Tijdens de behandeling van het Wetsvoorstel Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen heeft de Tweede Kamer aandacht gevraagd voor volgende situatie. Een belang dat volgens het huidige recht een AB vormt, kwalificeert met ingang van 1 januari 2009 als een LB en wordt vóór 1 januari 2009 ingebracht in een vennootschap (TK 2007/08, 31 459, nr. 9, blz. 13 en 14). Op de vraag van de Tweede Kamer hoe ik voor die situatie tegen een doorschuifregeling aankijk, heb ik geantwoord dat ik bereid ben om voor deze overgangssituatie een beleidsmatige oplossing te treffen zodat afrekening achterwege mag blijven. Dit besluit bevat twee goedkeuringen waarmee ik de toezegging aan de Tweede Kamer gestand doe. De eerste goedkeuring heeft betrekking op de situatie dat de inbreng van het AB reeds in het jaar 2008 plaats vindt. De tweede goedkeuring betreft de inbreng van een LB in het eerste kwartaal van 2009.