Subsidieregeling maritieme haalbaarheids-, en innovatieprojecten module 2007 van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 19-12-2007 t/m 11-06-2008

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 9 juli 2007, nr. WJZ 7082050, houdende regels voor de verstrekking van subsidies voor maritieme haalbaarheids- en innovatieprojecten (Subsidieregeling maritieme haalbaarheids-, en innovatieprojecten module 2007 van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. kaderregeling: de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten;

    • b. maritiem haalbaarheids-samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee niet in een groep verbonden deelnemers, waaronder één MKB-ondernemer, dat is opgericht voor de uitvoering van een maritiem haalbaarheidsproject;

    • c. maritiem innovatie-samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee niet in een groep verbonden deelnemers, waaronder ten minste één ondernemer, dat is opgericht voor de uitvoering van een maritiem innovatieproject;

    • d. maritiem haalbaarheidsproject: een samenhangend geheel van activiteiten, uitgevoerd door een maritiem haalbaarheids-samenwerkingsverband, dat leidt tot een schriftelijk rapport met

      • 1°. een inschatting van de technische en economische mogelijkheden van een innovatieproject, en

      • 2°. een beschrijving van de benodigde samenstelling van het samenwerkingsverband dat een innovatieproject zal gaan uitvoeren;

    • e. maritiem innovatieproject: een samenhangend geheel van activiteiten, uitgevoerd door een maritiem innovatie-samenwerkingsverband, bestaande uit industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling of een combinatie hiervan, binnen de sectoren offshore en maritieme maakindustrie;

    • f. publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie:

      • 1°. een onder a, b, c, f, of g van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs en een onder i van de bijlage van die wet bedoeld academisch ziekenhuis;

      • 2°. een andere dan onder 1° bedoelde meerjarig en voor tenminste eenderde door de rijksoverheid gefinancierde onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel de algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden;

      • 3°. een openbare instelling voor hoger onderwijs en een daaraan verbonden ziekenhuis gelijkwaardig aan een instelling respectievelijk academisch ziekenhuis als bedoeld onder 1°, welke meerjarig en voor ten minste eenderde wordt gefinancierd door een ander land, of

      • 4°. een onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden, welke meerjarig en voor ten minste eenderde wordt gefinancierd door een ander land.

  • 2 Voor de definities van innovatieproject, ondernemer, MKB-ondernemer, groep, haalbaarheidsstudie en industrieel onderzoek is artikel 1 van de kaderregeling van toepassing. Voor de definitie van experimentele ontwikkeling is de definitie van preconcurrentiële ontwikkeling van artikel 1 van de kaderregeling van toepassing.

§ 2. Maritieme haalbaarheidsprojecten

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De Minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een maritiem haalbaarheids-samenwerkingsverband dat voor gezamenlijke rekening en risico een maritiem haalbaarheidsproject uitvoert dat past binnen de kaders van bij deze regeling behorende bijlage 1.

  • 2 In aanvulling op artikel 21 van de kaderregeling is de bedoelde penvoerder een in Nederland gevestigde MKB-ondernemer. De penvoerder vraagt de subsidie aan.

  • 3 De subsidie bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten.

  • 4 Het subsidieplafond voor het in 2007 verlenen van subsidies op grond van dit artikel bedraagt € 1.500.000.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 4 Aanvragen voor een maritiem haalbaarheidsproject moeten zijn ontvangen voor 31 oktober 2007, 18.00 uur.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In aanvulling op artikel 15 van de kaderregeling, beslist de Minister afwijzend op een aanvraag voor een maritiem haalbaarheidsproject indien:

  • a. het haalbaarheidsproject onvoldoende bijdraagt aan de doelstellingen zoals opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1;

  • b. het innovatieproject waarop het maritiem haalbaarheidsproject betrekking heeft onvoldoende technisch risicovol is;

  • c. het innovatieproject waarop het maritiem haalbaarheidsproject betrekking heeft onvoldoende economische perspectieven en toepassingsmogelijkheden biedt.

