Werkinstructie onmiddellijke invrijheidstelling jeugdigen buiten kantoortijden
[Regeling vervallen per 31-07-2011]
-
1) De afdeling Jongerenadministratie controleert elke werkdag aan de hand van de signaallijsten
of er jeugdigen zijn die op die dag een zitting hebben bij de rechtbank of het gerechtshof.
Vervolgens controleert de medewerker tijdig (voor het einde van de kantoortijd) of
in deze zaken een onmiddellijke invrijheidstelling is uitgesproken. Dit gebeurt telefonisch
bij de betrokken instantie via de opgegeven telefoonnummers per parket. Indien er
een onmiddellijke invrijheidstelling is uitgesproken, dan handelt de medewerker de
invrijheidstelling conform de reguliere procedure af.
-
2) Indien aan het einde van de werkdag nog niet bekend is of er een onmiddellijke invrijheidstelling zal volgen, dan bereidt de medewerker
de afwikkeling van een eventuele onmiddellijke invrijheidstelling voor ten behoeve
van de geconsigneerde directeur. Hiervoor verricht de medewerker de volgende handelingen:
-
a. De medewerker controleert aan de hand van het dossier of er vervolgvonnissen aanwezig
zijn. De medewerker maakt hiertoe een uitdraai van de registratiekaart en controleert
de checklist.
-
b. De medewerker controleert of de jeugdige de Nederlandse nationaliteit bezit. Is dat
niet het geval, dan controleert de medewerker of op de uitdraai van de registratiekaart
het CRV-nummer en de verantwoordelijke Vreemdelingendienst staan vermeld.
Indien er geen Vreemdelingendienst op de registratiekaart staat, dan is de piketfunctionaris
binnen de eigen regio het aanspreekpunt. De piketfunctionaris van de Vreemdelingendienst
is op te vragen via het landelijke politienummer 0900-8844. De medewerker noteert
vervolgens de ontbrekende gegevens op de uitdraai van de registratiekaart.
De medewerker legt deze informatie aan het einde van de werkdag klaar voor de geconsigneerde
directeur.
-
3) Ingeval van een onmiddellijke invrijheidstelling buiten kantoortijden, meldt het Openbaar
Ministerie telefonisch bij de in de justitiële jeugdinrichting aanwezige leidinggevende
die piketdienst draait (afdelingshoofd of andere hiertoe gemachtigde) dat er een bevel
onmiddellijke invrijheidstelling zal worden verstuurd. Het Openbaar Ministerie informeert
dan naar welk faxnummer het bevel verstuurd kan worden. Het Openbaar Ministerie geeft
een kopie van het bevel mee aan de transportmedewerkers ter overhandiging aan de in
de justitiële jeugdinrichting aanwezige leidinggevende.
Het bevel onmiddellijke invrijheidstelling bevat in elk geval:
Ook staat op het bevel een telefoonnummer waarop het Openbaar Ministerie na kantoortijden
bereikbaar is voor eventueel overleg. Desgewenst vermeldt het Openbaar Ministerie
op het bevel of er sprake is van bijzonderheden, zoals begeleid vervoer.
-
4) De in de justitiële jeugdinrichting aanwezige leidinggevende die het bevel tot onmiddellijke
invrijheidstelling per fax ontvangt, controleert het faxnummer waarvan het bevel afkomstig
is. Ook controleert hij of de transportmedewerker een kopie van het bevel heeft. Na
deze controle waarschuwt de leidinggevende de geconsigneerde directeur.
-
5) Er is telefonisch overleg met de geconsigneerde directeur. De directeur controleert
aan de hand van het dossier en de uitdraai van de registratiekaart of er vervolgvonnissen
of andere insluitingstitels aanwezig zijn. Indien de situatie hierom vraagt kan de
geconsigneerde directeur naar de inrichting komen.
Indien er vervolgvonnissen zijn en de voorlopige hechtenis is opgeheven, dan wordt
de jeugdige ingesloten op grond van de nieuwe titel. Hiervoor is geen nieuwe opdracht
van het Openbaar Ministerie vereist. Het schriftelijke bevel invrijheidstelling wordt
nu niet ten uitvoer gebracht en wordt alleen gebruikt ter beëindiging van de vrijheidsbeneming
in de zaak waarin uitspraak is gedaan.
Indien er vervolgvonnissen zijn en de voorlopige hechtenis is geschorst, dan neemt
de geconsigneerde directeur onmiddellijk telefonisch contact op met het Openbaar Ministerie
voor nader overleg. Het Openbaar Ministerie beslist dan of de jeugdige in vrijheid
wordt gesteld of wordt ingesloten op grond van een vervolgvonnis.
-
6) Indien er geen vervolgvonnissen zijn, dan controleert de geconsigneerde directeur
op de registratiekaart of de jeugdige de Nederlandse nationaliteit bezit. Is dat niet
het geval, dan handelt de directeur overeenkomstig het VRIS-protocol: de directeur
neemt contact op met de Vreemdelingendienst.
-
7) Indien op grond van voorgaande stappen geen bezwaar is gebleken, dan wordt de jeugdige
nog dezelfde dag in vrijheid gesteld. De geconsigneerde directeur tekent hiertoe het
bevel onmiddellijke invrijheidstelling. Bij het in vrijheid stellen van een jeugdige
gedurende de avonduren moet naar het tijdstip gehandeld worden: als de jeugdige zelf
geen bezwaar heeft om nog een nacht in de inrichting door te brengen en/of indien
er geen (openbaar) vervoer meer beschikbaar is, wordt de invrijheidstelling tot de
volgende ochtend uitgesteld. Dit in overleg met de jeugdige en de afspraken worden
vastgelegd en ondertekend door de jeugdige. Weigert de jeugdige akkoord te gaan met
de extra nacht in de inrichting dan beslist de geconsigneerde directeur hierover.
-
8) De jeugdige kan in beginsel op eigen gelegenheid de justitiële jeugdinrichting verlaten,
tenzij door het Openbaar Ministerie anders is aangegeven op het bevel. De jeugdige
wordt voorzien van middelen (treinkaartje of geld), zodat hij in ieder geval zijn
verblijfsadres in Nederland kan bereiken.
-
9) Indien nodig, verricht de medewerker de eerstvolgende werkdag de administratieve afhandeling
van de invrijheidstelling, bij voorkeur vóór 09.00 uur in verband met het capaciteitsbeheer.
De medewerker legt daarbij alle verrichte handelingen schriftelijk vast in het dossier.
-
10) De medewerker informeert zo spoedig mogelijk maar uiterlijk de eerstvolgende werkdag
de gemeente waar de JJI gevestigd is, dat de jeugdige in vrijheid is gesteld.
De medewerker informeert eveneens zo spoedig mogelijk maar uiterlijk de eerstvolgende
werkdag (de casusregisseur van) de Raad voor de Kinderbescherming van de Raadslocatie
gelegen in de regio van de JJI, dat de jeugdige in vrijheid is gesteld.