Besluit vaststelling selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Goederenvervoer vanaf 1945 (College van Beroep voor het Bedrijfsleven)

Geraadpleegd op 03-10-2024.
Geldend van 31-05-2007 t/m heden

Besluit vaststelling selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Goederenvervoer vanaf 1945 (College van Beroep voor het Bedrijfsleven)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 29 maart 2007 nr. arc-2007.03635/5);

Besluit:

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 19 april 2007

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze,
de

algemene rijksarchivaris

,

M.W. van Boven

Basisselectiedocument goederenvervoer 1945–

Dit BSD geldt voor de volgende zorgdragers:

  • Minister van Verkeer en Waterstaat (1945–);

  • Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (1945–);

  • College van Beroep voor het bedrijfsleven (1984–1992).

A. Spieksma (Doxis) en Machteld Doekes (Digital display)

In opdracht van Verkeer en Waterstaat

Afkortingenlijst

ADN: Accord Européen rélatif au transport international des marchandises dangereuses par voie de navigation intérieure

ADNR: Règlement pour le transport des matières dangereuses sur le Rhin

ADR: Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route

AMvB: Algemene maatregel van bestuur

ARV: Algemeen Reglement voor het vervoer op de spoorwegen

ARVL: Algemeen Reglement voor het vervoer op lokaalspoorwegen

AVV: Adviesdienst Verkeer en Vervoer

Bgw: Besluit goederenvervoer over de weg

BIG: Buisleiding Industrie Gilde

BISB: Beleidsinformatiesysteem Binnenvaart

Bolegno: (Vereniging van) Boorondernemers en Buizenleggers

BOR: Bereikbaarheidsoffensief Randstad

BOVV: beperkt ongeregeld vervoer

BSB: Besluit sloopregeling binnenvaart

BSD: Basisselectiedocument

BVB: Besluit vervoer binnenvaart

BVGS: Besluit Vervoer Gevaarlijke Stoffen

BZK: (Ministerie van) Binenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

CBB: College van beroep voor het bedrijfsleven

CBR: Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

CBOB: Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart

CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek

CBRB: Centraal Bureau voor Rijn- en Binnenvaart

CCR: Centrale Commissie voor de Rijnvaart

CEMT: Conférence Européenne des Ministres de Transport

CEW: Commission Echange des Wagons

CGB: Commissie Grensoverschrijdend Beroepsgoederenvervoer

CIM: Verdrag betreffende het goederenvervoer per spoorweg

CIT: Comité International des Transport par Chemin de Fer

CIV: Verdrag betreffende het vervoer van reizigers en bagage per spoorweg

CoCo: Coördinatiecommissie

COTIF: Convention relative aux transports internationaux ferroviaires

CPV: (Directie) Collectief Personenvervoer

CRB: Centrale registratie binnenschepen

CUB: Container Uitwisselpunt Binnenvaart

CVG: Commissie Vergunningen Goederenvervoer

CVV: Commissie Vervoervergunningen

CVW: Commissie Vergunningen Wegvervoer

DGV: Directoraat-Generaal van het Verkeer (Ministerie van Verkeer en Waterstaat)

DGG: Directoraat-Generaal Goederenvervoer (Ministerie van Verkeer en Waterstaat)

DGP: Directoraat-Generaal Personenvervoer (Ministerie van Verkeer en Waterstaat)

ECE: Economic Commission for Europe

ECITO: European Central Inland Transport Organisation

EDI: Electronic Data Interchange

EG: Europese Gemeenschap

EGKS: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

EVO: Algemene Verladers- en Eigen Vervoer Organisatie

FENEX: Federatie van Nederlandse Expediteursorganisaties

G: (Directie) Goederenvervoer

GPdW: Stichting Gemeenschappelijke Personeelsdienst Wegvervoer

GWRV: Gecombineerd Weg-Rail Vervoer

HdTK: Handelingen der Tweede Kamer

HIP: Subsidieregeling Haveninterne Projecten

ICAO-TI: International civil aviation organization Technical Instructions (for the safe Transport of dangerous goods by air)

IMAGO: Initiatief Milieu Actie Goederenvervoer

IMDG: International Maritime Dangerous Goods Code

IMO: International Maritime Organisation

IOG: Internationale Overeenkomst omtrent het goederenvervoer per spoorweg

IP: (Directie) Individueel Personenverkeer (Ministerie van Verkeer en Waterstaat)

IPO: Interprovinciaal Overleg

IPOT: Interdepartementale Projectorganisatie Ondergronds Transport

IRU: International Road Transport Union

ITC: Inland Transport Committee

IVV: Integraal Verkeers- en Vervoerbeleid

IVW: Inspectie Verkeer en Waterstaat

KCGS: Korps Controleurs Gevaarlijke Stoffen

KNHG: Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap

KNV: Koninklijk Nederlands Vervoer

KNVTO: Koninklijke Nederlandse Vereniging van Transport Ondernemingen

KOFS: Stichting Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheepvaart

MAVIT: Project Maatschappelijk Aanvaardbaar Veiligheidsniveau Infrastructuur Tunnels

MIT: Meerjarenplan Infrastructuur en Transport

MJA: Meerjarenafspraak

MJP: Meerjarenprogramma

NCM: Nieuwe Controle Methodiek

NDL: Nederland Distributie Land

NTDL: Nederland Transport en Distributieland

NIWO: Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie

NOB Wegtransport: Nationale Organisatie voor het Beroepsgoederenvervoer Wegtransport

NOVEM: Nederlandse Onderneming voor energie en milieu

NVVP: Nationaal Verkeers- en Vervoersplan

OCTI: Centraal Bureau voor het Internationale Spoorwegvervoer

OCW: (Ministerie van) Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

OGV: Permanent Overlegorgaan Goederenvervoer

ONS: Onafhankelijke Nederlandse Schippersvakbond

OEES: Organisatie voor Europese Economische Samenwerking

OESO: Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling

OTB: ondergronds transport via buisleidingen

OTIV: Intergouvernementele Organisatie voor het internationale Spoorwegvervoer

PACT: programma voor modelprojecten

Pb: Publicatieblad (voor Europese verordeningen)

PIVOT: Project invoering verkorting overbrengingstermijn

PVC: Permanente verpakkingscommissie

PWC: Planologische werkcommissie

RDW: Rijksdienst voor het Wegverkeer

RGS: Reglement Gevaarlijke Stoffen

RID: Règlement concernant le transport international ferroviaire des marchandises dangereuses

RIO: Rapport Institutioneel Onderzoek

RIV: Reglement voor het wederzijds gebruik van wagens in internationaal verkeer

RONS/ RO/NS: Rijksoverheid/NS-Goederenvervoer

RVB: Reglement Vervoer Benzine

RVI: Rijksverkeersinspectie

RVV: (Directie) Regie Verkeer en Vervoer (Ministerie van Verkeer en Waterstaat)

RWS: Rijkswaterstaat

S&C: (Directie) Strategie en Coördinatie (Ministerie van Verkeer en Waterstaat)

SBE: Stichting bureau examens voor het beroepsgoederenvervoer

SBV: Subsidieregeling Bedrijfsgebonden Vaarwegaansluitingen

SCG: Stimuleringsregeling gecombineerd goederenvervoer

SER: Sociaal-Economische Raad

SIEV: Stichting Inschrijving Eigen Vervoer

SMEG: Subsidieregeling milieu- en energie-efficiency in het goederenvervoer

SOIT: Subsidieregeling Openbare Inland Terminals

SP: (Directie) Strategie en Programmering Intergraal Verkeer en Vervoer (Ministerie van Verkeer en Waterstaat)

Stb: Staatsblad

Stcrt: Staatscourant

STIGOWA: Stimuleren Goederenvervoer over Water

SVV: Structuurschema Verkeer en Vervoer

SW: Spoorwegenwet

SWAB: Samen werken aan bereikbaarheid

SZW: (Ministerie van) Sociale Zaken en Werkgelegenheid

TBBV: Tijdelijke beleidsregeling bijdragen vaarwegaansluitingen

TI:

TIB: Transport in Balans

TK: Tweede Kamer

TLN: Transport en Logistiek Nederland

TMS: Transactie Modal Shift

Trb: Tractatenblad

TWNZ: Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer

TZ:

UAG: Uitvoeringsbesluit Autovervoer Goederen

UGB: Uitvoeringsbesluit Goederenvervoer Binnenscheepvaart

UIC: Union Internationale des Chemins de Fer

VBG: Reglement voor het vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen

VELIN: Vereniging van Leidingeigenaren in Nederland

VenW/V&W: (Ministerie van) Verkeer en Waterstaat

VLG: Reglement vervoer over land van gevaarlijke stoffen

VNG: Vereniging van Nederlandse Gemeenten

VROM: (Ministerie van) Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu

VSG: Reglement vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen

WAG: Wet autovervoer goederen

Wegvervoer CVO: Wegvervoer Christelijke Vervoerders Organisatie

WGB: Wet Goederenvervoer Binnenvaart

WGS: Wet gevaarlijke stoffen

Wgw: Wet goederenvervoer over de weg

WSB: Wet sloopregeling binnenvaart

WSSB: Wet structurele sanering binnenvaart

Wvb: Wet vervoer binnenvaart

WVGS: Wet Vervoer van Gevaarlijke Stoffen

1. Verantwoording

1.1. Doel en werking van het BSD

Een Basis Selectiedocument (BSD) is de vorm waarin een of meerdere selectielijst(en), bedoeld in artikel 5 van de Archiefwet 1995 (Stb. 277), worden vastgesteld. Een selectielijst biedt de grondslag voor het vernietigen dan wel het ter blijvende bewaring overbrengen van de neerslag van handelingen van een zorgdrager en de onder hem ressorterende actoren. Een BSD kan bestaan uit één of meer selectielijsten.

Een BSD is gebaseerd op een vastgesteld Rapport Institutioneel Onderzoek (RIO) en bestrijkt dezelfde periode als dit rapport. Eventuele afwijkingen hiervan worden in het verslag van het driehoeksoverleg verantwoord. Een BSD bevat in principe dezelfde handelingen als het RIO dat aan het BSD ten grondslag ligt. Eventuele afwijkingen hierop worden in het verslag van het gevoerde driehoeksoverleg verantwoord.

Indien het RIO een begin- en eindperiode vermeldt wordt de eindperiode niet overgenomen in het BSD, omdat dit ten onrechte zou suggereren dat alle handelingen afgesloten zijn. Een dergelijke wijziging heeft een praktisch nut en betekent geen nader institutioneel onderzoek.

Het handelingenblok wijkt in zoverre af van dat van het RIO dat een veld voor de waardering wordt toegevoegd. In het veld ‘waardering’ wordt aangegeven of de administratieve neerslag hiervan bewaard dan wel vernietigd moet worden, en welk bewaarcriterium of vernietigingstermijn gehanteerd wordt. De waardering B (= bewaren) betekent dat de neerslag voor permanente bewaring wordt overgebracht naar het Nationaal Archief. De waardering V (= vernietiging) betekent dat de neerslag wordt vernietigd. Op welke termijn dat gebeurt, wordt bij de waardering vermeld. Bij voorkeur wordt ook het ingangsmoment vastgelegd (bijv. 3 jaar na vaststelling nieuwe regeling). Zonder nadere aanduiding gaat de vernietigingstermijn in direct na afsluiting van de zaak waarop een dossier betrekking heeft.

Anders dan in het RIO worden in het BSD de handelingen per actor geordend. Indien een BSD bestaat uit lijsten voor actoren onder verschillende zorgdragers, worden deze per zorgdrager geordend. Hiermee wordt uitdrukking gegeven aan het uitgangspunt dat een selectielijst een eenheid is, bevattende handelingen van een zorgdrager en de onder hem ressorterende actoren. Anders gezegd: een selectielijst kan opgebouwd zijn uit (deel)lijsten voor verschillende actoren die onder dezelfde zorgdrager ressorteren.

Het BSD heeft de volgende functies:

  • de selectielijsten in het BSD bieden de grondslag voor de vernietiging en overbrenging van archiefbescheiden waarvoor een zorgdrager verantwoordelijk is (Archiefwet 1995, art. 5, eerste lid);

  • voor de zorgdrager is het BSD bovendien van belang voor de bedrijfsvoering en als mogelijke basis voor archiefordening volgens bedrijfsprocessen;

  • voor de zorgdrager dient het BSD als verantwoording tegenover de recht- en bewijszoekende burger, die de mogelijkheid heeft tijdens de terinzagelegging invloed uit te oefenen op het bewaar- en vernietigingsbeleid (Archiefbesluit 1995, art. 2, eerste lid, onder d);

  • voor de Minister belast met het cultuurbeleid (vertegenwoordigd door de Algemeen Rijksarchivaris) is het BSD de verantwoording inzake het bewaar- en vernietigingsbeleid vanuit cultureel-historisch belang (Archiefbesluit 1995, art. 2, eerste lid, onder c);

  • voor het Nationaal Archief is het BSD (tezamen met het RIO) het uitgangspunt voor de Institutionele Toegangen.

1.1.1. Verantwoording van de totstandkoming van het BSD Goederenvervoer

Het PIVOT-rapport nr. 85, Goed vervoerd. Een institutioneel onderzoek op het beleidsterrein goederenvervoer, 1945–1996, is in 1999 opgesteld door M. de Koning, N. Marcelis, A. Spieksma.

In 2004 is het rapport geactualiseerd tot 2003 door mw. M. Doekes. Het geactualiseerde RIO vormt de grondslag voor dit basisselectiedocument. De reden voor de actualisatie was dat het rapport in 2004 nog steeds niet was vastgesteld. Inmiddels waren er op het beleidsterrein zoveel veranderingen opgetreden dat vaststelling van deze versie steeds minder zinvol werd.

Tijdens de actualisatie zijn de handelingen 801 t/m 847 tot stand gekomen. Van het leeuwendeel hiervan is het Ministerie van VenW de actor, van een enkele het Ministerie van OCW.

Ten opzichte van het gedrukte RIO is een aantal handelingen niet in het BSD opgenomen.

  • Van de zorgdragers die niet met het vaststellingstraject hebben meegelift, en van de onder hen ressorterende actoren zijn de handelingen niet in het BSD opgenomen.

  • De handelingen van de arrondissementsbanken moeten worden opgenomen in het BSD van de Rechterlijke macht.

  • De SER heeft een eigen selectielijst op gesteld. Daarin zouden ook de handelingen van de door de SER ingestelde Commissie Vervoersvraagstukken moeten worden opgenomen.

  • Handeling 103 bleek handeling 97 te dubbelen; idem gold voor 222 die 52 dubbelde, 246 die 238 dubbelde, 296 die 297 dubbelde, 314 die 110 dubbelde, 330 die 152 dubbelde, 337 die 157 dubbelde, 349 die 183 dubbelde, 511 die 257 dubbelde, 566 die 565 dubbelde en 742 die 741 dubbelde. Wanneer het geen consequenties had voor het begrip van het RIO zijn deze handelingen ook uit het RIO verwijderd. In de andere gevallen is de vermelding ‘vervallen’ aan de handelingen in het RIO toegevoegd.