§ 3. Maritieme innovatieprojecten

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De Minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een maritiem innovatie-samenwerkingsverband dat voor gezamenlijke rekening en risico een maritiem innovatieproject uitvoert dat past binnen de kaders van bij deze regeling behorende bijlage 1.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De periode, bedoeld in artikel 12 van de kaderregeling, is: de dag na de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot en met 15 oktober 2007, 18.00 uur.

  • 2 Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op grond van artikel 5 op de in het eerste lid bedoelde periode ontvangen aanvragen is € 5.546.000.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Indien de subsidiabele kosten betrekking hebben op industrieel onderzoek, bedraagt, in afwijking van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de kaderregeling, de subsidie voor een ondernemer 35 procent van de subsidiabele kosten. Dit percentage wordt met 10 procent verhoogd indien subsidie wordt verleend aan een MKB-ondernemer.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen:

    • a. de volgende rechtstreeks aan de uitvoering van het onderzoek en de experimentele ontwikkeling toe te rekenen, na de indiening van de aanvraag door de subsidie-ontvanger gemaakte en betaalde kosten:

      • 1°. loonkosten voor betrokken personeel, voor zover deze rechtstreeks voor de uitvoering van het onderzoek noodzakelijk zijn. Het uurloon wordt berekend op basis van 1650 productieve uren per jaar;

      • 2°. de kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op historische aanschafprijzen;

      • 3°. kosten van het gebruik van bestaande machines en apparatuur van de deelnemers;

      • 4°. kosten van speciaal voor het onderzoek aan te schaffen machines en apparatuur;

      • 5°. aan derden verschuldigde kosten;

      • 6°. kosten van buitenlandstages;

      • 7°. kosten van octrooi-aanvraag van publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties en MKB-ondernemers;

      • 8°. kosten inzake kennisoverdracht en verankering;

    • b. een opslag voor overige algemene kosten van 50 procent van de onder a, onder 1°, bedoelde kosten.

  • 2 Voor de directe loonkosten als bedoeld in het eerste lid, wordt uitgegaan van gemiddelde uurtarieven per categorie bij het onderzoek betrokken personeel.

  • 3 De kosten worden in aanmerking genomen met inbegrip van omzetbelasting, indien de subsidie-ontvanger die de kosten heeft gemaakt, omzetbelasting niet in aftrek kan brengen.

  • 4 Een publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie kan bij de Minister een verzoek indienen om de berekening van de loonkosten en de algemene kosten te mogen vervangen door een in de gehele organisatie van de subsidie-ontvanger gebruikelijke, controleerbare methodiek. Dit verzoek moet vergezeld gaan van het gebruikte kostenmodel, de berekeningswijze en een door een accountant opgesteld assurance-rapport over de aanvaardbaarheid van de voorgestelde methodiek.

  • 5 Indien geen loonkosten als bedoeld in het eerste lid, worden gemaakt, maar niettemin arbeid ten behoeve van het project wordt verricht, wordt voor de berekening van de projectkosten uitgegaan van een uurtarief van € 35.

  • 6 Aan een ontheffing als bedoeld in het vierde lid kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 2 De Minister beslist, in aanvulling op het bepaalde in artikel 15 van de kaderregeling, tevens afwijzend op een aanvraag indien:

    • a. hij de subsidiabele kosten raamt op minder dan € 200.000;

    • b. onvoldoende samenhang in het project aanwezig is, gelet op de verhouding tussen de voorgenomen kosten en de omvang van de activiteiten van het maritiem innovatieproject.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Er is een Adviescommissie Maritiem Innovatie Programma, die tot taak heeft de Minister op zijn verzoek te adviseren over aanvragen om subsidie voor een maritiem innovatieproject. Artikel 6 van de kaderregeling is van toepassing.

  • 3 De Minister wint over de aanvragen om een subsidie voor een maritiem innovatieproject, waarop niet op grond van artikel 15 van de kaderregeling of 10 van deze regeling afwijzend wordt beslist het advies in van de adviescommissie.

  • 4 De Minister rangschikt, daarbij geadviseerd door de adviescommissie, de aanvragen zodanig, dat een project hoger wordt gerangschikt naarmate:

    • a. de kwaliteit van de samenwerking hoger is;

    • b. het meer bijdraagt aan technologische innovatie;

    • c. het economisch perspectief, ten minste blijkend uit de toepassingsmogelijkheden van de projectresultaten alsmede het perspectief op arbeidsplaatsen of kennisuitwisseling met human capital, beter is;

    • d. het meer bijdraagt aan duurzaamheid.

