Afdeling 3.1. Certificaten; algemene bepalingen
Het is verboden te handelen in strijd met de voorschriften, genoemd in de artikelen
7, eerste tot en met derde lid, 8, eerste en tweede lid, 21, derde lid, 24, vierde
lid, 25, eerste lid, 26, eerste lid, 34, tweede lid, vijfde alinea, 35, tiende lid,
38, tweede lid, 45, derde lid, 47, derde lid, tweede alinea, en vijfde lid, van verordening 376/2008.
Het Productschap Zuivel wordt aangewezen als de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel
7 van Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie van 14 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening
van tariefcontingenten (PbEU 2001, L341).
Het productschap is bevoegd de voorschriften, bedoeld in artikel 17, tweede lid, tweede
alinea, verordening 376/2008, vast te stellen.
-
2 Indien het productschap gebruik maakt van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid,
is het productschap tevens de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, derde lid,
onder c, van verordening 376/2008.
Het productschap is bevoegd de toestemming te verlenen, bedoeld in artikel 40, vijfde
lid, van verordening 376/2008.
De zekerheid, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van verordening 376/2008 wordt gesteld bij het productschap.
-
2 Indien het productschap gebruik maakt van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid,
wordt het productschap aangemerkt als de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 24,
tweede lid, van verordening 376/2008.
-
1 Het productschap is bevoegd bepalingen vast te stellen omtrent het afgeven en het
gebruik van elektronische certificaten, bedoeld in artikel 18, eerste lid, van verordening 376/2008.
-
2 Indien het productschap toestaat dat aanvragen voor de certificaten, bedoeld in artikel 3:2, tweede lid, van het besluit, worden ingediend met behulp van systemen voor automatische gegevensverstrekking,
stelt het productschap de regels vast, bedoeld in artikel 12, tweede lid, derde alinea,
van verordening 376/2008.
Het productschap is bevoegd een aanvullende termijn als bedoeld in artikel 34, negende
lid, van verordening 376/2008 te verlenen.
Het productschap wordt aangewezen als bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 van
Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor
het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten
voor landbouwproducten (PbEU 2006, L 238).
Het is verboden te handelen in strijd met de voorschriften, genoemd in de artikelen
15, 16ter, eerste lid, 52, eerste lid, van verordening 800/99.
-
4 Als bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5, zevende lid, onder b, en 7, derde lid,
tweede alinea, van verordening 800/99 wordt aangewezen het douanekantoor, waar de aangifte ten uitvoer wordt ingediend.
-
5 Het opleggen van maatregelen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1469/95 van de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1995 betreffende de maatregelen die
moeten worden genomen ten aanzien van bepaalde begunstigden van uit het EOFGL, afdeling
Garantie, gefinancierde verrichtingen (PbEU 1995, L 145) vindt plaats door het productschap.
Het productschap is bevoegd te beslissen op een verzoek als bedoeld in artikel 24,
eerste lid, van verordening 800/99.
-
3 Het productschap is bevoegd de beslissingen, bedoeld in artikel 17, vierde lid, van
verordening 800/99 te nemen.
-
1 De voorzitter van het Hoofdproductschap Akkerbouw verleent de erkenning, bedoeld in
artikel 16bis, eerste lid, van verordening 800/99.
-
2 De voorzitter van het Hoofdproductschap Akkerbouw kan een erkenning als bedoeld in
het eerste lid schorsen of intrekken in de gevallen, bedoeld in artikel 16ter, eerste
lid, en 16quinquies, eerste en derde lid, van verordening 800/99.