Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 28 juli 2008, Directie Wetgeving,
nr. 5555616/08/6;
Gelet op artikel 396 lid 6 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
De Raad van State gehoord (advies van 13 augustus 2008, nr. W03.08.0355/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 22 augustus 2008, nr.
5560791/08/6;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In het boekjaar waarin de rechtspersoon voor het eerst de fiscale waarderingsgrondslagen
toepast in de jaarrekening, behandelt de rechtspersoon een uit de overgang naar deze
grondslagen volgend vermogensverschil als een rechtstreekse wijziging van het eigen
vermogen per begin van het boekjaar. Het bedrag van het voorafgaande boekjaar, genoemd
in artikel 363 lid 5 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, kan zonder herziening van dat bedrag worden vermeld.
De artikelen van dit besluit zijn van toepassing op jaarrekeningen die worden opgesteld
over de boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2007.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit fiscale waarderingsgrondslagen.