  • 5 Voor de rangschikking wegen de in het vierde lid vermelde criteria even zwaar.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In aanvulling op artikel 33 van de kaderregeling draagt de subsidieontvanger zorg voor de openbaarmaking van de algemene kennis die voorvloeit uit de resultaten van het maritiem innovatieproject.

  • 2 De Minister kan bij de subsidieverlening aan een maritiem innovatie-samenwerkingsverband verplichtingen opleggen met betrekking tot het geven van bekendheid aan het project en de resultaten ervan.

  • 3 De Minister kan voor een periode van vijf jaar na de vaststelling van de subsidie nadere verplichtingen ter uitvoering van het eerste en tweede lid opleggen.

  • 4 Wanneer een publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie deel uitmaakt van een maritiem innovatie-samenwerkingsverband, draagt het slechts kennis of andere resultaten uit een maritiem innovatieproject over aan een ondernemer die deelneemt aan het samenwerkingsverband, indien aan tenminste een van de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. de deelnemende ondernemingen dragen de volledige kosten van het project;

    • b. de resultaten waaraan geen intellectuele eigendomsrechten kunnen worden ontleend, mogen ruim worden verspreid en eventuele intellectuele eigendomsrechten op de resultaten die uit de activiteiten van de publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie voortvloeien, worden volledig aan de publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie toegekend;

    • c. de publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie ontvangt van de deelnemende ondernemingen een vergoeding die overeenstemt met de marktprijs voor de intellectuele eigendomsrechten die voortvloeien uit de door de publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie in het kader van het project uitgevoerde activiteit en die worden overgedragen aan de deelnemende ondernemingen. Eventuele bijdragen van de deelnemende ondernemingen in de kosten van de publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie worden op deze compensatie in mindering gebracht.

§ 4. Formulieren

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Het formulier voor het indienen van een aanvraag om:

  • a. een subsidie is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2;

  • b. een voorschot is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3;

  • c. een subsidievaststelling is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 4.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van paragraaf 2 die in werking treedt op de eerste dag van de kalendermaand na bedoelde dagtekening.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling maritieme haalbaarheids-, en innovatieprojecten module 2007 van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen 2, 3 en 4 die ter inzage worden gelegd bij SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3, te Den Haag.

Den Haag, 9 juli 2007

De

Minister

van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Nederland heeft een sterke maritieme sector. Deze sector bestaat uit elf subsectoren, zoals de binnenvaart, havens en visserij. Een aantal belangrijke wereldspelers en een groot aantal kleine bedrijven uit de subsectoren maritieme maakindustrie, toeleveranciers, offshore en natte waterbouw heeft zich, samen met een aantal kennisinstituten, verenigd in de maritieme cluster. Dit cluster vormt een goed georganiseerd geheel waarin zowel wetenschappelijke, toepassingsgerichte als commerciële kennis van de wereldmarkt wordt verenigd. Het is een onderdeel van het zogenaamde sleutelgebied ‘Water’, zoals gedefinieerd door het Nederlandse Innovatieplatform.

Door de combinatie van een groeiende wereldhandel én een toenemende behoefte aan een meer betrouwbare en duurzame energievoorziening, is de huidige economische situatie voor de Nederlandse maritieme maak- en offshore industrie bijzonder goed. De verwachtingen voor de toekomst zijn vooral gunstig voor díe hoogwaardige nichemarkten waar de Nederlandse bedrijven, ondanks hun relatief hoge loonkostenniveaus, toch in staat zijn een toonaangevende positie te verwerven op het gebied van productleiderschap en regievoering.

Gezien de goede uitgangspositie willen de toonaangevende bedrijven, toeleverende MKB-bedrijven en publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties in de offshore- en maritieme maakindustrie, met behulp van een extra (innovatieve) inspanning gedurende de komende vijf jaar, hun toonaangevende positie op het gebied van productleiderschap en regievoering verder versterken.

