedrijfsmiddelen F 2430, F 2600, F 2601, F 2602, F 2603, F 2610, F 2612 en
F 2613 voor verwerking van biomassa in de landbouw, visserij of aquacultuur.
F 1112
Vergistingsinstallatie met algen-, kroos- of wierenreactor
-
a. bestemd voor: het vergisten van organische reststromen, niet zijnde mest, door een
onderneming die niet actief is in de productie van visserij- of aquacultuurproducten
zoals bedoeld onder punt 8 van paragraaf 1 van deze bijlage, waarbij:
-
– de dunne fractie van het digestaat als voeding dient voor de algen-, kroos- of wierenreactor,
-
– de geproduceerde algen, kroos of wieren worden ingezet als (groene grondstof voor)
veevoer, biobrandstof of voor hoogwaardigere toepassingen, en
-
– het restproduct al dan niet een energietoepassing krijgt,
-
b. bestaande uit: een vergister, een productiesysteem voor algen, kroos of wieren en
al dan niet de volgende onderdelen: voorbewerkingsapparatuur, een behandelingseenheid
voor recirculatie van de voedingsoplossing, een oogstsysteem, apparatuur voor verwerking
tot grondstof, een gasmotor, een generator en biogasopwerkingsapparatuur.
A 1113
Algen-, wieren- of kroossysteem voor afvalwaterverwerking
-
a. bestemd voor: het verwerken van afvalwater door biologische afbraak door algen, wieren
of kroos door een onderneming die niet actief is in de productie van visserij- of
aquacultuurproducten zoals bedoeld onder punt 8 van paragraaf 1 van deze bijlage,
waarbij de algen, wieren of het kroos geoogst worden,
-
b. bestaande uit: een vloeistofdicht bassin, een schoepenrad of pomp, een continu meetsysteem,
oogstapparatuur en al dan niet voorscheidingsapparatuur.
F 1115
Productieapparatuur voor bio-asfalt
-
a. bestemd voor: het toepassen van lignine bij de productie van asfalt, waarbij het bindmiddel
van het met de asfaltcentrale geproduceerde bio-asfalt gemiddeld voor ten minste 45%
op gewichtsbasis bestaat uit lignine,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk is
voor het toepassen van lignine bij de productie van asfalt.
Toelichting: Alleen (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk
is om lignine als bindmiddel in asfalt te verwerken, zoals silo’s, leidingwerk en
meet- en regeltechniek, valt onder bedrijfsmiddel F 1115.
Zie bedrijfsmiddel G 6315 voor de aanschaf van bio-asfalt.
Preventie van water- en grondstoffengebruik
F 1200
Apparatuur met verminderd grondstoffenverbruik
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
B 1201
Apparatuur met verminderd grondstoffenverbruik door efficiëntieverbetering
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1205
Apparatuur voor duurzamer produceren (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het vervaardigen van producten waarvan de afzonderlijke materialen na
de gebruiksfase gemakkelijker te scheiden, recyclen of hergebruiken zijn dan wat gangbaar
is voor het product door:
-
1. monomaterialen te gebruiken voor producten die uit gecombineerde materialen bestaan,
-
2. de producten zo te ontwerpen dat deze na de gebruiksfase uiteengenomen kunnen worden
tot monomaterialen voor hergebruik voor het type product of hoogwaardige recycling,
-
3. de producten zo te ontwerpen dat deze na de gebruiksfase uiteen genomen kunnen worden
tot onderdelen of materialen die gebruikt kunnen worden in refurbished, remanufactured
of repurposed producten, of
-
4. een combinatie van bovenstaande methoden,
en waarbij onder punt 1 tot en met 4 geldt dat het product na de gebruiksfase aantoonbaar
teruggenomen wordt door de producent en de materialen (deels) worden hergebruikt of
gerecycled,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk is
voor het gemakkelijker scheiden, recyclen of hergebruiken van de vervaardigde producten
en al dan niet apparatuur voor terugname en demontage van gebruikte producten en apparatuur
voor tracking en tracing ten behoeve van terugname van het product, met uitzondering
van apparatuur voor productie-uitbreiding.
F 1210
Variabele verpakkingsmachine
-
a. bestemd voor: het automatisch verpakken van artikelen in dozen met een verpakkingsmachine,
waarbij deze machine de dozen op maat produceert uit een vlak karton op basis van
scans van de hoogte, breedte en lengte van de artikelen, waardoor per doos de hoeveelheid
verpakkings- en vulmateriaal tot een minimum wordt beperkt,
-
b. bestaande uit: een 3D-meetsyteem, een snij-en vouwinrichting, een doosopzet- en vouwsysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: een robot, een tapesysteem, een labelprinter
en een labelaanbrengsysteem.
Toelichting: Verpakkingsmachines die de dimensies van bestaande dozen aanpassen door
dozen kleiner te vouwen of bij te snijden komen niet in aanmerking onder dit bedrijfsmiddel,
omdat de gebruikte hoeveelheid verpakkingsmateriaal per doos hierdoor niet vermindert.
F 1211
Herbruikbare vastzetters voor lading op rolcontainers
-
a. bestemd voor: het voor transport vastzetten van goederen op rolcontainers met een
herbruikbare vastzetter die vast gemonteerd is op de rolcontainer, ter vervanging
van het gebruik van plastic rekwikkelfolie,
-
b. bestaande uit: herbruikbare vastzetters voor lading.
Toelichting: Voor bedrijfsmiddelen geldt een minimum meldingsbedrag van € 2.500. Bij
bijvoorbeeld een prijs van € 25 per bedrijfsmiddel worden ten minste 100 bedrijfsmiddelen
tegelijk aangeschaft en gemeld.
G 1230
Standtijdverlengingssysteem voor olie (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het zuiveren van hydraulische- of smeerolie in een oliereinigingseenheid
waarbij:
-
– de oliereinigingseenheid met een bypass is gekoppeld aan het systeem waarin de olie
wordt gebruikt,
-
– de olie vervolgens recirculeert in datzelfde systeem, en
-
– de aanschaf per oliereinigingseenheid ten minste € 10.000 bedraagt,
-
b. bestaande uit: een oliereinigingseenheid, een recirculatieleiding en al dan niet de
volgende onderdelen: een buffervat en een koeleenheid.
A 1240
Waterbesparende voorziening of installatie
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
A 1241
Ultrasoon reinigingssysteem
-
a. bestemd voor: het reinigen van grote onderdelen van petrochemische installaties op
basis van ultrasone activiteit in baden met een lengte van ten minste 5 meter, waarbij:
-
– VOS-vrije reinigingsvloeistof wordt toegepast,
-
– de reinigingsvloeistof wordt gereinigd en gecirculeerd, en
-
– de afgescheiden olie nuttig wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: ultrasoonstaven, reinigingsbaden, een olie-afscheidingssysteem en al
dan niet een liftsysteem.
G 1245
Voorziening voor het benutten van proceswater van naburige ondernemingen
-
a. bestemd voor: het benutten van afvalwater of proceswater van een nabijgelegen onderneming
ten behoeve van het eigen productieproces, waarbij:
-
– per saldo water, grondstoffen of water en grondstoffen wordt bespaard,
-
– voor het transport van het proceswater geen wegverkeer nodig is,
-
– het zuiveren van het ontvangen water niet het belangrijkste doel is,
-
– het benutten van energie (warmte) niet het belangrijkste doel is, en
-
– de terugverdientijd van het bedrijfsmiddel vijf jaar of meer bedraagt, uitgaande van
de investeringskosten en het saldo van de operationele baten en lasten (niet zijnde
financieringslasten) ten opzichte van niet investeren in het doorleveren of benutten
van afval- of proceswater,
-
b. bestaande uit: leidingwerk, buffer(s), pomp(en) en al dan niet apparatuur om het water
geschikt te maken voor benutting door het ontvangende bedrijf.
Toelichting: Apparatuur voor het zuiveren van het ontvangen water komt uitsluitend
in aanmerking indien deze aanvullend is op kosten die het leverende bedrijf had moeten
maken voor het voldoen aan lozingsnormen.
A 1246
Milieuvriendelijke wasstraat voor textielreiniging
-
a. bestemd voor: het wassen van textiel met water en zeepoplossingen, waarbij het watergebruik
ten hoogste 2 liter per kilogram wasgoed bedraagt,
-
b. bestaande uit: een milieuvriendelijke wasstraat.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 4570 voor textielreinigingssystemen met CO2 en bedrijfsmiddel E 4572 voor gesloten textielreinigingsmachines van de 6e generatie met halogeenvrije oplosmiddelen.
D 1249
Regenwaterinstallatie
-
a. bestemd voor: het gebruik van regenwater voor spoelen, koelen of andere toepassingen
van regenwater in industriële processen, ter vermijding van het gebruik van drinkwater,
-
b. bestaande uit: een regenwateropslag en al dan niet de volgende onderdelen: een waterzuiveringsinstallatie
en een fotovoltaïsch systeem voor de energie die de regenwaterinstallatie verbruikt,
met uitzondering van de volgende onderdelen: dakgoten, regenpijpen, regenwaterafvoerpijpen
en eindapparatuur waarmee het regenwater wordt toegepast.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 6444 voor voorzieningen voor het bufferen van regenwater.
B 1281
Printsysteem voor ontinktbare watergedragen inkt
-
a. bestemd voor: het industrieel digitaal printen op papier of karton in de grafische
industrie, waarbij:
-
– uitsluitend op water gebaseerde inkt wordt gebruikt, die bij de recycling een INGEDE
deinkability score 'good' heeft en een score van ten minste 95 punten vastgesteld
conform de INGEDE testmethode 11, beoordeeld volgens de Assessment of printed product
Recyclability Deinkability Score (ERPC 2009), en
-
– de toegepaste primer geen (potentiële) zeer zorgwekkende stoffen bevat, genoemd in
artikel 1.3c van de Activiteitenregeling milieubeheer,
-
b. bestaande uit: een printsysteem voor uitsluitend ontinktbare watergedragen inkt.
Toelichting: INGEDE staat voor de International Association of the Deinking Industry.
Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor mens en milieu.
Deze stoffen zijn bijvoorbeeld kankerverwekkend, mutageen, giftig voor de voortplanting,
persistent of bioaccumulerend. Potentiële zeer zorgwekkende stoffen zijn stoffen die
mogelijk voldoen aan de ZZS-criteria, maar nog niet als ZZS zijn geïdentificeerd.
Dit kan zijn omdat bepaalde gegevens ontbreken, of omdat de evaluatie van de beschikbare
gegevens nog moet plaatsvinden.
Het RIVM houdt lijsten bij van zeer zorgwekkende stoffen en potentiële zeer zorgwekkende
stoffen. Deze lijsten zijn te vinden op:
https://rvs.rivm.nl/stoffenlijsten/Zeer-Zorgwekkende-Stoffen en https://rvs.rivm.nl/stoffenlijsten/Zeer-Zorgwekkende-Stoffen/Potentiele-ZZS.
F 1282
Inkt- of oliebesparend printsysteem
-
a. bestemd voor: het industrieel digitaal printen in de grafische industrie op printmedia,
niet zijnde papier of (golf)karton, waarbij:
-
– rechtstreeks op het printmedium geprint wordt, zodat geen transferfolie nodig is,
-
– de inkt of toner die wordt gebruikt in het nieuwe printersysteem geen Zeer Zorgwekkende
Stoffen (ZZS) bevat, en
-
1. in het geval van uv-drogende inkt wordt gedroogd met led uv, waarbij een besparing
van inktverbruik wordt bereikt van ten minste 25% bij een niet noodzakelijke vervanging
van een bestaand printsysteem of ten minste 15% ten opzichte van een vergelijkbaar
en gangbaar printsysteem, of
-
2. in het geval van in olie opgeloste toner ten minste 75% van de olie wordt hergebruikt,
-
b. bestaande uit: een printsysteem.
A 1285
Verfemmer voor het verwarmen van alkydverf
-
a. bestemd voor: het verwarmen van alkydverf met een verfemmer voorzien van een oplaadbare
accu, waardoor een goede vloei van de verf wordt bewerkstelligd en verdunning van
de verf met oplosmiddelen overbodig is,
-
b. bestaande uit: een verfemmer met verwarmingselement en oplaadbare accu.
Toelichting: Voor bedrijfsmiddelen geldt een minimum meldingsbedrag van € 2.500. Bij
bijvoorbeeld een prijs van € 180 per verfemmer worden ten minste 14 verfemmers tegelijk
aangeschaft en gemeld.
E 1286
Verfmengmachine met retournering van pigmentspoeling
-
a. bestemd voor: het bij verkooppunten mengen van basisverf met kleurpasta’s, waarbij
tijdens de reiniging van het pigmentdoseersysteem geen kleurpasta verloren gaat maar
het residu terug wordt gevoerd naar het voorraadvat,
-
b. bestaande uit: verfmengmachine en een retoursysteem voor pigmentspoeling.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek.
Substitutie van water en grondstoffen
F 1300
Productieapparatuur voor het vervangen van (potentiële) ZZS, nanodeeltjes of microplastics
(aanpassen bestaande situatie)
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
A 1345
Ontsmettingsinstallatie op basis van Electrolysed Chemical Oxidation
-
a. bestemd voor: het ter plaatse door elektrolyse bereiden van geoxideerd water voor
ontsmetten of reinigen, waarbij het reinigingsmiddel wordt bereid uit water, al dan
niet in combinatie met keukenzout, zonder dat daarbij chloorbleekloog wordt gevormd,
-
b. bestaande uit: een installatie voor het ter plaatse bereiden en toepassen van het
desinfectie- of reinigingsmiddel.
F 1350
Reinigingsinstallatie op basis van koolzuur- of ijskorrels
-
a. bestemd voor: het door het onder hoge druk opbrengen van koolzuur- of ijskorrels reinigen
van machineonderdelen, halffabricaten, producten of (gevel)oppervlakken, niet zijnde
scheepshuiden,
-
b. bestaande uit: een straalunit, straalnozzles, een (droog)ijsproductie-installatie
en al dan niet de volgende onderdelen: een afzuiginstallatie, een buffer en waterzuiveringsapparatuur
voor het ontstane afvalwater, met uitzondering van het transportsysteem voor de reinigingsinstallatie.
Recycling van afval(water) en grondstoffen
A 1400
Apparatuur voor recycling van grondstoffen
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1401
Near Infrared-afvalscheidingsinstallatie (NIR) voor zwarte afvalstoffen
-
a. bestemd voor: het scheiden van zwart afval door middel van detectie met onder andere
nabij-infrarood licht (near infrared), waarbij de teruggewonnen materialen worden
gerecycled,
-
b. bestaande uit: een scanner, een detectiesysteem, een sorteersysteem en transportbanden
naar en onder de NIR-afvalscheidingsinstallatie.
F 1402
Afvalscheidingsinstallatie op basis van magnetische dichtheidsscheiding (MDS)
-
a. bestemd voor: het scheiden van afval door middel van magnetische dichtheidsscheiding,
waarbij:
-
– verschillende materialen zich door verschil in dichtheid op afzonderlijke hoogtes
in een magnetische vloeistof verzamelen waardoor deze van elkaar gescheiden kunnen
worden, en
-
– de teruggewonnen materialen worden gerecycled,
-
b. bestaande uit: een invoervoorziening, een MDS-systeem en een opvangvoorziening.
F 1403
Scheidingsinstallatie voor non-ferrometalen en roestvast staal (rvs) op basis van
inductie
-
a. bestemd voor: het scheiden van non-ferrometalen en rvs door achtereenvolgens detectie
op basis van inductie, niet zijnde Eddy Current, en sortering, waarbij de teruggewonnen
metalen worden gerecycled,
-
b. bestaande uit: een scanner, een detectiesysteem, een sorteersysteem en transportbanden
naar en onder de inductiescheider, met uitzondering van Eddy Current-scheiders.
F 1404
Sorteerrobots voor afval
-
a. bestemd voor: het scheiden van afval met sorteerrobots, waarbij de teruggewonnen materialen
worden gerecycled,
-
b. bestaande uit: sorteerrobots en met uitzondering van transportbanden.
B 1405
Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit afvalwater of waterzuiveringsslib (aanpassen
bestaande situatie)
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1406
Terugwinningsinstallatie voor fosfaten of witte fosfor
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1407
Terugwinningsapparatuur voor grondstoffen uit afgassen
-
a. bestemd voor: het met ten minste 90% rendement terugwinnen van één van de procesgassen
waterstof, stikstof, methaan, waterstofsulfide of de vaste stof tinoxide uit de afgassen
van een productieproces in de glas-, staal-, halfgeleider- of chemische industrie,
waarna deze grondstoffen of procesgassen opnieuw in dit proces worden gebruikt of
een andere nuttige toepassing krijgen en waarbij dit terugwinnen geen gangbare praktijk
in de betreffende industrie is,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het terugwinnen van grondstoffen
of procesgassen uit afgassen, met uitzondering van onderdelen voor de toepassing van
de teruggewonnen grondstoffen of procesgassen.
F 1408
Afvalscheidingsinstallatie op basis van enzymen
-
a. bestemd voor: het door middel van enzymatische hydrolyse scheiden van huishoudelijk
restafval of vergelijkbaar afval van bedrijven in een organische- en anorganische
fractie, waarbij de organische (vloeibare) fractie kan dienen als grondstof voor duurzame
energieopwekking en uit de anorganische (vaste) fractie grondstoffen, zoals metalen
en plastics, kunnen worden teruggewonnen,
-
b. bestaande uit: een thermische reactor, een enzymreactor en een behandelingssysteem
voor de vloeibare fractie inclusief ontwateringsapparatuur, met uitzondering van voorzieningen
voor het opwekken van energie of het terugwinnen van grondstoffen uit de anorganische
fractie.
F 1409
Apparatuur voor de chemische verwerking van afvalstoffen
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1410
Afvalscheidingsinstallatie voor kunststoffen op basis van tracers of trackers
-
a. bestemd voor: het automatisch scheiden van (onderdelen van) producten of kunststof
verpakkingen op basis van:
-
1. in het kunststof geperste watermerken die informatie bieden over het materiaalgebruik,
de samenstelling en al dan niet de herkomst van de verpakking of het product, waarbij
de verpakkingen of (onderdelen van) producten hoogwaardig worden gerecycled of in
geval van niet-recyclebaar afval worden afgescheiden van het recyclebare afval, of
-
2. trackers, waarbij de verpakkingen of (onderdelen van) producten worden ingenomen door
de producent om te worden gerecycled, gerefurbished of hergebruikt,
-
b. bestaande uit: een camerasysteem of scanner, een detectiesysteem, een sorteersysteem
en transportbanden naar en onder de scheidingsinstallatie.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 1800 voor apparatuur voor het aanbrengen van watermerken
of trackers.
F 1411
Opwerkingsinstallatie voor AEC-bodemas
-
a. bestemd voor: het opwerken van AEC-bodemas tot niet-vormgegeven bouwstof als bedoeld
in het Besluit bodemkwaliteit, niet zijnde een IBC-bouwstof, waarbij:
-
– de input van de opwerkingsinstallatie AEC-bodemas betreft dat is ontdaan van (ferro)metalen
en te storten of verbranden residu, en
-
– ten minste 60% van de input van de opwerkingsinstallatie wordt opgewerkt tot niet-vormgegeven
bouwstof, gemeten als massa droge stof zoals deze als ruwe bodemas (exclusief metalen)
uit de betreffende AEC komt,
-
b. bestaande uit: een opwerkingsinstallatie voor van (ferro)metalen en residu ontdaan
AEC-bodemas en al dan niet een wasstraat.
F 1412
Depolymerisatie-installatie voor polyesterafval
-
a. bestemd voor: het afbreken van condensatiepolymeren in polyester- of polyethyleentereftalaat
(pet-)afvalstromen door glycolyse en katalyse in een continu proces, waarbij:
-
– de grondstof bestaat uit rejects die vervuild zijn met kleur of niet meer mechanisch
gerecycled kunnen worden tot een kwaliteit die voldoende is voor de productie van
nieuwe petflessen (de zogenaamde jazz mix),
-
– de procestemperatuur ten hoogste 200°C bedraagt,
-
– de geproduceerde monomeren virgin kwaliteit hebben, en
-
– ten minste 99% van de vrijkomende reactieproducten worden toegepast als grondstof
voor nieuwe polyesters,
-
b. bestaande uit: een reactor, een centrifuge, een kristallisatie-eenheid, een filter,
een destillatiekolom en al dan niet de volgende onderdelen: een afvalvoorbewerkingsinstallatie,
een toe- en afvoersysteem en opslagvoorzieningen.
A 1413
Verwerkingsapparatuur voor gerecyclede kunststoffen of chemisch gerecyclede grondstoffen
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1416
Verwerkingsapparatuur voor plastic zwerfafval
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1417
Voorzieningen voor demontage ten behoeve van hergebruik of recycling
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
A 1420
Smeltinstallatie voor verwerking van gevaarlijke afvalstromen
-
a. bestemd voor: het verwerken van gevaarlijke afvalstromen bij een temperatuur van 1.300
tot 1.500°C, waardoor de minerale delen smelten tot een vloeibare slak en de organische
delen volledig vergassen tot synthesegas, en waarbij:
-
– de vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige reactieproducten worden toegepast als
grondstof of als alternatief voor fossiele brandstoffen, en
-
– het verwerkte afval op gewichtsbasis voor ten minste 50% uit gevaarlijk afval bestaat,
-
b. bestaande uit: een smeltinrichting, een afvalvoorbewerkingsinstallatie, een afgasreinigingsinstallatie
en al dan niet de volgende onderdelen: een waterzuiveringsinstallatie en een energieopwekkingsinstallatie,
met uitzondering van voorzieningen voor het opwekken van energie voor derden.
F 1421
Apparatuur voor detectie van (potentiële) ZZS
-
a. bestemd voor: het detecteren van (potentiële) zeer zorgwekkende stoffen, genoemd in
artikel 1.3c van de Activiteitenregeling milieubeheer om te voorkomen dat deze in recyclaat terecht komen,
-
b. bestaande uit: detectieapparatuur, met uitzondering van laboratoriumapparatuur.
Toelichting: Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor
mens en milieu. Deze stoffen zijn bijvoorbeeld kankerverwekkend, mutageen, giftig
voor de voortplanting, persistent of bioaccumulerend. Potentiële zeer zorgwekkende
stoffen zijn stoffen die mogelijk voldoen aan de ZZS-criteria, maar nog niet als ZZS
zijn geïdentificeerd. Dit kan zijn omdat bepaalde gegevens ontbreken, of omdat de
evaluatie van de beschikbare gegevens nog moet plaatsvinden.
Het RIVM houdt lijsten bij van zeer zorgwekkende stoffen en potentiële zeer zorgwekkende
stoffen. Deze lijsten zijn te vinden op:
https://rvs.rivm.nl/stoffenlijsten/Zeer-Zorgwekkende-Stoffen en https://rvs.rivm.nl/stoffenlijsten/Zeer-Zorgwekkende-Stoffen/Potentiele-ZZS.
F 1423
Productieapparatuur voor beter recyclebare verpakkingen (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het produceren van kunststof verpakkingen die na de gebruiksfase gemakkelijker
te scheiden en recyclen zijn, waarbij:
-
1. pvc, oxo-degradeerbare plastics of gecombineerde, permanent gehechte plastics of laminaten
of multilayers worden vervangen door één plastic zijnde polyethyleen (PE), polypropyleen
(PP) of polyethyleentereftalaat (pet).
-
2. vulmaterialen en andere additieven in de kunststoffen voor ten minste 90% minder worden
toegepast in virgin plastics ten opzichte van de huidige situatie,
-
3. papieren labels van vormvaste verpakkingen worden vervangen door labels van PP in
geval van een PP verpakking en PE in geval van een PE verpakking,
-
4. niet afwasbare lijmen en hotmelts worden vervangen voor wateroplosbare lijmen of klemverbindingen,
-
5. doppen en andere separate elementen van meeneemverpakkingen na openen verbonden blijven
met de rest van de verpakking en niet als separate elementen in het milieu kunnen
belanden, of
-
6. een combinatie van de bovenstaande technieken,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om verpakkingen
beter recyclebaar te maken.
Toelichting: Onder plastics worden thermoplasten, thermoharders en elastomeren verstaan.
Meer informatie over duurzaam verpakken: www.hoeverpakjeduurzaam.nl. Onder vulmaterialen
en andere additieven wordt onder meer verstaan talk, kalk, carbon black (kleurstof),
antistatica, brandvertragers en stabilisatoren.
Zie de bedrijfsmiddelen F 1200, F 1300 en A 1413 voor investeringen in preventie van
het gebruik van grondstoffen, het vervangen van ZZS en het gebruik van kunststofrecyclaat.
Zie bedrijfsmiddel F 1800 voor apparatuur voor het aanbrengen van watermerken of trackers.
F 1442
Hydrothermale oxidatie-installatie
-
a. bestemd voor: het verwerken van waterige afvalstromen door oxidatie met zuurstof bij
een druk tot 220 bar en een temperatuur tot 350°C, waarbij:
-
– de vrijkomende energie primair wordt aangewend ten behoeve van de hydrothermale oxidatie-installatie,
en
-
– water en al dan niet grondstoffen worden teruggewonnen en ten minste nuttig worden
toegepast,
-
b. bestaande uit: een hogedrukpomp, zuurstofdosering, een buisreactor, warmtewisselaars,
thermische of elektrische energierecuperatie en een ontspanningssectie of drukaflaat.
B 1445
Eutectische vrieskristallisatie-installatie voor proces- of afvalwater
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1470
Recyclinginstallatie voor bitumineus afval
-
a. bestemd voor: het verwerken van bitumineus afval, niet zijnde asfalt, waarbij zowel
de minerale fractie als de bitumen worden gerecycled of hoogwaardiger toegepast,
-
b. bestaande uit: voorscheidingsapparatuur, wasapparatuur, een shredder of maalmolen,
een drooginstallatie, een mengschroef of smelthomogenisator, een smeltzuiveringsinstallatie,
een extruder of agglomerator, transportbanden en een menginstallatie of een granulator.
F 1471
Asfaltcentrale voor toepassen van ten minste 80% recyclaat
-
a. bestemd voor: het produceren van asfalt met een asfaltcentrale, waarbij:
-
– asfaltmengsels op basis van ten minste 80% gerecycled asfalt worden geproduceerd,
-
– het te recyclen asfalt overdekt wordt opgeslagen, en
-
– het te recyclen asfalt op productietemperatuur wordt gebracht door middel van indirecte
verwarming,
-
b. bestaande uit: een asfaltcentrale.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 1490
Recyclinginstallatie voor luiers
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
Verwerking van afval(water)
B 1520
Plasma-omzetter voor gevaarlijke afvalstoffen
-
a. bestemd voor: het in een plasmaveld thermisch ontleden van gevaarlijke afvalstoffen,
waardoor de afvalstoffen uiteenvallen in hun elementaire componenten,
-
b. bestaande uit: een plasma-omzetter met voedingssysteem, een gasbehandelingssysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: een afvoersysteem en een elektriciteitsopwekkingsinstallatie,
met uitzondering van apparatuur ter opwerking en aanwending van de ontstane componenten.
A 1525
Stofemissievrije denatureringsinstallatie voor asbesthoudend afval of asbesthoudende
grond
-
a. bestemd voor: het stofemissievrij denatureren van asbesthoudend afval of asbesthoudende
grond door de asbestresten bij een temperatuur van minder dan 250°C met behulp van
natronloog of zuur af te breken, waarbij:
-
– de asbestvezels volledig worden vernietigd, en
-
– de silicaathoudende filterkoek wordt gebruikt als bouwstof of als toeslagstof in de
bouw en voldoet aan het Besluit Bodemkwaliteit,
-
b. bestaande uit: een stofemissievrije afvalverkleiningsinstallatie, een verwarmings-
en koelsysteem, een natronloog- of zuurdoseerinstallatie, een filterinstallatie, een
behandelingsinstallatie voor filterkoek en al dan niet een scheidingsinstallatie.
A 1526
Thermische denatureringsinstallatie voor asbestcementproducten
-
a. bestemd voor: het thermisch denatureren van asbestcementproducten waarbij de asbestvezels
via verhitting volledig worden vernietigd en het daarbij gevormde eindproduct wordt
gebruikt als bouwstof of als toeslagstof in de bouw en voldoet aan het Besluit bodemkwaliteit,
-
b. bestaande uit: een tunneloven of een verrijdbare stolpoven, een brandersysteem, naverbranders
en al dan niet de volgende onderdelen: keramische filters, een onderdrukruimte voor
controle en reparatie van verpakkingen, een transportinstallatie en een breekinstallatie
voor nabehandeling van het product.
A 1540
Installatie voor het extraheren van neo-alginaten uit korrelslib
-
a. bestemd voor: het extraheren, zuiveren en opwerken van neo-alginaten uit korrelslib
van een waterzuiveringsinstallatie, waarna de verkregen neo-alginaten nuttig toegepast
kunnen worden,
-
b. bestaande uit: een installatie voor het extraheren, zuiveren en opwerken van de neo-alginaten,
met uitzondering van gebouwen, de korrelslibreactor en voorzieningen voor het leveren
van energie.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen F 1100 en F 1110 voor het produceren van producten
of biobased plastics uit neo-alginaten.
F 1544
Verwijderingsinstallatie voor microverontreinigingen in water
-
a. bestemd voor: het aantoonbaar verminderen van de emissie van de volgende stoffen naar
een rioolwaterzuivering of het oppervlaktewater door deze te verwijderen uit afvalwater:
-
1. nanodeeltjes kleiner dan 50 nanometer, niet zijnde nutriënten,
-
2. microplastics kleiner dan 50 micrometer,
-
3. (potentiële) zeer zorgwekkende stoffen, genoemd in artikel 1.3c van de Activiteitenregeling milieubeheer, niet zijnde (resten van) gewasbeschermingsmiddelen, of
-
4. opkomende stoffen die een belemmering vormen voor een duurzame drinkwaterproductie,
waarbij onder punt 1 tot en met 4 geldt dat het verwijderen van de stoffen uit afvalwater
niet gangbaar is.
-
b. bestaande uit: (een combinatie van) één van de volgende zuiveringstechnieken: oxidatiereactor(en),
een uv-bestralingseenheid, een biologisch actief koolfilter, poederkooldosering of
een membraaninstallatie, en met uitzondering van voorzuiveringsapparatuur.
Toelichting: Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor
mens en milieu. Deze stoffen zijn bijvoorbeeld kankerverwekkend, mutageen, giftig
voor de voortplanting, persistent of bioaccumulerend. Potentiële zeer zorgwekkende
stoffen zijn stoffen die mogelijk voldoen aan de ZZS-criteria, maar nog niet als ZZS
zijn geïdentificeerd. Dit kan zijn omdat bepaalde gegevens ontbreken, of omdat de
evaluatie van de beschikbare gegevens nog moet plaatsvinden.
Het RIVM houdt lijsten bij van zeer zorgwekkende stoffen en potentiële zeer zorgwekkende
stoffen. Deze lijsten zijn te vinden op:
https://rvs.rivm.nl/stoffenlijsten/Zeer-Zorgwekkende-Stoffen en https://rvs.rivm.nl/stoffenlijsten/Zeer-Zorgwekkende-Stoffen/Potentiele-ZZS.
Opkomende stoffen zijn niet (wettelijk) genormeerde stoffen, waarvan de schadelijkheid
nog niet (volledig) is vastgesteld.
B 1545
(Katalytische) oxidatiereactor voor waterreiniging (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het ter vervanging van ontsmetting met heet water, chloor of chemicaliën,
al dan niet katalytisch oxideren met waterstofperoxide, zuurstofradicalen, zuurstofionen,
ozon, uv-bestraling of een combinatie van deze ontsmettingstechnieken, van,
-
1. legionella in waterleidingen in gebouwen of in watersystemen op schepen, of
-
2. bacteriën en virussen in installaties in de voedingsmiddelenindustrie,
-
b. bestaande uit: oxidatiereactor(en) met apparatuur voor het genereren van oxidatoren
en al dan niet de volgende onderdelen: doseer- of injectieapparatuur, een restozonvernietiger,
een recirculatietank, een recirculatiepomp, een biologisch actief koolfilter, een
omgekeerde osmose-installatie en een ionenwisselaar, en met uitzondering van voorzuiveringsapparatuur.
B 1546
Chemicaliënvrije koelwaterbehandelingsinstallatie (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het bij bestaande koelinstallaties vervangen van behandeling van koelwater
met chloor of chemicaliën, door ontsmetting en al dan niet ontkalking van koelwater
met:
en waarbij onder punt 1 tot en met 4 geldt dat,
-
– het behandelde koelwater wordt gerecirculeerd in de betreffende koelinstallatie, en
-
– indien een antiscalant wordt toegepast, deze antiscalant een biopolymeer is,
-
b. bestaande uit: oxidatiereactor(en) en apparatuur voor het genereren van ozon, een
elektrolysereactor of een uv-bestralingseenheid.
B 1590
Verwerkingsinstallatie voor luiers
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
Inzameling van afval(water)
A 1600
Afvalinzamelapparatuur die leidt tot meer of zuiverder monostromen
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
A 1610
Glasversnipperaar voor horecabedrijven
-
a. bestemd voor: het op locatie granuleren van glasafval (non-return glas) van een horecabedrijf
als bedoel in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waardoor het glasafval compact wordt afgevoerd door of aangeboden aan een afvalverwerkend
bedrijf en het versnipperde glas vervolgens wordt gerecycled tot nieuw glas,
-
b. bestaande uit: een glasversnipperaar.
B 1611
Versnipperaar voor kunststofafval van landbouwbedrijven
-
a. bestemd voor: het op de eigen bedrijfslocatie versnipperen van kunststof bussen, fusten
en ander kunststofafval, niet zijnde landbouwfolie of landbouwplastic, afkomstig van
een landbouwbedrijf, ten behoeve van het apart aanbieden van dit kunststofafval aan
een afvalverwerkend bedrijf waar dat in de huidige situatie nog niet het geval is
en waarbij het kunststofafval wordt gerecycled tot nieuwe kunststofproducten,
-
b. bestaande uit: een speciaal daarvoor aangepaste versnipperaar die past op de inzamelcontainer
voor kunststofafval.
D 1616
Inzamelinstallatie voor blikjes en flessen zonder statiegeld
-
a. bestemd voor: het inzamelen van lege blikjes en flesjes zonder statiegeld met een
inzamelautomaat, waarbij de ingezamelde blikjes en flesjes aantoonbaar worden afgevoerd
naar een recyclingbedrijf,
-
b. bestaande uit: een behuizing, een controlesysteem, een lopende band en een printer
voor tegoedbonnen.
B 1640
Havenontvangstinstallatie bij jachthavens
-
a. bestemd voor: het innemen van grijswater, bilgewater of zwartwater bij een jachthaven:
-
1. met meer dan 50 ligplaatsen, waarbij plastic gescheiden wordt ingezameld en aantoonbaar
nuttig wordt toegepast,
-
2. met een inzamelstation met ten minste één lekvrij en geurvrij aansluitpunt per 4 ligplaatsen,
of
-
3. met ten minste één inzamelstation en niet meer dan 50 ligplaatsen voor niet-open pleziervaartuigen,
-
b. bestaande uit: een inzamelstation, tanks, pompen, leidingen en al dan niet een olie-/vetafscheider.
Toelichting: Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen
niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen,
zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage.
Ketenaanpak
F 1800
Apparatuur voor het aanbrengen van watermerken of trackers
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 1410 voor afvalscheidingsinstallaties voor kunststoffen
op basis van watermerken of trackers.
B 1812
Meubilair op basis van hergebruikte materialen of componenten
en waarbij onder punt 1 en 2 geldt dat de herkomst van de hergebruikte materialen
of componenten kan worden aangetoond,
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel betreft bijvoorbeeld een meubel gemaakt van hergebruikte
plaatmaterialen of onderdelen van bestaande producten. Slechts gerepareerde interieurproducten
komen niet in aanmerking.
Onder hergebruikte materialen worden geen materialen verstaan die tot de oorspronkelijke
grondstof zijn teruggebracht (gerecycled) voordat deze tot een nieuw product zijn
verwerkt.
A 1813
Sloophout in (onderdelen van) een bouwwerk of product
-
a. bestemd voor: het gebruik voor de directe verwerking van niet-geïmpregneerd sloophout,
waarvan bekend is van welke bron dit afkomstig is en waarbij dit geverifieerd kan
worden met onder andere afvoerbonnen,
-
b. bestaande uit: (onderdelen van) een bouwwerk of product van sloophout.
Een investering in sloophout als onderdeel van een duurzaam gebouw dat gemeld is onder
één van de bedrijfsmiddelen G 6100 tot en met E 6126 komt onder bedrijfsmiddel A 1813
niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Dit geldt niet voor het sloophout dat wordt toegepast in het interieur.
F 1814
Bamboecomposiet in (onderdelen van) een bouwwerk of product
-
a. bestemd voor: het gebruik van een composiet van bamboe en biologisch afbreekbare hars
voor industriële- of transporttoepassingen of in (onderdelen van) een bouwwerk of
civiel werk, waarbij:
-
– het gebruik van hardhout, metaal of beton wordt vermeden, en
-
– de bamboecomposiet voldoet aan de eisen genoemd onder punt 10 van paragraaf 1 van
deze bijlage,
-
b. bestaande uit: bamboecomposiet of een (onderdeel van een) product van bamboecomposiet,
met uitzondering van bamboecomposiet dat is verwerkt in interieur of inrichting van
een gebouw.
Een investering in bamboecomposiet als onderdeel van een duurzaam gebouw dat gemeld
is onder één van de bedrijfsmiddelen G 6100 tot en met E 6130 komt onder bedrijfsmiddel
F 1814 niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen.
F 1815
Gecertificeerde plastics op basis van biomassa in (onderdelen van) een product
-
a. bestemd voor: het gebruik van gecertificeerde plastics op basis van biomassa in (onderdelen
van) een product, waarbij:
-
– het gebruikte plastic gecertificeerd is volgens een door de Green Deal Groencertificaten
erkend certificeringsschema voor biomassa,
-
– onder plastics op basis van biomassa worden verstaan thermoplasten, thermoharders
en elastomeren, waarbij in geval van elastomeren geen sprake is van gangbare natuurrubbers
zoals latex, en
-
– in geval van plastics die bewust een tijdelijke functie hebben van enkele jaren in
bodem of water, dit plastics zijn die onder de toegepaste condities biodegradeerbaar
zijn en voldoen aan de eisen gesteld in EN 13432,
-
b. bestaande uit: (onderdelen van) een product van gecertificeerde plastics op basis
van biomassa.
Een investering in gecertificeerde plastics op basis van biomassa als onderdeel van
een gebouwproject dat gemeld is onder één van de bedrijfsmiddelen G 6100 tot en met
E 6130 komt onder bedrijfsmiddel F 1815 niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen. Dit geldt niet voor gecertificeerde
plastics op basis van biomassa die worden toegepast in het interieur.
Toelichting: Indien sprake is van gecertificeerde plastics op basis van biomassa in
onderdelen van een product, kunnen enkel deze onderdelen gemeld worden onder bedrijfsmiddel
F 1815.
Meer over de Green Deal Groencertificaten en een lijst van erkende certificeringsschema’s
vindt u op http://greendeal-groencertificaten.nl.
Dit bedrijfsmiddel betreft producten met kunststoffen op basis van biomassa. Voorbeelden
hiervan zijn (onderdelen van) kantoormeubilair, pallets, kratten, boomverankering,
regenwaterinfiltratie- of drainagesystemen, geotextiel en bouwmaterialen voor utiliteitsbouw
zoals (riool)buizen en kozijnen.
Zie de bedrijfsmiddelen F 1100 en F 1110 voor productieapparatuur voor biobased plastics
en producten op basis van biomassa.
F 1820
Circulair matras met terugnamegarantie
Toelichting: Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor
mens en milieu. Deze stoffen zijn bijvoorbeeld kankerverwekkend, mutageen, giftig
voor de voortplanting, persistent of bioaccumulerend. Potentiële zeer zorgwekkende
stoffen zijn stoffen die mogelijk voldoen aan de ZZS criteria, maar nog niet als ZZS
zijn geïdentificeerd. Dit kan zijn omdat bepaalde gegevens ontbreken, of omdat de
evaluatie van de beschikbare gegevens nog moet plaatsvinden.
Het RIVM houdt lijsten bij van zeer zorgwekkende stoffen en potentiële zeer zorgwekkende
stoffen. Deze lijsten zijn te vinden op:
https://rvs.rivm.nl/stoffenlijsten/Zeer-Zorgwekkende-Stoffen en https://rvs.rivm.nl/stoffenlijsten/Zeer-Zorgwekkende-Stoffen/Potentiele-ZZS.
Voedselvoorziening en landbouwproductie
Een producent van primaire landbouw-, visserij- of aquacultuurproducten komt alleen
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen in
aanmerking indien het een kmo is (zie punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage)
Kassen, stallen, landbouwwerktuigen, aquacultuur, visserij, verwerkingsapparatuur
Glastuinbouw
B 2110
Kas voor milieuvriendelijke productie volgens ‘On the way to PlanetProof’
-
a. bestemd voor: het milieuvriendelijk produceren van gewassen of producten in een kas,
waarbij is vastgesteld dat de productie in de kas voldoet aan de eisen van ‘On the
way to PlanetProof’ Plantaardige producten uit de bedekte teelt, wat blijkt uit een
aanmeldingsbevestiging voor ‘On the way to PlanetProof’ die binnen drie maanden na
de meldingsdatum is afgegeven en een certificaat ‘On the way to PlanetProof’ dat binnen
drie jaar na deze aanmeldingsbevestiging is afgegeven door de daartoe bevoegde instantie,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen,
en met uitzondering van de volgende onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting,
bedrijfsruimte(n), scherminstallaties, voorzieningen voor het opslaan van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan en voorzieningen voor het produceren
van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Investeringen in een kas voor milieuvriendelijke productie volgens ‘On the way to
PlanetProof’ kunnen uitsluitend in zijn geheel voor bedrijfsmiddel B 2110 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over ‘On the way to PlanetProof’ Plantaardige producten is
beschikbaar op de website www.planetproof.eu.
Let op: naast het maximale bedrag per bedrijfsmiddel, geldt dat voor het totale investeringsproject
niet meer dan € 500.000 staatssteun verleend mag worden. Zie punt 8 van paragraaf
1 van deze bijlage en www.rvo.nl/miavamil onder ‘voorwaarden maximale staatssteun’.
B 2111
Kas voor biologische teelt
-
a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een kas volgens de voorschriften
van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische of klimaattechnische voorzieningen,
en met uitzondering van de volgende onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting,
bedrijfsruimte(n), scherminstallaties, voorzieningen voor het opslaan van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan en voorzieningen voor het produceren
van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Investeringen in een kas voor biologische teelt kunnen uitsluitend in zijn geheel
voor bedrijfsmiddel B 2111 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 is beschikbaar op de website www.skal.nl.
Let op: naast het maximale bedrag per bedrijfsmiddel, geldt dat voor het totale investeringsproject
niet meer dan € 500.000 staatssteun verleend mag worden. Zie punt 8 van paragraaf
1 van deze bijlage en www.rvo.nl/miavamil onder ‘voorwaarden maximale staatssteun’.
F 2112
Groen Label Kas voor biologische teelt of milieuvriendelijke productie volgens ‘On
the way to PlanetProof’
-
a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen of producten in een kas waarbij
is vastgesteld dat deze voldoet aan de eisen bedoeld onder a. van bedrijfsmiddel A
2113 en het bedrijfsmatig telen van gewassen plaatsvindt volgens:
-
1. de voorschriften van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland,
of
-
2. de eisen van ‘On the way to PlanetProof’ Plantaardige producten uit de bedekte teelt,
wat blijkt uit een aanmeldingsbevestiging voor ‘On the way to PlanetProof’ die binnen
drie maanden na de meldingsdatum is afgegeven en een certificaat ‘On the way to PlanetProof’
dat binnen drie jaar na deze aanmeldingsbevestiging is afgegeven door de daartoe bevoegde
instantie,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels) en teelttechnische en klimaattechnische
voorzieningen.
De investering in de Groen Label Kas voor biologische teelt of milieuvriendelijke
productie komt ten hoogste voor het volgende bedrag per vierkante meter gecertificeerd
teeltoppervlak in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000:
Gewasgroep
|
€/m2 intensieve teelt
|
€/m2 extensieve teelt
|
Groenten
|
110
|
120
|
Bloemen
|
170
|
145
|
Potplanten
|
190
|
160
|
Uitgangsmateriaal
|
230
|
160
|
Investeringen in een Groen Label Kas kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen F 2112, A 2113 en F 2114 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 is beschikbaar op www.skal.nl. Informatie over ‘On the way to PlanetProof’ is beschikbaar
op www.planetproof.eu.
Let op: naast het maximale bedrag per bedrijfsmiddel, geldt dat voor het totale investeringsproject
niet meer dan € 500.000 staatssteun verleend mag worden. Zie punt 8 van paragraaf
1 van deze bijlage en www.rvo.nl/miavamil onder ‘voorwaarden maximale staatssteun’.
A 2113
Groen Label Kas
-
a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een Groen Label Kas waarbij
wordt voldaan aan de volgende eisen:
-
– de kas voldoet aan de eisen van het Certificatieschema Groen Label Kas 14 (GLK14)
met een minimumniveau van 85 punten voor extensieve teelt en 115 punten voor intensieve
teelt, wat blijkt uit een kas-ontwerpcertificaat Groen Label Kas 14 (GLK14) dat voor
de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad van Accreditatie hiervoor geaccrediteerde
organisatie, en
-
– binnen drie jaar na afgifte van het kas-ontwerpcertificaat GLK14 wordt een kas-certificaat
GLK14 overgelegd, dan wel binnen vier jaar wordt een kas-certificaat overgelegd volgens
de op dat moment geldende maatlat Groen Label Kas en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen
en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels) en teelttechnische en klimaattechnische
voorzieningen.
De investering in de Groen Label Kas komt ten hoogste voor het volgende bedrag per
vierkante meter gecertificeerd teeltoppervlak in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000:
Gewasgroep
|
€/m2 intensieve teelt
|
€/m2 extensieve teelt
|
Groenten
|
110
|
120
|
Bloemen
|
170
|
145
|
Potplanten
|
190
|
160
|
Uitgangsmateriaal
|
230
|
160
|
Investeringen in een Groen Label Kas kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen F 2112, A 2113 en F 2114 worden gemeld.
Toelichting: Het Certificatieschema Groen Label Kas 14 (GLK14) is beschikbaar op de
website www.groenlabelkas.nl.
Let op: naast het maximale bedrag per bedrijfsmiddel, geldt dat voor het totale investeringsproject
niet meer dan € 500.000 staatssteun verleend mag worden. Zie punt 8 van paragraaf
1 van deze bijlage en www.rvo.nl/miavamil onder ‘voorwaarden maximale staatssteun’.
F 2114
Groen Label Kas met vis-, schaal- of schelpdierenkwekerij
-
a. bestemd voor: het gecombineerd bedrijfsmatig telen van gewassen en kweken van vis,
schaal- of schelpdieren in een kas, waarbij uitwisseling van water, warmte en CO2 plaatsvindt en is vastgesteld dat de kas voldoet aan de eisen bedoeld onder a. van
bedrijfsmiddel A 2113,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), een vis-, schaal- of schelpdierenkwekerij,
teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen, en met uitzondering van de volgende
onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting, bedrijfsruimte(n), scherminstallaties,
voorzieningen voor het opslaan van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan en voorzieningen voor het produceren
van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Investeringen in een Groen Label Kas kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen F 2112, A 2113 en F 2114 worden gemeld.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 2400 voor een polycultuurkwekerij voor aquatische
producten.
Let op: naast het maximale bedrag per bedrijfsmiddel, geldt dat voor het totale investeringsproject
niet meer dan € 500.000 staatssteun verleend mag worden. Zie punt 8 van paragraaf
1 van deze bijlage en www.rvo.nl/miavamil onder ‘voorwaarden maximale staatssteun’.
A 2130
Mechanische of (micro)biologische bestrijdingsapparatuur voor plagen of ziekten in
een tuinbouwkas
-
a. bestemd voor: het bestrijden van plagen of ziekten in een tuinbouwkas, door:
-
1. het inzetten van natuurlijke vijanden voor (micro)biologische bestrijding,
-
2. het op mechanische wijze actief laten opvliegen en vangen van de plaagdieren, of
-
3. het op mechanische wijze bestrijden van motten en vlinders met behulp van micro-drones,
-
b. bestaande uit: apparatuur of voorzieningen die technisch noodzakelijk zijn voor de
(micro)biologische of mechanische bestrijding, met uitzondering van het trekkende
voertuig.
B 2135
Installatie voor het verhogen van de plantweerbaarheid in de glastuinbouw
-
a. bestemd voor: het in een kas op biologische wijze verhogen van de weerbaarheid van
planten tegen ziekten, waarbij geen chemische stoffen of metalen worden toegepast
en waardoor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen wordt verminderd,
-
b. bestaande uit: een installatie voor het verhogen van de plantweerbaarheid, met uitzondering
van wateropslagvoorzieningen en watergiftesysteem.
F 2140
Ondergrondse waterberging
-
a. bestemd voor: het individueel of collectief opslaan van water in ondergrondse bodemlagen,
niet zijnde een warmte-koude opslag (WKO) of systeem voor geothermie, voor het gebruik
als beregenings- of gietwater in de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-,
vollegrond- of bedekte teelt, waarbij door het bevoegd gezag schriftelijk toestemming
is verleend voor de ondergrondse wateropslag,
-
b. bestaande uit: ondergrondse wateropslagvoorziening, putten, pompen, al dan niet filtersystemen
voor het zuiveren van het te bergen water, en met uitzondering van voorzieningen voor
het opvangen van het regenwater en het geschikt maken van het teruggewonnen water.
Toelichting: Onder bedekte teelt wordt ook glastuinbouw verstaan.
F 2141
Waterberging onder de kas
-
a. bestemd voor: het onder een tuinbouwkas individueel of collectief opslaan van regenwater
of recirculatiewater in een afgesloten voorziening voor gebruik in de glastuinbouw,
-
b. bestaande uit: een wateropslagvoorziening onder de kas, pompen en al dan niet filtersystemen
voor het zuiveren van het te bergen water, met uitzondering van de volgende onderdelen:
voorzieningen voor het opvangen van het regen- of circulatiewater en voorzieningen
voor het voor gebruik geschikt maken van het teruggewonnen water.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2142
Apparatuur voor het verminderen van de hoeveelheid opgepompt grondwater voor gebruik
als gietwater in de glastuinbouw (aanpassing bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de hoeveelheid opgepompt grondwater voor de productie
van gietwater voor gebruik in de glastuinbouw met ten minste 45% ten opzichte van
de bestaande situatie, waarbij:
-
– eventuele wijzigingen in de teeltcapaciteit en gewasbehoefte van de kas in de berekening
van de besparing worden meegenomen,
-
– de vermindering wordt gerealiseerd door het terugwinnen van water en grondstoffen
uit brijn of de vergroting van regenwatergebruik, waarbij de totale regenwateropslag
meer per hectare teeltoppervlak bedraagt dan wettelijk verplicht, en
-
– er geen brijn in de bodem wordt gebracht,
-
b. bestaande uit: apparatuur voor het terugwinnen van water en grondstoffen uit brijn,
een vacuümverdamper of een (uitbreiding van de) regenwateropslagvoorziening of al
dan niet opslagvoorzieningen voor recirculatie van (afval)water.
A 2145
Installatie voor het ontzouten van drain(age)water in de glastuinbouw (aanpassing
bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het aantoonbaar vaker recirculeren van drain(age)water binnen het teeltproces
ten opzichte van de bestaande situatie, door het verbeteren van de verwijdering van
(natrium-)zouten, waardoor de lozing van drain(age)water verminderd of vermeden wordt
en waarbij de investering op bedrijfsniveau niet leidt tot het lozen van meer brijn,
-
b. bestaande uit: een installatie voor het verwijderen van zouten en al dan niet de volgende
onderdelen: een vacuümverdamper en meetapparatuur.
F 2146
Voorzieningen voor nullozing in de glastuinbouw (aanpassing bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het realiseren van nullozing in een bestaande tuinbouwkas,
-
– waarbij drainwater bij substraatteelt, drainagewater bij grondgebonden teelt en filterspoelwater
niet meer wordt geloosd op oppervlaktewater of het riool, wat wordt aangetoond door
een verklaring van of correspondentie met het bevoegd gezag, en
-
– bij substraatteelt deze afvalwaterstromen bovendien niet in of op de bodem worden
geloosd,
-
b. bestaande uit: voorzieningen zoals filters, meetapparatuur, opvangbassins, meetapparatuur
en leidingwerk ten behoeve van het realiseren van nullozing.
F 2147
Systeem voor gecontroleerde lozing voor de glastuinbouw
-
a. bestemd voor: het via buffering gedoseerd lozen van afvalwater op het riool door middel
van een telemetriesysteem, waarbij op afstand het moment van lozen kan worden bepaald
om overbelasting van de riolering te voorkomen,
-
b. bestaande uit: een waterbuffer, leidingen, meetapparatuur (zoals niveaumeting en watermeters)
en een regeleenheid.
Toelichting: Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen
niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen,
zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage.
F 2150
Apparatuur voor het opwerken van plantenresten tot grondstof
-
a. bestemd voor: het verwerken van plantenresten uit de glastuinbouw, al dan niet in
combinatie met reststromen uit de oesterzwammenteelt, tot een grondstof voor een product,
niet zijnde een brandstof of een meststof,
-
b. bestaande uit: opwerkingsapparatuur die nodig is voor het verwerken van de plantenresten
met uitzondering van opslagvoorzieningen.
Veehouderij
B 2200
Proefstal
-
a. bestemd voor: het houden van dieren in een proefstal met een stalsysteem waarvoor
een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 3 van de Regeling ammoniak en veehouderij, waarbij de opdracht tot meting van het in de proefstal toegepaste stalsysteem is
verstrekt vóór datum van melden en wordt uitgevoerd volgens het voorgeschreven Protocol
voor meting van ammoniakemissie uit huisvestingssystemen in de veehouderij of een
gelijkwaardige meetmethode,
-
b. bestaande uit: een proefstal.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Investeringen in een proefstal kunnen uitsluitend in zijn geheel voor bedrijfsmiddel
B 2200 worden gemeld.
Toelichting: Meer informatie over de proefstalregeling is beschikbaar op de website
www.rvo.nl (zie de webpagina voor de Regeling ammoniak en veehouderij).
A 2201
Stal voor biologische melk- of pluimveehouderij met ammoniakemissiereductie
-
a. bestemd voor: het houden van melk- of pluimvee in een bedrijf dat dierlijke landbouwproducten
produceert volgens de voorschriften van het Besluit dierlijke producten, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland,
en waarbij al het vee in de gehele stal wordt gehouden in één of meerdere ammoniakemissiearme
huisvestingssystemen,
en waarbij de voorwaarden onder punt 1 en 2 niet gelden voor een huisvestingssysteem
voor jongvee indien in de melkveestal tevens jongvee wordt gehouden,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen,
mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, met uitzondering van ruimten en onderdelen
bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten,
waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk
omsloten overdekte buitenruimte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Investeringen in een stal voor biologische melk- of pluimveehouderij met vermindering
van de ammoniakemissie kunnen uitsluitend in zijn geheel voor bedrijfsmiddel A 2201
worden gemeld.
Toelichting: De gehele stal moet zijn voorzien van één of meerdere ammoniakemissiearme
huisvestingsystemen als bedoeld in de Regeling ammoniak en veehouderij. Een stal voorzien van meerdere huisvestingssystemen waarvan een huisvestingssysteem
is aangemerkt als een 'overig huisvestingssysteem' komt niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Informatie over het Besluit dierlijke producten is beschikbaar op de website www.skal.nl.
In bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij zijn geen huisvestingsystemen opgenomen voor biologische varkens, waardoor een stal
voor biologische varkens niet voldoet aan de eisen gesteld in bedrijfsmiddel A 2201.
Onder melkvee wordt verstaan al het vee dat wordt gehouden voor de productie van melk.
Zie bedrijfsmiddel B 2200 voor een proefstal, bijvoorbeeld een biologische varkensstal
waarvoor een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 3 van de Regeling ammoniak en veehouderij.
A 2205
Omgekeerde osmose-installatie voor het verwerken van spuiwater van een biologische
luchtwasser
-
a. bestemd voor: het verminderen van het waterverbruik van biologische luchtwassers met
ten minste 60%, door met omgekeerde osmose het spuiwater te zuiveren, waarna het gezuiverde
spuiwater opnieuw wordt gebruikt in de biologische luchtwasser en het resterende concentraat
nuttig wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een omgekeerde osmose-eenheid en al dan niet de volgende onderdelen:
een opslagvoorziening voor het concentraat, een opslagvoorziening voor het te recirculeren
waswater en voorzieningen om het behandelde spuiwater geschikt te maken voor recirculatie,
met uitzondering van een luchtwasser.
B 2206
Apparatuur of voorzieningen voor gescheiden opvang van mest en urine in varkens- of
rundveestallen (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het aan de bron gescheiden opvangen en bewaren van dierlijke mest en
urine in bestaande varkens- of rundveestallen,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur of voorzieningen die technisch noodzakelijk
is voor het gescheiden opvangen en bewaren van dierlijke mest en urine en met uitzondering
van mestscheidingsapparatuur.
Toelichting: Mestscheidingsapparatuur zoals schroefpersen, zeefbandpersen of decanters,
komen onder bedrijfsmiddel B 2206 niet in aanmerking.
B 2207
Koelinstallatie voor drijfmest (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het koelen van drijfmest in een bestaande stal waardoor de temperatuur
van de drijfmest ten hoogste 15°C bedraagt en waarbij de uit de drijfmest verkregen
warmte nuttig wordt ingezet,
-
b. bestaande uit: mestkoeling, een warmtepomp en met uitzondering van de mestkelder(s).
B 2208
Gasdichte voorziening voor een drijfmestopslag
-
a. bestemd voor: het afdekken van een drijfmestopslag bij een veehouderij met een gasdichte
voorziening, niet zijnde een vergister, waardoor de methaanemissie aantoonbaar wordt
verminderd en waarbij de ontstane gassen in een gasdichte ruimte worden opgevangen
en nuttig worden toegepast,
-
b. bestaande uit: een gasdichte voorziening, met uitzondering van (onderdelen van de)
mestopslag en het verbrandingssysteem.
B 2209
Systeem voor mixen van drijfmest met luchtbellen (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het door middel van luchtbellen mixen van drijfmest in een drijfmestkelder
of mestsilo van een bestaand bedrijf zonder stal(ontwerp)certificaat MDV 12 of 13
dat mest produceert, verwerkt of transporteert, waardoor de vorming van methaan en
waterstofsulfide in de drijfmestkelder of mestsilo aanzienlijk gereduceerd wordt,
-
b. bestaande uit: een compressor, een besturingseenheid, een regelklep, luchtslangen
en pvc-uitlaten, met uitzondering van mestkelders en mestsilo's.
A 2210
Duurzame melkveestal
-
a. bestemd voor: het houden van melkrundvee in een stal die voldoet aan de eisen van
de Maatlat Duurzame Veehouderij 13 – melkveestallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat
MDV 13 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie
hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het
stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar
een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de op dat moment geldende Maatlat Duurzame
Veehouderij en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen
en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een
binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame melkveestal komt ten hoogste voor € 5.000 per gecertificeerde
dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000.
Investeringen in een duurzame melkveestal kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één
van de bedrijfsmiddelen A 2210 of F 2212 worden gemeld.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
De investeringen in jongveeruimten kunnen worden gebruikt ter onderbouwing van het
maximum bedrag tot een maximum van eenzelfde aantal jongveeplaatsen als het aantal
melkveeplaatsen waarvoor is gecertificeerd.
A 2211
Duurzame vleeskalver- of vleesveestal
-
a. bestemd voor: het houden van vleeskalveren of vleesvee in een stal die voldoet aan
de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij 13 – vleeskalverstallen of vleesveestallen,
wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 13 dat voor de meldingsdatum is afgegeven
door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij
binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt
overgelegd dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de
op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen
en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen,
mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, met uitzondering van ruimten en onderdelen
bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten,
waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk
omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame vleeskalver- of vleesveestal komt voor ten hoogste
€ 4.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Investeringen in een duurzame vleeskalver- of vleesveestal kunnen uitsluitend in zijn
geheel voor bedrijfsmiddel A 2211 worden gemeld.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
F 2212
Duurzame melkveestal met weidegang
-
a. bestemd voor: het houden van melkrundvee in een stal die voldoet aan de eisen van
de Maatlat Duurzame Veehouderij 13 – melkveestallen met weidegang, wat blijkt uit
een stal(ontwerp)certificaat MDV 13 met weidegang dat voor de meldingsdatum is afgegeven
door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij
de stal binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat in gebruik is genomen
en er binnen drie jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat
met weidegang wordt overgelegd, dan wel binnen vier jaar een stalcertificaat wordt
overgelegd volgens de op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en de bijbehorende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten, en waarbij er op bedrijfsniveau
aantoonbaar sprake is van weidegang van het melkrundvee,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen
en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een
binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame melkveestal met weidegang komt ten hoogste voor € 5.000
per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000.
Investeringen in een duurzame melkveestal kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één
van de bedrijfsmiddelen A 2210 of F 2212 worden gemeld.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
De investeringen in jongveeruimten kunnen worden gebruikt ter onderbouwing van het
maximum bedrag tot een maximum van eenzelfde aantal jongveeplaatsen als het aantal
melkveeplaatsen waarvoor is gecertificeerd.
A 2213
Autonome mestverzamelrobot
-
a. bestemd voor: het opzuigen van koemest op dichte stalvloeren ter vermindering van
de ammoniakemissie, klauw- en uierproblemen en antibioticagebruik, waarbij de mestrobot:
-
– zelfstandig met behulp van sensoren door de stal navigeert, en
-
– voorzien is van waterzakken waardoor het apparaat aan de voor- en achterzijde van
de vloer water sproeit, zodat de mest makkelijker verwijderd kan worden,
-
b. bestaande uit: mestverzamelrobot, waterbijvul- en oplaadstation en mestdumppunt.
