Artikel 1.1. Definitiebepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
In deze regeling wordt verstaan onder:
Aantoonbaarheidsgrens: laagste gehalte van een parameter waarbij de aanwezigheid daarvan
aantoonbaar is volgens AP 04, bedoeld in bijlage C voor bouwstoffen en volgens bijlage L voor bodem, grond en baggerspecie;
ASTM-norm: normdocument uitgegeven door de American Society for Testing and Materials,
waarvan de uitgave is opgenomen in bijlage D, onderscheidenlijk E;
Bepalingsgrens: laagste kwantificeerbare gehalte van een parameter, dat voor bouwstoffen
overeenkomt met driemaal de aantoonbaarheidsgrens en voor bodem, grond en baggerspecie
is opgenomen in bijlage L ;
Besluit: Besluit bodemkwaliteit;
Bodem+: onderdeel van Rijkswaterstaat;
Bodemkwaliteitszone: aaneengesloten deel of meerdere niet aaneengesloten delen van
een beheersgebied met een gelijke ontstaans- en gebruiksgeschiedenis, als gevolg waarvan
sprake is van een vergelijkbare actuele kwaliteit van de bodem;
BRL: beoordelingsrichtlijn, zijnde een door het college van deskundigen bindend verklaard
document dat wordt gehanteerd als grondslag voor de afgifte en instandhouding van
certificaten;
CAS-nr: uniek identificatienummer dat is toegekend aan alle chemische stoffen die
zijn geregistreerd door de Chemical Abstracts Service, die onderdeel is van de American
Chemical Society.
College van deskundigen: door de Raad voor Accreditatie geaccepteerd college dat een
of meer BRL’en onder beheer heeft en waarin de bij certificatie belanghebbende partijen
zijn vertegenwoordigd;
CROW: kenniscentrum voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte te Ede;
CROW publicatie: publicatie van het CROW, waarvan de uitgave is opgenomen in bijlage D;
Deelpartij: partij die is afgezonderd van een gekeurde partij;
Gestandaardiseerde gehalten: volgens onderdeel III in bijlage G naar standaardbodem gecorrigeerde gehalten in de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam,
grond of baggerspecie;
HG3: het rekenkundig gemiddelde van de drie hoogste grondwaterstanden per hydrologisch
jaar;
Hydrologisch jaar: hydrologisch jaar als gedefinieerd in artikel 1, eerste lid, van het Stortbesluit bodembescherming;
K-waarde: waarde die een maat vormt voor de keuringsfrequentie bij erkende kwaliteitsverklaringen
en een criterium geeft voor het afgeven van een fabrikant-eigenverklaring;
Kengetal: statistische maat voor de verdeling van de gemeten gehalten binnen een bodemkwaliteitszone;
Lutum: gewichtspercentage minerale bestanddelen met een diameter kleiner dan 2 µm,
betrokken op het totale drooggewicht van grond of baggerspecie;
MsPAF: Meer stoffen-Potentieel Aangetaste Fractie van lagere organismen, zijnde een
aanduiding voor ecologische risico’s als gevolg van bodemverontreiniging;
Nationale BRL: door de Harmonisatie Commissie Bouw aanvaarde BRL voor het afgeven
van kwaliteitsverklaringen;
NEN: Nederlandse Norm, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut, waarvan
de uitgave is opgenomen in bijlage D;
NEN-EN: Europese Norm, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut, waarvan
de uitgave is opgenomen in bijlage D;
NEN-ISO: Internationale Norm, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut,
waarvan de uitgave is opgenomen in bijlage D;
NPR: Nederlandse Praktijkrichtlijn van het Nederlands Normalisatie-instituut, waarvan
de uitgave is opgenomen in bijlage D;
NVN: Nederlandse Voornorm, vooruitlopend op een NEN-norm, waarvan de uitgave is opgenomen
in bijlage D;
P95: 95-percentielwaarde, zijnde een kengetal van de kwaliteit van de bodem binnen
een bodemkwaliteitszone, welke per stof wordt uitgedrukt in een gehalte (mg/kg droge
stof), betreffende de waarde waarvoor geldt dat ten minste 95% van de meetwaarden
voor de stof binnen de bodemkwaliteitszone een waarde heeft die kleiner dan of gelijk
is aan deze waarde, berekend met de ‘Empirical distribution function with interpolation
(MS Excel) method’];
Sanering van de bodem: beperken en zoveel mogelijk ongedaan maken van verontreiniging
en de directe gevolgen daarvan of van dreigende verontreiniging van de bodem, alsmede
de nazorg daarvan;
Standaardbodem: bodem met 25% lutum en 10% organische stof;
tarragrond: aanhangende grond die vrijkomt bij het behandelen van het gewas na de
oogst;
zoet oppervlaktewaterlichaam: oppervlaktewaterlichaam, niet zijnde een zout oppervlaktewaterlichaam;
zout oppervlaktewaterlichaam: Zeeuwse Delta, Waddenzee of Noordzee, inclusief de
havens die hiermee in open verbinding staan en die geen open verbinding hebben met
hun achterland.