2. Doelstelling Maritiem Innovatie Programma

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Het Maritiem Innovatie Programma heeft tot doel te bereiken dat de bedrijven en publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties in de offshore en maritieme maakindustrie een toonaangevende positie van Nederland op het gebied van productleiderschap en regievoering behouden en versterken. Dit op basis van onderscheidende technologie en een concurrerend positie in prijs/kwaliteit verhouding gebaseerd op een sterke kennisbasis en een hechte samenwerking in de maritieme cluster, rekening houdend met de maatschappelijke randvoorwaarden.

3. Focus Maritiem Innovatie Programma

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In het Visiedocument 2020 van juni 2006, schetst de maritieme cluster de innovatiekansen en knelpunten. Op basis van dit document is er in twee werkgroepen een strategische agenda opgesteld voor de Nederlandse offshore- en de maritieme maakindustrie. Het zal grote inspanningen vergen om enerzijds de kansen te benutten, en anderzijds de knelpunten die deze kansen in de weg staan, op te oplossen. Voor de maritieme maak- en de offshore industrie zijn deze uitdagingen in het Maritiem Innovatie Programma vastgelegd. De sleutelwoorden in dit programma zijn: innovatie en concurrentiekracht alsmede energie, milieu, veiligheid en transport.

De vier speerpunten waarop de maritieme cluster zijn positie wil versterken zijn:

  • 1. LNG supply chain;

    Toelichting: het aandeel van LNG (liquefied natural gas, vloeibaar aardgas) in de energievoorziening van de middenlange termijn zal sterk toenemen. De Nederlandse offshore bedrijven hebben de ambitie om daarbij een significante rol te spelen bij zowel de vaste als drijvende LNG-terminals in de leveringsketen;

  • 2. Olie en gaswinning onder extreme omstandigheden (zoals zeer diep water en ontoegankelijke omgeving);

    Toelichting: de groei van de wereldeconomie heeft de vraag naar olie en gas sterk doen toenemen, terwijl de makkelijk toegankelijke wingebieden uitgeput raken. Mondiaal worden daarom de exploratie en exploitatie activiteiten verlegd naar (zeer) diep water in belangrijke winningsgebieden zoals de Golf van Mexico;

  • 3. Complexe specials;

    Toelichting: Nederland excelleert in het bouwen van zogenaamde complexe specials, dat wil zeggen schepen met een gespecialiseerde en complexe functionaliteit, waaraan door de eindgebruiker hoge en specifieke kwaliteitseisen worden gesteld;

  • 4. Procesinnovatie;

    Toelichting: de Nederlandse maritieme maakindustrie moet het hebben van het slimmer en sneller maken van complexe producten. In een steeds ingewikkelder proces van integraal ontwerpen, international sourcing en intensieve samenwerking in de keten blijkt het bedrijfsleven in staat zijn positie te versterken d.m.v. innovatie van het voortbrengingsproces resulterend in o.a. kostenbeheersing.

4. De deelprogramma’s

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Het Maritiem Innovatie Programma is opgebouwd uit vier deelprogramma’s die voortkomen uit de door de maritieme cluster geconstateerde specifieke knelpunten, waarbij met name de eerste twee deelprogramma’s nauw met elkaar samenhangen.

Die vier deelprogramma’s zijn:

  • A. Research voor bedrijfsoverschrijdende kennis en technologie;

    Toelichting: doorbraken en innovaties zijn noodzakelijk om in de maritieme maakindustrie en in de offshore dienstverlening de kennis en technologie tijdig beschikbaar te hebben. De steeds hogere eisen die gesteld worden ten aanzien van milieu, veiligheid en duurzaamheid moeten snel door nieuwe kennis en technologie kunnen worden ingevuld.

  • B. Samenwerking;

    Toelichting: dit deelprogramma richt zich op het intensiveren van de samenwerking en de kennisuitwisseling tussen het MKB, grotere bedrijven en publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties en het stimuleren van innovatie binnen het MKB;

  • C. Verbeteren van de huidige en waarborgen van de toekomstige kennisbasis;

    Toelichting: dit deelprogramma richt zich op het versterken van de opleidingen, het onderwijs en de kennisbasis. Er is in de gehele maritieme cluster nu al een groot gebrek aan voldoende gekwalificeerd personeel;

  • D. Programma voor de eliminatie van innovatiedrempels;

    Toelichting: dit deelprogramma is gericht op het slechten van belemmeringen voor innovatie in wet- en regelgeving en het bevorderen van innovatieve pilotprojecten waarmee een nieuwe werkwijze kan worden getoetst.

5. Activiteiten en instrumenten

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In het eerste deelprogramma gaat het voornamelijk om de ontwikkeling van platformtechnologie, die sector breed kan worden ingezet. Hierin spelen publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties en met name de grote bedrijven een belangrijke rol. Daarnaast is het de uitdrukkelijke bedoeling dat het MKB meer betrokken wordt bij deze ontwikkelingsactiviteiten. Hiervoor zullen samenwerkingsprojecten tussen grote bedrijven en toeleveranciers worden uitgevoerd. In het tweede deelprogramma zal de samenwerking tussen (MKB-) bedrijven onderling en tussen bedrijven en publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties worden gestimuleerd. Hiervoor wordt in eerste instantie gedacht aan thematische netwerken, maar ook exportondersteuning voor het MKB en kennisoverdrachtsactiviteiten vallen hieronder. Voor 2007 zijn voor deze twee deelprogramma’s een tender voor onderzoek- en ontwikkelingsprojecten voorzien, maritieme innovatieprojecten geheten, en een subsidieregeling voor haalbaarheidsstudies. Voor de jaren hierna zal door de maritieme cluster een jaarwerkplan worden opgesteld in overleg met Economische Zaken, waarin de doelen, bijbehorende instrumenten en budgetten voor de vier deelprogramma’s zullen worden beschreven.

6. Prioriteiten

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Gelet op de eerste en tweede speerpunten van de cluster zullen de research- en samenwerkingsactiviteiten onder de deelprogramma’s A en B voor de offshore dienstverlening bijdragen aan:

  • Nieuwe ontwerptechnologie, gericht op de ‘life cycle’ en veiligheid, en nieuwe omgevingscondities voor diep water en LNG systemen;

  • Kennis en predictie-gereedschap met betrekking tot het gedrag van LNG-carriers in zeegang en ondiep water, en de interactie tussen lading en carrier;

  • Kennis en productie technologie met betrekking tot cryogene systeemcomponenten;

  • Technologie voor industriële toepassing van simulatiemodellen ten behoeve van ontwerp, engineering en training; decision support modellen en risico beheerssystemen; remote control, sensing en plaatsbepaling; positioneringstechnologie voor korte en lange termijn toepassingen, en seismische en flow assurance technologie voor diepwater applicaties, en installatietechnologie voor diep water.

Gelet op de derde en vierde speerpunten van de cluster zullen de research- en samenwerkingsactiviteiten onder de deelprogramma’s A en B voor de maritieme maakindustrie bijdragen aan:

  • Nieuwe concepten voor schepen en systemen die beantwoorden aan de eisen van eindgebruikers en maatschappij;

  • Nieuwe voortstuwings- en energiesystemen die leiden tot gereduceerde emissies en lager brandstofgebruik;

  • Automatisering en robotisering leidend tot een hogere betrouwbaarheid en veiligheid;

  • Nieuwe materialen en verbindingstechnologie leidend tot betere, lichtere, goedkopere en duurzame constructies;

  • Optimalisatie van aanboord systemen leidend tot een snellere ladingsbehandeling, efficiëntere baggerprocessen en betere inzetbaarheid van launch en recovery van autonome systemen;

  • Het ontwerpen in cost performance termen op een hoog systeemniveau in sterke interactie met de klant en toeleveranciers leidend tot beter op de klantbehoefte afgestemde ontwerpen;

  • Automatisering, mechanisering en simulatie van processen leidend tot een kortere doorlooptijd van het bouwproces.

7. Monitoring

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De werking van het programma zal worden gemonitored door de maritieme cluster en door Economische Zaken. De monitoring door de maritieme cluster is vooral gericht op het bereiken van de resultaten van het innovatieprogramma en de monitoring door Economische Zaken op de verantwoording van de financiële betrokkenheid van het departement.

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij SenterNovem te Den Haag.]

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij SenterNovem te Den Haag.]

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij SenterNovem te Den Haag.]

Naar boven