B 2214
Systeem voor monitoring van diergezondheid
-
a. bestemd voor: het per koe automatisch meten en monitoren van ten minste de volgende
gezondheidsparameters door individuele meting in de melk en analyse van de (herkauw)activiteit
van de koe, op basis waarvan de optimale antibiotica- of hormoongift per koe bepaald
wordt en waardoor het gebruik van antibiotica of hormonen op het bedrijf gereduceerd
wordt:
-
– uiergezondheid,
-
– vruchtbaarheid,
-
– voedingsbalans, en
-
– energiebalans,
-
b. bestaande uit: een melkmonsterstation, een meetsysteem voor de koe-activiteit en een
analyse-eenheid, met uitzondering van de kosten voor het managementsysteem.
Toelichting: Alle in de code genoemde gezondheidsparameters moeten gemeten worden.
Systemen waarbij één of enkele van de gezondheidsparameters gemeten worden komen niet
in aanmerking. Een combinatie van systemen die samen alle gezondheidsparameters meten
kan wel gemeld worden.
Zie bedrijfsmiddel A 2215 voor systemen waarbij de gezondheidsparameters uitsluitend
in de melk gemeten worden.
A 2215
Systeem voor monitoring van diergezondheid uitsluitend via de melk
-
a. bestemd voor: het op een melkveebedrijf per koe automatisch meten en monitoren van
ten minste de volgende gezondheidsparameters in de melk op basis waarvan de optimale
antibiotica- en hormoongift per koe bepaald wordt en waardoor het gebruik van antibiotica
en hormonen op het bedrijf gereduceerd wordt:
-
– uiergezondheid,
-
– vruchtbaarheid,
-
– voedingsbalans, en
-
– energiebalans,
-
b. bestaande uit: een melkmonsterstation en een analyse-eenheid, met uitzondering van
de kosten voor het managementsysteem.
Toelichting: Het monitoringsysteem moet alle gezondheidsparameters in de melk meten.
Zie bedrijfsmiddel B 2214 voor systemen waarbij bijvoorbeeld een of enkele gezondheidsparameters
niet in de melk gemeten worden maar op een andere manier.
A 2216
Uv-behandelingsinstallatie voor rauwe (biest)melk
-
a. bestemd voor: het met uv-licht bestrijden van bacteriën in rauwe (biest-)melk zodat
deze melk een veilige voeding wordt voor kalveren van een melkveehouder, waarbij de
vitale voedingsstoffen in de melk worden behouden,
B 2217
Getrokken elektrische voermengwagen voor rundvee
-
a. bestemd voor: het verstrekken van ruwvoer aan melkrundvee met een getrokken voermengwagen,
die:
-
– is voorzien van een uitsluitend elektrische aandrijving, waarbij de voor de aandrijving
benodigde energie wordt geleverd door een accupakket dat geen lood bevat, en
-
– zelfstandig het voer mengt en verdeelt,
-
b. bestaande uit: een getrokken elektrische voermengwagen en al dan niet een oplaadstation.
A 2218
Automatisch ruwvoermengsysteem voor herkauwers
-
a. bestemd voor: het vergroten van de rantsoenefficiëntie en het verkleinen van de kans
op voedingsstoornissen bij herkauwers door:
-
1. het automatisch en gemengd voeren van ruwvoeders met een mengsysteem dat zich zelfstandig
door de stal voortbeweegt op basis van elektrische energie,
-
2. het meerdere keren per dag automatisch en gemengd voeren van ruwvoeders met een elektrisch
aangedreven voerband die het voer bij de juiste groep dieren lost, of
-
3. het met luchtdruk, een vijzel, een spiraal of een ketting door een buizensysteem automatisch
gemengd voeren van ruwvoeders al dan niet in combinatie met krachtvoer,
en waarbij onder punt 1, 2 en 3 het meest optimale voermoment bepaald wordt door het
nog aanwezige voer bij de betreffende groep dieren automatisch te meten of te berekenen
op basis van de hoeveelheid verstrekt voer, het ingegeven dagrantsoen per dier, het
aantal dieren per groep en het voertijdstip,
-
b. bestaande uit:
-
1. met betrekking tot onderdeel a. punt 1: een voerkeuken, een voergrijper, een mineraal-
en brokdoseerinrichting, een besturingssysteem, een zelfstandig voortbewegende voerrobot,
sensoren voor de routebepaling en al dan niet de volgende onderdelen: een geleiderail
en oplaadstation, en met uitzondering van krachtvoerautomaten en krachtvoerinstallaties,
-
2. met betrekking tot onderdeel a. punt 2: voerbunkers, voerband(en), afschuifploeg voor
het lossen van het voer, sensoren en een besturingssysteem, met uitzondering van krachtvoerautomaten
en krachtvoerinstallaties, of
-
3. met betrekking tot onderdeel a. punt 3: voorraadbunkers voor ruwvoer, een menger,
een mineraal- en brokdoseerinrichting, buizensysteem, sensoren en besturingssysteem,
met uitzondering van krachtvoerautomaten en krachtvoerinstallaties.
B 2219
Permanente afdekinstallatie voor kuilvoerplaatsen
-
a. bestemd voor: het afdekken van kuilvoer met een mechanisch op- en afrolbaar permanent
dekkleed voorzien van kanalen die met water gevuld worden om het kuilvoer aan te drukken,
-
b. bestaande uit: een dekkleed met waterslurven en een afdekmachine.
A 2220
Duurzame varkensstal
-
a. bestemd voor: het houden van varkens in een stal die voldoet aan de eisen van de Maatlat
Duurzame Veehouderij 13 – varkensstallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat
MDV 13 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie
hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het
stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar
een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de op dat moment geldende Maatlat Duurzame
Veehouderij en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen
en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een
binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame varkensstal komt ten hoogste voor het volgende bedrag
per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000:
Diercategorie
|
€ per dierplaats
|
Vleesvarkens
|
500
|
Gespeende biggen
|
300
|
Guste en dragende zeugen
|
1.400
|
Kraamzeugen
|
3.500
|
Dekberen
|
3.400
|
Investeringen in een duurzame varkensstal kunnen uitsluitend in zijn geheel voor bedrijfsmiddel
A 2220 worden gemeld.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
A 2230
Duurzame pluimveestal
-
a. bestemd voor: het houden van pluimvee, niet zijnde eenden of kalkoenen, in een stal
die voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij 13 – pluimveestallen,
wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 13 dat voor de meldingsdatum is afgegeven
door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij
binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt
overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens
de op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en de bijbehorende criteria,
beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen
en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een
binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame pluimveestal komt ten hoogste voor het volgende bedrag
per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000:
Diercategorie
|
Punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat
|
€ per dierplaats
|
Opfok legouderdieren en leghennen
|
0–3
4–7
8–11
12
|
18,50
20,00
23,00
27,50
|
Productie legouderdieren en leghennen
|
0–3
4–7
8–9
10
|
23,50
30,00
42,00
52,00
|
Opfok vleeskuikenouderdieren
|
0–1
2–3
4
|
29,00
36,00
48,00
|
Productie vleeskuikenouderdieren
|
0–1
2–3
4
|
54,00
62,00
70,00
|
Vleeskuikens
|
0–3
4–6
7–8
9
|
14,50
17,50
21,50
26,00
|
Investeringen in een duurzame pluimveestal kunnen uitsluitend in zijn geheel voor
bedrijfsmiddel A 2230 worden gemeld.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
G 2235
Stofemissiereducerende techniek voor een pluimveestal
Toelichting: De lijst van emissiefactoren staat in de publicatie 'emissiefactoren
fijnstof voor veehouderij'. Deze publicatie is te vinden op www.rijksoverheid.nl of
via internet met zoekterm 'emissiefactoren fijnstof'.
Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen niet in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek, zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze
bijlage.
A 2290
Duurzame konijnen-, eenden- of kalkoenenstal
-
a. bestemd voor: het houden van konijnen, eenden of kalkoenen in een stal die voldoet
aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij 13 – konijnenstallen of pluimveestallen,
onderdeel eenden- of kalkoenenstal, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV
13 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie
hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het
stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd dan wel binnen drie jaar
een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de op dat moment geldende Maatlat Duurzame
Veehouderij en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen,
mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, met uitzondering van ruimten en onderdelen
bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten,
waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk
omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame konijnen-, eenden- of kalkoenenstal komt voor ten hoogste
€ 4.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Investeringen in een duurzame konijnen-, eenden- of kalkoenenstal kunnen uitsluitend
in zijn geheel voor bedrijfsmiddel A 2290 worden gemeld.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
A 2291
Duurzame melkgeiten- of melkschapenstal
-
a. bestemd voor: het houden van melkgeiten of melkschapen in een stal die voldoet aan
de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij 13 – melkgeiten- of melkschapenstallen,
wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 13 dat voor de meldingsdatum is afgegeven
door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij
binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt
overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens
de op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en de bijbehorende criteria,
beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen,
mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, met uitzondering van ruimten en onderdelen
bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten,
waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk
omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame melkgeiten- of melkschapenstal komt voor ten hoogste
€ 4.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Investeringen in een duurzame melkgeiten- of melkschapenstal kunnen uitsluitend in
zijn geheel voor bedrijfsmiddel A 2291 worden gemeld.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
D 2292
Elektrische krachtvoerinstallatie voor melkgeiten
-
a. bestemd voor: het gericht voeren van krachtvoer aan melkgeiten met een elektrische
installatie, door specifiek het rantsoen per geit vast te stellen, waardoor minder
krachtvoer wordt verspild, de diergezondheid verbetert, antibioticagebruik wordt verminderd
en minder uitval van geiten optreedt,
-
b. bestaande uit: elektrisch systeem voor het verstrekken van krachtvoer.
B 2299
Ondergrondse kadaverkoeling met natuurlijk koudemiddel
Landbouwapparatuur
A 2310
Teeltsysteem voor vollegrondgewassen in de open lucht
-
a. bestemd voor: het in de open lucht in teeltgoten telen van gewassen:
-
– waarvan het gangbaar is dat deze in de volle grond geteeld worden,
-
– waarbij nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen niet uitspoelen naar het grond- en
oppervlaktewater, en
-
– waarbij het drainwater wordt opgevangen en gerecirculeerd,
-
b. bestaande uit: een teeltsysteem en een water- en mestgiftsysteem, met uitzondering
van een regen- of drainwateropvang en een waterrecirculatiesysteem.
Toelichting: Onder bedrijfsmiddel A 2310 komen alleen teeltsystemen in de open lucht
in aanmerking. Teeltsystemen onder glas komen niet in aanmerking.
B 2311
Productieapparatuur voor zilte teelt
-
a. bestemd voor: het telen van zilte gewassen zonder dat gebruik gemaakt wordt van bestrijdingsmiddelen
en andere chemische toevoegingen, en waarbij de zilte teelt is toegestaan volgens
de op de meldingsdatum geldende milieuvergunning of omgevingsvergunning voor een activiteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk is
voor de teelt van zilte gewassen.
A 2312
Productieapparatuur voor paludicultuur (natte teelt)
-
a. bestemd voor: het op het eigen bedrijf telen van de gewassen lisdodde, cranberry,
kroosvaren of veenmos, zonder gebruik te maken van bestrijdingsmiddelen, kunstmest
en andere chemische toevoegingen,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk is
voor de teelt van deze gewassen, met uitzondering van tractoren.
F 2314
Klimaatcel voor gewasteelt
-
a. bestemd voor: het produceren van gewassen in een volledig geïsoleerde klimaatcel,
niet zijnde een kas, waarbij:
-
– voor de teelt uitsluitend gebruik wordt gemaakt van ledverlichting,
-
– het gebruikte water volledig wordt gerecirculeerd,
-
– de volledige teelt (inclusief afkweek) tot aflevering product in de klimaatcel plaatsvindt,
-
– voor de warmtevoorziening geen gebruik wordt gemaakt van aardgas, en
-
– ten minste 20% van de benodigde elektriciteit duurzaam is opgewekt in Nederland,
-
b. bestaande uit: een teeltsysteem, aanpassingen in een daglichtdichte ruimte, teelttechnische
en klimaattechnische voorzieningen en celwanden voor zover geen onderdeel van een
gebouw, met uitzondering van de volgende onderdelen: gebouwen, warmtepompen, ledverlichting
en voorzieningen voor het produceren van elektriciteit.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
B 2315
Teeltsysteem voor bladgewassen op water
-
a. bestemd voor: het telen van bladgewassen, niet zijnde witlof, in een teeltsysteem
waarbij:
-
– de gewassen op water worden geteeld,
-
– voor de teelt uitsluitend gebruik wordt gemaakt van zonlicht of ledverlichting,
-
– geen (pot)grond wordt gebruikt, en
-
– het gebruikte water wordt gerecirculeerd,
-
b. bestaande uit: een teeltsysteem met bijbehorende teelttechnische voorzieningen, met
uitzondering van de volgende onderdelen: ledverlichting, waterrecirculatiesysteem,
klimaattechnische voorzieningen, kas en gebouwen.
A 2316
Milieuvriendelijke productie in een gebouw volgens ‘On the way to PlanetProof’
-
a. bestemd voor: het milieuvriendelijk produceren van plantaardige producten in een gebouw,
niet zijnde een kas, waarbij is vastgesteld dat de productie voldoet aan de eisen
van ‘On the way to PlanetProof’ Plantaardige producten uit de bedekte teelt, wat blijkt
uit een aanmeldingsbevestiging voor ‘On the way to PlanetProof’ die binnen drie maanden
na de meldingsdatum is afgegeven en een certificaat ‘On the way to PlanetProof’ dat
binnen drie jaar na deze aanmeldingsbevestiging is afgegeven door de daartoe bevoegde
instantie,
-
b. bestaande uit: teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen, met uitzondering
van de volgende onderdelen: het gebouw, assimilatiebelichting, cyclische belichting,
voorzieningen voor het opslaan of produceren van CO2, elektriciteit of warmte, kosten voor grond en kosten voor sloop.
Toelichting: Informatie over ‘On the way to PlanetProof’ Plantaardige producten is
beschikbaar op de website www.planetproof.eu.
F 2317
Meerjarige kweektrays (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het ter vervanging van het gebruik van wegwerptrays kweken van gewassen
in meerjarige kweektrays die ten minste tien jaar meegaan en aan het einde van de
levensduur worden gerecycled tot nieuwe meerjarige trays,
-
b. bestaande uit: meerjarige kweektrays, (aanpassing van de) pelletiseerinstallatie,
(aanpassing van de) apparatuur voor het wassen, stapelen en ontstapelen van de trays.
F 2319
Insectenkweeksysteem
-
a. bestemd voor: het kweken van insecten ter vervanging van andere eiwitbronnen voor
humane voeding of diervoer, of voor toepassing in farmaceutica, waarbij de kweek van
de insecten en het voedsel voor de insecten, dat niet bestaat uit (bestanddelen van)
vis, wettelijk zijn toegestaan,
-
b. bestaande uit: een kweeksysteem van insecten, met uitzondering van gebouwen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zowel de kweek van de insectensoort als het voedsel waarop de insecten
worden gekweekt moeten wettelijk zijn toegestaan. Kweek van insecten op voedsel dat
(deels) bestaat uit vis komt niet in aanmerking vanwege het niet-duurzame karakter
van dit voedsel.
Dit bedrijfsmiddel kan bijvoorbeeld een insectenkwekerij voor humane voedingsproducten,
diervoer of farmaceutica betreffen. Onder het kweken van insecten wordt ook de opfok
van insecten verstaan. Zowel 'breeding' als 'rearing' van insecten komt in aanmerking.
Zie bedrijfsmiddel F 2613 voor apparatuur voor de verwerking van insecten tot producten.
D 2320
Gps-nauwkeurig meetsysteem voor lokale klimaatgegevens
-
a. bestemd voor: het doen van lokale plantenziektenkundig relevante waarnemingen van
klimatologische aard met een gps-nauwkeurig meetsysteem op een land- of tuinbouwbedrijf,
-
b. bestaande uit: een gps-nauwkeurig meetsysteem, temperatuursensoren en al dan niet
de volgende onderdelen: lichtsensoren, een elektronische verwerkings- en registratie-installatie,
een sturingsinstallatie en plantsensoren.
A 2321
Spuitmachine voor plaatsspecifieke toediening met doponafhankelijke aansturing
-
a. bestemd voor: het neerwaarts toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen
aan landbouwgewassen, waarbij:
-
– rekening wordt gehouden met de plaatselijke omstandigheden door meting van de in het
gewas aanwezige plaagdruk, onkruiddruk of ziektedruk,
-
– de verkregen gegevens via elektronische koppeling in een gps/gis-systeem worden vastgelegd,
-
– vervolgens op basis van de vastgelegde gegevens (taakkaarten) de optimale hoeveelheid
door een regeleenheid wordt bepaald, en
-
– de spuitmachine door een regeleenheid op basis van taakkaarten per dop onafhankelijk
het middel aan het gewas toedient,
-
b. bestaande uit: een spuitmachine, een gps/gis-systeem, een regeleenheid voor optimale
dosering, een autopilot systeem, een doponafhankelijke aansturing met gps/gis-koppeling,
een aanpassings- of stuursysteem voor de spuitmachine, al dan niet de volgende onderdelen:
meetapparatuur met gps/gis-koppeling, een ISObus 11783-systeem, een systeem voor het
bepalen van de spuitdruk waarbij automatisch de juiste spuitdop wordt ingesteld, een
volledig gesloten vulsysteem, een plantherkenningssysteem en onkruidsensoren, en met
uitzondering van boomgaardspuitmachines en spuitmachines die het gewas op- en zijwaarts
bespuiten.
B 2322
Plaatsspecifieke bemestingsapparatuur
-
a. bestemd voor: het zodanig toedienen van meststoffen dat rekening wordt gehouden met
de plaatselijke omstandigheden door meting van de in de grond aanwezige voorraad meststoffen,
waarbij:
-
– de verkregen gegevens via elektronische koppeling in een gps/gis-systeem met een afwijking
van ten hoogste 10 centimeter worden vastgelegd,
-
– vervolgens op basis van de vastgelegde gegevens (taakkaarten) de optimale hoeveelheid
meststoffen door een regeleenheid wordt bepaald,
-
– in geval van een mestinjectie-machine of zodenbemester door een regeleenheid op basis
van taakkaarten per sectie of per dop onafhankelijk het middel of de mest aan het
gewas wordt toegediend, en
-
– in geval van vaste mest- of organische stofstrooiers door een regeleenheid op basis
van taakkaarten gebaseerd op bodemscans of grondmonsters plaatsspecifiek meer of minder
mest wordt toegediend aan het gewas,
-
b. bestaande uit: bemestingsapparatuur, meetapparatuur met gps/gis-koppeling, een gps/gis-systeem,
een regeleenheid voor optimale dosering, een autopilot systeem en al dan niet de volgende
onderdelen: sensoren, een plantherkenningssysteem, een ISObus 11783-systeem, een automatisch
sectieafsluitingssysteem met gps/gis-koppeling, een sneltester voor stikstof, een
NIR-sensor in de mesttank en een uitschuifbare as bij een mestinjectie-machine of
een zodenbemester. Bemestingseenheden op zaai-, poot- en plantmachines, granulaatstrooiers
en kunstmeststrooiers komen niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel A 2321 voor spuitmachines voor plaatsspecifiek toedienen
van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen met doponafhankelijke aansturing.
D 2323
Monitoringssysteem voor plantactiviteit in de vollegrondteelt
-
a. bestemd voor: het automatisch monitoren van de plantactiviteit van gewassen in de
vollegrondteelt, waarbij het toedienen van water, meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen
op basis van de meetgegevens wordt gestuurd,
-
b. bestaande uit: een plantactiviteitssensor, een elektronisch verwerkings- en registratiesysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: een infraroodcamera voor meting van de gewastemperatuur
en een fotosynthesemeter, met uitzondering van de volgende onderdelen: een procescomputer
en apparatuur voor het toedienen van water, meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen.
B 2324
Spuitmachine voor plaatsspecifieke toediening in de open teelt
-
a. bestemd voor: het bestrijden van ziekten, plagen en onkruiden door het plaatsspecifiek
toedienen van gewasbeschermingsmiddelen aan een gewas in de open teelt, waarbij sensoren
detecteren waar de plant of het onkruid staat, waarop de spuitdoppen worden aangestuurd
en waardoor alleen gewasbeschermingsmiddel wordt toegediend waar het onkruid of de
plant staat,
-
b. bestaande uit: een spuitmachine, sensoren, spuitdoppen, een computer, een regeleenheid,
een sensorbesturing van de spuitboom en al dan niet een volledig gesloten vulsysteem.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
B 2326
Meetsensor voor gewasparameters
-
a. bestemd voor: het met een (nabij-)infrarood sensor op basis van gewasreflectie meten
van gewasparameters van landbouwgewassen op basis waarvan de hoeveelheid toe te dienen
meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen of loofdodingsmiddelen direct wordt bepaald
en toegediend met behulp van een regeleenheid,
-
b. bestaande uit: een gewassensor, een montageset, een bedieningspaneel, een regeleenheid,
softwaremodules, aansluitkabels, een gps/gis-systeem en al dan niet een sneltester
voor stikstof, met uitzondering van apparatuur voor het toedienen van meststoffen,
gewasbeschermingsmiddelen of loofdodingsmiddelen.
A 2336
Uv-gewasbeschermingsinstallatie
-
a. bestemd voor: het doden van plantpathogenen in grasvelden of land- en tuinbouwgewassen
door behandeling met uv-licht, ter stimulering van geïntegreerde gewasbescherming
en beperking van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen,
-
b. bestaande uit: een hangende, getrokken of zelfrijdende gewasbeschermingsinstallatie,
uv-lampen, voeding en meet- en regelapparatuur, met uitzondering van het trekkend
voertuig of de rail.
B 2338
Insectengaas voor de fruitteelt
-
a. bestemd voor: het verminderen van schade aan fruit door insecten en het gebruik en
de verspreiding van chemische middelen in de fruitteelt in de open lucht, door toepassing
van insectengaas met een maasopening van ten hoogste 0,98 vierkante millimeter,
-
b. bestaande uit: insectengaas met ondersteuningsconstructie.
E 2339
Hagelnetten voor de fruitteelt
-
a. bestemd voor: het verminderen van het gebruik en de verspreiding van chemische middelen
in de fruitteelt en het voorkomen van hagelschade aan fruit door toepassing van hagelnetten,
-
b. bestaande uit: hagelnetten en een ondersteuningsconstructie voor de hagelnetten.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek.
F 2340
Omgekeerde, onderwater- of peilgestuurde drainage
-
a. bestemd voor: het via drainage reguleren van het grondwaterpeil van één of meerdere
landbouwpercelen, waarbij er sprake is van omgekeerde drainage, onderwaterdrainage
of het drainagesysteem is aangesloten op een verzamelput met verstelbare overstort
of een sloot met een regelbare stuw, waardoor verdroging, verzilting, te natte landbouwgrond
en afspoeling van meststoffen wordt voorkomen,
-
b. bestaande uit: een drainagesysteem onder het perceel, een verzameldrain en al dan
niet de volgende onderdelen: een verzamelput met verstelbare overstort of een regelbare
stuw, een meetsysteem voor het meten van het grondwaterpeil en een pomp.
B 2341
Emissiearm erf bij een bedrijf in de akkerbouw, veehouderij of bloembollen-, fruit
of boomteelt
-
a. bestemd voor: het tegengaan van erfafspoeling bij een bedrijf in de akkerbouw, veehouderij
of bloembollen-, fruit- of boomteelt met een erf dat voldoet aan de eisen van de Maatlat
Schoon Erf MSE 3, wat blijkt uit een (ontwerp)certificaat MSE 3 dat voor de meldingsdatum
is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie,
en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het ontwerpcertificaat MSE 3 een MSE 3
certificaat wordt overgelegd, dan wel binnen 3 jaar een MSE certificaat wordt overgelegd
volgens de op dat moment geldende Maatlat Schoon Erf en de bijbehorende criteria,
beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: voorzieningen voor een emissiearm erf.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste de volgende bedragen in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen uitgaande van de eenheden zoals
vermeld op het certificaat MSE 3:
€ 12.500 per 500 m2 erfverharding
€ 30.000 per 500 m2 sleufsilo
€ 10.000 per 100 m2 mestsilo
€ 15.000 per wasplaats
€ 1.500 per 500 m2 erfverharding infiltratievoorziening
€ 1.250 per 500 m2 erfverharding opvangput voor hergebruik van regenwater in combinatie met erfverharding,
niet zijnde perssappenopvang
€ 175 per 10 m2 overkapping in combinatie met sleufsilo, mestsilo, wasplaats, koepad of dierverblijven
op het erf
€ 10.000 per 100 m2 composteervoorziening
€ 4.750 per automatische inwendige reiniger voor spuitmachines
€ 3.000 per vulplaats voor spuitapparatuur
€ 2.500 per straatkolk met opvangput bij koepaden/dierenverblijven op het erf
€ 25.000 per ontsmettingsinstallatie voor bloembollen (inclusief voorzieningen op
transportwagens)
€ 900 per set droogrijmatten voor een ontsmettingsinstallatie voor bloembollen of
behandelingsinstallatie voor fruit
€ 350 per kunststof kist voor fruitteelt
€ 4.400 per opvangvoorziening voor naoogstbehandeling van fruit
€ 5.400 per zuiveringsvoorziening voor fruitsorteerinstallaties
Investeringen in een emissiearm erf kunnen uitsluitend in zijn geheel voor bedrijfsmiddel
B 2341 worden gemeld.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Schoon Erf is beschikbaar op de website
www.maatlatschoonerf.nl. Op deze website zijn tevens te vinden de geldende criteria,
beoordelingsrichtlijnen, aanvullende besluiten en een module voor het berekenen van
het maximale bedrag dat in aanmerking komt.
F 2342
Volautomatische fusten- of kistenreiniger met gesloten wassysteem
-
a. bestemd voor: het reinigen van fusten of kisten voor de opslag van landbouwproducten
met een reinigingsinstallatie,
-
– die op het eigen bedrijfsterrein staat opgesteld,
-
– waarmee uitsluitend fusten of kisten van het eigen agrarisch bedrijf, niet zijnde
een glastuinbouwbedrijf, worden gereinigd,
-
– die de fusten of kisten volautomatisch reinigt zonder handmatige tussenkomst,
-
– die is voorzien van een gesloten systeem waarin de wasvloeistof wordt opgevangen voor
recycling of zuivering, en
-
– waarbij de af te voeren wasvloeistof conform de daarvoor geldende voorschriften uit
het Activiteitenbesluit wordt afgevoerd,
-
b. bestaande uit: een volautomatische fusten- of kistenreiniger.
F 2343
Fosfaatabsorptie met ijzerzand in de bloembollenteelt
-
a. bestemd voor: het voorkomen van afspoeling van fosfaat via het drainwater van bloembollenpercelen
door:
-
1. met ijzerzand omhulde drains in het perceel,
-
2. ijzerzand als absorberende laag in het perceel, of
-
3. ijzerzand in een aan een bloembollen perceel grenzende oever of watergang,
-
b. bestaande uit: met ijzerzand omhulde drains of toepassing van ijzerzand in de watergang,
een waterberging in een krattensysteem of een bassin op het perceel.
F 2345
Biologisch verwijderingssysteem voor gewasbeschermingsmiddelen
-
a. bestemd voor: het op biologische wijze behandelen van met gewasbeschermingsmiddelen
verontreinigd spoel- of afvalwater uit de land- en tuinbouw, niet zijnde de glastuinbouw,
in een biologisch systeem, waarbij het water verdampt of geconcentreerd wordt en reststromen,
zoals het substraat en het geconcentreerde afvalwater, worden afgevoerd naar een erkend
afvalverwerkingsbedrijf of, in geval van substraat, ten minste één jaar wordt gecomposteerd,
-
b. bestaande uit: biologisch waterbehandelingssysteem met bijbehorende overkapping en
een afvalwaterbuffer, met uitzondering van de volgende onderdelen: wasplaats, olie/water-afscheider
en slibvangput.
B 2347
Kuubkisten voor bloembollen die geen vocht en chemische middelen opnemen
-
a. bestemd voor: het bewaren van bloembollen tijdens opslag, transport of ontsmetten,
waarbij gebruik wordt gemaakt van kuubkisten vervaardigd van materialen die aantoonbaar
geen vocht opnemen, wat direct een besparing aan chemische middelen oplevert,
-
b. bestaande uit: kuubkisten voor bloembollen gemaakt van materiaal dat geen vocht opneemt.
Toelichting: Voor bedrijfsmiddelen geldt een minimum meldingsbedrag van € 2.500. Bij
bijvoorbeeld een prijs van € 350 per kuubkist worden ten minste 8 kuubkisten tegelijk
aangeschaft en gemeld.
A 2349
Systeem voor het mengen van gewasbeschermingsmiddelen in de spuitleiding
-
a. bestemd voor: het voorkomen van het ontstaan van restvloeistof in de spuittank bij
het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen aan gewassen in de landbouw, bloembollen-,
boom- of fruitteelt, niet zijnde glastuinbouw, door een systeem waarbij de gewasbeschermingsmiddelen
op het laatste moment voor het spuiten op het gewas in de spuitleiding vermengd worden,
-
b. bestaande uit: een selectieve doseringseenheid of een spuitmiddelinjectiesysteem.
A 2350
Mechanische onkruidbestrijdingsmachine met gps/gis-systeem
-
a. bestemd voor: het mechanisch bestrijden van onkruid tussen de rijen van het gewas
met behulp van een gps/gis-systeem met een afwijking van ten hoogste 10 centimeter,
-
b. bestaande uit: een mechanische onkruidbestrijdingmachine, gps/gis-systeem en al dan
niet de volgende onderdelen: onkruidsensoren, een plantherkenningssysteem, een autopilotsysteem
en een klaverdoorzaaimodule.
A 2351
Intrarijwieder
-
a. bestemd voor: het mechanisch of pneumatisch bestrijden van onkruid zowel tussen als
in de rijen van het gewas,
-
b. bestaande uit: een intrarijwieder met een mechanisch of pneumatisch onkruidbestrijdingssysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: onkruidsensoren en een plantherkenningssysteem.
B 2352
Mechanische onkruidknipper
-
a. bestemd voor: het doorsnijden van de dikkere stengels van onkruid met een machine
voorzien van kam- en kniptechniek, waarbij het geteelde gewas niet wordt beschadigd
en de onkruiddruk in akkerbouwgewassen of grasland wordt verminderd,
-
b. bestaande uit: een mechanische onkruidknipper met een vingerbalk, messen en een bezem.
A 2353
Precisiezaaimachine met voorzieningen voor sojateelt
-
a. bestemd voor: het zaaien van sojazaden en al dan niet andere zaden met een precisiezaaimachine
zodat er een optimale verdeling van de zaden per vierkante meter plaatsvindt en waarbij
het gps/gis-systeem een afwijking heeft van ten hoogste 10 centimeter,
-
b. bestaande uit: een precisiezaaimachine, een gps/gis-systeem en een bedieningsterminal.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Om in aanmerking te komen voor bedrijfsmiddel A 2353 moet worden aangetoond
dat de precisiezaaimachine ook gebruikt wordt voor het zaaien van soja.
A 2354
Flexibel maaibord voor het oogsten van sojabonen
-
a. bestemd voor: het laag bij de grond oogsten van sojabonen met een flexibel maaibord,
-
b. bestaande uit: een flexibel maaibord.
E 2359
Potafdekinstallatie
-
a. bestemd voor: het in de boom-, vaste planten- of sierteelt tegengaan van de groei
van onkruid in de potten, door het machinaal strooien van een afdeklaag bestaande
uit los organisch materiaal op de bovenzijde van het substraat,
-
b. bestaande uit: een elevator, een doseersysteem, transportbanden en een trilsysteem.
A 2360
Doseereenheid voor vloeibare meststoffen met gps-gestuurde afschakeling per rij
-
a. bestemd voor: het gelijktijdig met het zaaien, poten, planten, frezen, schoffelen
of aanaarden per rij gedoseerd toedienen van vloeibare kunstmest of de vloeibare fractie
die rest na de verwerking van dierlijke meststoffen, in de grond vlakbij het zaad,
de knol of het plantje, waarbij er plaatsspecifiek meer of minder mest wordt gegeven
met behulp van een gps/gis-systeem met een afwijking van ten hoogste 10 centimeter,
-
b. bestaande uit: een geheel van een tank voor vloeibare meststoffen, een regeleenheid
om vloeistof te sturen en doseren, een schoonwatertank, een verdeelset, doseerslangen,
een aangepaste injectiekouter of -tand, een gps/gis-systeem, gps/gis-gestuurde afsluitkleppen,
opbouw op een plant-, poot- of zaaimachine en een slangenpompset of een membraan-,
een centrifugaal- of een tandwielpomp, en met uitzondering van de volgende onderdelen:
de plant,- poot- of zaaimachine, granulaatstrooiers, sleepslangdoseersystemen, sleepslang-
en zodenbemesters.
D 2361
Fertigatiesysteem
-
a. bestemd voor: het met een druppelsysteem gereguleerd doseren van water en meststoffen
aan gewassen in de vollegrondteelt, niet zijnde glastuinbouw, ter voorkoming van uitspoeling
en ter besparing van (grond)water,
-
b. bestaande uit: vochtmeetapparatuur, een regeleenheid, een druppelsysteem en al dan
niet de volgende onderdelen: een lichtmeter en apparatuur voor het bepalen van het
mineralengehalte.
B 2370
Bodemdrukverlagend bandensysteem in de open teelt
-
a. bestemd voor: het verlagen van de bodemdruk in de open teelt, ter behoud van de bodemstructuur,
door:
-
1. rupsbanden voor tractoren, of
-
2. brede banden voor tractoren en (zelfrijdende) machines, in combinatie met een luchtdrukwisselsysteem,
-
b. bestaande uit: rupsbanden of brede banden voor tractoren of (zelfrijdende) machines
en een luchtdrukwisselsysteem.
A 2375
Apparatuur voor het aanbrengen van mulch
-
a. bestemd voor: het ter bescherming, verbetering en voorkoming van erosie van de bodem
aanbrengen van een mulchlaag bestaande uit organisch restmateriaal, niet zijnde compost,
stro of mest, voor teelt in de open lucht, waarbij de bodem in het geval van bodembewerking
niet dieper dan 3 centimeter wordt bewerkt,
-
b. bestaande uit: apparatuur noodzakelijk voor het aanbrengen van een mulchlaag met uitzondering
van: frezen, grasmaaiers, weilandbloters en versnipperaars.
Aquacultuur
F 2400
Polycultuurkwekerij voor aquatische producten
-
a. bestemd voor: het kweken van twee of meer aquatische productgroepen (planten, vissen,
weekdieren, schaaldieren, schelpdieren, insecten, ringwormen en overige lagere diersoorten)
waarbij:
-
– ten minste één van de gekweekte productgroepen als voedsel dient voor een andere productgroep,
-
– dierlijke producten worden verkregen van gekweekte ouderdieren,
-
– er geen sprake is van kweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real-time wordt gemonitord, en
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
-
b. bestaande uit: een kweeksysteem, een real-time monitoringsysteem voor waterkwaliteit,
en al dan niet de volgende onderdelen: waterzuiveringsapparatuur en een voerkweeksysteem,
met uitzondering van ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 2114 voor een Groen Label Kas met vis-, schaal-
of schelpdierenkwekerij.
F 2410
Duurzame viskwekerij
-
a. bestemd voor: het kweken van vis in een viskwekerij, waarbij:
-
– de juveniele vissen verkregen wordt van gekweekte ouderdieren,
-
– er geen sprake is van opkweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real-time wordt gemonitord,
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
en
-
– de verwerking en transport van de vis voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel F 2612,
-
b. bestaande uit: een viskwekerij, een real-time monitoringssyteem voor het effluent,
waterzuiveringsapparatuur, al dan niet een voerkweeksysteem en met uitzondering van
ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2411
Duurzame pootviskwekerij
-
a. bestemd voor: het opkweken van pootvis in een viskwekerij, waarbij:
-
– de pootvis verkregen wordt van gekweekte ouderdieren,
-
– er geen sprake is van opkweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real-time wordt gemonitord, en
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
-
b. bestaande uit: een pootviskwekerij, een real-time monitoringssyteem voor het effluent,
waterzuiveringsapparatuur, al dan niet een voerkweeksysteem en met uitzondering van
ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2420
Schaal- en schelpdierbroedinstallatie
-
a. bestemd voor: het broeden en opkweken van schaal- en schelpdieren uit ouderdieren,
waarbij:
-
– er geen sprake is van broeden en opkweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real-time wordt gemonitord, en
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
-
b. bestaande uit: een broedinstallatie, een kweeksysteem, een real-time monitoringssyteem
voor het effluent, al dan niet de volgende onderdelen: waterzuiveringsapparatuur en
een voerkweeksysteem en met uitzondering van ruimten en onderdelen bedoeld voor het
personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2421
Schaal- of schelpdierkwekerij
-
a. bestemd voor: het kweken van schelp- of schaaldieren, waarbij:
-
– de juveniele schelp- of schaaldieren worden verkregen van gekweekte ouderdieren,
-
– er geen sprake is van broeden en opkweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real-time wordt gemonitord, en
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
-
b. bestaande uit: een kweeksysteem, een real-time monitoringssyteem voor het effluent,
al dan niet de volgende onderdelen: waterzuiveringsapparatuur en een voerkweeksysteem
en met uitzondering van ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2430
Productiesysteem voor algen, kroos of (zee)wieren
-
a. bestemd voor: het produceren van algen, kroos of (zee)wieren, waarbij de geproduceerde
algen, kroos of (zee)wieren worden ingezet voor:
-
1. het kweken van vis, schaal- of schelpdieren, of
-
2. het produceren van hoogwaardige grondstoffen voor bestrijdingsmiddelen, voedingsmiddelen,
cosmetica, farmaceutica, industriële of andere toepassingen, niet zijnde brandstof
of een andere energiedrager, en waarbij het restproduct al dan niet een energietoepassing
krijgt,
-
b. bestaande uit: een productiesysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een behandelingseenheid
voor recirculatie van de voedingsoplossing, een oogstsysteem en apparatuur voor verwerking
tot grondstof.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Voorbeelden van hoogwaardige grondstoffen zijn: eiwitten, suikers, oliën,
vitamines, bindmiddelen, kleurstoffen en antioxidanten.
Visserij
F 2510
Akoestische afschrikkingsapparatuur aan visnetten
-
a. bestemd voor: het ter vermijding van bijvangst verdrijven van walvisachtigen door
aan visnetten bevestigde apparatuur die ultrasoon geluid produceert met een variabele
pulssnelheid, voor zover die visnetten niet genoemd zijn in bijlage I van Verordening (EG) nr. 812/2004 van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van maatregelen betreffende de bijvangsten
van walvisachtigen bij de visserij en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 88/98 (PbEU 2004, L 150),
-
b. bestaande uit: akoestische afschrikkingsapparatuur.
F 2511
Boomkor vervangende visinstallatie op een bestaand visserijschip
-
a. bestemd voor: het op een bestaand visserijschip verminderen van bijvangst en schade
aan de onderwaterbodem door het volledig vervangen van boomkorvistuig en -installaties
door een alternatieve visinstallatie, waarbij uit de op de meldingsdatum geldende
vismachtiging die de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselvoorziening voor het
schip heeft afgegeven, blijkt dat niet meer met boomkor wordt gevist,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van de) visinstallatie en het verwijderen van de boomkorinstallatie,
met uitzondering van pulskorvisinstallaties en hydrorig-vleugelinstallaties.
Toelichting: Voor een hydrowingsysteem voor de garnalenvisserij en energiezuinige
visinstallaties zie de bedrijfsmiddelen 221222 en 340000 van de energie-investeringsaftrek.
F 2515
Overlevingsbak of -bun met verbeterde terugvoer voor bijvangst
-
a. bestemd voor: het ter verhoging van de overlevingskans van bijvangst in de visserij,
opvangen en automatisch sorteren van de bijvangst in een overlevingsbak of -bun met
een terugvoermogelijkheid voor onbedoelde vangsten die wettelijk teruggezet moeten
of mogen worden door een diep in het water stekende buis, en waarbij:
-
– de dode bijvangst op het schip wordt opgeslagen, en
-
– de werking van het systeem is aangetoond door een relevante en erkende onderzoeksorganisatie,
-
b. bestaande uit: een opvangbak of -bun met sorteervoorziening, een terugvoersysteem
en al dan niet een opslagtank voor dode bijvangst.
Toelichting: Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen
niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen,
zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage.
A 2520
Roestvast stalen dipkoeltank voor schaaldieren op een visserijschip
-
a. bestemd voor: het aan boord van een visserijschip conserveren van schaaldieren door
een vast opgesteld, luchtdicht afsluitbaar roestvast stalen vat, waarin SC-20 als
conserveringsmiddel wordt gebruikt, ter vervanging van dipkoeling met natriumbisulfiet
of een derivaat daarvan,
-
b. bestaande uit: luchtdicht afsluitbaar roestvast stalen vat.
F 2590
Balenpers voor plastic afval op een zeeschip
-
a. bestemd voor: het minimaliseren van plastic afvalopslag op een zeegaand (visserij)schip
varend onder Nederlandse vlag, met een vast aan boord opgestelde balenpers, waarbij
het plastic afval ter verwerking afgegeven wordt aan een havenontvangstinstallatie,
-
b. bestaande uit: een balenpers en al dan niet geïntegreerde zonnecellen voor de energievoorziening.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel is onderdeel van de Green Deal ‘Visserij voor een
Schone Zee’ en de Green Deal ‘Scheepsafvalketen’.
Verwerkingsapparatuur voor voedsel en agrarische producten
F 2600
Apparatuur voor lokale verwerking van landbouwgewassen (voorwaartse integratie)
-
a. bestemd voor: het op of in de nabijheid van het land waar de landbouwgewassen voor
het proces zijn geteeld uitvoeren van kleinschalige, decentrale processtappen in de
verwerking van het gewas, waarbij het gangbaar is dat deze processtappen centraal
en fabrieksmatig plaatsvinden, met als doel het verkleinen van kringlopen, het op
het land houden van nutriënten en het voorkomen van afval bij de fabriek,
-
b. bestaande uit: verwerkingsapparatuur en -voorzieningen voor lokale verwerking, en
met uitzondering van de volgende onderdelen: apparatuur en voorzieningen voor het
transporteren, sorteren, verpakken, schoonmaken en opslaan van primaire landbouwproducten,
gebouwen en mobiele machines.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel betreft bijvoorbeeld kleinschalige en lokale fermentatie-apparatuur,
als het gangbaar is om dat fabrieksmatig en centraal te doen.
F 2601
Verwerkingsapparatuur voor hoogwaardige (afgekeurde) voedseloverschotten in de voedingsmiddelenindustrie
-
a. bestemd voor: het tot humane voedingsmiddelen verwerken van hoogwaardige voedingsmiddelen
die worden gezien als overschotten, minder vers zijn of zijn afgekeurd,
-
– die voldoen aan geldende wetgeving op gebied van traceerbaarheid en voedselveiligheid,
-
– die in de gangbare praktijk een laagwaardigere toepassing zouden krijgen, zoals vergisting,
compostering of verwerking tot diervoeder,
-
– waarbij wordt aangetoond dat de verwerking milieuvriendelijker is dan de gangbare
verwerking van de betreffende stroom, en
-
– waarbij het restproduct al dan niet een energietoepassing krijgt,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is voor de verwerking
van hoogwaardige (afgekeurde) voedseloverschotten.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan bijvoorbeeld apparatuur zijn voor het verwerken
van oud brood of optisch afgekeurde groenten en fruit.
F 2602
Verwerkingsapparatuur van laagwaardige plantaardige reststromen tot voedsel voor insectenkweek
-
a. bestemd voor: de verwerking van een laagwaardige plantaardige en aantoonbaar onvermijdbare
reststroom, waarbij:
-
– de reststroom wordt ingezet als voedsel voor insecten,
-
– de reststroom in de gangbare praktijk laagwaardiger wordt ingezet zoals voor vergisting
of compostering,
-
– het voedsel voor de insecten wettelijk is toegestaan,
-
– de insecten worden gekweekt voor de productie van voedingsmiddelen of ingrediënten
voor humane consumptie of vis- of veevoer, en
-
– wordt aangetoond dat de verwerking milieuvriendelijker is dan de gangbare verwerking
van de betreffende stroom,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is voor de verwerking
van laagwaardige plantaardige reststromen.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 2319 voor een insectenkweeksysteem.
F 2603
Apparatuur voor het opwaarderen van bierbostel tot humane voeding
-
a. bestemd voor: het opwaarderen van bierbostel tot humane voedingsmiddelen die voldoen
aan geldende wetgeving op gebied van traceerbaarheid en voedselveiligheid,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het
opwaarderen van bierbostel tot humane voedingsmiddelen.
F 2610
Productieapparatuur voor vleesvervangers
-
a. bestemd voor: het vervaardigen van vleesvervangers op basis van plantaardige grondstoffen
of (grondstoffen uit) schimmels,
-
b. bestaande uit: productieapparatuur voor vleesvervangers.
F 2612
Verwerkingsapparatuur voor diervriendelijke verwerking van gekweekte vis
-
a. bestemd voor: het verdoven, slachten en verwerken van gekweekte vis, waarbij:
-
– de verwerking plaatsvindt binnen 25 kilometer van de kwekerij,
-
– het bedrijf waar de vis wordt bedwelmd en gedood, apparatuur heeft die de vis binnen
één seconde bedwelmt en vervolgens doodt zonder dat de vis bijkomt, en
-
– op de transportwagen voor aan- en afvoer van levende vis, apparatuur aanwezig is die
tijdens transport het zuurstofniveau meet en aanpast waardoor het zuurstofgehalte
ten hoogste 110% bedraagt en meetapparatuur voor de waterkwaliteit aanwezig is die
ten minste de watertemperatuur meet en de mogelijkheid biedt dit tijdens transport
automatisch bij te sturen,
-
b. bestaande uit: verdovings- en slachtapparatuur, verwerkingsapparatuur en -voorzieningen
en meetapparatuur en voorzieningen ter beheersing van de waterkwaliteit tijdens transport,
met uitzondering van de volgende onderdelen: apparatuur en voorzieningen voor het
sorteren, verpakken en opslaan van vis, schaal-of schelpdieren, gebouwen en mobiele
machines.
F 2613
Verwerkingsapparatuur voor insecten
-
a. bestemd voor: het verwerken van insecten tot een product dat wettelijk is toegestaan,
-
b. bestaande uit: verwerkings- of voorbewerkingsapparatuur voor insecten, met uitzondering
van gebouwen.
Toelichting: Verwerkingsapparatuur voor insecten kan betrekking hebben op het scheiden
van insecten in verschillende fracties, zoals vetten en eiwitten. Ook apparatuur voor
het verwerken van insecten tot voer- of voedingsproducten kan in aanmerking komen.
Zie bedrijfsmiddel F 2319 voor een insectenkweeksysteem.
B 2615
Volautomatische optische sorteerinstallatie voor aardappelen of uien
-
a. bestemd voor: het met een camerasysteem automatisch sorteren van aardappelen of uien
zodat er qua vorm, maat en kwaliteit, uniforme partijen worden verkregen waardoor
uitval nagenoeg voorkomen wordt, en waarbij:
-
1. sortering van aardappelen op ten minste diameter, vierkantsmaat, knolvorm, beschadigingen,
groeiafwijkingen en ziekten plaatsvindt, of
-
2. sortering van uien op ten minste gewicht, diameter, kleur, externe en interne kwaliteit
plaatsvindt,
-
b. bestaande uit:
-
1. met betrekking tot onderdeel a. punt 1: in-, door- en uitvoerbanden, een verenkelings-
en rotatiesysteem met trillende axiaalrollen, een kleuren- en infraroodcamera, een
led-belichtingssysteem, een besturingscomputer met classificatie- en sorteersoftware
en een persluchtsysteem waarmee aardappelen bij de juiste sorteeruitgang worden geblazen
en sorteeruitgangen, of
-
2. met betrekking tot onderdeel a. punt 2: in-, door- en uitvoerbanden of rollensets,
een verenkelaar, een cupsorteerder met alle controle-units met NIR-technologie, cameraboxen
en lasers, een weegunit, persluchtvoorzieningen, kistenvullers en een volautomatische
wasstation voor het reinigen van de machine.
F 2620
Hoge druk pasteurisatie-installatie voor conservering van verse levensmiddelen
-
a. bestemd voor: het onder een druk van 400 tot 600 MPa pasteuriseren van verse levensmiddelen
waardoor de houdbaarheid verlengd wordt en waarbij de verse levensmiddelen niet worden
verhit,
-
b. bestaande uit: een hogedrukvat, een juk, een systeem om het vat op druk te brengen,
een systeem voor het laden en lossen en een regeleenheid.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Deze conserveringstechniek wordt ook High Pressure Processing (HPP) genoemd.
Installaties die levensmiddelen pasteuriseren door middel van verhitting voldoen niet
aan de eisen gesteld in bedrijfsmiddel F 2620.
A 2621
Heetwaterinstallatie voor fruitbehandeling
-
a. bestemd voor: het uitsluitend met water bestrijden van vruchtrot bij hardfruit, zonder
gebruik te maken van chemische toevoegingen, door het fruit voor bewaring in aanraking
te brengen met heet water met een temperatuur van ten minste 40°C,
-
b. bestaande uit: een watertank, een verwarmingselement en regelapparatuur.
A 2631
Bevochtigingsapparatuur voor verse voedingsmiddelen in supermarkten
-
a. bestemd voor: het met ultrasone techniek uit gezuiverd water gecreëerde aerosolen
kleiner dan 5 micron bedekken van verse voedingsmiddelen in supermarkten, zodat in
de directe omgeving van de voedingsmiddelen de luchtvochtigheid toeneemt en de temperatuur
daalt, waardoor de voedingsmiddelen langer houdbaar blijven en voedselverspilling
wordt voorkomen,
-
b. bestaande uit: waterbehandelingsapparatuur met voorfilters en een omgekeerd osmosemembraan,
een waterkwaliteitscontrolesysteem, een waterbesparingspomp, een ultrasone bevochtiger
voor voedingsmiddelen, een automatische leegloopfunctie, een ozongenerator, een afvoerpomp,
een frame en een deelstelsel.
A 2635
Laserapparaat voor natural branding van groente, fruit en aardappelen
-
a. bestemd voor: het ter vervanging van plastic verpakkingsmateriaal of stickers met
een laser weghalen van pigment in de buitenste schil van groente, fruit of aardappelen,
waardoor een logo of tekst ontstaat en waarbij geen gebruik van hulpstoffen wordt
gemaakt,
-
b. bestaande uit: een laserapparaat.
F 2650
Terugwinningsinstallatie voor fosfaat of stikstof uit dierlijke mest
-
a. bestemd voor: het behandelen van dierlijke mest, waarbij de fosfaat- of stikstofstroom
uit de mest wordt gescheiden en tot een nuttig product wordt omgezet door een installatie
die is toegestaan door het bevoegd gezag, en die:
en waarbij een bij punt 1 of punt 2 ontstane waterige fractie wordt gerecirculeerd
of loosbaar is op het oppervlakte water of riool,
-
b. bestaande uit: een terugwinningsinstallatie, met uitzondering van de volgende onderdelen:
mestvergistingsinstallatie, hygiëniseerinstallatie, droogband, validatie-installatie,
composteerinstallatie, verbrandingsinstallatie en gebouwen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
A 2690
Ozonoxidatie-installatie voor ontsmetting van (opslag)ruimten, lucht of producten
in de land- en tuinbouw
-
a. bestemd voor: het in een land- of tuinbouwbedrijf desinfecteren van lucht, een gesloten
(opslag)ruimte of een product door oxidatie met ozon, waardoor het gebruik van chemicaliën
aantoonbaar wordt verminderd of vermeden,
-
b. bestaande uit: een oxidatie-installatie, een ozongenerator en al dan niet de volgende
onderdelen: doseer- of injectieapparatuur, een restozonabsorber of -vernietiger, een
besturingssysteem en meet-en regelapparatuur.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel B 1545 voor een oxidatiereactor voor waterreiniging.
Mobiliteit
Stille, schone en zuinige transportmiddelen, mobiele werktuigen, distributie van alternatieve
brandstoffen, transportpreventie
Wegvervoer
G 3101
Lichte elektrische bestelauto
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 75.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
G 3102
Lichte waterstofbestelauto
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 125.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
G 3103
Zware elektrische bestelauto
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 75.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
G 3104
Zware waterstofbestelauto
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 125.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
D 3105
Elektrisch aangedreven taxi
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 40.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen F 3109 en F 3116 voor waterstofpersonenauto's
en elektrische of waterstofvrachtwagens. Zie bedrijfsmiddel E 3110 voor elektrische
voertuigen niet zijnde taxi’s. Zie bedrijfsmiddel G 3720 voor oplaadpunten voor eigen
gebruik. Zie bedrijfsmiddel G 3106 voor elektrische taxi’s met 9 zitplaatsen of voor
rolstoelvervoer.
G 3106
Elektrisch aangedreven taxi met 9 zitplaatsen of voor rolstoelvervoer
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 75.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen F 3109 en F 3116 voor waterstofpersonenauto's
en elektrische of waterstofvrachtwagens. Zie bedrijfsmiddel E 3110 voor elektrische
voertuigen niet zijnde taxi’s. Zie bedrijfsmiddel G 3720 voor oplaadpunten voor eigen
gebruik. Zie bedrijfsmiddel D 3105 voor elektrische taxi’s.
F 3108
Elektrische bus
-
a. bestemd voor: het vervoer van personen met een bus, die:
-
– behoort tot de Europese voertuigcategorie M2 of M3, en
-
– is voorzien van een uitsluitend elektrische aandrijving, waarbij de voor de aandrijving
benodigde energie wordt geleverd door een accupakket dat geen lood bevat,
-
b. bestaande uit: een elektrische bus en al dan niet een oplaadstation.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 300.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 3109
Waterstofpersonenauto
-
a. bestemd voor: het vervoer van personen met een uitsluitend elektrisch aangedreven
personenauto, niet zijnde een taxi voor rolstoelvervoer of met 9 zitplaatsen, waarbij
de voor de aandrijving benodigde energie wordt geleverd door een brandstofcel en al
dan niet een accupakket,
-
b. bestaande uit: een waterstofpersonenauto en al dan niet een oplaadstation.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 75.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met
merken en typen waarvan is gebleken dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen
voor dit bedrijfsmiddel.
E 3110
Elektrisch aangedreven voertuig
-
a. bestemd voor: het vervoer van personen of goederen op land in de open lucht met een
voertuig, niet zijnde een fiets, bromfiets, snorfiets, quad, gehandicaptenvoertuig,
brandstofcel aangedreven voertuig, bestelauto, vrachtwagen, bus, tram, metro of mobiel
werktuig, dat:
-
– is voorzien van een uitsluitend elektrische aandrijving, waarbij de voor de aandrijving
benodigde energie wordt geleverd door accupakket dat geen lood bevat, en
-
– een actieradius heeft van ten minste 50 kilometer op een vol accupakket indien het
een niet gekentekend voertuig betreft,
-
b. bestaande uit: een elektrisch aangedreven voertuig en al dan niet een oplaadstation.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 40.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen F 3109 en F 3116 voor waterstofpersonenauto's
en elektrische of waterstofvrachtwagens. Zie bedrijfsmiddel D 3105 voor elektrisch
aangedreven taxi's. Zie bedrijfsmiddel G 3720 voor oplaadpunten voor eigen gebruik.
Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen
waarvan is gebleken dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
G 3111
Elektrisch aangedreven voertuig met zonnepanelen
-
a. bestemd voor: het vervoer van personen met een elektrisch aangedreven personenauto
die is voorzien van in het voertuig geïntegreerde zonnepanelen, en waarbij:
-
– de voor de aandrijving benodigde energie wordt opgeslagen in een accupakket dat geen
lood bevat, en
-
– de zonnepanelen een vermogen hebben van ten minste 1 kilowattpiek,
-
b. bestaande uit: een uitsluitend elektrisch aangedreven voertuig, een vast aan het voertuig
verbonden zonnepaneel en al dan niet een oplaadstation.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 75.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen F 3109 en F 3116 voor waterstofpersonenauto's
en elektrische of waterstofvrachtwagens. Zie bedrijfsmiddel E 3110 voor overige elektrische
auto’s. Zie bedrijfsmiddel G 3720 voor oplaadpalen voor eigen gebruik.
Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen
waarvan is gebleken dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
F 3112
Waterstoftaxi met 9 zitplaatsen of voor rolstoelvervoer
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 125.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
A 3113
Plug-in-hybridebakwagenchassis, trekker of bus
-
a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen met een plug-in-hybride bus, bakwagenchassis
of trekker, die:
-
– behoort tot de Europese voertuigcategorie N2, N3, M2 of M3, niet zijnde een bus voor
een lijndienst, en
-
– is voorzien van een combinatie van één of meerdere elektromotoren, een elektrische
aandrijving en een verbrandingsmotor voor de aandrijving, waarbij de voor de aandrijving
benodigde elektrische energie wordt opgeslagen in een accupakket dat geen lood bevat,
-
b. bestaande uit: een bus, bestelauto, bakwagenchassis of trekker.
F 3115
Waterstofbus
-
a. bestemd voor: het vervoer van personen met een bus, die:
-
– behoort tot de Europese voertuigcategorie M2 of M3, en
-
– is voorzien van een uitsluitend elektrische aandrijving, waarbij de voor de aandrijving
benodigde energie wordt geleverd door een brandstofcelsysteem en al dan niet een accupakket,
-
b. bestaande uit: een waterstofbus en al dan niet een oplaadstation.
F 3116
Elektrische of waterstofvrachtwagen
-
a. bestemd voor: het vervoer van goederen met een bakwagenchassis of trekker, die:
-
– behoort tot de Europese voertuigcategorie N2 of N3, en
-
– is voorzien van een uitsluitend elektrische aandrijving, waarbij de voor de aandrijving
benodigde energie wordt geleverd door:
-
b. bestaande uit: een elektrische of waterstofbakwagenchassis of -trekker en al dan niet
een oplaadstation of voor de elektrische aandrijving noodzakelijke aanpassingen aan
de opbouw.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel A 3191 voor voertuigen met een halogeenvrije transportkoeling.
E 3117
LNG-bakwagenchassis of -trekker
-
a. bestemd voor: het vervoer van goederen met een bakwagenchassis of een trekker, die:
-
– behoort tot de Europese voertuigcategorie N2 of N3, en
-
– af-fabriek aangedreven wordt door een LNG-motor, waarbij onder LNG ook bio-LNG wordt
verstaan,
-
b. bestaande uit: een LNG-bakwagenchassis of trekker.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel A 3191 voor voertuigen met een duurzame transportkoeling.
B 3118
Elektrische brom- of snorfiets
-
a. bestemd voor: het vervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open
lucht met een elektrisch aangedreven brom- of snorfiets,
-
b. bestaande uit: een elektrische brom- of snorfiets en al dan niet een oplaadstation.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Onder een elektrische bromfiets wordt ook een speed pedelec verstaan.
F 3119
Elektrische bakfiets of fietstaxi
-
a. bestemd voor: het bedrijfsmatig vervoeren van personen of goederen over de openbare
weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht met een bakfiets of fietstaxi voorzien
van elektrische trapondersteuning, waarbij de aanschaf per bakfiets of fietstaxi ten
minste € 3.000 bedraagt,
-
b. bestaande uit: een elektrische bakfiets of fietstaxi en al dan niet de volgende onderdelen:
wisselaccu(’s) en oplaadstation.
A 3120
Loodvrij accupakket voor elektrische vervoermiddelen of mobiele werktuigen
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 30.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
A 3160
NOx-reductiesysteem voor een voertuig (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het reduceren van de NOx-emissie en al dan niet de emissie van andere schadelijke componenten van een Euro
4, 5, IV of V bestelauto, vrachtauto of bus met een retrofit SCR-systeem, waarbij:
-
– het voertuig voor de aandrijving is voorzien van een dieselmotor en behoort tot de
voertuigcategorie N1, N2, N3, M1, M2 of M3, en
-
– de NOx-emissie de grenswaarden van Euro 6 of VI niet overschrijdt, wat wordt aangetoond
met een emissiemeting,
-
b. bestaande uit: een retrofit SCR-systeem en al dan niet een NOx-monitoringsysteem.
E 3170
Bakwagenchassis of trekker met gereduceerd aandrijfgeluid (Quiet Truck)
-
a. bestemd voor: het vervoer van goederen met een bakwagenchassis of een trekker, die
niet is voorzien van een aardgasmotor of elektromotor, en die behoort tot de Europese
voertuigcategorie N2 of N3,
-
– met een aandrijfgeluid van ten hoogste 71 dB(A), en
-
– waarvoor een QuietTRUCK-certificaat van Piek-Keur is afgegeven,
-
b. bestaande uit: een bakwagenchassis of trekker.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 22.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Met bovengenoemde geluidseis komt niet iedere Quiet Truck in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek. Het advies is om voorafgaand aan de melding te controleren
of het aandrijfgeluid voldoende laag is.
Zie de bedrijfsmiddelen F 3116 en E 3117 voor elektrische of waterstofvrachtwagens
en LNG-bakwagenchassis of -trekkers.
F 3190
CO2- of N2-vulstation voor transportkoeling
-
a. bestemd voor: het afleveren van vloeibare CO2 of stikstof als koelmiddel van cryogene koelinstallaties van eigen vrachtwagens of
vaartuigen voor transport van goederen, ter beperking van luchtzijdige emissies en
geluidhinder,
-
b. bestaande uit: een afleverkast of -zuil, een pomp, een bufferopslag en een kaartlezer.
Toelichting: Installaties voor het vullen van stationaire installaties met CO2 of stikstof voldoen niet aan de omschrijving van bedrijfsmiddel F 3190.
A 3191
Voertuig met halogeenvrije transportkoeling
-
a. bestemd voor: het gekoeld vervoeren van goederen met een aanhanger, bakwagenopbouw,
bestelauto of oplegger, waarbij de goederen worden gekoeld door een gesloten koelsysteem
dat:
-
– uitsluitend werkt op basis van een natuurlijk (halogeenvrij) koudemiddel,
-
– niet wordt aangedreven door een uitsluitend daarvoor bestemde dieselmotor, en
-
– van energie wordt voorzien door middel van een lithiumaccu,
-
b. bestaande uit: een gekoelde aanhanger, bakwagenopbouw, bestelauto of oplegger.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 16.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen G 3101 tot en met G 3104 voor elektrische of
waterstofbestelauto's. Zie de bedrijfsmiddelen F 3116, E 3117 en E 3170 voor een bakwagenchassis
of een trekker.
F 3192
Transportcontainer met niet-cryogene CO2-koelinstallatie
-
a. bestemd voor: het gekoeld vervoeren van goederen in een (zee)container over water
of de openbare weg, waarbij de goederen worden gekoeld door een gesloten koelsysteem
dat:
-
– uitsluitend werkt op basis van R744 (CO2) als koudemiddel, en
-
– wordt aangedreven door een elektromotor met een accupakket voor opslag van energie,
-
b. bestaande uit: een gekoelde transportcontainer en al dan niet ombouwkosten van een
gekoelde transportcontainer op basis van halogeenhoudende koudemiddelen naar een transportcontainer
met een koelinstallatie zoals hierboven omschreven.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 20.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
A 3193
Piek-voertuig met een hermetisch gesloten koelsysteem
-
a. bestemd voor: het gekoeld vervoeren van goederen in een aanhanger, bakwagenopbouw,
bestelauto of oplegger, waarvan het volledige laadvolume wordt gekoeld met een gesloten
koelsysteem dat werkt met een koudemiddel met een GWP (Global Warming Potential) van
ten hoogste 2.500, en waarbij:
-
– het koelsysteem hermetisch gesloten en gelabeld is conform de Verordening (EU) Nr.
517/2014 van het Europees parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde
broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 842/2006 (PbEU 2014, L 150),
-
– de koelinstallatie niet wordt aangedreven door een uitsluitend daarvoor bestemde dieselmotor,
en
-
– de aanhanger, bakwagen of oplegger voldoet aan de eisen van Piek, wat wordt aangetoond
met een Piekcertificaat afgegeven door Stichting Piek-keur (het verminderen van piekniveaus
tijdens het laden en lossen in de gebouwde omgeving door een aanhanger, bakwagen,
bestelwagen of oplegger, waarbij het geluidsdrukniveau LpA (7,5m) van de opbouw inclusief
koelinstallatie ten hoogste 60 dB(A) bedraagt, gemeten volgens de ‘Meetmethode voor
piekgeluiden bij laden en lossen’),
-
b. bestaande uit: een gekoelde aanhanger, bakwagenopbouw, bestelauto of oplegger.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 16.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen F 3116, E 3117 en E 3170 voor een bakwagenchassis
of een trekker.
E 3194
Transporttrailer met halogeenvrije koelinstallatie
-
a. bestemd voor: het gekoeld vervoeren van goederen in een transporttrailer, waarbij
de goederen worden gekoeld door een gesloten koelsysteem dat:
-
– uitsluitend werkt op basis van een natuurlijk (halogeenvrij) koudemiddel, en
-
– wordt aangedreven door:
-
1. een elektromotor met een accupakket voor de opslag van energie,
-
2. de vrachtwagenmotor,
-
3. een CNG- of LNG-verbrandingsmotor al dan niet met generator, of
-
4. een dieselmotor die ten minste voldoet aan fase IV zoals opgenomen onder punt 9 van
paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: een op basis van een halogeenvrij koudemiddel gekoelde transporttrailer.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 20.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
A 3195
Transporttrailer met gecombineerd cryogeen en gesloten koelsysteem
-
a. bestemd voor: het gekoeld vervoeren van goederen over de openbare weg met aanhanger,
bakwagenopbouw, bestelauto of oplegger, waarbij het koelen en vriezen wordt gerealiseerd
met een cryogene koeling in combinatie met een gesloten koelsysteem met koudemiddel
en dampcompressie waarbij:
-
– de energie die vrijkomt uit het cryogene deel van de koelinstallatie tevens wordt
benut voor de autonome aandrijving een van het gesloten koelsysteem middels een elektromotor,
en
-
– in het gesloten systeem een koudemiddel wordt gebruikt met een GWP (Global Warming
Potential) van ten hoogste 2.500,
-
b. bestaande uit: een gekoelde aanhanger, bakwagenopbouw, bestelauto of oplegger met
een gecombineerd cryogeen en gesloten koelsysteem.
Installaties voor vervoermiddelen en werktuigen
G 3260
Gesloten roetfilter voor een koelmotor, dieselmotor of mobiel werktuig (aanpassen
bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verwijderen van roetdeeltjes uit de uitlaatgassen van een bestaande
koelmotor voor gekoeld wegtransport, vast opgestelde dieselmotor of een mobiel werktuig
door deze te voorzien van een roetfilter:
-
– met een verwijderingsrendement van ten minste 90%,
-
– dat niet is voorzien van een bypass-voorziening, en
-
– dat voldoet aan de eisen van TRGS 554 of staat op de roetfilterlijst van VERT (Verminderung
der Emissionen von Real-Dieselmotoren im Tunnelbau) of BAFU (Bundesambt für Umwelt)
of typegoedkeuringslijst van de RDW (de Dienst Wegverkeer),
-
b. bestaande uit: een gesloten roetfilter.
Toelichting: De roetfilterlijsten van VERT en BAFU zijn te vinden op www.vert-certification.eu
en https://www.bafu.admin.ch/bafu/de/home/themen/luft/fachinformationen/partikelfilterliste.html.
Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen niet in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek, zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze
bijlage.
A 3261
NOx-reductiesysteem voor een mobiel werktuig (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het reduceren van de NOx-emissie en al dan niet de emissie van andere schadelijke componenten van een bestaand
mobiel werktuig, waarbij:
-
– de mobiele machine voor de aandrijving is voorzien van een fase I, II, IIIA of IIIB
dieselmotor, en
-
– de NOx-emissie de grenswaarden van fase IV of V niet overschrijdt, wat wordt aangetoond
met een emissiemeting,
-
b. bestaande uit: een NOx-reductiesysteem en al dan niet de kosten voor de uitgevoerde emissiemeting.
Scheepvaart
F 3300
Voorspeller van scheepsbewegingen
-
a. bestemd voor: het langer en vaker kunnen doorwerken op een vaartuig dat onder Nederlandse
vlag vaart, door gebruik te maken van een voorspeller van scheepsbewegingen, die op
basis van analyse van weer-, radar- of satellietgegevens de bewegingen van het schip
vooruit voorspelt,
-
b. bestaande uit: hardware en software die nodig is om met golfvoorspelling te kunnen
werken.
A 3310
Loodvrij accupakket voor vaartuigen
-
a. bestemd voor: het voorzien in de energiebehoefte van een vaartuig met een modulaire
of in het vaartuig ingebouwd accupakket dat geen lood bevat,
-
b. bestaande uit: een accupakket.
A 3311
Waterstof brandstofvoorziening voor schepen
-
a. bestemd voor: het voorzien in de energiebehoefte van een vaartuig met een modulaire
of in het vaartuig ingebouwde eenheid voor de opslag en conversie van in vloeistof
of zout opgeslagen waterstof,
-
b. bestaande uit: een opslagtank voor waterstof in vloeistof of zout, en al dan niet
een brandstofcel en katalysator.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel A 3310 voor een loodvrij accupakket voor vaartuigen.
B 3320
Duurzame aandrijving voor een vaartuig
-
a. bestemd voor: de voortstuwing van een vaartuig, niet zijnde een vissersschip, dat
vaart op binnenwateren of het Nederlandse deel van de Noordzee, voor het verrichten
van werkzaamheden, het bestrijden van calamiteiten of voor het vervoer van personen
of goederen, met een installatie waarin uitsluitend één of meerdere van de volgende
motoren of systemen worden toegepast:
-
1. een motor die voldoet aan Euro VI, waarbij de emissiegrenswaarde waaraan wordt voldaan
is opgenomen in Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring
van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen
(Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van
Verordening (EG) nr. 715/2007 en richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG (PbEU 2009, 188), of
-
2. een hybride systeem voor voorstuwing en de overige vermogensbehoefte met een aardgasmotor,
waarbij één of meer verbrandingsmotoren en één of meer elektromotoren samen worden
ingezet,
-
b. bestaande uit: één of meerdere motoren of een hybride aandrijving.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 3321 voor brandstofcelsystemen, hybride- of gasmotoren
voor een vaartuig.
Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
F 3321
Zeer duurzame motor voor een vaartuig
-
a. bestemd voor: de energievoorziening of voortstuwing van een vaartuig, niet zijnde
een visserijschip, door een hoofdmotor die bestaat uit:
-
1. een aardgasmotor, waarbij de methaanslip van een toegepaste gasmotor ten hoogste 4,0
gram per kilowattuur bedraagt, wat wordt aangetoond door een relevant meetrapport
opgesteld door een erkend en onafhankelijk meetinstituut,
-
2. een brandstofcelsysteem, of
-
3. een combinatie van 1 of 2,
-
b. bestaande uit: al dan niet de volgende onderdelen: een in het vaartuig ingebouwde
aardgasmotor, een gastank, een brandstofcel en een oplaadstation.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel A 3120 voor een loodvrij accupakket voor een vaartuig.
Onder aardgas wordt ook biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt verstaan.
Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
F 3322
Elektrische scheepsaandrijving
-
a. bestemd voor: het aandrijven van een onder Nederlandse vlag varend schip, dat niet
is voorzien van een verbrandingsmotor en niet bestemd is voor het vervoeren van passagiers,
waarbij de stroomvoorziening voldoet aan de eisen bedoeld onder a. van bedrijfsmiddel
A 3310 of A 3311,
-
b. bestaande uit: een elektrische aandrijflijn en al dan niet een stroomvoorziening.
A 3325
Automatisch smeerolie-deelverversingseenheid voor een scheepsmotor
-
a. bestemd voor: het automatisch op basis van het zwavelgehalte in de brandstof en de
specifieke samenstelling van de smeerolie, uitvoeren van smeerolie-deelverversingen
in een scheepsmotor op een schip dat onder Nederlandse vlag vaart,
-
b. bestaande uit: een smeerolie-deelverversingseenheid.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 25.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
B 3330
Duurzame romp van een binnenvaartschip
waarbij de eigenaar van het schip met meetrapporten of certificaten aantoont dat aan
de vereiste specificaties wordt voldaan,
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 500.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 3332
Antifoulingsysteem voor een scheepshuid
-
a. bestemd voor: het beschermen van de scheepshuid tegen corrosie en aangroei met een
verfsysteem of een folie, dat biocidevrij, kopervrij, teervrij en niet zelfslijpend
is, en waarbij de aangebrachte antifouling gegarandeerd gedurende ten minste 7 jaar
niet hoeft te worden vervangen,
-
b. bestaande uit: een coating van de scheepshuid.
Toelichting: Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met
merken en typen waarvan is gebleken dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen
voor dit bedrijfsmiddel.
B 3340
Waterzuiveringsinstallatie voor een vaartuig
-
a. bestemd voor: het zuiveren en al dan niet recyclen van aan boord van een vaartuig
ontstaan huishoudelijk (of hiermee vergelijkbaar) afvalwater met een vast opgestelde
afvalwaterzuiveringsinstallatie die het water op een biologische wijze zuivert,
-
b. bestaande uit: een waterzuiveringsinstallatie, een opslagtank en al dan niet een recyclingsysteem.
Toelichting: Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen
niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen,
zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage.
F 3360
NOx-reductiesysteem voor een schip
Toelichting: Dieselmotoren op een binnenvaartschip die onder bedrijfsmiddel F 3360
in aanmerking kunnen komen zijn voortstuwingsmotoren, boegschroeven, aggregaten en
(beladings)pompen.
Roetfilters kunnen geplaatst worden in combinatie met SCR-katalysatoren (retrofitinstallaties)
zoals genoemd in bedrijfsmiddel F 3360. Roetfilters voor een binnenvaartschip kunnen
worden gemeld onder bedrijfsmiddel A 3361.
Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
A 3361
Gesloten roetfilter voor een binnenvaartschip
-
a. bestemd voor: het verwijderen van roetdeeltjes uit de rookgassen van een binnenvaartschip,
al dan niet in combinatie met andere schadelijke luchtverontreinigingen, met een gesloten
roetfilter dat voldoet aan de eisen van TRGS 554 of dat staat op de roetfilterlijst
van VERT (Verminderung der Emissionen von Real-Dieselmotoren im Tunnelbau) of BAFU
(Bundesambt für Umwelt), en dat voorzien is van een:
-
1. actief regeneratiesysteem, of
-
2. passief regeneratiesysteem in combinatie met een SCR-katalysator,
-
b. bestaande uit: een gesloten roetfilter en een actief regeneratiesysteem of een passief
regeneratiesysteem met een SCR-katalysator.
Toelichting: Roetfilters kunnen geplaatst worden in combinatie met SCR-katalysatoren
(retrofitinstallaties) zoals genoemd in bedrijfsmiddel F 3360. De roetfilterlijsten
van VERT en BAFU zijn te vinden op www.vert-certification.eu en www.bafu.admin.ch.
Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
F 3365
Ontgassingsinstallatie voor transportcontainers
-
a. bestemd voor: het ontgassen van transportcontainers door afzuiging van lucht gevolgd
door behandeling van de afgezogen lucht, ter voorkoming van emissie van ontsmettingsgassen
of andere luchtverontreinigende stoffen naar de buitenlucht,
-
b. bestaande uit: een afzuiginstallatie, een filterinstallatie en al dan niet gasnabehandelingsapparatuur,
met uitzondering van gasdetectieapparatuur.
F 3366
Ontgassingsinstallatie voor scheepstanks
-
a. bestemd voor: het ontgassen van scheepstanks voor het vervoer van vluchtige koolwaterstoffen
of brandstoffen, waarbij de afgevangen gassen worden gereinigd en de afgescheiden
koolwaterstoffen nuttig worden toegepast of worden vernietigd,
-
b. bestaande uit: een ontgassingsinstallatie en een luchtreinigingsinstallatie.
Toelichting: Onder dit bedrijfsmiddel valt ook een ontgassingsinstallatie aan boord
van een schip of op een ponton.
Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen niet in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen,
zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage.
G 3390
Walstroomaansluiting aan boord van een schip
-
a. bestemd voor: het gebruik maken van aangeboden walstroom aan boord van een schip,
niet zijnde een pleziervaartuig, dat is voorzien van een eigen aandrijving en bestemd
is voor het vervoer van personen of goederen,
-
b. bestaande uit: aansluitpunt(en), aanpassing van het elektrische systeem aan boord
en een verlengkabel om een verbinding tussen het schip en de walstroomkast te kunnen
maken, met uitzondering van eventuele zonnepanelen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 7.500 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek. Deze aftopping geldt niet voor walstroomaansluitingen
aan boord van zeegaande schepen.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
G 3391
Walstroominstallatie op de kade
-
a. bestemd voor: het leveren van walstroom aan eigen schepen, niet zijnde pleziervaartuigen,
zodat de eigen generatoren niet gebruikt worden als de schepen aan de kade liggen,
-
b. bestaande uit: een walstroomkast met één of meerdere aansluitpunten en al dan niet
de volgende onderdelen: een registratiesysteem en een omvormer.
Mobiele werktuigen
F 3413
Elektrisch aangedreven mobiel werktuig
-
a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden op land in de open lucht met een mobiel
werktuig, niet zijnde een schaarhoogwerker, verreiker, vorkheftruck of zelfrijdend
mobiel werktuig, dat:
-
– af-fabriek is voorzien van een vaste bestuurders(zit)plaats, en
-
– uitsluitend elektrisch wordt aangedreven, waarbij de elektrische energie voor de aandrijving
wordt geleverd door een accupakket dat geen lood bevat en al dan niet een netspanningskabel
of brandstofcel,
-
b. bestaande uit: een mobiel werktuig en al dan niet de volgende onderdelen: een vast
aan het werktuig verbonden zonnepaneel, een netspanningskabel, een oplaadstation en
een wisselaccupakket.
Toelichting: Onder een zelfrijdend mobiel werktuig wordt een mobiel werktuig verstaan
dat werkzaamheden kan verrichten zonder bestuurder. Onder een vorkheftruck wordt geen
meeneemheftruck verstaan. Een mobiel werktuig met een vaste bestuurders(zit)plaats
is bijvoorbeeld een dozer, graafmachine, laadschop, landbouwmachine, landbouwtrekker
of bosbouwtrekker.
A 3414
Elektrisch aangedreven mobiel werktuig op netspanning
-
a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden op land in de open lucht met een mobiel
werktuig, niet zijnde een zelfrijdend mobiel werktuig, dat:
-
– af-fabriek is voorzien van een vaste bestuurders(zit)plaats, en
-
– uitsluitend elektrisch wordt aangedreven, waarbij de elektrische energie voor de aandrijving
wordt geleverd door een netspanningskabel,
-
b. bestaande uit: een mobiel werktuig en al dan niet een vast aan het werktuig verbonden
zonnepaneel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 250.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Onder een zelfrijdend mobiel werktuig wordt een mobiel werktuig verstaan
dat werkzaamheden kan verrichten zonder bestuurder. Een mobiel werktuig met een vaste
bestuurders(zit)plaats is bijvoorbeeld een dozer, graafmachine, laadschop, landbouwmachine,
landbouwtrekker of bosbouwtrekker.
B 3415
Hybride aangedreven mobiel werktuig
-
a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden op land in de open lucht met een mobiel
werktuig, niet zijnde een zelfrijdend mobiel werktuig, dat:
-
– af-fabriek is voorzien van een vaste bestuurders(zit)plaats, en
-
– voor de aandrijving is voorzien van één of meerdere elektromotoren in combinatie met
een verbrandingsmotor, waarbij de emissies van de verbrandingsmotor de grenswaarden
van fase IV of V niet overschrijden, zoals opgenomen onder punt 9 van paragraaf 1
van deze bijlage en de elektrische energie voor de aandrijving wordt geleverd door:
-
1. een accupakket dat geen lood bevat,
-
2. een condensator, of
-
3. een netspanningskabel,
-
b. bestaande uit: een mobiel werktuig en al dan niet de volgende onderdelen: een oplaadstation
en een wisselaccupakket.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 150.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Onder een zelfrijdend mobiel werktuig wordt een mobiel werktuig verstaan
dat werkzaamheden kan verrichten zonder bestuurder. Een mobiel werktuig met een vaste
bestuurders(zit)plaats is bijvoorbeeld een dozer, graafmachine, laadschop, landbouwmachine,
landbouwtrekker of bosbouwtrekker.
F 3416
Elektrische vorkheftruck voor gebruik in de open lucht
-
a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden op land in de open lucht met een vorkheftruck
die af-fabriek is voorzien van een vaste bestuurderszitplaats en gesloten cabine,
waarbij deze vorkheftruck:
-
– een hefcapaciteit heeft van ten minste 5 ton, en
-
– voor de aandrijving is voorzien van uitsluitend één of meerdere elektromotoren, waarbij
de elektrische energie voor de aandrijving uitsluitend wordt geleverd door een:
-
1. accupakket dat geen lood bevat, of
-
2. brandstofcel, al dan niet in combinatie met een accupakket,
-
b. bestaande uit: een elektrische vorkheftruck en al dan niet een oplaadstation en een
wisselaccupakket.
F 3417
Elektrische verreiker
-
a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden met een verreiker die uitsluitend elektrisch
wordt aangedreven, waarbij de elektrische energie voor de aandrijving wordt geleverd
door een accupakket dat geen lood bevat en al dan niet een netspanningskabel of brandstofcel,
-
b. bestaande uit: een elektrische verreiker en al dan niet de volgende onderdelen: een
netspanningskabel, een oplaadstation en een wisselaccupakket.
B 3460
Stofarme veeg(zuig)machine
-
a. bestemd voor: het verrichten van reinigingswerkzaamheden in de open lucht met een
niet-zelfrijdende veeg(zuig)machine, die is voorzien van een vuilcontainer van ten
minste 2.000 liter en een ontstoffingsinstallatie waardoor de uitgeblazen lucht van
fijnstof wordt ontdaan waardoor de continue stofemissie niet meer bedraagt dan 5 milligram
per nominaal kubieke meter gemeten conform UNI EN 13284-1 en het verwijderingsrendement
ten minste 90% voor PM2,5 en ten minste 97% voor PM10 bedraagt gemeten conform US-EPA Testmethode 201A,
-
b. bestaande uit: een veeg(zuig)machine en al dan niet een oplaadstation.
Toelichting: Onder een zelfrijdend voertuig wordt een voertuig verstaan dat werkzaamheden
kan verrichten zonder bestuurder.
Vervoer over het spoor
F 3510
Hybride, elektrische of waterstoflocomotief (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de luchtzijdige emissies van een bestaande diesellocomotief
door de bestaande aandrijving aan te passen en de locomotief te voorzien van een accupakket
voor de opslag van aandrijvingsenergie en al dan niet een brandstofcel, waarbij:
-
– de locomotief in staat is om volledig elektrisch te rijden op trajecten zonderbovenleiding,
-
– remenergie wordt teruggewonnen en opgeslagen in het accupakket, en
-
– het accupakket kan worden bijgeladen op trajecten met bovenleiding,
-
b. bestaande uit: een accupakket, aanpassingen aan de bestaande aandrijving, een systeem
voor het terugwinnen van remenergie en al dan niet een brandstofcel of oplaadsysteem.
Luchtvervoer
B 3610
Elektrisch lesvliegtuig
-
a. bestemd voor: het leren vliegen met een vliegtuig dat is voorzien van een uitsluitend
elektrische aandrijving, waarbij de voor de aandrijving benodigde energie wordt geleverd
door een accupakket dat geen lood bevat,
-
b. bestaande uit: een elektrisch lesvliegtuig.
Distributie van alternatieve brandstoffen
F 3710
Waterstofafleverstation voor voer- of vaartuigen
-
a. bestemd voor: het afleveren van waterstof als motorbrandstof voor uitsluitend eigen
voer- of vaartuigen,
-
b. bestaande uit: een afleverpunt en al dan niet de volgende onderdelen: compressoren,
een bufferopslag en een lokale waterstofzuiveringseenheid.
G 3720
Oplaadpunt voor elektrische voer- of vaartuigen
-
a. bestemd voor: het elektrisch laden en al dan niet ontladen van accu’s van uitsluitend
eigen bestelauto's, personenauto's, motorfietsen, brom- of snorfietsen of vaartuigen
waarbij het oplaadpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein,
-
b. bestaande uit: een oplaadsysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een ontlaadsysteem,
een meet- en regelsysteem, een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker en een
stekkerherkenningssysteem, en met uitzondering van zonnepanelen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.500 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 3721 voor oplaadpunten voor zware elektrische voertuigen.
F 3721
Oplaadpunt voor zware elektrische voertuigen
-
a. bestemd voor: het elektrisch laden van accu’s van uitsluitend eigen voertuigen behorende
tot de Europese voertuigcategorie M2, M3, N2 of N3, die zijn voorzien van een geheel
of gedeeltelijk elektrische hoofdaandrijving,
-
b. bestaande uit: een oplaadsysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een ontlaadsysteem,
een meet- en regelsysteem, een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker en een
stekkerherkenningssysteem, en met uitzondering van zonnepanelen.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel G 3720 voor oplaadpunten voor elektrische vaar- en
voertuigen.
F 3722
Oplaadpunt voor vliegtuigen
-
a. bestemd voor: het elektrisch laden van accu’s van uitsluitend eigen vliegtuigen die
zijn voorzien van een geheel of gedeeltelijk elektrische hoofdaandrijving,
-
b. bestaande uit: een oplaadsysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een ontlaadsysteem,
een meet- en regelsysteem, een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker en een
stekkerherkenningssysteem, en met uitzondering van zonnepanelen.
B 3730
Afleverstation voor hoge blend biobrandstof
-
a. bestemd voor: het afleveren van hoge blend biobrandstof als motorbrandstof voor eigen
voertuigen, waarbij:
-
– uitsluitend één of meerdere van de volgende brandstoffen worden afgeleverd: B30, B100,
E85, ED95, biomethanol, hernieuwbare DME, PPO of brandstof die ten minste 30% HVO
bevat, en
-
– het afleverstation is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein,
-
b. bestaande uit: een afleverzuil en een bufferopslag voor biobrandstof.
G 3740
Aardgasvulpunt voor vrachtwagens
-
a. bestemd voor: het afleveren van aardgas als motorbrandstof voor eigen voertuigen die
behoren tot de Europese voertuigcategorie N2 of N3, door een installatie die, voor
zover van toepassing, voldoet aan de eisen gesteld in de PGS 25: 2009 of de PGS 33-1:
2013 en waarbij:
-
– het aardgasvulpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein, en
-
– onder aardgas ook wordt verstaan: CNG, LNG en biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter
is opgewerkt,
-
b. bestaande uit: een aardgasvulpunt.
Toelichting: PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen. Informatie over PGS
is beschikbaar op de website www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl.
G 3741
Aardgasvulpunt voor vaartuigen
-
a. bestemd voor: het afleveren van aardgas als motorbrandstof voor eigen vaartuigen door
een installatie die, voor zover van toepassing, voldoet aan de eisen gesteld in de
PGS 33-2: 2014 en waarbij onder aardgas ook wordt verstaan: CNG, LNG en biogas dat
tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt,
-
b. bestaande uit: een al dan niet drijvend aardgasvulpunt.
Toelichting: PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen. Informatie over PGS
is beschikbaar op de website www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl.
Klimaat en lucht
CO2-uitstoot, overige broeikasgassen, zure depositie, fijnstof, smog, vluchtige organische
stoffen (VOS), overige luchtverontreiniging, geur
Co2-uitstoot
F 4100
Productieapparatuur voor het voorkomen van ontstaan van CO2
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 4101
Apparatuur voor het afscheiden van CO2 voor nuttige toepassing
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 4102
Apparatuur voor het transport van CO2 voor nuttige toepassing
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 4103
Apparatuur voor het binden van CO2
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 4109
Reformer voor waterstofproductie uit een hernieuwbare bron
-
a. bestemd voor: het in de chemische industrie produceren van waterstof voor industriële-
of vervoerstoepassingen door middel van reforming, waarbij de waterstof gemaakt wordt
uit biogas of biobrandstof,
-
b. bestaande uit: een reformer-reactor, een waterstofzuiveringseenheid en al dan niet
katalysatoren en voorbehandelingsapparatuur voor de inkomende gasstromen, met uitzondering
van voorzieningen voor het afscheiden, terugwinnen en transporteren van CO2 voor permanente opslag.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 5.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Voorbeelden van reforming zijn stoomreforming, autothermal reforming
(ATR) of partial oxidation (POX) reforming.
Zie bedrijfsmiddel 270301 van de energie-investeringsaftrek voor het afscheiden, terugwinnen
en transporteren van CO2 uit de afgassen voor permanente opslag.
A 4110
Reformer voor waterstofproductie
-
a. bestemd voor: het in de chemische industrie produceren van waterstof voor industriële-
of vervoerstoepassingen door middel van reforming, waarbij de waterstof gemaakt wordt
uit aardgas, raffinagegas of andere afgassen of restbronnen, waarbij de vrijkomende
CO2 nuttig wordt toegepast of permanent wordt opgeslagen,
-
b. bestaande uit: een reformer-reactor, een waterstofzuiveringseenheid en al dan niet
katalysatoren en voorbehandelingsapparatuur voor de inkomende gasstromen, met uitzondering
van voorzieningen voor het afscheiden, terugwinnen en transporteren van CO2 voor permanente opslag.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 5.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Voorbeelden van reforming zijn stoomreforming, autothermal reforming
(ATR) of partial oxidation (POX) reforming.
Zie bedrijfsmiddel F 4101 voor het afscheiden en terugwinnen van CO2 uit afgassen voor nuttige toepassing. Zie bedrijfsmiddel 270301 van de energie-investeringsaftrek
voor het afscheiden, terugwinnen en transporteren van CO2 uit de afgassen voor permanente opslag.
F 4111
Apparatuur voor elektrificatie van processen in de chemische industrie
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
A 4115
Lithiumaccu of brandstofcel voor stroomvoorziening van gereedschap
-
a. bestemd voor: het met een lithiumaccu en al dan niet een brandstofcel van stroom voorzien
van professioneel gereedschap dat in een gangbare situatie is voorzien van een verbrandingsmotor,
-
b. bestaande uit: een lithiumaccu en al dan niet een brandstofcel en (snel)laadsysteem.
Toelichting: Voor bedrijfsmiddelen geldt een minimum meldingsbedrag van € 2.500. Bij
bijvoorbeeld een prijs van € 500 per accu worden ten minste 5 accu’s tegelijk aangeschaft
en gemeld.
F 4120
Oxyfuel-verbrandingsinstallatie met CO2-terugwinning
-
a. bestemd voor: het verbranden van brandstoffen met zuivere zuurstof, met uitzondering
van toepassingen in de be- en verwerking van metalen, metaalverbindingen en glas,
waarbij de ontstane CO2 wordt afscheiden en teruggewonnen,
-
b. bestaande uit: (aanpassingen aan) een verbrandingsinstallatie en al dan niet een gasscheidingsinstallatie
voor het maken van zuivere zuurstof, apparatuur voor het afscheiden en terugwinnen
van CO2, met uitzondering van voorzieningen voor het afscheiden, terugwinnen en transporteren
van CO2 voor permanente opslag.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 4101 voor apparatuur voor het enkel afscheiden en
terugwinnen van CO2. Zie bedrijfsmiddel 270301 van de energie-investeringsaftrek voor het afscheiden,
terugwinnen en transporteren van CO2 uit de afgassen voor permanente opslag.
A 4140
CO2-emissiearme waterzuiveringsinstallatie voor stikstofverwijdering (aanpassen bestaande
situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van CO2 van een bestaande waterzuiveringsinstallatie door het vervangen van een conventionele
nitrificatie-/denitrificatie-installatie door een bioreactor met korrelslib, waarbij
ammonium in een enkele processtap wordt omgezet in stikstofgas en er geen nitraat
wordt gevormd,
-
b. bestaande uit: een bioreactor, een (lamellen)afscheider, een chemicaliëndosering,
een compressor, een beluchtingsinstallatie, een menger, een koolstofbrondosering en
al dan niet een warmtewisselaar, met uitzondering van de volgende onderdelen: voorzuiveringstechnieken
en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.
Overige broeikasgassen
F 4200
Apparatuur voor emissiereductie van overige broeikasgassen
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 4209
Vacuüm hoog- of middenspanningsschakelsysteem (aanpassing bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het vervangen van een SF6-houdend schakelsysteem voor het doorschakelen van hoog- of middenspanning met een
schakelsysteem dat geen SF6 bevat, maar geïsoleerd is door een vacuüm, waarbij:
-
– het vervangen van het SF6-houdend schakelsysteem wordt uitgevoerd door een wettelijk gecertificeerd monteur,
en
-
– wordt aangetoond dat het SF6 is opgevangen en milieuverantwoord wordt verwerkt,
-
b. bestaande uit: vervanging van een vacuüm last- of vermogensschakelaar.
A 4210
Hoog- of middenspanningsschakelsysteem of gasgeïsoleerde leiding met een laag GWP
isolatiegas
-
a. bestemd voor: het doorschakelen of transporteren van hoog- of middenspanning met een
schakelsysteem of gasgeïsoleerde leiding dat geen SF6 bevat, maar geïsoleerd is met een isolatiegas met een Global Warming Potential (GWP)
van minder dan 500 CO2-equivalenten, waarbij:
-
– dit in geval van het vervangen van een SF6-houdend schakelsysteem, wordt uitgevoerd door een wettelijk gecertificeerd monteur,
en
-
– wordt aangetoond dat het SF6 is opgevangen en milieuverantwoord wordt verwerkt,
-
b. bestaande uit: (vervanging van) een schakelsysteem of gasgeïsoleerde leiding met isolatiegas.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.500.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 4220
Methaanemissiereducerende techniek voor een stationaire gasmotor (aanpassen bestaande
situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van methaan via de rookgassen van een
al in gebruik zijnde stationair opgestelde gasmotor met een thermisch vermogen van
ten minste 2,5 megawatt, waarbij de emissie van het totaal aan koolwaterstoffen, berekend
als C, ten hoogste 400 milligram per normaal kubieke meter bij 15% O2 bedraagt, aangetoond met een emissierapportage conform het Activiteitenbesluit milieubeheer,
-
b. bestaande uit: motorzijdige aanpassing van een bestaande gasmotor of nageschakelde
technieken of een waterstofdoseerinstallatie.
F 4230
Gesloten plasmareinigingssysteem op basis van fluorgas (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het met fluorgas (F2) in een gesloten systeem reinigen van proceskamers in de elektronica-industrie, zoals
gebruikt bij het produceren van halfgeleiders of zonnecellen, ter vervanging van een
bestaand reinigingsproces op basis van NF₃, SF6, C2F₆ of een ander fluoridehoudend gas,
-
b. bestaande uit: een gesloten plasmareinigingssysteem met een fluorgasgenerator.
Zure depositie
B 4301
Automatisch brandstofinvoersysteem of buffervat voor bestaande ketels of kachels
F 4305
NOx-emissiereducerende techniek
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 4306
Apparatuur voor natte NOx-verwijdering
-
a. bestemd voor: het uit rookgassen verwijderen van NOx en al dan niet andere componenten door de rookgassen te leiden door een waterbad
of gaswasser met water als scrubbervloeistof,
-
b. bestaande uit: natte wasser of waterbad en al dan niet de volgende onderdelen: een
loogdosering, oxidatiesysteem op basis van uv, ozon of chemische omzetting of een
combinatie hiervan, warmteterugwinningssysteem, apparatuur voor waterzuivering al
dan niet met hergebruik van het water.
B 4309
Verwarmingsketel met geïntegreerde low-NOx-brander ≤ 20 mg NOx/Nm3
-
a. bestemd voor: het verwarmen van water met een ketel met een geïntegreerde brander,
waarbij de rookgassen niet meer dan 20 milligram NOx per normaal kubieke meter bij 3% O2 bevatten, aangetoond met een emissierapportage van NOx-metingen aan eenzelfde installatie, uitgevoerd door een geaccrediteerd laboratorium
of een SCIOS scope 6 gecertificeerd bedrijf conform het Activiteitenbesluit milieubeheer, waarbij geen correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een ketel met een geïntegreerde brander.
Toelichting: Een emissiemeting conform het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt uitgevoerd door een bedrijf dat hiertoe geaccrediteerd (metingen conform EU
normen NEN-EN 14792 voor NOx, NEN-EN 13284-1 voor stof en NEN-EN 14789 voor O2) of gecertificeerd (metingen conform Scope 6 van de SCIOS) is.
Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen
waarvan is gebleken dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
E 4310
Verwarmingsketel met geïntegreerde low-NOx-brander ≤ 30 mg NOx/Nm3
-
a. bestemd voor: het verwarmen van water met een ketel met een geïntegreerde brander,
waarbij de rookgassen niet meer dan 30 milligram NOx per normaal kubieke meter bij 3% O2 bevatten, aangetoond met een emissierapportage van NOx-metingen aan eenzelfde installatie, uitgevoerd door een geaccrediteerd laboratorium
of een SCIOS scope 6 gecertificeerd bedrijf conform het Activiteitenbesluit milieubeheer, waarbij geen correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een ketel met een geïntegreerde brander.
Toelichting: Een emissiemeting conform het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt uitgevoerd door een bedrijf dat hiertoe geaccrediteerd (metingen conform EU
normen NEN-EN 14792 voor NOx, NEN-EN 13284-1 voor stof en NEN-EN 14789 voor O2) of gecertificeerd (metingen conform Scope 6 van de SCIOS) is.
Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen
waarvan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft vastgesteld dat deze voldoen
aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
B 4311
Verwarmingsketel met low-NOx-voorzetbrander ≤ 40 mg NOx/Nm3
-
a. bestemd voor: het verwarmen van water of het produceren van lagedrukstoom met een
druk van ten hoogste 5 bar en een temperatuur van hoogste 110°C, met een combinatie
van een ketel en een voorzetbrander, waarbij de rookgassen niet meer dan 40 milligram
NOx per normaal kubieke meter bij 3% O2 bevatten, aangetoond met een emissierapportage conform het Activiteitenbesluit milieubeheer, waarbij geen correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een voorzetbrander en een ketel.
Toelichting: Een emissiemeting conform het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt uitgevoerd door een bedrijf dat hiertoe geaccrediteerd (metingen conform EU
normen NEN-EN 14792 voor NOx, NEN-EN 13284-1 voor stof en NEN-EN 14789 voor O2) of gecertificeerd (metingen conform Scope 6 van de SCIOS) is.
B 4312
Verwarmingsketel met low-NOx-brander voor stoom of thermische olie ≤ 60 mg NOx/Nm3
-
a. bestemd voor: het produceren van hogedrukstoom met een druk van ten minste 5 bar of
het verwarmen van thermische olie met een combinatie van een ketel en een brander,
waarbij de rookgassen niet meer dan 60 milligram NOx per normaal kubieke meter bij 3% O2 bevatten, aangetoond met emissierapportage conform het Activiteitenbesluit milieubeheer, waarbij geen correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een brander en een ketel.
Toelichting: Een emissiemeting conform het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt uitgevoerd door een bedrijf dat hiertoe geaccrediteerd (metingen conform EU
normen NEN-EN 14792 voor NOx, NEN-EN 13284-1 voor stof en NEN-EN 14789 voor O2) of gecertificeerd (metingen conform Scope 6 van de SCIOS) is.
A 4315
Selectieve (katalytische) reductie-installatie (SCR of SNCR) (aanpassen bestaande
situatie)
-
a. bestemd voor: het omzetten van NOx uit afgassen van een bestaande stookinstallatie door injectie van ureum of ammoniak,
al dan niet in combinatie met een katalysator, waardoor de NOx-emissie van de stookinstallatie, gemeten volgens de Activiteitenregeling milieubeheer, ten minste 30% lager is dan de wettelijk eis in het Activiteitenbesluit milieubeheer of voorgeschreven door het bevoegd gezag, en waarbij de stookinstallatie:
-
– een ketel, zuigermotor, gasturbine- of motor met een thermisch vermogen van meer dan
400 kilowatt en minder dan 50 megawatt betreft, en
-
– niet is bestemd voor de glastuinbouw,
-
b. bestaande uit: een reductie-installatie met een ammoniak- of ureuminjectiesysteem
en al dan niet een katalysator, een stoffilter en een warmteterugwinningsinstallatie.
Toelichting: Een emissiemeting conform het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt uitgevoerd door een bedrijf dat hiertoe geaccrediteerd (metingen conform EU-normen
NEN-EN 14792 voor NOx, NEN-EN 13284-1 voor stof en NEN-EN 14789 voor O2) of gecertificeerd (metingen conform Scope 6 van de SCIOS) is. Voor de berekening
van de uitworp van rookgas door een stookinstallatie wordt de massaconcentratie van
stikstofoxiden (NOx) in het rookgas herleid op rookgas met een volumegehalte aan zuurstof van:
-
a. 15 procent, indien het een dieselmotor, gasmotor of gasturbine betreft;
-
b. 6 procent, indien het een stookinstallatie met vaste brandstof (biomassa) betreft;
-
c. 3 procent, in alle andere gevallen (zoals bij aardgas en brandstof in vloeibare vorm).
Zie bedrijfsmiddel F 3360 voor een NOx-reductiesysteem op een schip.
F 4320
Gaswasser voor een aluminiumsmelterij
-
a. bestemd voor: het ontzwavelen van afgassen van een aluminiumsmelterij door het oplossen
van de verontreinigende stoffen in een vloeistof,
-
b. bestaande uit: een gaswasser.
F 4325
(Biologische) ontzwavelingsinstallatie
-
a. bestemd voor: het al dan niet biologisch reinigen van met zwavel verontreinigde gassen
door een ontzwavelingsinstallatie met een zwavelverwijderingsrendement van ten minste
95%, waarbij:
-
– elementair zwavel of zwavelverbindingen worden afgescheiden en nuttig worden toegepast,
en
-
– in geval van chemisch reinigen sprake is van recirculatie van hulpstoffen in het reinigingsproces,
-
b. bestaande uit: een ontzwavelingsinstallatie en al dan niet een wasvloeistofbehandelingssysteem,
met uitzondering van apparatuur voor de productie of nuttige toepassing van zwavel
of zwavelverbindingen.
Fijnstof
F 4410
Apparatuur voor het voorkomen van ontstaan van stof (aanpassen bestaande situatie)
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
B 4416
Platenkoeler, -droger of -warmtewisselaar voor indirect halogeenvrij koelen, drogen
of verwarmen in de chemische of voedingsmiddelenindustrie
-
a. bestemd voor: het indirect koelen, drogen of verwarmen van vrij stromende vaste stoffen
in de chemische of voedingsmiddelenindustrie, waardoor het ontstaan van stof, al dan
niet in combinatie met andere gasvormige verontreinigingen, wordt voorkomen of geminimaliseerd,
en waarbij:
-
– koelen, drogen of verwarmen met lucht voor de betreffende situatie gangbaar is,
-
– het energiegebruik niet hoger is dan bij toepassing van een directe koel-, droog-
of verwarmingstechniek, en
-
– in geval van koelen uitsluitend halogeenvrije koelmiddelen worden gebruikt,
-
b. bestaande uit: een platenkoeler, -droger of -warmtewisselaar, met uitzondering van
apparatuur voor het indirect koelen, drogen of verwarmen van vloeistoffen.
Toelichting: Bij een indirect systeem komen het medium en het te koelen, te drogen
of te verwarmen product niet met elkaar in contact. Voorbeelden van vrij stromende
vaste stoffen zijn poeders en korrels zoals suiker, zout, zaden, diervoerder en kunstmest.
B 4417
Rookgenerator voor voedselbewerking
-
a. bestemd voor: het bewerken of garen van voedingswaren met rookcondensaat, waarbij
het rookcondensaat verneveld wordt in de rookkamer,
-
b. bestaande uit: een rookgenerator.
F 4420
Apparatuur voor vermindering van stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 4421
Apparatuur voor optische stofdetectie en -registratie
-
a. bestemd voor: het monitoren van de stofemissie door het continu optisch online detecteren,
registreren en terugrekenen van stofemissies tot bedrijfsemissies rondom op- en overslagen,
met als doel de stofemissie te minimaliseren,
-
b. bestaande uit: stofdetectieapparatuur op basis van een optische techniek en registratieapparatuur.
D 4422
Gesloten beladingssysteem
-
a. bestemd voor: het met een sluitkegel, een opblaasbare band of een stofrok verminderen
van stofemissies bij het laden of lossen van vrachtwagens of schepen, waarbij de verbinding
op onderdruk wordt gehouden en de uittredende lucht wordt gefilterd,
-
b. bestaande uit: een beladingsbalg met een sluitkegel, een opblaasbare band of een stofrok,
een filteraansluiting of een geïntegreerd stoffilter en al dan niet een ventilator.
A 4485
Stofafscheider
-
a. bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes uit een afgas of luchtstroom met een
vast opgestelde stofafscheider, waarbij:
-
– de restemissie die geforceerd naar de buitenlucht wordt afgevoerd ten hoogste 2 milligram
stof per normaal kubieke meter bedraagt,
-
– de gefilterde lucht niet wordt gerecirculeerd, en
-
– de afgas of luchtstroom niet afkomstig is van een crematorium, kantoorgebouw of gebouw
waarin aan landbouw gerelateerde activiteiten plaatsvinden,
-
b. bestaande uit: een stofafscheider en al dan niet een ventilator en apparatuur die
benodigd is om de condities van de te reinigen gassen aan te passen voor stofafscheiding.
Toelichting: Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen
niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen,
zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage.
A 4486
Filterinstallatie voor hout- en pelletstook
-
a. bestemd voor: het met een vast opgesteld filter verwijderen van stofdeeltjes uit een
rookgas afkomstig van een hout- of houtpelletgestookte ketel, kachel of oven met een
thermisch vermogen van minder dan 1 megawatt,
-
b. bestaande uit: een filterinstallatie en al dan niet een ventilator.
Toelichting: Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen
niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen,
zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage.
A 4487
Filtrerende stofafscheider voor stofbron met emissiegrenswaarde ≥ 10 mg/Nm3
-
a. bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes uit een afgas met een vast opgestelde
filtrerende stofafscheider met een poreus filtermedium, waarbij:
-
– de wettelijk geldende emissiegrenswaarde ten minste 10 milligram stof per normaal
kubieke meter bedraagt,
-
– de restemissie die geforceerd naar de buitenlucht wordt afgevoerd ten hoogste 5 milligram
stof per normaal kubieke meter bedraagt, en
-
– de emissiegrenswaarde en restemissie worden uitgedrukt conform de Activiteitenregeling milieubeheer,
-
b. bestaande uit: een filtrerende stofafscheider.
Vluchtige organische stoffen (VOS)
F 4520
Dubbele mechanische asafdichting of hermetisch gesloten magnetische koppeling
-
a. bestemd voor: het verminderen of voorkomen van lek- en verdampingsverliezen van vluchtige
organische stoffen of andere milieuschadelijk gassen langs roterende assen van machines,
door:
-
1. een dubbele mechanische afdichting die voldoet aan ISO 21049:2004, categorie 3, arrangement
3, of
-
2. een hermetisch gesloten magnetische koppeling,
-
b. bestaande uit: een dubbele mechanische asafdichting of magnetische koppeling.
Toelichting: Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen
niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen,
zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage.
D 4531
Reinigings- of ontvettingsinstallatie op basis van CO2
-
a. bestemd voor: het ontvetten en reinigen van metalen (half-)producten met superkritisch
CO2,
-
b. bestaande uit: een ontvettings- en reinigingsinstallatie.
A 4550
Druktorens voor waterloze offset
-
a. bestemd voor: het bedrukken van materiaal zoals papier, karton, textiel of kunststof
door een offsetdrukmachine die waterloze inkten verbruikt,
-
b. bestaande uit: druktorens en al dan niet een droogeenheid en een terugdraaivoorziening
ter voorkoming van uitval.
A 4551
Drukvormwasinstallatie voor zeefdrukvormen
-
a. bestemd voor: het in twee opeenvolgende processtappen verwijderen van inkt en het
strippen van zeefdruksjablonen in een gesloten systeem zonder gebruik te maken van
vluchtige organische reinigingsmiddelen,
-
b. bestaande uit: een inktverwijderingseenheid, een stripeenheid en een rondpompsysteem,
met uitzondering van apparatuur voor het reinigen van persrollen.
F 4570
Textielreinigingssysteem met CO2
-
a. bestemd voor: het reinigen van textiel met CO2,
-
b. bestaande uit: een reinigingsinstallatie, een toevoereenheid, een mengsysteem, een
pomp en een opslagsysteem voor CO2.
G 4571
Natreinigingssysteem
-
a. bestemd voor: het reinigen van bovenkleding, voorzien van een reinigingsetiket met
het symbool voor professionele natreiniging normaal proces, professionele natreiniging
mild proces of professionele natreiniging zacht proces (conform ISO 3758), door een
nat proces op basis van water in plaats van perchloorethyleen, waarbij de gereinigde
bovenkleding wordt gedroogd met een droogsysteem op basis van een warmtepomp,
-
b. bestaande uit: een reinigingsmachine, een droogsysteem en al dan niet een vormdroger.
E 4572
Gesloten textielreinigingsmachine van de 6e generatie met halogeenvrije oplosmiddelen
-
a. bestemd voor: het reinigen van niet-natwasbaar textiel in een gesloten textielreinigingsmachine,
-
– die in één cyclus textiel reinigt en droogt,
-
– die reinigt met niet-toxische, halogeenvrije oplosmiddelen van klasse A III met een
vlampunt boven 55°C en die lichter zijn dan water,
-
– die voorzien is van een droogsysteem op basis van een warmtepomp,
-
– waarbij het droog- en destillatiesysteem zijn voorzien van waterbesparende ventielen,
-
– waarin het oplosmiddel wordt teruggewonnen in een emissievrij destillatiesysteem,
en
-
– waarbij de bestaande reinigingsmachine wordt vervangen en verwijderd,
-
b. bestaande uit: een computergestuurde textielreinigingsmachine, een droogsysteem op
basis van een warmtepomp, elektronische droogcontrole, een waterafscheider, een overvulbeveiliging
van het destillatie- en residuvat, een emissievrij vul- en uitruimsysteem.
D 4580
Thermische oxidator voor afgassen
-
a. bestemd voor: het thermisch oxideren van afgassen of vluchtige organische stoffen,
waarbij:
-
– de NOx-emissie tijdens autotherme verbranding niet meer bedraagt dan 10 milligram per nominaal
kubieke meter (bij 11% O2),
-
– het netto energiegebruik niet meer bedraagt dan 75 kilojoule per nominaal kubieke
meter afgas, en
-
– in geval van een regeneratieve thermische oxidatie de piekemissie, die kan optreden
bij het omschakelen van de keramische bedden of ander warmte bufferend medium, tot
een minimum wordt beperkt door toepassing van een systeem met ten minste drie verbrandingskamers,
-
b. bestaande uit: een thermische oxidator.
B 4581
Biologisch luchtfilter voor vluchtige organische stoffen
-
a. bestemd voor: de microbiologische afbraak van vluchtige organische stoffen uit afgassen,
-
b. bestaande uit: een bak of vat met biomassa, een ventilator en al dan niet de volgende
onderdelen: een filterbevochtigingsinstallatie, een afgasbevochtigingsinstallatie,
een demister en een afgassenkoelinstallatie.
F 4583
Vlamloze thermische oxidator voor afgassen met energieterugwinning
-
a. bestemd voor: het thermisch oxideren van verbrandingsgassen, rookgassen, stortgassen
of vluchtige organische stoffen (VOS) met behulp een reactor voorzien van een warmtebufferend
medium waarbij:
-
– de NOx-emissie ten hoogste 5 milligram per nominaal kubieke meter bij 11% O2 bedraagt, en
-
– sprake is van netto energiewinst,
-
b. bestaande uit: een vlamloze thermische oxidator en al dan niet de volgende onderdelen:
een compressor en een warmtewisselaar, met uitzondering van turbine en generator.
Overige luchtverontreiniging
F 4600
Apparatuur voor reductie van styreenemissie (aanpassen bestaande situatie)
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
A 4680
Koude oxidatie-installatie voor luchtreiniging
-
a. bestemd voor: het (al dan niet katalytisch) niet-thermisch oxideren van geurstoffen,
VOS of pathogenen in naar buiten te blazen luchtstromen in de industrie of horeca
door koud plasma of ionisatie, waarbij de verontreinigingen worden omgezet in onschadelijke
stoffen of uiteenvallen in hun elementaire componenten,
-
b. bestaande uit: een reactorkamer met plasmaplaten (plasmaomzetter) of ionisator (op
basis van hoogspanning) en al dan niet de volgende onderdelen: een katalysator, een
voorfilterinstallatie voor het koude oxidatieproces en een nageschakelde restradicalenabsorber
of -vernietiger.
E 4681
Ozon- en uv-oxidatie-installatie voor luchtreiniging
-
a. bestemd voor: het oxideren van pathogenen, geur- of koolwaterstoffen in naar buiten
te blazen luchtstromen afkomstig van horeca of voedingsmiddelenindustrie, waarbij
gebruik gemaakt wordt van een gaswasser met opgelost ozon in combinatie met uv-bestraling
en geen gebruik wordt gemaakt van chemicaliën,
-
b. bestaande uit: een ozongenerator en uv-lampen, een wastoren, een waterrecyclesysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: een katalysator en een restozonabsorber of
-vernietiger.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel A 4680 voor apparatuur voor de reiniging van lucht
door koud plasma of ionisatie. Zie bedrijfsmiddel A 2690 voor ozonoxidatie-installatie
voor ontsmetting van (opslag)ruimten, lucht of producten in de land- en tuinbouw.
A 4682
Apparatuur voor het verwijderen van zwavelhoudende geuremissies
-
a. bestemd voor: het in een gesloten systeem in een kalkhoudende waterige oplossing condenseren
van zwavelhoudende dampen en de daarmee samenhangende geurstoffen afkomstig van een
industrieel proces, waarbij de geurstoffen worden gebonden en geuremissie naar buiten
wordt voorkomen,
-
b. bestaande uit: apparatuur die aantoonbaar noodzakelijk is om de geurstoffen te verwijderen
en al dan niet een waterbehandelingssysteem.
E 4685
Biologische afgaswasser
-
a. bestemd voor: het verwijderen van gasvormige verontreinigingen uit afgassen, niet
afkomstig uit afval- of slibverbrandingsinstallaties of stallen, door een biologische
gaswasinstallatie, waarbij er geen sprake is van het opwaarderen van gas, zoals biogas
of stortgas, tot een hoogwaardiger brandstof,
-
b. bestaande uit: biomassa, een tank en al dan niet de volgende onderdelen; een ventilator,
een druppelvanger, een chemicaliëndoseerinstallatie en een wasvloeistofbehandelingssysteem.
Toelichting: Bedrijfsmiddel E 4685 is enkel bestemd voor de behandeling van afgassen
en niet voor de productie van gassen. Onder opwaarderen tot een brandstof wordt verstaan
zowel het verhogen van de energie-inhoud als het reinigen van de (af)gassen.
Ruimtegebruik
Ecologische systemen, biodiversiteit, oppervlaktewater, grondwater, bodem, gevaarlijke
stoffen, externe veiligheid
Ecosystemen en biodiversiteit
F 5100
Voorzieningen voor het versterken van biodiversiteit
-
a. bestemd voor: het versterken van gebiedseigen biodiversiteitsfactoren in het landelijk
gebied door het aanbrengen of aanpassen van landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische
werken of apparatuur, al dan niet in combinatie met waterretentie of natuurlijke speelelementen
voor kinderen, waarbij geldt dat:
-
– toegepast hout voldoet aan de eisen zoals opgenomen punt 10 van paragraaf 1 van deze
bijlage,
-
– de gebiedseigen biodiversiteitsfactoren zijn bepaald op basis van een ecologisch rapport
door een relevante onderzoeks- of adviesorganisatie,
-
– het niet de aanleg van een teeltvrije zone betreft zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit Milieubeheer, en
-
– het niet een investering betreft die als randvoorwaarde wordt gesteld vanuit het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid,
-
b. bestaande uit: landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken of apparatuur
die technisch noodzakelijk zijn voor versterking van gebiedseigen biodiversiteit en
al dan niet natuurlijke speelelementen, met uitzondering van geprefabriceerde speelelementen
en andere in de Milieulijst genoemde bedrijfsmiddelen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Landschapselementen kunnen bijvoorbeeld veedrinkpoelen, houtwallen, hagen
en bomen of een natuurzuil zijn. Informatie over gebiedseigen elementen is onder andere
beschikbaar op de websites www.spade.nl, www.landschapsbeheer.nl en www.nederlandscultuurlandschap.nl.
Voor landschapsinrichting kan ook gebruik gemaakt worden van de maatlat BREEAM-NL
Gebied (www.breeam.nl/gebied/breeam_gebied).
Investeringen in het kader van de Green Deal ‘Levende Duurzame Buitenruimtes’ kunnen
op grond van dit bedrijfsmiddel gemeld worden. Informatie over de Green Deal is beschikbaar
op de website www.nlgreenlabel.nl/homepage/nlgreenlabel.
F 5101
Voorzieningen voor het verbeteren van de leefomstandigheden van insecten
-
a. bestemd voor: het uitbreiden van voedselaanbod en nestgelegenheid voor bijen en andere
insecten in het landelijk gebied door het aanbrengen of aanpassen van landschapselementen,
bouwkundige of civieltechnische werken of permanente voorzieningen, al dan niet in
combinatie met waterretentie of broed- of overwintergelegenheid voor vogels en vleermuizen,
waarbij geldt dat:
-
– toegepast nieuw hout gecertificeerd dient te zijn door middel van een certificatiesysteem
dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd,
-
– de genomen maatregelen ten behoeve van insecten gebaseerd zijn op adviezen van relevante
onderzoeks- of adviesorganisaties,
-
– het niet de aanleg van een teeltvrije zone betreft zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit Milieubeheer, en
-
– het niet een investering betreft die als randvoorwaarde wordt gesteld vanuit het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid,
-
b. bestaande uit: landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken of voorzieningen
die technisch noodzakelijk zijn voor het verbeteren van leefomstandigheden van insecten,
met uitzondering van andere in de Milieulijst genoemde bedrijfsmiddelcodes op grond
waarvan een investering in aanmerking komt voor investeringsaftrek of willekeurige
afschrijving milieu-investeringen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Landschapselementen of voorzieningen voor insecten zijn bijvoorbeeld
bijenhotels, houtwallen, windhagen, bloeiende bomen en op insecten afgestemde erf-
of terreinbeplanting.
Informatie over insectvriendelijke landschapselementen en voorzieningen is beschikbaar
op de websites www.vlinderstichting.nl, www.nederlandzoemt.nl, www.2B-connect.eu en
www.food4bees.nl.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar op de website
www.keurhout.nl.
Investeringen in het kader van de Nationale Bijenstrategie kunnen op grond van dit
bedrijfsmiddel gemeld worden.
F 5120
Visgeleidingssysteem
F 5121
Zwerfafvalvangsysteem op het water
-
a. bestemd voor: het verwijderen van het in het oppervlaktewater aanwezige plastic afval
met een verzamelvoorziening of -installatie op binnenwateren of het Nederlands Continentaal
Plat (NCP), waarbij de hoeveelheid verwijderd plastic zwerfafval toeneemt ten opzichte
van de bestaande situatie en het verzamelde materiaal wordt verwerkt,
-
b. bestaande uit: een zwerfafvalvangsysteem en al dan niet een monitoringssysteem en
een sorteerinstallatie.
Toelichting: Dit is een onderdeel van het Kunststof Ketenakkoord.
F 5125
Onderwatergeluidsschadebeperkende apparatuur
-
a. bestemd voor: het in real-time voorkomen van gedragsverstoring of gehoorschade bij
zeezoogdieren door het monitoren van de aanwezigheid van zeezoogdieren, het meten
van door de mens veroorzaakt onderwatergeluid en het op basis hiervan nemen van geluidbeperkende
maatregelen,
-
b. bestaande uit: een onderwatergeluidmonitoringssysteem, een zeezoogdiermonitoringssysteem
en geluidbeperkende voorzieningen.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel is onderdeel van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie.
F 5129
Verjagingsapparatuur voor vogels of vleermuizen
F 5140
Biodiversiteitversterkende voorzieningen voor het aquatisch milieu
-
a. bestemd voor: het in of op een waterlichaam (inclusief de Nederlandse kustwateren)
versterken van gebiedseigen biodiversiteitsfactoren, al dan niet in combinatie met
kust- of oeverbescherming, door landschapselementen, zoals natuurvriendelijke oevers,
nestvlotjes en wilgenbossen of bouwkundige of civieltechnische werken, zoals kunstriffen,
hangende structuren of hard substraat, waarbij:
-
– het bepalen van de gebiedseigen biodiversiteitsfactoren in lijn is met adviezen van
relevante beheerplannen of gebaseerd is op een ecologisch rapport door een relevante
onderzoeks- of adviesorganisatie, en
-
– schade door eigen activiteiten wordt verminderd of voorkomen,
-
b. bestaande uit: landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken, die aantoonbaar
bijdragen aan de gebiedseigen aquatische biodiversiteit, met uitzondering van drijvende
zonnepanelen en apparatuur of installaties bestemd voor kweek of productie.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Voor een waterlichaam wordt de definitie uit de Kaderrichtlijn water
gehanteerd: een ‘onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals een
meer, een waterbekken, een stroom, een rivier, een kanaal, een overgangswater of een
strook kustwater’.
Relevante beheerplannen zijn beschikbaar op de website www.rwsnatura2000.nl. Informatie
over het versterken van aquatische biodiversiteit, eventueel in combinatie met kust-
of oeverbescherming, is onder andere beschikbaar op de websites www.buildingwithnatureindestad.nl,
http://natuurvriendelijkeoevers.stowa.nl/ of in het rapport ‘Bouwen met Noordzee-natuur.
Uitwerking Gebiedsagenda Noordzee 2050’ van Wageningen Marine Research (http://edepot.wur.nl/411288).
F 5145
Natuurvriendelijke voorzieningen in de gebouwde omgeving
-
a. bestemd voor: het in de gebouwde omgeving, door apparatuur, landschapselementen, bouwkundige
of civieltechnische werken versterken van gebiedseigen biodiversiteitsfactoren, al
dan niet in combinatie met het verminderen van stedelijke warmte-eiland effecten,
en al dan niet voorzien van natuurlijke speelelementen, een natuurzwemvijver en begroeiing
voor kinderen om buitenspelen te stimuleren, waarbij:
-
– toegepast hout voldoet aan de eisen zoals opgenomen punt 10 van paragraaf 1 van deze
bijlage,
-
– het bepalen van de gebiedseigen biodiversiteitsfactoren gebaseerd is op een ecologisch
rapport door een relevante onderzoeks- of adviesorganisatie, en
-
– schade door eigen activiteiten wordt verminderd of voorkomen,
-
b. bestaande uit: apparatuur, landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken
die technisch noodzakelijk zijn voor versterking van de gebiedseigen biodiversiteit
en al dan niet de volgende onderdelen: natuurlijke speelelementen en een natuurzwemvijver,
met uitzondering van de volgende onderdelen: geprefabriceerde speelelementen, investeringen
in woningen en andere in de Milieulijst genoemde bedrijfsmiddelen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Voor maatregelen in de gebouwde omgeving kan men gebruik maken van de
informatie van de vogelbescherming (www.vogelbescherming.nl/vogels_beschermen/stad_en_dorp/stadsvogels)
en van het biodiversiteitsportaal (www.biodiversiteit.nl).
Bodem en grondwater
B 5311
Transformator met plantaardige olie
-
a. bestemd voor: het omzetten van hoogspanning naar laagspanning door een transformator
die is geïsoleerd met uitsluitend plantaardige olie,
-
b. bestaande uit: een transformator.
F 5320
Grondwatersaneringssysteem met nuttig gebruik van saneringswater
-
a. bestemd voor: het saneren van verontreinigd grondwater in de zin van de Wet bodembescherming, waarbij het grondwater gezuiverd en nuttig gebruikt wordt:
-
1. voor een andere toepassing in de ondergrond,
-
2. als proceswater, of
-
3. als oppervlaktewater, waarbij aantoonbaar sprake is van het verbeteren van het waterkwantiteitsbeheer
of de natuurkwaliteit,
-
b. bestaande uit: onttrekkings- en infiltratiefilters, leidingwerk, een pomp, een zuiveringswerk
voor het grondwater en al dan niet de volgende onderdelen: een warmtewisselaar en
een elektronische monitorings- en regeleenheid, met uitzondering van investeringen
in gangbare pump-and-treat-techniek.
Toelichting: Voorbeelden van nuttige toepassingen in de ondergrond zijn het tegengaan
van verdroging (natuurbeheer of -herstel) of van grondwateroverlast door het stopzetten
van industriële bronnen of elke andere combinatie van meerdere gebruiksfuncties waarvan
het verbeteren van de grondwaterkwaliteit er één is.
B 5321
Grondwaterbeheerssysteem met nuttig gebruik van saneringswater
-
a. bestemd voor: het aantoonbaar geohydrologisch beheersen van de vlek van verontreinigd
grondwater, in de zin van de Wet bodembescherming, waarbij het verontreinigd grondwater nuttig wordt gebruikt voor een andere toepassing
in de ondergrond,
-
b. bestaande uit: onttrekkings- en infiltratiefilters, leidingwerk, een pomp en al dan
niet de volgende onderdelen: een warmtewisselaar en een elektronische monitorings-
en regeleenheid, met uitzondering van investeringen in gangbare pump-and-treat-techniek.
Toelichting: Een voorbeeld van nuttig gebruik van verontreinigd grondwater is het
gebruik in een WKO.
A 5331
Apparatuur voor bodem- of grondwatersanering voor een ernstige verontreiniging op
een niet-spoedlocatie
-
a. bestemd voor: het saneren van bodem- of grondwaterverontreiniging op een locatie,
die niet is aangemerkt als spoedlocatie en waarbij,
-
– er sprake is van ernstige verontreiniging,
-
– de verontreiniging is veroorzaakt vóór 1987, en
-
– blijkt dat aan bovengestelde eisen wordt voldaan uit een beschikking van het bevoegd
gezag of uit een rapportage opgesteld door een daartoe erkende instelling op basis
van het Besluit bodemkwaliteit,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het saneren van bodem-
of waterverontreiniging en al dan niet een monitorings- en regeleenheid.
F 5345
Apparatuur voor het karakteriseren en monitoren van verontreinigde locaties
-
a. bestemd voor: het bemonsteren en analyseren van grondwaterkwaliteit of -kwantiteit
met niet-conventionele bemonsterings- en analyseapparatuur ten behoeve van gebiedsgericht
grondwaterbeheer in de zin van de Wet bodembescherming,
-
b. bestaande uit: monstername- en meetapparatuur.
Toelichting: Voorbeelden van parameters, die gemeten kunnen worden, zijn bodemgesteldheid,
verontreinigingsvracht en -flux met bijvoorbeeld 'passive samplers' of bacterie-aanwezigheid.
Ook het visueel maken van deze data komt in aanmerking onder dit bedrijfsmiddel. Een
ander voorbeeld van een niet-conventionele techniek is het online en continu meten
van de pH. De conventionele manier van het meten van de zuurgraad is door een eenmalige
meting in een peilbuis.
Gebiedsgericht grondwaterbeheer staat in paragraaf 3b, artikel 55, lid c tot en met i van de Wet bodembescherming beschreven.
Gevaarlijke stoffen
A 5405
Apparatuur voor lokale productie van gevaarlijke stoffen (aanpassing bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van het risico op ongevallen in Nederland bij transport
of opslag van gevaarlijke stoffen, door het op eigen locatie gaan produceren van gevaarlijke
stoffen, waarbij:
-
– in de bestaande situatie de gevaarlijke stof over een afstand van meer dan 10 kilometer
wordt getransporteerd over weg of spoor,
-
– dit transport volledig wordt beëindigd,
-
– de gevaarlijke stof als grondstof dient voor één of meer kernprocessen,
-
– niet meer wordt geproduceerd dan voor het kernproces noodzakelijk is, en
-
– de gevaarlijke stof opgenomen is bijlage 1, deel 1 en 2 van de richtlijn 2012/18/EU betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke
stoffen zijn betrokken, waarnaar verwezen wordt vanuit het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) en waarbij de hoeveelheid van de gevaarlijke stof op eigen locatie de drempelwaarde
genoemd in kolom 2 van deel 1 of 2 overschrijdt,
-
b. bestaande uit: lokale productie-installatie van gevaarlijke stoffen en al dan niet:
transportleidingen naar het kernproces of kernprocessen tot ten hoogste 10 kilometer.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
A 5406
Apparatuur voor continue productie van gevaarlijke stoffen (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van het risico op ongevallen in Nederland bij grootschalige
opslag van gevaarlijke stoffen door het continu in plaats van batchgewijs produceren
van die gevaarlijke stoffen, waarbij:
-
– het volume van de opslag met ten minste 80% wordt gereduceerd,
-
– de gevaarlijke stof als grondstof dient voor één of meer kernprocessen, en
-
– de gevaarlijke stof opgenomen is bijlage 1, deel 1 en 2 van de richtlijn 2012/18/EU betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke
stoffen zijn betrokken, waarnaar verwezen wordt vanuit het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) en waarbij de hoeveelheid van de gevaarlijke stof op eigen locatie de drempelwaarde
genoemd in kolom 2 van deel 1 of 2 overschrijdt,
-
b. bestaande uit: apparatuur voor continue productie van gevaarlijke stoffen en al dan
niet transportleidingen naar het kernproces tot maximaal 10 kilometer.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 5410
Gasdetectieapparatuur bij grote opslagen van toxische gassen
-
a. bestemd voor: het met ten minste twee sensoren vroegtijdig detecteren van lekken bij
opslagen van toxische gassen, zoals ammoniak of chloor, groter dan 5 normaal kubieke
meter, met activering van een systeem dat het ontsnappen van de gassen tegengaat of
met automatische doormelding naar een alarmcentrale,
-
b. bestaande uit: early warning gasdetectieapparatuur en al dan niet de volgende onderdelen:
apparatuur voor doormelding naar een alarmcentrale en een noodopslagtank die geen
deel uitmaakt van de normale bedrijfsvoering.
Toelichting: Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen
niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen,
zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage.
F 5411
Branddetectiesysteem in chemicaliënopslagen tot 10 ton
-
a. bestemd voor: het vroegtijdig detecteren van brand in chemicaliënopslagruimten met
een opslagcapaciteit van minder dan 10 ton, met activering van een blussysteem of
met automatische doormelding naar een alarmcentrale, voor zover het systeem niet vanuit
een brandconcept noodzakelijk is,
-
b. bestaande uit: detectieapparatuur en al dan niet de volgende onderdelen: een automatisch
brandblussysteem en apparatuur voor doormelding naar een alarmcentrale.
Toelichting: Branddetectiesystemen bij vuurwerkopslagen komen niet in aanmerking voor
milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen. Vuurwerkopslagen
worden niet aangemerkt als chemicaliënopslagen.
Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen niet in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen,
zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage.
F 5412
Lichtschuimblusinstallatie voor chemicaliënopslagen
-
a. bestemd voor: het bij brand vol schuimen van de opslagruimte bij installaties,
-
b. bestaande uit: lichtschuimgeneratoren.
Toelichting: Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen
niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen,
zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage. Van wettelijke verplichtingen
is bijvoorbeeld sprake wanneer voldoen aan beschermingsniveau 1 op grond van PGS 15:2005
verplicht is.
PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen. Informatie over PGS is beschikbaar
op de website www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl.
A 5415
Laad- en losapparatuur voor modaliteitsverschuiving vervoer gevaarlijke stoffen
-
a. bestemd voor: het verminderen van het risico van een zwaar ongeval door het omschakelen
van bestaand transport van gevaarlijke stoffen over weg of spoor naar transport per
binnenvaartschip,
-
b. bestaande uit: laad- en losvoorzieningen en al dan niet kadefaciliteiten die technisch
noodzakelijk zijn om vervoer via een binnenvaartschip mogelijk te maken.
A 5416
Tweede omhulling voor een proces- of verladingsinstallatie
-
a. bestemd voor: het voorkomen van het in de buitenlucht komen van incidentele emissies
van toxische gassen uit een chemische procesinstallatie of een verladingsinstallatie
met een uitsluitend daartoe bestemde constructie die in overeenstemming is met de
eisen betreffende arbeidsveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding, wat
blijkt uit een verklaring opgesteld door een onafhankelijke deskundige dan wel het
bevoegde gezag,
-
b. bestaande uit: een constructie die als een tweede omhulling de proces- of verladingsinstallatie
omsluit zodanig dat er geen toxisch gas naar buiten kan treden, met uitzondering van
de gasopvang- en neutralisatie-installatie.
Toelichting: Let op: investeringen in wettelijk verplichte bedrijfsmiddelen komen
niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen,
zoals opgenomen onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage.
F 5420
Verwijderingsinstallatie voor cadmium uit kunstmest
-
a. bestemd voor: het verwijderen van cadmium uit kunstmest tijdens of na de productie,
zodat de geproduceerde kunstmest in totaal minder dan 40 milligram cadmium per kilogram
fosfaat bevat, wat wordt aangetoond door een meetrapport van een onafhankelijk meetinstituut
of laboratorium,
-
b. bestaande uit: een cadmiumverwijderingsinstallatie.
Gebouwde omgeving
DuBo, gebouwen, bedrijfsterreinen, bouwmaterialen, installaties, civiele voorzieningen
DuBo
G 6100
Circulair utiliteitsgebouw zonder industriefunctie
-
a. bestemd voor: het creëren van circulaire materiaalketens door het realiseren van een
circulair utiliteitsgebouw(deel), niet zijnde een gebouw(deel) met woon- of industriefunctie,
stal, kas of datacenter, dat voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt voldoet aan de eisen genoemd
onder punt 10 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
2. er wordt een berekening van de milieuprestatie overgelegd, bepaald volgens de Bepalingsmethode
Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad
van 1 juli 2019 of later, waaruit blijkt dat;
-
a. de milieuprestatie ten hoogste € 0,5 per m2 per jaar is,
-
b. de verhouding module D/module A kleiner is dan -0,75, of de verhouding van module
D/MPG-score groter is dan 0,75 bij van een positieve waarde van module D,
-
3. er is een beveiligd webbased materialenpaspoort beschikbaar met ten minste de volgende
onderdelen: alle elementen en componenten van het gebouw, inzicht in toxiciteit van
materialen en demontabiliteit (losmaakbaarheid),
-
4. bovenstaande wordt aangetoond door een ontwerpassessment dat binnen drie maanden na
meldingsdatum is gevalideerd door een assessor van een door de regeling erkende maatlatmethodiek,
-
5. opleverresultaten van het project worden aangeleverd in de vorm van een assessmentrapport
dat binnen 1 jaar na oplevering en binnen 4 jaar na validatie van het ontwerpassessment
gevalideerd is door een onafhankelijke assessor, anders dan de assessor van het ontwerpassessment,
en
-
6. de melder gaat ermee akkoord dat de ontwerp- en opleverassessments voor kennisdeling
en analysedoeleinden openbaar worden gemaakt door de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland,
-
b. bestaande uit: onderzoekskosten voor het opnemen van in het gebouw toegepaste materialen
in de Nationale Milieudatabase op categorie 1 niveau en een circulair utiliteitsgebouw(deel),
met uitzondering van de volgende onderdelen: duurzame energie-opwekkingsinstallaties,
aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw(deel).
De investering in het circulaire utiliteitsgebouw(deel) komt voor ten hoogste € 1.200
per gevalideerde vierkante meter bruto vloeroppervlakte (bvo) in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een circulair utiliteitsgebouw(deel) zoals hierboven genoemd, kunnen
uitsluitend in zijn geheel voor bedrijfsmiddel G 6100 gemeld worden. Duurzame energieopwekkingsinstallaties
zijn geen onderdeel van een gebouw volgens bedrijfsmiddel G 6100 tot en met E 6126
van de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: In het kader van de Bouwagenda en de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie
(https://circulairebouweconomie.nl) wordt met dit experimentele bedrijfsmiddel beoogd
circulaire materiaalketens te stimuleren en ervaring op te doen met de MilieuPrestatieberekening
voor Gebouwen (MPG) op basis van een circulaire bouwbenadering. Door publicatie van
de projectgegevens op het Podium Duurzame Gebouwen van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (www.rvo.nl/podium) wordt de kennis gedeeld met de Nederlandse samenleving
en kan de circulaire bepalingsmethodiek worden verbeterd. De eerste publicatie van
het circulaire bouwproject vindt plaats op basis van het ontwerpassessmentrapport,
waarna deze publicatie aangevuld wordt met de gegevens van het opleverrapport. Investeringen
in duurzame energieopwekkingsinstallaties en energieopslag kunnen gemeld worden voor
bijvoorbeeld Stimulering Duurzame Energieproductie of energie-investeringsaftrek.
De door de regeling erkende duurzame bouw maatlatmethodieken zijn voor 2020 BREEAM-NL
en GPR Gebouw.
De Nationale Milieudatabase informatie kun u vinden op: www.milieudatabase.nl.
Op www.rvo.nl/miavamil is de ‘Handreiking circulaire gebouwen op de Milieulijst’ te
downloaden. Meer informatie over circulair bouwen kunt u vinden op:
https://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/groene-economie/circulaire-economie/circulair-bouwen.
D 6101
Circulair utiliteitsgebouw met industriefunctie
-
a. bestemd voor: het creëren van circulaire materiaalketens door het realiseren van een
circulair utiliteitsgebouw(deel) met industriefunctie, niet zijnde een stal of kas,
dat voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt voldoet aan de eisen genoemd
onder punt 10 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
2. er wordt een berekening van de milieuprestatie overgelegd, bepaald volgens de Bepalingsmethode
Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad
van 1 juli 2019 of later, waaruit blijkt dat;
-
a. de verhouding module D/module A kleiner is dan -0,75, of de verhouding van module
D/MPG-score groter is dan 0,75 bij van een positieve waarde van module D, en
-
b. een gebouw zonder vegetatiedak als genoemd onder punt 7 een milieuprestatie heeft
van ten hoogste € 0,3 per m2 per jaar, of
-
c. een gebouw met vegetatiedak als genoemd onder punt 7 een milieuprestatie heeft van
ten hoogste € 0,5 per m2 per jaar,
-
3. er is een beveiligd webbased materialenpaspoort beschikbaar met ten minste de volgende
onderdelen: alle elementen en componenten van het gebouw, inzicht in toxiciteit van
materialen en demontabiliteit (losmaakbaarheid),
-
4. bovenstaande wordt aangetoond door een ontwerpassessment dat binnen drie maanden na
meldingsdatum is gevalideerd door een assessor van een door de regeling erkende maatlatmethodiek,
-
5. opleverresultaten van het project worden aangeleverd in de vorm van een assessmentrapport
dat binnen 1 jaar na oplevering en binnen vier jaar na validatie van het ontwerpassessment
gevalideerd is door een onafhankelijke assessor, anders dan de assessor van het ontwerpassessment,
en
-
6. de melder gaat ermee akkoord dat de ontwerp- en opleverassessments voor kennisdeling
en analysedoeleinden openbaar worden gemaakt door de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland, en al dan niet
-
7. voorzien is van een vegetatiedak, waarbij ten minste 80% van het dakoppervlak is bedekt
met vegetatie met daarboven voorzieningen voor duurzame energieopwekking voor ten
minste 50% van dit oppervlak,
-
b. bestaande uit: onderzoekskosten voor het opnemen van in het gebouw toegepaste materialen
in de Nationale Milieudatabase op categorie 1 niveau en een circulair utiliteitsgebouw(deel),
met uitzondering van de volgende onderdelen: duurzame energie-opwekkingsinstallaties,
aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw(deel).
De investering in het circulaire utiliteitsgebouw(deel) komt voor ten hoogste de volgende
bedragen per gevalideerde vierkante meter bruto vloeroppervlakte (bvo) in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek:
€ 600 bij een gebouw(deel) dat niet voldoet aan punt 7.
€ 900 bij een gebouw(deel) dat voldoet aan punt 7.
Investeringen in een circulair utiliteitsgebouw(deel) zoals hierboven genoemd, kunnen
uitsluitend in zijn geheel voor bedrijfsmiddel D 6101 gemeld worden. Duurzame energieopwekkingsinstallaties
zijn geen onderdeel van een gebouw volgens bedrijfsmiddel G 6100 tot en met E 6126
van de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: In het kader van de Bouwagenda en de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie
(https://circulairebouweconomie.nl) wordt met dit experimentele bedrijfsmiddel beoogd
circulaire materiaalketens te stimuleren en ervaring op te doen met de MilieuPrestatieberekening
voor Gebouwen (MPG) op basis van een circulaire bouwbenadering. Door publicatie van
de projectgegevens op het Podium Duurzame Gebouwen van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (www.rvo.nl/podium) wordt de kennis gedeeld met de Nederlandse samenleving
en kan de circulaire bepalingsmethodiek worden verbeterd. De eerste publicatie van
het circulaire bouwproject vindt plaats op basis van het ontwerpassessmentrapport,
waarna deze publicatie aangevuld wordt met de gegevens van het opleverrapport. Investeringen
in duurzame energieopwekkingsinstallaties en energieopslag kunnen gemeld worden voor
bijvoorbeeld Stimulering Duurzame Energieproductie of energie-investeringsaftrek.
De door de regeling erkende duurzame bouw maatlatmethodieken zijn voor 2020 BREEAM-NL
en GPR Gebouw.
De Nationale Milieudatabase informatie kun u vinden op: www.milieudatabase.nl.
Op www.rvo.nl/miavamil is de ‘Handreiking circulaire gebouwen op de Milieulijst’ te
downloaden. Meer informatie over circulair bouwen kunt u vinden op:
https://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/groene-economie/circulaire-economie/circulair-bouwen.
G 6102
Circulaire woning
-
a. bestemd voor: het creëren van circulaire materiaalketens door het realiseren van een
circulair gebouw met woonfunctie (Bouwbesluit 2012, 1 woonfunctie) dat voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder punt 10 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
2. er wordt een berekening van de milieuprestatie overgelegd, bepaald volgens de Bepalingsmethode
Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad
van 1 juli 2019 of later, waaruit blijkt dat;
-
a. de milieuprestatie ten hoogste € 0,6 per m2 per jaar is, en
-
b. de verhouding module D/module A kleiner is dan -0,75, of de verhouding van module
D/MPG-score groter is dan 0,75 bij van een positieve waarde van module D,
-
3. er is een beveiligd webbased materialenpaspoort beschikbaar met ten minste de volgende
onderdelen: alle elementen en componenten van het gebouw, inzicht in toxiciteit van
materialen en demontabiliteit (losmaakbaarheid),
-
4. bovenstaande wordt aangetoond door een ontwerpassessment dat binnen drie maanden na
meldingsdatum is gevalideerd door een assessor van een door de regeling erkende maatlatmethodiek,
-
5. opleverresultaten van het project worden aangeleverd in de vorm van een assessmentrapport
dat binnen 1 jaar na oplevering en binnen vier jaar na validatie van het ontwerpassessment
gevalideerd is door een onafhankelijke assessor, anders dan de assessor van het ontwerpassessment,
en
-
6. de melder gaat ermee akkoord dat de ontwerp- en opleverassessments voor kennisdeling
en analysedoeleinden openbaar worden gemaakt door de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland,
-
b. bestaande uit: onderzoekskosten voor het opnemen van in het gebouw toegepaste materialen
in de Nationale Milieudatabase op categorie 1 niveau en een circulaire woning, met
uitzondering van de volgende onderdelen: duurzame energie-opwekkingsinstallaties,
aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw(deel).
De investering in de circulaire woning komt voor ten hoogste € 1.200 per gevalideerde
vierkante meter bruto vloeroppervlakte (bvo) in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een circulaire woning zoals hierboven genoemd, kunnen uitsluitend
in zijn geheel voor bedrijfsmiddel G 6102 gemeld worden. Duurzame energieopwekkingsinstallaties
zijn geen onderdeel van een gebouw volgens bedrijfsmiddel G 6100 tot en met E 6126
van de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: In het kader van de Bouwagenda en de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie
(https://circulairebouweconomie.nl) wordt met dit experimentele bedrijfsmiddel beoogd
circulaire materiaalketens te stimuleren en ervaring op te doen met de MilieuPrestatieberekening
voor Gebouwen (MPG) op basis van een circulaire bouwbenadering. Door publicatie van
de projectgegevens op het Podium Duurzame Gebouwen van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (www.rvo.nl/podium) wordt de kennis gedeeld met de Nederlandse samenleving
en kan de circulaire bepalingsmethodiek worden verbeterd. De eerste publicatie van
het circulaire bouwproject vindt plaats op basis van het ontwerpassessmentrapport,
waarna deze publicatie aangevuld wordt met de gegevens van het opleverrapport. Investeringen
in duurzame energieopwekkingsinstallaties en energieopslag kunnen gemeld worden voor
bijvoorbeeld Stimulering Duurzame Energieproductie of energie-investeringsaftrek.
De door de regeling erkende duurzame bouw maatlatmethodieken zijn voor 2020 BREEAM-NL
en GPR Gebouw.
De Nationale Milieudatabase informatie kun u vinden op: www.milieudatabase.nl. Op
www.rvo.nl/miavamil is de ‘Handreiking circulaire gebouwen op de Milieulijst’ te downloaden.
Meer informatie over circulair bouwen kunt u vinden op:
https://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/groene-economie/circulaire-economie/circulair-bouwen.
G 6105
Circulaire gevel voor een utiliteitsgebouw
-
a. bestemd voor: het creëren van circulaire materiaalketens door het realiseren van de
circulaire gevel van een utiliteitsgebouw(deel), niet zijnde de gevel van een gebouw(deel)
met woon- of industriefunctie, stal, kas of datacenter, dat voldoet aan de volgende
eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouwcomponent
voldoet aan de eisen genoemd onder punt 10 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
2. er wordt een berekening van de milieuprestatie overgelegd, bepaald volgens de Bepalingsmethode
Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad
van 1 juli 2019 of later,
-
3. er is een beveiligd webbased materialenpaspoort beschikbaar met ten minste de volgende
onderdelen: alle elementen en componenten van de gevel, inzicht in toxiciteit van
materialen en demontabiliteit (losmaakbaarheid),
-
4. er is sprake van een ‘Circulair Materiaal Service Contract’ met terugnameverplichting,
-
5. bovenstaande wordt aangetoond door een ontwerpassessment dat binnen drie maanden na
meldingsdatum is gevalideerd door een assessor van een door de regeling erkende maatlatmethodiek
of door een geaccrediteerde certificeringsorganisatie,
-
6. opleverresultaten van het project worden aangeleverd in de vorm van een afgegeven
certificaat of een assessmentrapport dat binnen 1 jaar na oplevering en binnen vier
jaar na validatie van het ontwerpassessment gevalideerd is door een onafhankelijke
assessor, anders dan de assessor van het ontwerpassessment, en
-
7. de melder gaat ermee akkoord dat de projectgegevens, ontwerp- en opleverassessments
voor kennisdeling en analysedoeleinden openbaar kunnen worden gemaakt door de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland,
-
b. bestaande uit: onderzoekskosten voor het opnemen van in het gebouw toegepaste materialen
in de Nationale Milieudatabase op categorie 1 niveau en een circulaire utiliteitsgebouwgevel,
met uitzondering van de volgende onderdelen: aankoop van grond en aankoop en sloop
van een bestaand gebouw(deel).
De investering in de circulaire utiliteitsgebouwgevel komt voor ten hoogste 50% van
het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een utiliteitsgebouw(deel) die meer omvatten dan de gevel kunnen
uitsluitend in zijn geheel voor een van de bedrijfsmiddelen G 6100, D 6101 of D 6115
tot en met E 6126 gemeld worden.
Toelichting: In het kader van de Bouwagenda en de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie
(https://circulairebouweconomie.nl) wordt met dit experimentele bedrijfsmiddel beoogd
circulaire materiaalketens te stimuleren en ervaring op te doen met de MilieuPrestatieberekening
voor Gebouwen (MPG) op basis van een circulaire bouwbenadering. Door publicatie van
de projectgegevens op het Podium Duurzame Gebouwen van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (www.rvo.nl/podium) wordt de kennis gedeeld met de Nederlandse samenleving
en kan de circulaire bepalingsmethodiek worden verbeterd. De eerste publicatie vindt
plaats op basis van het ontwerpassessmentrapport, waarna deze publicatie verrijkt
wordt met de gegevens van het opleverrapport of publicatie vindt plaats op basis van
een gevelcertificaat zoals het SlimBouwen Keurmerk. Informatie hierover kunt u vinden
op: http://slimbouwen.nl/.
De door de regeling erkende duurzame bouw maatlatmethodieken zijn voor 2020 BREEAM-NL
en GPR Gebouw.
De Nationale Milieudatabase informatie kun u vinden op: www.milieudatabase.nl.
Op www.rvo.nl/miavamil is de ‘Handreiking circulaire gebouwen op de Milieulijst’ te
downloaden. Meer informatie over circulair bouwen kunt u vinden op:
https://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/groene-economie/circulaire-economie/circulair-bouwen.
D 6115
Zeer duurzaam gerenoveerd of verdergaand zeer duurzaam nieuw utiliteitsgebouw volgens
BREEAM-NL
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw(deel), niet zijnde een stal, of een
kas, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt voldoet aan de eisen genoemd
onder punt 10 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
2. er wordt een berekening van de milieuprestatie overgelegd, bepaald volgens de Bepalingsmethode
Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad
van 1 juli 2019 of later,
-
3. van renovatie is slechts sprake indien de fundering en gebouwschil conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven, waarbij ingrijpende renovatie als nieuwbouw wordt beschouwd,
-
4a. voor het gerenoveerde gebouw(deel) wordt het niveau ‘Excellent’ (4 sterren) op het
aspect ‘Asset’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL-In-Use)
van de Dutch Green Building Council behaald, waarbij voor de volgende categorieën
ten minste de genoemde scores worden behaald: 60% op ‘Energie’, 45% op ‘Landgebruik
en Ecologie’ en 45% op ‘Materialen’, wat blijkt uit een uiterlijk binnen drie maanden
na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL-in-Use ontwerpassessmentrapport, welke is goedgekeurd
door een Assessor, en uit een binnen drie jaar na meldingsdatum afgegeven Breeam In-Use
certificaat, of
-
4b. voor het nieuwe of grootschalig gerenoveerd gebouw(deel) wordt het niveau ‘Outstanding’
(5 sterren) van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL Nieuwbouw en
Renovatie) van de Dutch Green Building Council behaald, waarbij voor de volgende categorieën
ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 45% op ‘Landgebruik
en Ecologie’ en 45% op ‘Materialen’, wat blijkt uit een uiterlijk binnen drie maanden
(voor Bespoke trajecten binnen negen maanden) na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL
assessmentrapport, welke is goedgekeurd door een Assessor, en uit een binnen drie
jaar na afgifte van het assessmentrapport afgegeven oplevercertificaat dan wel een
binnen vier jaar na afgifte van het assessmentrapport afgegeven oplevercertificaat
volgens de op dat moment geldende maatlat van BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie, en
-
5. een gebouw(deel) met industriefunctie is voorzien van een vegetatiedak, waarbij ten
minste 80% van het dakoppervlak is bedekt met vegetatie met daarboven voorzieningen
voor duurzame energieopwekking voor ten minste 50% van dit oppervlak,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw(deel) of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: gebouwdelen die niet voldoen aan
de in onderdeel a. genoemde eisen, duurzame energieopwekkingsinstallaties, aankoop
van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
De investering in het utiliteitsgebouw komt voor ten hoogste het volgende bedrag per
gevalideerde vierkante meter bruto vloeroppervlakte (bvo) in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek:
€ 600 bij een gebouw(deel) zonder industriefunctie.
€ 400 bij een gebouw(deel) met industriefunctie.
Investeringen in een utiliteitsgebouw binnen het kalenderjaar van de eerste melding
voor milieu-investeringsaftrek kunnen uitsluitend in zijn geheel voor een van de bedrijfsmiddelen
D 6115 tot en met E 6126 worden gemeld. Vervolginvesteringen in dit bouwproject in
nakomende jaren kunnen uitsluitend gemeld worden voor bedrijfsmiddel E 6130 van de
betreffende Milieulijst indien voldaan wordt aan de eisen van dat bedrijfsmiddel.
Duurzame energieopwekkingsinstallaties zijn geen onderdeel van een gebouw volgens
bedrijfsmiddel G 6100 tot en met E 6126 van de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Een gebouw, waarbinnen meerdere functies gecombineerd worden, kan één
MilieuPrestatieberekening voor Gebouwen (MPG) voor de combinatie van de Gebouwfuncties
hebben.
Investeringen in duurzame energieopwekkingsinstallaties en energieopslag kunnen gemeld
worden voor bijvoorbeeld Stimulering Duurzame Energieproductie of energie-investeringsaftrek.
De Nationale Milieudatabase informatie kun u vinden op: www.milieudatabase.nl.
Informatie over BREEAM-NL is beschikbaar op de website www.BREEAM.nl. Een lijst van
goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
E 6116
Duurzaam gerenoveerd of zeer duurzaam nieuw utiliteitsgebouw volgens BREEAM-NL
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw(deel), niet zijnde een stal, of een
kas, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt voldoet aan de eisen genoemd
onder punt 10 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
2. er wordt een berekening van de milieuprestatie overgelegd, bepaald volgens de Bepalingsmethode
Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad
van 1 juli 2019 of later,
-
3. van renovatie is slechts sprake indien de fundering en gebouwschil conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven, waarbij ingrijpende renovatie als nieuwbouw wordt beschouwd,
-
4a. voor het gerenoveerde gebouw(deel) wordt het niveau ‘Very Good’ (3 sterren) op het
aspect ‘Asset’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL-In-Use,)
van de Dutch Green Building Council behaald, waarbij voor de volgende categorieën
ten minste de genoemde scores worden behaald: 60% op ‘Energie’, 45% op ‘Landgebruik
en Ecologie’ en 45% op ‘Materialen’, wat blijkt uit een uiterlijk binnen drie maanden
na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL-in-Use ontwerp-assessmentrapport, welke is goedgekeurd
door een Assessor, en uit een binnen drie jaar na meldingsdatum afgegeven Breeam In-Use
certificaat, of
-
4b. voor het nieuwe of grootschalig gerenoveerd gebouw(deel) wordt het niveau ‘Excellent’
(4 sterren) van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL Nieuwbouw en
Renovatie) van de Dutch Green Building Council behaald, waarbij voor de volgende categorieën
ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 45% op ‘Landgebruik
en Ecologie’ en 45% op ‘Materialen’, wat blijkt uit een uiterlijk binnen drie maanden
(voor Bespoke trajecten binnen negen maanden) na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL
assessmentrapport, welke is goedgekeurd door een Assessor, en uit een binnen drie
jaar na afgifte van het assessmentrapport afgegeven oplevercertificaat dan wel een
binnen vier jaar na afgifte van het assessmentrapport afgegeven oplevercertificaat
volgens de op dat moment geldende maatlat van BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie, en
-
5. een gebouw(deel) met industriefunctie is voorzien van een vegetatiedak, waarbij ten
minste 80% van het dakoppervlak is bedekt met vegetatie met daarboven voorzieningen
voor duurzame energieopwekking voor ten minste 50% van dit oppervlak,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw(deel) of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: gebouwdelen die niet voldoen aan
de in onderdeel a. genoemde eisen, duurzame energieopwekkingsinstallaties, aankoop
van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
De investering in het utiliteitsgebouw komt voor ten hoogste het volgende bedrag per
gevalideerde vierkante meter bruto vloeroppervlakte (bvo) in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek:
€ 600 bij een gebouw(deel) zonder industriefunctie.
€ 400 bij een gebouw(deel) met industriefunctie.
Investeringen in een utiliteitsgebouw binnen het kalenderjaar van de eerste melding
voor milieu-investeringsaftrek kunnen uitsluitend in zijn geheel voor een van de bedrijfsmiddelen
D 6115 tot en met E 6126 worden gemeld. Vervolginvesteringen in dit bouwproject in
nakomende jaren komen niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek. Duurzame
energieopwekkingsinstallaties zijn geen onderdeel van een gebouw volgens bedrijfsmiddel
G 6100 tot en met E 6126 van de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Een gebouw, waarbinnen meerdere functies gecombineerd worden, kan één
MilieuPrestatieberekening voor Gebouwen (MPG) voor de combinatie van de Gebouwfuncties
hebben.
Investeringen in duurzame energieopwekkingsinstallaties en energieopslag kunnen gemeld
worden voor bijvoorbeeld Stimulering Duurzame Energieproductie of energie-investeringsaftrek.
De Nationale Milieudatabase informatie kun u vinden op: www.milieudatabase.nl.Informatie
over BREEAM-NL is beschikbaar op de website www.BREEAM.nl. Een lijst van goedgekeurde
houtcertificatiesystemen is beschikbaar op
de website www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
D 6120
Zeer duurzaam gerenoveerd of verdergaand zeer duurzaam nieuw utiliteitsgebouw volgens
GPR Gebouw 4.3
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw(deel), niet zijnde een stal, kas of
datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt voldoet aan de eisen genoemd
onder punt 10 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
2. er wordt een berekening van de milieuprestatie overgelegd, bepaald volgens de Bepalingsmethode
Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad
van 1 juli 2019 of later,
-
3. van renovatie is slechts sprake indien de fundering en gebouwschil conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven, waarbij ingrijpende renovatie als nieuwbouw wordt beschouwd,
-
4a. het gerenoveerde gebouw(deel) voldoet aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw
4.3 met een score van ten minste 7,5 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid,
Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde, of
-
4b. het nieuwe gebouw(deel) voldoet aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw 4.3 met
een score van ten minste 8,5 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit
en Toekomstwaarde,
-
5. het voldoen aan de eisen onder 4 blijkt uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum
afgegeven rapportage van de GPR Gebouw berekening, welke is geaccordeerd door een
GPR Gebouw Expert en gevalideerd door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor volgens
de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening (versie maart 2015), en waarbij
na de oplevering van het gebouw, binnen drie jaar na afgifte van voornoemde rapportage
een opleverrapportage overgelegd wordt die geaccordeerd is door een GPR Gebouw Expert
en gevalideerd door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor volgens de Procedure Kwaliteitsborging
GPR Gebouw berekening (versie maart 2015), dan wel binnen vier jaar volgens de op
dat moment geldende maatlat van GPR Gebouw, en
-
6. een gebouw(deel) met industriefunctie is voorzien van een vegetatiedak, waarbij ten
minste 80% van het dakoppervlak is bedekt met vegetatie met daarboven voorzieningen
voor duurzame energieopwekking voor ten minste 50% van dit oppervlak,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw(deel) of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: gebouwdelen die niet voldoen aan
de in onderdeel a. genoemde eisen, duurzame energieopwekkingsinstallaties, aankoop
van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
De investering in het utiliteitsgebouw komt voor ten hoogste het volgende bedrag per
gevalideerde vierkante meter bruto vloeroppervlakte (bvo) in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek:
€ 600 bij een gebouw(deel) zonder industriefunctie.
€ 400 bij een gebouw(deel) met industriefunctie.
Investeringen in een utiliteitsgebouw binnen het kalenderjaar van de eerste melding
voor milieu-investeringsaftrek kunnen uitsluitend in zijn geheel voor een van de bedrijfsmiddelen
D 6115 tot en met E 6126 worden gemeld. Vervolginvesteringen in dit bouwproject in
nakomende jaren kunnen uitsluitend gemeld worden voor bedrijfsmiddel E 6130 van de
betreffende Milieulijst indien voldaan wordt aan de eisen van dat bedrijfsmiddel.
Duurzame energieopwekkingsinstallaties zijn geen onderdeel van een gebouw volgens
bedrijfsmiddel G 6100 tot en met E 6126 van de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Een gebouw, waarbinnen meerdere functies gecombineerd worden, kan één
MilieuPrestatieberekening voor Gebouwen (MPG) voor de combinatie van de gebouwfuncties
hebben.
Investeringen in duurzame energieopwekkingsinstallaties en energieopslag kunnen gemeld
worden voor bijvoorbeeld Stimulering Duurzame Energieproductie of energie-investeringsaftrek.
De Nationale Milieudatabase informatie kun u vinden op: www.milieudatabase.nl.Informatie
over GPR Gebouw 4.3 is beschikbaar op de website www.gprgebouw.nl. Een lijst van goedgekeurde
houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl.
Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
E 6121
Duurzaam gerenoveerd of zeer duurzaam nieuw utiliteitsgebouw volgens GPR Gebouw 4.3
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw(deel), niet zijnde een stal, kas of
datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt voldoet aan de eisen genoemd
onder punt 10 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
2. er wordt een berekening van de milieuprestatie overgelegd, bepaald volgens de Bepalingsmethode
Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad
van 1 juli 2019 of later,
-
3. van renovatie is slechts sprake indien de fundering en gebouwschil conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven, waarbij ingrijpende renovatie als nieuwbouw wordt beschouwd,
-
4a. het gerenoveerde gebouw(deel) voldoet aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw
4.3 met een score van ten minste 7,0 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid,
Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde, of
-
4b. het nieuwe gebouw(deel) voldoet aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw 4.3 met
een score van ten minste 8,0 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit
en Toekomstwaarde, en
-
5. het voldoen aan de eisen onder 4 blijkt uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum
afgegeven rapportage van de GPR Gebouw berekening, welke is geaccordeerd door een
GPR Gebouw Expert en gevalideerd door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor volgens
de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening (versie maart 2015), en waarbij
na de oplevering van het gebouw, binnen drie jaar na afgifte van voornoemde rapportage
een opleverrapportage overgelegd wordt die geaccordeerd is door een GPR Gebouw Expert
en gevalideerd door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor volgens de Procedure Kwaliteitsborging
GPR Gebouw berekening (versie maart 2015), dan wel binnen vier jaar volgens de op
dat moment geldende maatlat van GPR Gebouw, en
-
6. een gebouw(deel) met industriefunctie is voorzien van een vegetatiedak, waarbij ten
minste 80% van het dakoppervlak is bedekt met vegetatie met daarboven voorzieningen
voor duurzame energieopwekking voor ten minste 50% van dit oppervlak,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw(deel) of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: gebouwdelen die niet voldoen aan
de in onderdeel a. genoemde eisen, duurzame energieopwekkingsinstallaties, aankoop
van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
De investering in het utiliteitsgebouw komt voor ten hoogste het volgende bedrag per
gevalideerde vierkante meter bruto vloeroppervlakte (bvo) in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek:
€ 600 bij een gebouw(deel) zonder industriefunctie.
€ 400 bij een gebouw(deel) met industriefunctie.
Investeringen in een utiliteitsgebouw binnen het kalenderjaar van de eerste melding
voor milieu-investeringsaftrek kunnen uitsluitend in zijn geheel voor een van de bedrijfsmiddelen
D 6115 tot en met E 6126 worden gemeld. Vervolginvesteringen in dit bouwproject in
nakomende jaren komen niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek. Duurzame
energieopwekkingsinstallaties zijn geen onderdeel van een gebouw volgens bedrijfsmiddel
G 6100 tot en met E 6126 van de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Een gebouw, waarbinnen meerdere functies gecombineerd worden, kan één
MilieuPrestatieberekening voor Gebouwen (MPG) voor de combinatie van de gebouwfuncties
hebben.
Investeringen in duurzame energieopwekkingsinstallaties en energieopslag kunnen gemeld
worden voor bijvoorbeeld Stimulering Duurzame Energieproductie of energie-investeringsaftrek.
De Nationale Milieudatabase informatie kun u vinden op: www.milieudatabase.nl.Informatie
over GPR Gebouw 4.3 is beschikbaar op de website www.gprgebouw.nl. Een lijst van goedgekeurde
houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl.
Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
D 6125
Zeer duurzaam gerenoveerd of nieuw utiliteitsgebouw volgens LEED 4 BD+C
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw(deel), niet zijnde een stal, kas of
datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt voldoet aan de eisen genoemd
onder punt 10 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
2. er wordt een berekening van de milieuprestatie overgelegd, bepaald volgens de Bepalingsmethode
Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad
van 1 juli 2019 of later,
-
3. van renovatie is slechts sprake indien de fundering en gebouwschil conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven, waarbij ingrijpende renovatie als nieuwbouw wordt beschouwd,
-
4. voor het gebouw(deel) wordt het niveau ‘Platinum’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten
(LEED BD+C, versie 4) van de U.S. Green Building Council behaald, hetgeen blijkt uit
een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum, door een LEED Accredited Professional,
opgesteld statusrapport waaruit blijkt dat in het ontwerp de volgende creditscores
zijn opgenomen: SS credit 1 (SA) en 2 (SD-PoRH) samen ten minste 2 punten, EA credit
2 (OEP) ten minste 10 punten, MR credit 2 (BPDO-EPD) tot en met 4 (PBT.SR-M) samen
ten minste 4 punten,
-
5. waarbij binnen drie jaar na afgifte van het statusrapport een oplevercertificaat wordt
overgelegd op het niveau ‘Platinum’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten
(LEED) van de U.S. Green Building Council waaruit bovengenoemde scores blijken, dan
wel binnen vier jaar volgens de op dat moment geldende maatlat van LEED BD+C, en
-
6. een gebouw(deel) met industriefunctie is voorzien van een vegetatiedak, waarbij ten
minste 80% van het dakoppervlak is bedekt met vegetatie met daarboven voorzieningen
voor duurzame energieopwekking voor ten minste 50% van dit oppervlak,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw(deel) of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: gebouwdelen die niet voldoen aan
de in onderdeel a. genoemde eisen, duurzame energieopwekkingsinstallaties, aankoop
van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
De investering in het utiliteitsgebouw komt voor ten hoogste het volgende bedrag per
gevalideerde vierkante meter bruto vloeroppervlakte (bvo) in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek:
€ 600 bij een gebouw(deel) zonder industriefunctie.
€ 400 bij een gebouw(deel) met industriefunctie.
Investeringen in een utiliteitsgebouw binnen het kalenderjaar van de eerste melding
voor milieu-investeringsaftrek kunnen uitsluitend in zijn geheel voor een van de bedrijfsmiddelen
D 6115 tot en met E 6126 worden gemeld. Vervolginvesteringen in dit bouwproject in
nakomende jaren kunnen uitsluitend gemeld worden voor bedrijfsmiddel E 6130 van de
betreffende Milieulijst indien voldaan wordt aan de eisen van dat bedrijfsmiddel.
Duurzame energieopwekkingsinstallaties zijn geen onderdeel van een gebouw volgens
bedrijfsmiddel G 6100 tot en met E 6126 van de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Een gebouw, waarbinnen meerdere functies gecombineerd worden, kan één
MilieuPrestatieberekening voor Gebouwen (MPG) voor de combinatie van de gebouwfuncties
hebben.
Investeringen in duurzame energieopwekkingsinstallaties en energieopslag kunnen gemeld
worden voor bijvoorbeeld Stimulering Duurzame Energieproductie of energie-investeringsaftrek.
De Nationale Milieudatabase informatie kun u vinden op: www.milieudatabase.nl.Informatie
over LEED is beschikbaar op de website www.usgbc.org en www.bouwcertificering.org.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
E 6126
Duurzaam gerenoveerd of nieuw utiliteitsgebouw volgens LEED 4 BD+C
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw(deel), niet zijnde een stal, kas of
datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt voldoet aan de eisen genoemd
onder punt 10 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
2. er wordt een berekening van de milieuprestatie overgelegd, bepaald volgens de Bepalingsmethode
Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad
van 1 juli 2019 of later,
-
3. van renovatie is slechts sprake indien de fundering en gebouwschil conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven, waarbij ingrijpende renovatie als nieuwbouw wordt beschouwd,
-
4. voor het gebouw(deel) wordt het niveau ‘Gold’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten
(LEED BD+C, versie 4) van de U.S. Green Building Council behaald, hetgeen blijkt uit
een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum, door een LEED Accredited Professional,
opgesteld statusrapport waaruit blijkt dat in het ontwerp de volgende creditscores
zijn opgenomen: SS credit 1 (SA) maximale score, EA credit 2 (OEP) ten minste 7 punten,
MR credit 2 (BPDO-EPD) tot en met 4 (PBT.SR-M) samen ten minste 3 punten,
-
5. waarbij binnen drie jaar na afgifte van het statusrapport een oplevercertificaat wordt
overgelegd op het niveau ‘Platinum’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten
(LEED) van de U.S. Green Building Council waaruit bovengenoemde scores blijken, dan
wel binnen vier jaar volgens de op dat moment geldende maatlat van LEED BD+C, en
-
6. een gebouw(deel) met industriefunctie is voorzien van een vegetatiedak, waarbij ten
minste 80% van het dakoppervlak is bedekt met vegetatie met daarboven voorzieningen
voor duurzame energieopwekking voor ten minste 50% van dit oppervlak,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw(deel) of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: gebouwdelen die niet voldoen aan
de in onderdeel a. genoemde eisen, duurzame energieopwekkingsinstallaties, aankoop
van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
De investering in het utiliteitsgebouw komt voor ten hoogste het volgende bedrag per
gevalideerde vierkante meter bruto vloeroppervlakte (bvo) in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek:
€ 600 bij een gebouw(deel) zonder industriefunctie.
€ 400 bij een gebouw(deel) met industriefunctie.
Investeringen in een utiliteitsgebouw binnen het kalenderjaar van de eerste melding
voor milieu-investeringsaftrek kunnen uitsluitend in zijn geheel voor een van de bedrijfsmiddelen
D 6115 tot en met E 6126 worden gemeld. Vervolginvesteringen in dit bouwproject in
nakomende jaren komen niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek. Duurzame
energieopwekkingsinstallaties zijn geen onderdeel van een gebouw volgens bedrijfsmiddel
G 6100 tot en met E 6126 van de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Een gebouw, waarbinnen meerdere functies gecombineerd worden, kan één
MilieuPrestatieberekening voor Gebouwen (MPG) voor de combinatie van de gebouwfuncties
hebben.
Investeringen in duurzame energieopwekkingsinstallaties en energieopslag kunnen gemeld
worden voor bijvoorbeeld Stimulering Duurzame Energieproductie of energie-investeringsaftrek.
De Nationale Milieudatabase informatie kun u vinden op: www.milieudatabase.nl.Informatie
over LEED is beschikbaar op de website www.usgbc.org en www.bouwcertificering.org.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
E 6130
(Zeer) duurzaam utiliteitsgebouw conform Milieulijst 2017, 2018 of 2019
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw(deel), niet zijnde een stal of een kas,
waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. de gemelde investering betreft een vervolginvestering op de eerst gemelde investering
in hetzelfde bouwproject in het jaar 2017, 2018 of 2019, en
-
2. het bouwproject voldoet aan alle eisen van in het jaar van de eerste melding voor
dit project vigerende Milieulijst, conform één van de bedrijfsmiddelen 6115, 6120
of 6125,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw, de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken of gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van gebouwdelen die niet voldoen aan de in onderdeel a. genoemde
eisen, aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
Vervolginvesteringen in een duurzaam gebouwproject, niet zijnde vervolginvesteringen
in het jaar van de eerst gemelde investering, kunnen uitsluitend in zijn geheel voor
dit bedrijfsmiddel worden gemeld. Uitsluitend vervolginvesteringen voor investeringen
gemeld onder bedrijfsmiddel 6115, 6120 of 6125 van de Milieulijst 2017, 2018 of 2019
komen in aanmerking onder bedrijfsmiddel E 6130.
Bedrijfsterreinen
D 6240
Apparatuur of werken voor een klimaatadaptief bedrijfsterrein (aanpassen bestaande
situatie)
-
a. bestemd voor: het herinrichten van een bestaand bedrijfsterrein gelegen op een bestaand
bedrijventerrein of in een economische zone type C1 (retail, meubelboulevards) zoals
deze in het IBIS wordt gehanteerd of op een bestaande kantorenlocatie, zodanig dat
wateroverlast, verdroging en hittestress tegen wordt gegaan door:
-
– het verwijderen van bestaande aansluitingen van de hemelwaterafvoer op het (regenwater)riool
van het gebouw, en
-
– het vervangen van ten minste 50% van de bestaande verharding bestemd voor parkeren,
zij- en achterpaden (met uitzondering van trottoir en wegen) door groen, een waterpartij
of waterdoorlatende of waterpasserende (half)verharding, waarbij ten minste één van
de volgende voorzieningen aanwezig is of toegepast wordt:
-
1. een vegetatiedak als bedoeld in bedrijfsmiddel F 6420,
-
2. een gevel- of muurbegroeiingssysteem als bedoeld in bedrijfsmiddel F 6421,
-
3. een draaibare multifunctionele oppervlaktebedekking als bedoeld in bedrijfsmiddel
F 6405,
-
4. een infiltratiesysteem als bedoeld in bedrijfsmiddel G 6440,
-
5. een voorziening voor het bufferen van regenwater als bedoeld in bedrijfsmiddel F 6444,
of
-
6. een natuurvriendelijke voorzieningen in de gebouwde omgeving als bedoeld in bedrijfsmiddel
F 5145,
-
b. bestaande uit: apparatuur, landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken
die technisch noodzakelijk zijn voor de klimaatadaptieve maatregelen.
Een investering in klimaatadaptief aanpassen van een bedrijfsterrein als onderdeel
van een duurzaam gebouw dat gemeld is onder één van de bedrijfsmiddelen G 6100 tot
en met E 6130 komt onder bedrijfsmiddel
D 6240 niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Voor bedrijventerrein en economische zone wordt de definitie aangehouden
zoals deze in het IBIS (Integraal Bedrijventerreinen Informatie Systeem) wordt gehanteerd
(zie https://www.ibis-bedrijventerreinen.nl/).
Infrastructuur en gebouwgebonden materiaalgebruik
E 6311
Duurzaam beton(product) met ten minste 30% gerecyclede content
-
a. bestemd voor: het gebruik van duurzaam beton in (onderdelen van) een bouwwerk of prefab
bouwproduct, waarbij:
-
– ten minste 30% op volumebasis van de grove fractie van het beton is vervangen door
betongranulaat, thermisch of mechanisch gereinigd en gewassen grind of zand, gereinigd
ballastgrind of gerecycled cement,
-
– de milieuprestaties van het beton met gerecycled content ten minste gelijk zijn aan
die van beton van dezelfde kwaliteit zonder gerecycled content, en
-
– wordt aangetoond dat aan bovenstaande eisen wordt voldaan met een certificaat op basis
van het certificeringsprogramma 'Duurzaam beton' van de Concrete Sustainability Council
(CSC),
-
b. bestaande uit: beton, inclusief de kosten voor transport en verwerking van het beton,
of een betonnen prefab bouwproduct.
De investering in het duurzame beton(product) komt voor ten hoogste de volgende bedragen
in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek:
€ 50 per kubieke meter beton bij uitsluitend vervanging van de grove fractie
€ 75 per kubieke meter beton als 20% van het gerecycled content bestaat uit gerecycled
cement.
Een investering in beton(producten) met gerecycled content als onderdeel van een duurzaam
gebouw dat gemeld is onder één van de bedrijfsmiddelen G 6100 tot en met E 6130 komt
onder bedrijfsmiddel E 6311 niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
A 6312
Duurzame recyclebare bitumineuze of EPDM-dakbedekking
-
a. bestemd voor: het bedekken van platte of licht hellende daken met:
-
1. een beloopbare eenlaags bitumineuze dakbedekking, die:
-
– een duurzaam alternatief vormt voor de gebruikelijke tweelaags bitumineuze daksystemen
bestaande uit een onder- en bovenlaag,
-
– mechanisch wordt bevestigd, niet geballast is en waarbij uitsluitend de overlappen
worden gelast met hete lucht zonder gebruik te maken van branders, en
-
– geen zand, grind of leislag bevat, of
-
2. een homogeen niet-betalkt EPDM-membraan, dat:
-
– mechanisch wordt bevestigd met behulp van een inductielasapparaat, en
-
– is opgebouwd uit meerdere banen onderling verbonden middels hot-bonding naden,
en waarbij onder punt 1 en 2 geldt dat de dakbedekking door de producent aan het einde
van de levensduur gegarandeerd wordt ingenomen, wat blijkt uit de garantievoorwaarden,
en wordt hergebruikt of wordt gerecycled tot grondstoffen voor nieuwe dakbedekking,
-
b. bestaande uit: een eenlaags bitumineuze dakbedekking of homogene EPDM-dakbedekking
en de bijkomende kosten voor het aanbrengen van de dakbedekking en al dan niet een
inductielasapparaat voor het bevestigen van de EPDM-dakbedekking.
Een investering in duurzame recyclebare dakbedekking als onderdeel van een duurzaam
gebouwproject dat gemeld is onder één van de bedrijfsmiddelen
G 6100 tot en met E 6130 komt onder bedrijfsmiddel A 6312 niet in aanmerking voor
milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
G 6315
Bio-asfalt
-
a. bestemd voor: het gebruik van bio-asfalt voor wegverharding, waarbij het bindmiddel
voor ten minste 45% op gewichtsbasis bestaat uit lignine,
-
b. bestaande uit: bio-asfalt, inclusief de kosten voor transport en verwerking van het
bio-asfalt.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 1115 voor productieapparatuur voor bio-asfalt.
A 6318
Circulaire keuken met terugnamegarantie
-
a. bestemd voor: een circulaire keuken waarvan de corpus, achterwand, blad en fronten,
volledig zijn gemaakt van biobased en formaldehydevrij plaatmateriaal, waarbij:
-
– de keuken volledig demontabel is en zonder lijm of schroeven in elkaar gezet en weer
uit elkaar gehaald kan worden,
-
– alle onderdelen, inclusief de installaties, onderling uitwisselbaar zijn, en
-
– de keuken wordt geleverd inclusief materialenpaspoort, en
-
– de keuken aan het einde van de levensduur gegarandeerd wordt ingenomen door de producent,
wat blijkt uit de garantievoorwaarden, en door de producent volledig wordt hergebruikt
voor een nieuwe keuken of gerecycled tot nieuwe grondstoffen voor een nieuwe keuken,
-
b. bestaande uit: een keuken, plug-and-play remontabele installaties en met uitzondering
van keukenapparatuur.
A 6319
Modulair herbruikbaar wandsysteem
-
a. bestemd voor: het onderverdelen van de binnenruimte in een bedrijfspand met kantoorfunctie
in kleinere ruimtes, waarbij het wandsysteem:
-
– modulair is ontworpen,
-
– niet aard- en nagelvast is verbonden aan plafond, vloer en muur, en
-
– door de producent aan het einde van de levensduur gegarandeerd wordt ingenomen, wat
blijkt uit de garantievoorwaarden, en wordt hergebruikt of wordt gerecycled tot grondstoffen
voor nieuwe wandsystemen,
-
b. bestaande uit: een modulair wandsysteem.
Installaties en civiele voorzieningen
F 6405
Draaibare multifunctionele oppervlaktebedekking
-
a. bestemd voor: multifunctionele voorzieningen door middel van volautomatische draaibare
kokers, waarbij voor ten minste twee zijden van driekantige kokers en ten minste drie
zijden van vierkantige kokers geldt dat de gekozen voorzieningen luchtzuivering, waterberging,
energieopwekking, productie van groene grondstoffen, vermindering van het warmte-eiland
effect of vergelijkbaar milieuvoordeel betreffen,
-
b. bestaande uit: (vol)automatische draaibare kokers met bovengenoemde voorzieningen,
een bevestigingsframe en al dan niet de volgende onderdelen: bodem- of gevelbevestiging
en constructieve aanpassingen ten behoeve van plaatsing, met uitzondering van kosten
voor energieopwekking.
C 6410
Circulaire PV-panelen met terugnamegarantie
Duurzame energieopwekkingsinstallaties zijn geen onderdeel van een gebouw volgens
bedrijfsmiddel G 6100 tot en met E 6126 van de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel 251102 van de energie-investeringsaftrek voor PV-installaties
met een piekvermogen van ten minste 15 kW en een doorlaatwaarde van ten hoogte 3x80
A.
F 6420
Vegetatiedak
-
a. bestemd voor: het ter voorkoming van overlast of overbelasting van het riool door
regenwater, zuivering van de buitenlucht of bevordering van broed- en foerageergelegenheid
voor dieren afdekken van de dakconstructie van een bedrijfsgebouw met een pakket van
waterbufferende lagen met vegetatie,
-
b. bestaande uit: een waterkerende folie, een vegetatielaag en al dan niet de volgende
onderdelen: een drainagelaag, een kunstmatige bevloeiing en verankering, constructieve
aanpassingen bij bestaande daken en nestelvoorzieningen.
F 6421
Gevel- of muurbegroeiingssysteem
-
a. bestemd voor: het ter verkoeling en zuivering van de buitenlucht, geluidsdemping of
bevordering van broed- en foerageermogelijkheden van dieren met een vegetatielaag
bedekken van de verticale buitenzijden van een bedrijfsgebouw of beide zijden van
een muurconstructie,
-
b. bestaande uit: een frame met substraat en al dan niet de volgende onderdelen: een
gevelbeschermende laag, constructieve aanpassingen bij bestaande muren, irrigatieleidingwerk
en nestelvoorzieningen.
F 6423
Inpandig muurbegroeiingsysteem
-
a. bestemd voor: het met een muurbegroeiingssysteem zuiveren en koelen van binnenruimten,
ter ondersteuning van klimaatinstallaties, waarbij het begroeid oppervlak van het
muurbegroeiingssysteem ten minste 5 vierkante meter per systeem bedraagt,
-
b. bestaande uit: een inpandig begroeiingsysteem met vegetatie en al dan niet constructieve
aanpassingen bij bestaande muren en irrigatieleidingwerk.
G 6440
Infiltratiesysteem
-
a. bestemd voor:
-
1. het bufferen en infiltreren van regenwater in geperforeerde containers, waarbij het
regenwater na verblijf in deze containers infiltreert in de bodem,
-
2. het transporteren van regenwater naar een infiltratiesysteem of infiltreren van regenwater
met geperforeerde leidingen, of
-
3. het bufferen en infiltreren van regenwater in een wadi,
-
b. bestaande uit:
-
1. met betrekking tot onderdeel a., punt 1, een geperforeerde container en al dan niet
geotextiel,
-
2. met betrekking tot onderdeel a., punt 2, geperforeerde leidingen en al dan niet geotextiel,
-
3. met betrekking tot onderdeel a., punt 3, een wadi.
F 6441
Paardrijbak of sportveld met regenwateropvang en -infiltratie
-
a. bestemd voor: het opvangen van regenwater van tenminste de eigen bedrijfsgebouwen
in een waterdichte paardrijbak of waterdicht sportveld met overloop naar een infiltratiegebied
niet zijnde een afwatersloot, al dan niet in combinatie met nuttige toepassing van
het opgevangen regenwater,
-
b. bestaande uit: een waterdichte paardrijbak of waterdicht sportveld, leidingwerk met
uitzondering van dak en goten.
F 6444
Voorziening voor het bufferen van regenwater
-
a. bestemd voor: het tijdens hevige regenval bufferen van regenwater afkomstig van bedrijfsterreinen
en bedrijfsgebouwen in de gebouwde omgeving, niet zijnde terreinen of gebouwen behorend
bij de land- en (glas)tuinbouw, waarbij:
-
– ten minste 50 liter regenwater per vierkante meter opvangoppervlak kan worden gebufferd,
-
– de regenwaterbuffer zich op een dak of onder verharding bevindt, en
-
– het opgevangen regenwater in drogere perioden:
-
1. lokaal infiltreert,
-
2. nuttig wordt toegepast buiten industriële processen, of
-
3. wordt afgevoerd naar het regenwaterriool middels een meet- en regelsysteem gericht
op regenwaterbuffering tijdens piekbuien,
-
b. bestaande uit: een wateropslagvoorziening en al dan niet de volgende onderdelen: een
verzwaarde dakconstructie, geotextiel, een infiltratiesysteem, een meet- en regelsysteem
en voorzieningen nodig voor het nuttig toepassen van regenwater tot aan de aansluiting
voor nuttige toepassing.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel G 6440 voor een infiltratiesysteem en bedrijfsmiddel
D 1249 voor het benutten van regenwater in industriële processen.
F 6446
Decentrale sanitatie-installatie
-
a. bestemd voor: het decentraal zuiveren van afvalwaterstromen van huishoudelijke aard
of hiermee vergelijkbaar, al dan niet in combinatie met andere reststromen, waarbij:
-
1. scheiding van afvalwaterstromen aan de bron plaatsvindt en na bewerking of zuivering
van het afvalwater grondstoffen en schoon water worden teruggewonnen die vervolgens
worden gerecycled of anderszins nuttig toegepast, of
-
2. geneesmiddelresten, hormoonverstorende stoffen of multiresistente bacteriën in het
afvalwater onschadelijk worden gemaakt,
-
b. bestaande uit: een zuiveringsinstallatie en al dan niet de volgende onderdelen: een
vermaler, een vergister, een membraaninstallatie, een oxidatiereactor, een actief
kool filter en al dan niet een afvalcompressor.