  • Handeling 64 is samengevoegd met handeling 63.

Het BSD is nog voor geen enkele actor eerder vastgesteld. Er hoeven na vaststelling van deze selectielijst geen andere selectie- en/of vernietigingslijsten te worden ingetrokken.

1.2. Definitie van het beleidsterrein

Het beleidsterrein goederenvervoer, omvat het inland-vervoer van goederen. Onder ‘inland-vervoer’ worden alle vormen van vervoer op het land of op de binnenwateren verstaan.

Het inland-vervoer valt uiteen in de volgende modaliteiten:

  • het goederenvervoer over de weg

  • het goederenvervoer per spoor

  • het goederenvervoer over de binnenwateren

  • het goederenvervoer per buisleiding

Deelbeleidsterreinen die met de voorgaande vier terreinen overlappen zijn:

  • integraal beleid goederenvervoer

  • intermodaal vervoer

  • vervoer van gevaarlijke stoffen.

In de afbakening hieronder zal uiteen worden gezet hoe die overlapping plaatsvindt.

1.3. Afbakening

Zoals hierboven al aangegeven bestaan er binnen het beleidsterrein goederenvervoer overlappingen van de vier modaliteiten met de drie deelbeleidsterreinen. Afhankelijk van de wijze waarop een beleidsterrein wordt benaderd, kan een beleidsterrein op verschillende wijzen worden opgedeeld. Met ‘overlapping’ wordt bedoeld dat een handeling, afhankelijk van de benaderingswijze van het beleidsterrein, kan vallen in twee verschillende indelingen.

Hieronder volgt de afbakening van deze deelbeleidsterreinen, voor zover ze in het BSD Goederenvervoer worden meegenomen.

1.3.1. Integraal beleid goederenvervoer

Integraal beleid wil zoveel zeggen als ‘alles omvattend’. Met andere woorden: het algemene, overkoepelende en alle modaliteiten van vervoer omvattende beleid inzake het vervoer van goederen. Zie voor meer informatie van dit deelbeleidsterrein hierover hoofdstuk 2 van het RIO.

1.3.2. Intermodaal vervoer

Intermodaal vervoer betekent het tot stand brengen van integrale vervoersketens. De verschillende vervoersmodaliteiten dienen op integrale wijze in de logistieke keten te zijn opgenomen. Als het gaat om dit deelbeleidsterrein ligt de nadruk van de handelingen die de verschillende vervoersmodaliteiten opnemen in een vervoersketen om op die manier een alternatief te bieden voor het lange-afstand wegtransport.

Zie voor meer informatie over de afbakening van dit deelbeleidsterrein paragraaf 7.1.2 van het RIO.

1.3.3. Vervoer gevaarlijke stoffen

Dit deelbeleidsterrein betreft die handelingen, die expliciet betrekking hebben op het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, per spoor en de binnenwateren. Met andere woorden: het inland transport. Het vervoer van gevaarlijke stoffen, waar het gaat om transport over zee en door de lucht, alsmede het vervoer van radioactieve stoffen en militaire transporten maken geen deel uit van dit onderzoek.

Zie voor meer informatie over de afbakening van dit deelbeleidsterrein paragraaf 8.1.2 van het RIO.

1.3.4. Raakvlakken van het beleidsterrein goederenvervoer met andere beleidsterreinen

Het beleidsterrein goederenvervoer heeft binnen het departement Verkeer en Waterstaat raakvlakken met andere beleidsterreinen.

Het goederenvervoer over zee wordt behandeld in het rapport nr. 21 De stuurlui aan wal, over het beleidsterrein Scheepvaart en maritieme zaken. De hierop gebaseerde selectielijst is gepubliceerd in Stcrt. 2002, 215.

Het goederenvervoer in de lucht wordt behandeld in het rapport nr. 16, Luchtvaart gebonden, over het beleidsterrein luchtvaart. De hierop gebaseerde selectielijst is nog niet gepubliceerd.

Het beleidsterrein goederenvervoer omvat wel het vervoer over de binnenwateren. Dat wordt dus niet behandeld in het rapport nr. 28, Waterstaat, over de infrastructuur van de binnenwateren en waterstaat. De hierop gebaseerde selectielijst is gepubliceerd Stcrt. 1997, 217.

Het beleidsterrein kent ook raakvlakken met beleidsterreinen van andere departementen.

Als vervoersMinister is de Minister van Verkeer en Waterstaat verantwoordelijk voor het intermodaal vervoer. De Minister van Economische Zaken levert een bijdrage aan (het stimuleren van) intermodaal vervoer vanuit ondermeer het gezichtspunt van stimulering van (regionale) werkgelegenheid en gebruik van (geavanceerde) technologie. Relevante selectielijsten zijn de BSD’s die gebaseerd zijn op RIO’s 148 en 150, resp. Industrie- en technologiebeleid en Regionaal economisch beleid.

De Minister van VROM levert een bijdrage aan (het stimuleren van) intermodaal vervoer vanuit het oogpunt van ruimtelijke ordening en milieu. Het beleidsterrein Ruimtelijke Ordening wordt behandeld in het gelijknamige RIO 120. De hierop gebaseerde selectielijst is gepubliceerd in Stcrt. 2002, 215. Het beleidsterrein Milieubeheer wordt behandeld in het gelijknamige RIO 94. De hierop gebaseerde selectielijst is gepubliceerd in Stcrt. 2003, 155-158.

1.4. De doelstelling(en) van de overheid op het beleidsterrein

Goederenvervoer is voor Nederland een belangrijke bron van inkomsten. De sector levert een belangrijke bijdrage aan de economische groei en de werkgelegenheid door zorg te dragen voor transport en logistiek voor handel, industrie en consument. Mede hierdoor wordt Nederland aantrekkelijk gemaakt als vestigingsplaats voor het internationale bedrijfsleven. Door de overheid wordt omzichtig met deze sector omgegaan. Het doel is steeds de economische positie van het goederenvervoer te behouden en zo mogelijk te verbeteren. Het transport moet met zo weinig mogelijk belemmeringen kunnen worden uitgevoerd, ongeacht met welke modaliteit of modaliteiten het vervoer plaatsvindt.

Een sterk ontwikkeld goederenvervoer heeft ook zijn nadelen. De keerzijde van de medaille is de grote druk op veiligheid, gezondheid en milieu. Vooral luchtvervuiling, geluidsoverlast en versnippering van de leefomgeving vormen een probleem, waar in de beleidsvorming steeds weer rekening mee moet worden gehouden. Het beleid ten aanzien van het goederenvervoer moet passen in het totale, samenhangende verkeers- en vervoerbeleid in Nederland, waarbij ook de de internationale afstemming is meegenomen. Het beleid is met name de laatste jaren gebaseerd op afwegingen met betrekking tot leefbaarheid en bereikbaarheid, waarbij aspecten van milieu, economie, ruimtelijke ordening en veiligheid in samenhang een rol spelen. In de doelstelling optimalisering van het goederenvervoer zullen altijd de andere beleidsdoelstellingen moeten worden meegewogen.

Na de Tweede Wereldoorlog heeft de overheid een totaalbeleid voor ogen. Alle vervoertakken en vormen daarbinnen hebben het wakende oog van de overheid nodig. Er vindt een economische ordening plaats van alle vormen van vervoer. Daarnaast wordt geprobeerd de wet- en regelgeving zoveel mogelijk volgens hetzelfde systeem te beheersen.

Één wet behandelt de verschillende modaliteiten, namelijk de Wet vrachtprijzen vervoer van kolen en staal van 27 juni 1963 (Stb. 1963, 343). Deze wet is tot stand gekomen in het kader van het streven naar een gezamenlijke kolen- en staalmarkt van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). In deze wet en het bijbehorende besluit worden regels gesteld betreffende de vrachtprijzen voor dit vervoer.

De noodzaak van een samenhangend beleid wordt steeds duidelijker. De toenmalige staatssecretaris voor Verkeer en Waterstaat, M. van Hulten, stelt dat het goederenvervoer niet meer heen kan om de toenemende vraagstukken van ruimtelijke ordening, het grondstoffen- en energieverbruik en de milieuproblematiek. Voor het goederenvervoer moet een beleid worden gevoerd dat uitgaat van de samenhang tussen enerzijds het rechtstreekse wel en wee van bedrijf en bedrijfstak en van de daarin werkzame mensen en anderzijds de maatschappelijke consequenties van de bedrijfsvoering. Het gaat hierbij om de geleidelijke verwezenlijking van de hoofddoelstelling ‘het waarborgen van de voorziening in de behoefte aan goederenvervoer tegen kwaliteit en voorzover de bijdrage aan het welzijn van de gemeenschap per saldo positief is, uitgaand van een rechtvaardige en, ook uit een algemeen maatschappelijk oogpunt, evenwichtige behartiging van de onderscheiden bij het vervoer van goederen betrokken belangen’.

De uitvoering van dit beleid wordt echter vertraagd door de aandacht die nodig is voor de acute problemen in de economische conjuncturele ontwikkelingen sinds 1973, waardoor zowel de omvang van het goederenvervoer afneemt. Het belang van het goederenvervoer is zo groot, dat eerst deze actuele problemen moeten worden opgelost. Het beleid richt zich dan ook op het scheppen van zodanige omstandigheden op de goederenvervoermarkt, dat de bedrijven weer rendabel kunnen gaan werken. Tevens is het beleid gericht op de versterking van de internationale concurrentiepositie. Bij dit streven probeert de overheid zoveel mogelijk maatschappelijk ongewenste situaties te voorkomen.

Op 26 juni 1979 wordt het eerste Structuurschema Verkeer en Vervoer gepresenteerd (Handelingen 1978–1979, 14 390). Uiteraard komt ook het goederenvervoer aan de orde, ook al heeft het slechts betrekking op het goederenvervoer als wegdeelnemer, en dan nog alleen het vervoer over de weg- en railvervoer. De doelstellingen van het structuurschema zijn gebaseerd op het beleidsvoornemen dat al eerder in de Beleidsnota Goederenvervoer is gepresenteerd: het verbeteren van de omstandigheden waaronder de vervoersondernemingen rendabel kunnen opereren, voor zover de bijdrage aan het welzijn van de gemeenschap positief is. Om dit te bereiken moet de overheid een stimulerende functie hebben.

In oktober 1987 verschijnt de nota ‘Ondernemend vervoer’. In deze nota wordt in zes thema’s de inbreng van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat voor de toekomst van het goederenvervoer opgesteld:

  • het versterken van de slagvaardigheid van het bedrijfsleven

  • het scheppen van een vrije internationale vervoermarkt

  • het zorgen voor een optimale infrastructuur voor het goederenvervoer

  • het stimuleren van efficiënt gebruik van informatica

  • het stimuleren van marktverkenning en voorlichting

  • het in gang zetten van gezamenlijke promotie en pre-selling

Door deze thema’s centraal te stellen, moet het goederenvervoer zijn prominente positie binnen het internationale beleid minstens behouden.

Eind 1988 wordt de Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer gepresenteerd. Het SVV bevat het te volgen beleidsvoornemen tot het jaar 2010. Wat betreft het goederenvervoer wordt de prioriteit gelegd op het hoofdwegennet door het aanwijzen van onder andere hoofdtransportassen en het vergroten van de bereikbaarheid van economisch belangrijke centra. Daarnaast wordt het goederenvervoer over spoor en water aantrekkelijker gemaakt.

Vanaf het begin van de jaren 90 groeit het goederenvervoer weer sterk. De nadruk van beleid komt te liggen op het versterken van de internationale concurrentiepositie en het verschuiven van transport van goederen in de richting van een milieuvriendelijker model en verbeterde toepassing van het goederenvervoer om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. In 2005 moet het aandeel vervoer per spoor zijn verdubbeld (hiervoor wordt bijvoorbeeld de Betuweroute aangelegd) en moet project TRANSACTIE leiden tot een aanzienlijke reductie van de uitstoot van CO2.

In 1996 is de prognose, dat het goederenvervoer ook de komende jaren fors zal blijven groeien. Om deze ontwikkeling in goede banen te leiden is een evenwichtig beleid uitgestippeld. Groei is mooi voor de economie, maar het milieu en de leefomgeving moeten zoveel mogelijk worden gespaard. Zo’n beleid is uiteengezet in de nota’s ‘Transport in Balans’ (TIB) en ‘Samen werken aan bereikbaarheid’ (SWAB). Beide nota’s zijn in 1996 aan de Tweede Kamer gepresenteerd.

De nota ‘Transport in Balans’ uit 1996 is de uitwerking voor het goederenvervoer van het beleid dat in de nota ‘Samenwerken aan bereikbaarheid’ is weergegeven. De centrale doelstelling in de goederennota is dat het goederenvervoer blijvend moet bijdragen aan de economische groei, zonder te veel belasting voor milieu en omgeving op te leveren. De in deze nota geformuleerde beleidsdoelen zijn:

  • Versterken van de concurrentiepositie van het duurzame goederenvervoer, met name rail, binnenvaart en kustvaart, onder meer door infrastructurele maatregelen

  • Verminderen van de milieubelasting door het wegvervoer, onder meer door technische maatregelen en verhoging van de efficiency (kilometerreductie)

  • Verbetering van de economische centra voor het goederenvervoer over de weg.

De beleidsdoelen moeten er toe leiden dat in de periode 1994–2010 de volgende doelen gerealiseerd worden:

  • 1. Vermindering aantal tonkilometers voor het wegvervoer in 2010:

    • met 5% van het binnenlands vervoer over de langere afstand

    • met 10% van het vervoer van import- en exportstromen

    • met 40% van het transitoverkeer dan nog via de weg gaat

  • 2. Een 10% lagere groei van het aantal voertuigkilometers door modal shift, efficiencymaatregelen en verbeterde stedelijke distributiesystemen

  • 3. Een modal shift te bewerkstellingen van ca 50 mln ton.Hiervan zal ca 20 mln ton naar het spoor gaan (een volume van 30 mln ton over de Betuweroute in 2015 kan zonder meer gehaald worden), ca 20 mln naar de binnenvaart, ca 11 mln naar de kustvaart en ook de buisleidingen zullen waarschijnlijk een groei te zien geven.

Goederenvervoer houdt niet op aan de grens. Een groot deel van het goederenvervoer is juist grensoverschrijdend. Om te voorkomen dat Nederland door strenge regels zijn concurrentiepositie verzwakt, is goede afstemming met het buitenland nodig. Daarbij is de EU de belangrijkste gesprekspartner. In de nota worden de volgende projecten genoemd die in EU verband aan de orde gesteld worden:

  • afronding van de liberalisatie van het goederenvervoer

  • liberalisatie van het spoorvervoer op lange afstand

  • prijsbeleid: de vervuiler betaalt

  • intermodale vervoer benaderen per corridor

  • verruiming Verordening 1107/70 voor het afdekken van aanloopverliezen voor shuttleverbindingen

