Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Gelet op de artikelen 27, zevende lid, van de Werkloosheidswet, 45, derde lid, van de Ziektewet, 29, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 88, vierde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 47, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 39, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, en 14, tweede lid, van de Toeslagenwet, en op het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten;
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a. betrokkene:
-
1°. de werknemer, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 8 en 53 van de Werkloosheidswet,
-
2°. de persoon, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 8c en 64 van de Ziektewet, 3 tot en met 7b juncto 23, eerste lid, en 81 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 7, 10 en 18 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 3 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 2:68 en 3:39 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten,
-
3°. degene die aanspraak maakt op een toeslag op grond van de Toeslagenwet, zijn echtgenoot of zijn wettelijk vertegenwoordiger, en
-
4°. de werknemer, de gelijkgestelde en de beroepsbeoefenaar op arbeidsovereenkomst, bedoeld
in de artikelen 3:6 en 3:17 van de Wet arbeid en zorg;
-
5°. de aanvrager en de uitkeringsgerechtigde als bedoeld in artikel 1 van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.
-
b. niet naleven van een verplichting: het niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen
van een verplichting op grond van een van de wetten, genoemd in artikel 1 van het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten;
-
c. termijngebonden verplichting: een verplichting waaraan de betrokkene binnen een bij
of krachtens de wet vastgestelde termijn moet hebben voldaan;
-
d. eerste, tweede, derde, vierde en vijfde categorie: de categorieën, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7a van het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten;
-
e. re-integratie: het verkrijgen en vergroten van mogelijkheden tot het verrichten van
arbeid en de inschakeling in arbeid;
-
f. scholing: een scholing of opleiding die naar het oordeel van het UWV noodzakelijk
wordt geacht voor de inschakeling in arbeid.
Artikel 2. Hoogte en duur van een maatregel
-
2 Een maatregel waarvan de hoogte, berekend over de duur waarvoor die maatregel wordt
opgelegd, minder zou bedragen dan € 25, wordt vastgesteld op € 25.
-
3 Een maatregel die wegens recidive wordt verhoogd, en waarvan de hoogte, berekend over
de duur waarvoor die maatregel wordt opgelegd, minder zou bedragen dan € 37,50, wordt
vastgesteld op € 37,50.
Artikel 3. Afstemming op ernst en verwijtbaarheid
Artikel 4. Waarschuwing in plaats van maatregel
-
2 In afwijking van het eerste lid wordt bij het niet naleven van een termijngebonden
verplichting een maatregel opgelegd indien de termijnoverschrijding groter is dan
veertien kalenderdagen. Indien in de periode van veertien kalenderdagen een of meer
werkdagen voorkomen waarop de kantoren van het UWV gesloten zijn, wordt die periode
met even zo veel werkdagen verlengd.
Artikel 5. Bijzonderheden eerste categorie
-
1 Bij het niet naleven van een termijngebonden verplichting uit de eerste categorie
wordt de hoogte van de maatregel vastgesteld op 10 procent indien de termijnoverschrijding
groter is dan 30 kalenderdagen maar niet groter dan 60 kalenderdagen, en op 20 procent
indien de termijnoverschrijding groter is dan 60 kalenderdagen. Bovendien wordt de
duur van de maatregel vastgesteld op twee maanden indien de termijnoverschrijding
groter is dan 90 kalenderdagen maar niet groter dan 180 kalenderdagen, en op drie
maanden indien de termijnoverschrijding groter is dan 180 kalenderdagen.
-
2 Indien bij het niet naleven van een termijngebonden verplichting uit de eerste categorie
sprake is van verminderde verwijtbaarheid, wordt de hoogte van de maatregel vastgesteld
op 2 procent in plaats van 5 procent, op 5 procent in plaats van 10 procent, en op
10 procent in plaats van 20 procent.
Artikel 6. Bijzonderheden tweede categorie
-
1 Bij het niet naleven van een termijngebonden verplichting uit de tweede categorie
wordt de hoogte van de maatregel vastgesteld op 20 procent indien de termijnoverschrijding
groter is dan 60 kalenderdagen maar niet groter dan 90 kalenderdagen, en op 30 procent
indien de termijnoverschrijding groter is dan 90 kalenderdagen. Bovendien wordt de
duur van de maatregel vastgesteld op drie maanden indien de termijnoverschrijding
groter is dan 120 kalenderdagen maar niet groter dan 180 kalenderdagen, en op vier
maanden indien de termijnoverschrijding groter is dan 180 kalenderdagen.
-
2 Indien bij het niet naleven van een termijngebonden verplichting uit de tweede categorie
sprake is van verminderde verwijtbaarheid, wordt de hoogte van de maatregel vastgesteld
op 5 procent in plaats van 10 procent, op 10 procent in plaats van 20 procent, en
op 20 procent in plaats van 30 procent.
Artikel 7. Bijzonderheden derde categorie
-
4 In afwijking van het eerste lid wordt bij het niet naleven van de verplichting, bedoeld
in artikel 30, eerste lid, onder a, van de Wet WIA de uitkering geweigerd voor dat deel dat niet zou zijn uitbetaald indien die verplichting
wel zou zijn nageleefd.
Artikel 8. Bijzonderheden vierde categorie
-
3 Onverminderd artikel 2, zevende lid, van het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten, wordt bij het niet naleven van de verplichting, bedoeld in artikel 30, derde lid, van de Wet WIA en artikel 2:32, tweede lid, van de Wet Wajong de uitkering geweigerd voor dat deel dat niet zou zijn uitbetaald indien die verplichting
wel zou zijn nageleefd, en wordt de duur van de maatregel vastgesteld op de nog resterende
duur van de loongerelateerde uitkering, de inkomensondersteuning werkregeling, respectievelijk
de voortgezette inkomensondersteuning werkregeling.
Artikel 9. Ingangsdatum van de maatregel
-
3 Indien de duur van de maatregel langer is dan de periode tussen de datum waarop de
maatregel op grond van het eerste lid zou ingaan en de datum waarop het recht op uitkering
zal eindigen wegens het verstrijken van de daarvoor geldende maximumtermijn, gaat
de maatregel, in afwijking van het eerste lid, in op een zodanige datum dat de maatregel
tegelijk met het uitkeringsrecht zal eindigen, doch niet eerder dan op de datum met
ingang waarvan de verplichting niet is nageleefd.
Artikel 11. Overgangsrecht
Dit besluit is niet van toepassing op beslissingen over maatregelen, genomen op grond
van het Maatregelenbesluit UWV.
Artikel 12. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2008.
Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregel maatregelen UWV.