U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2024.]Geraadpleegd op 11-10-2024. Geldend van 22-03-2013 t/m 31-12-2023
Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 31 oktober 2007, nr. DJZ2007004707, houdende regels omtrent de aanwijzing van categorieën van gevallen die in ieder geval niet in betekenende mate bijdragen als bedoeld in artikel 5.16, eerste lid, onder c, van de Wet milieubeheer (Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen))
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op artikel 4, eerste lid, van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) en artikel 5.16, vijfde lid, laatste volzin, van de Wet milieubeheer;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
In deze regeling wordt verstaan onder:
Besluit: Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen).
1 Aangewezen krachtens artikel 4, eerste lid, van het Besluit worden de in bijlage 1A genoemde categorieën van gevallen waarin de uitoefening van een of meer bevoegdheden of toepassing van een of meer wettelijke voorschriften betrekking heeft op een inrichting.
2 In afwijking van het eerste lid worden, indien en voor zolang als de tijdelijke 1% grens van toepassing is, aangewezen krachtens artikel 4, eerste lid, van het Besluit de in bijlage 1B genoemde categorieën van gevallen waarin de uitoefening van een of meer bevoegdheden of toepassing van een of meer wettelijke voorschriften betrekking heeft op een inrichting.
1 Aangewezen krachtens artikel 4, eerste lid, van het Besluit worden de in bijlage 2A genoemde categorieën van gevallen waarin de uitoefening van een of meer bevoegdheden of toepassing van een of meer wettelijke voorschriften betrekking heeft op infrastructuur.
2 In afwijking van het eerste lid worden, indien en voor zolang als de tijdelijke 1% grens van toepassing is, aangewezen krachtens artikel 4, eerste lid, van het Besluit de in bijlage 2B genoemde categorieën van gevallen waarin de uitoefening van een of meer bevoegdheden of toepassing van een of meer wettelijke voorschriften betrekking heeft op infrastructuur.
1 Aangewezen krachtens artikel 4, eerste lid, van het Besluit worden de in bijlage 3A genoemde categorieën van gevallen waarin de uitoefening van een of meer bevoegdheden of toepassing van een of meer wettelijk voorschriften betrekking heeft op een kantoorlocatie, woningbouwlocatie of combinatie daarvan.
2 In afwijking van het eerste lid worden, indien en voor zolang als de tijdelijke 1% grens van toepassing is, aangewezen krachtens artikel 4, eerste lid, van het Besluit de in bijlage 3B genoemde categorieën van gevallen waarin de uitoefening van een of meer bevoegdheden of toepassing van een of meer wettelijke voorschriften betrekking heeft op een kantoorlocatie, woningbouwlocatie of combinatie daarvan.
1 Aangewezen krachtens artikel 4, eerste lid, van het Besluit worden de in bijlage 4A genoemde categorieën van gevallen waarin de uitoefening van een of meer bevoegdheden of toepassing van een of meer wettelijk voorschriften betrekking heeft op een activiteit of handeling.
2 In afwijking van het eerste lid worden, indien en voor zolang als de tijdelijke 1% grens van toepassing is, aangewezen krachtens artikel 4, eerste lid, van het Besluit de in bijlage 4B genoemde categorieën van gevallen waarin de uitoefening van een of meer bevoegdheden of toepassing van een of meer wettelijke voorschriften betrekking heeft op een activiteit of handeling.
Aangewezen krachtens artikel 2, tweede lid, van het Besluit wordt de uitoefening van bevoegdheden ten aanzien van inrichtingen waarin landbouwhuisdieren worden gehouden en waarvan de emissie van zwevende deeltjes (PM10) vanuit de tot die inrichtingen behorende huisvestingssystemen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet ammoniak en veehouderij, meer bedraagt dan 800 kg per jaar en die gelegen zijn in de in bijlage 5 opgenomen gebieden.
Artikel 5a is niet van toepassing op voor de datum van inwerkingtreding van dat artikel ingediende aanvragen voor een omgevingsvergunning.
Ten aanzien van de uitoefening van een of meer bevoegdheden of toepassing van een of meer wettelijke voorschriften waarbij met toepassing van artikel 5.16, eerste lid, onder c, van de wet, rekening wordt gehouden met de effecten op de luchtkwaliteit van onlosmakelijk met die uitoefening of toepassing samenhangende maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit, zijn de artikelen 2 en 3 van de Regeling projectsaldering 2007 van overeenkomstige toepassing.
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) in werking treedt.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen).
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 31 oktober 2007
Minister
J.M. Cramer
Aangewezen ingevolge artikel 2, eerste lid, worden:
a. akkerbouw- of tuinbouwbedrijven met open grondteelt;
b. inrichtingen die uitsluitend of in hoofdzaak bestemd zijn voor witloftrek of teelt van eetbare paddestoelen of andere gewassen in een gebouw;
c. permanente en niet-verwarmde opstanden van glas of van kunststof voor het telen van gewassen;
d. permanente en verwarmde opstanden van glas of van kunststof voor het telen van gewassen, mits niet groter dan 2 hectare;
e. kinderboerderijen.
Aangewezen ingevolge artikel 2, eerste lid, worden spoorwegemplacementen onder voorwaarde dat door de aanleg of uitbreiding daarvan of door een wijziging van de activiteiten op een spoorwegemplacement de toename van het aantal dieseltractie-uren niet meer bedraagt dan 7500 uur op jaarbasis.
(gereserveerd)
Aangewezen ingevolge artikel 2, tweede lid, worden:
d. permanente en verwarmde opstanden van glas of van kunststof voor het telen van gewassen, mits niet groter dan 0,7 hectare;
Aangewezen ingevolge artikel 2, tweede lid, worden spoorwegemplacementen onder voorwaarde dat door de aanleg of uitbreiding daarvan of door een wijziging van de activiteiten op een spoorwegemplacement de toename van het aantal dieseltractie-uren niet meer bedraagt dan 2500 uur op jaarbasis.
Aangewezen ingevolge artikel 4, eerste lid, worden kantoorlocaties, indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 100.000 m2 omvat, dan wel, in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 200.000 m2 omvat.
Aangewezen ingevolge artikel 4, eerste lid, worden woningbouwlocaties, indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1500 nieuwe woningen omvat, dan wel, in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer dan 3000 woningen omvat.
1. Aangewezen ingevolge artikel 4, eerste lid, worden locaties die een combinatie vormen van een woningbouwlocatie en een kantoorlocatie, onder de volgende voorwaarde:
0,0008 * aantal woningen + 0,000012 * bruto vloeroppervlak kantoren in m2 ≤ 1,2.
2. Het in de voorschriften 3A.1 en 3A.2 bepaalde in geval van twee ontsluitingswegen is van overeenkomstige toepassing.
Aangewezen ingevolge artikel 4, tweede lid, worden kantoorlocaties, indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 33.333 m2 omvat, dan wel, in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 66.667 m2 omvat.
Aangewezen ingevolge artikel 4, tweede lid, worden woningbouwlocaties, indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 500 nieuwe woningen omvat, dan wel, in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer dan 1000 woningen omvat.
1. Aangewezen ingevolge artikel 4, tweede lid, worden locaties die een combinatie vormen van een woningbouwlocatie en een kantoorlocatie, onder de volgende voorwaarde:
0,0008 * aantal woningen + 0,000012 * bruto vloeroppervlak kantoren in m2 ≤ 0,4.
2. Het in de voorschriften 3B.1 en 3B.2 bepaalde in geval van twee ontsluitingswegen is van overeenkomstige toepassing.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.