De rijksoverheid wil een efficiënt en slim goederenvervoer en bevordert om die reden de innovatie van vervoersystemen en -concepten: innovaties in de technologie van vracht- en bestelwagens, schepen en treinen, innovaties in de infrastructuur en innovaties in logistieke concepten. Van deze innovaties, gestimuleerd door ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie en telematica, wordt een gunstige invloed verwacht, zowel op de efficiency van het goederenvervoer, als op de veiligheid en duurzaamheid. Het rijk heeft om deze ontwikkelingen te bevorderen eigen innovatieprogramma’s en ondersteunt of participeert in onderzoeksinstellingen voor verkeer en vervoer. Innovatieve ontwikkelingen worden ook gestimuleerd door het uitvoeren van internationale afspraken en het formuleren van gewenste eindresultaten, bijvoorbeeld ten behoeve van de veiligheid of het milieu. Het streven is om een brede stimuleringsregeling op te zetten voor innovaties van voertuigen, systemen en logistieke concepten in het goederenvervoer. Deze stimuleringsregeling zal dan alle bestaande ad-hoc regelingen vervangen.

Voor detailinformatie kan het RIO worden geraadpleegd. Daarin wordt aan het begin van elk hoofdstuk over de verschillende modaliteiten en deelbeleidsterreinen een overzicht gegeven van het verloop van de doelstellingen en ontwikkelingen.

1.5. De actoren op het beleidsterrein, voor zover hun selectielijsten in het BSD zijn opgenomen

  • Minister van Verkeer en Waterstaat (1945–);

  • Adviescollege voor de binnenvaart (1966–1977);

  • Adviescollege Regeling telematicatoepassingen in het goederenvervoer over weg, rail en water (1995–1996);

  • Adviescommissie goederenvervoer (1954–1992);

  • Adviescommissie sloopregeling binnenvaart (1977–);

  • Adviescommissie stimulering internationale binnenvaart (Commissie Van Duursen) (1993);

  • Adviesdienst verkeer en vervoer (1993–);

  • Beroepscommissie ex. art. 54 WAG (1954–1984);

  • Beroepscommissie ex. art. 55 WGB (1954–1954);

  • Bevrachtingscommissie ex. art. 2 Beursreglement (1981–1992);

  • Centraal advieslichaam vervoer gevaarlijke stoffen (1963–1995);

  • College van advies inzake de naleving van arbeidsvoorwaarden in het beroepsgoederenvervoer over de weg (1977–1992);

  • Commissie van advies geschiktheid scheepsbevrachter (1954–1992);

  • Commissie Albeda (1993–1994);

  • Commissie begeleiding onderzoeken NS-Goederenvervoer (1979–1981);

  • Commissie binnenscheepvaart (1975–1986);

  • Commissie rubricering nieuwe gevaarlijke stoffen van de open klassen (1985–1992);

  • Commissie rubricering voor de indeling van gevaarlijke stoffen (1992–1995);

  • Commissie rubricering vergiftige en bijtende stoffen (1969–1985);

  • Commissie van onafhankelijke deskundigen (1996–2000);

  • Commissie vergunningen goederenvervoer (1954–1959);

  • Commissie vergunningen wegvervoer (1988–1992);

  • Commissie vervoervergunningen (1959–1988);

  • Districtscommissies voor het vervoer van goederen (1954–1992);

  • Districtsnoteringscommissie (1954–1981)

  • Permanente verpakkingscommissie (1983–1995);

  • Permanent overlegorgaan goederenvervoer (1992–1996);

  • Raad voor het vergunningenbeleid in het wegverkeer (1988–1992);

  • Raad voor verkeer en waterstaat (1992–1996);

  • Stichting bureau examens voor het beroepsgoederenvervoer (1948–1954);

  • Stichting inschrijving eigen vervoer (SIEV) (1954–1992);

  • Stichting koninklijk onderwijsfonds voor de scheepvaart (1951 –);

  • Stichting Nederlandse internationale wegvervoer organisatie (NIWO) (1945–1954);

  • Tuchtcollege voor het grensoverschrijdend vervoer;

  • Vaste commissie goederenvervoer (1992–1996);

  • Voorlopige raad voor het vervoer (1987–1992);

  • Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (1945–);

  • College van beroep voor het bedrijfsleven (1984–1992).

2. Doelstelling van de selectie

De doelstelling van het Nationaal Archief bij de selectie van overheidsarchieven is dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring.

Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving, maar ook van de belangrijkste historisch-maatschappelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, voor zover deze zijn te reconstrueren uit overheidsarchieven.

Deze selectiedoelstelling wordt in het BSD toegepast op het betreffende beleidsterrein.

3. Selectiecriteria

Om de selectiedoelstelling te bereiken worden de handelingen in het BSD gewaardeerd aan de hand van de onderstaande algemene selectiecriteria.

Algemene selectiecriteria

Handelingen die worden gewaardeerd met B (Bewaren)

1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.

2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieronder valt ook het toetsen van en het toezien op beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.

3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren

Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.

4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.

5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt

Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.

6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten

Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de Ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.

Uitzonderingscriteria

Naast de algemene criteria kunnen door de zorgdrager(s) en het Nationaal Archief, eveneens binnen het kader van de selectiedoelstelling, gezamenlijk beleidsterrein-specifieke criteria worden geformuleerd. Deze criteria worden doorlopend genummerd, waarbij wordt aangesloten bij de zes algemene criteria (dus vanaf 7).

Conform het Archiefbesluit 1995, art. 5, onder d 1° worden in het BSD de algemene criteria en eventuele beleidsterrein-specifieke criteria opgesomd om verantwoording te geven van de wijze waarop toepassing is gegeven aan het selectiebeleid.

Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.

4. Verslag vaststellingsprocedure

In november 2005 is het ontwerp-BSD door de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC).

Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd.

Vanaf 1 februari 2007 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief. Tevens is de selectielijst beschikbaar gesteld via de website van het Nationaal Archief en de website van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.

Op 29 maart 2007 bracht de RvC advies uit (arc-2007.03635/7), hetwelk geen aanleiding heeft gegeven tot wijzigingen in de ontwerp-selectielijst.

Daarop werd het BSD op 19 april 2007 door de algemene rijksarchivaris, namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Projectdirecteur Project Wegwerken Archiefachterstanden (conform het convenant d.d. 30 mei 2006) namens de Minister van Verkeer en Waterstaat (C/S&A/07/1019) en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (C/S&A/07/1018), en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (C/S&A/07/1020) vastgesteld.

Leeswijzer

In de selectielijst zijn de handelingen uit het rapport Goed vervoerd geordend per actor, te beginnen bij de Minister van Verkeer en Waterstaat, de voornaamste actor op het beleidsterrein.

De gegevensblokken van het rapport institutioneel onderzoek (RIO) zijn in het BSD overgenomen. Ook de nummering uit het RIO is gehandhaafd. De doorlopende nummering in het RIO wordt, door de andere ordening (per actor) een verspringende nummering in het BSD. Handelingen die in het BSD bij meerdere actoren voorkomen hebben aan hun nummer een letter (a, b) toegevoegd gekregen, zo wordt duidelijk dat deze handeling ook door een andere actor is/wordt uitgevoerd. Het uitgangspunt is steeds geweest dat er een directe relatie moet worden gehandhaafd tussen het RIO en het BSD. Om ordening in de handelingen in het BSD te houden is de (sub)indeling uit het RIO overgenomen.

Uit de gegevensblokken is het item ‘actor’ weggelaten: deze is steeds aan het begin van de handelingenlijst van de betreffende actor opgenomen. Toegevoegd is het item ‘waardering’. Bij het product wordt steeds het eindproduct van de handeling genoemd, waarbij wordt aangetekend dat wordt verondersteld dat de neerslag van het gehele proces dat heeft geleid tot dat eindproduct bewaard moet blijven danwel (op termijn) vernietigd kan worden. Ook in gevallen waarbij geen eindproduct tot stand is gekomen, wordt de neerslag van de voorbereiding daartoe tot de handeling gerekend en dient deze bewaard of vernietigd te worden.

Door middel van de plaatsing van de letters B en V wordt een waardering gegeven voor het ‘Bewaren’ of ‘Vernietigen’ van de neerslag van die handeling. Bij de handelingen die met een B zijn gewaardeerd, wordt het selectiecriterium uit het schema van paragraaf 4.2 genoemd dat tot dat voorstel heeft geleid.

Bij handelingen die met V zijn gewaardeerd, wordt de termijn gegeven, waarna vernietiging van de documentaire neerslag kan plaatsvinden. De in de lijst genoemde termijnen worden, voor wat de zaaksgewijs geordende archiefbescheiden betreft, geacht in te gaan vanaf het moment dat het recentste document in het dossier is gevoegd.

De selectielijsten bestaan uit handelingenblokken. In onderstaande tabel wordt uiteengezet welke informatie in een handelingenblok te vinden is.

(X): Dit is het volgnummer van de handeling. Dit nummer is overgenomen uit het RIO.

Handeling: Dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid.

In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces.

Bijvoorbeeld:

Het voorbereiden, coördineren en bepalen van het beleid inzake geluidshinder.

Periode: Hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Is geen specifiek beginjaar bekend dan wordt een beginjaar geschat, of 1945– genoemd. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd.

Grondslag: Dit is de wettelijke basis op grond waarvan de actor de handeling verricht, indien bekend,.Deze wordt op de volgende manier vermeld:

  • de naam (citeertitel) van de wet, de Algemene Maatregel van Bestuur, het Koninklijk Besluit of de Ministeriële regeling;

  • de vindplaats of bron;

  • wijzigingen in de grondslag en het vervallen hiervan;

  • het betreffende artikel en lid daarvan.

Bijvoorbeeld:

Subsidieregeling milieu- en energie-efficiency in het goederenvervoer (SMEG) 1996 Stcrt. 206, art. 2

Uitvoeringsbesluit Autovervoer Goederen (UAG) 1954, Stb. 6, sedertdien gewijzigd, ingetrokken 1988, Stb. 209 en vervangen door UAG 1988, Stb. 209, sedertdien gewijzigd en ingetrokken 1992 en Richtlijnen Goederenvervoer 1954, