Om doelmatigheidsredenen keur ik echter goed dat inspecteurs op een schriftelijk verzoek
door of namens een belastingplichtige bij de inbreng met fiscale afrekening van een
onderneming in een besloten vennootschap voor de heffing van inkomstenbelasting en
vennootschapsbelasting zodanige terugwerkende kracht aan een voorovereenkomst verlenen
dat een vóór-voorperiode tot ten hoogste drie maanden in aanmerking kan worden genomen.
Aan inwilliging van het verzoek zijn de onder a tot en met f vermelde voorwaarden
verbonden.
Deze goedkeuring is ook van toepassing als een werkzaamheid, zoals bedoeld in afdeling 3.4 van de Wet IB 2001, ingebracht wordt in een besloten vennootschap, met dien verstande dat voorwaarde
c. daarbij dan niet van toepassing is.
Ik merk hierbij op dat de termijn van drie maanden afwijkt van de termijn die bij
geruisloze omzetting geldt. Daar staat tegenover dat niet de eis wordt gesteld dat
het overgangstijdstip aansluit op een volledig boekjaar. Het verzoek dient zo spoedig
mogelijk maar uiterlijk bij de aangifte inkomstenbelasting over het (boek)jaar waarin
de vóór-voorperiode aanvangt te worden ingediend bij de voor de heffing van inkomstenbelasting
voor het desbetreffende jaar bevoegde inspecteur, onder overlegging van de geregistreerde
voorovereenkomst.