Besluit van den 26sten Maart 1868, houdende regeling van den overgang van adellijke
titels bij regt van eerstgeboorte
Wij Willem III, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Overwegende, dat het noodzakelijk is het bestaande verschil van gevoelen omtrent den
overgang bij regt van eerstgeboorte van adellijke titels door stellige voorschriften
op te heffen;
Op de voordragt van Onzen Minister van Justitie, van den 17den Februarij 1868, 2de
afdeeling, no. 105;
Den Raad van State gehoord (advies van den 10den Maart 1868, no. 10);
Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Justitie, van den 20sten Maart 1868,
2de afdeeling, no. 115;
Gelet op art. 63 der Grondwet;
Hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: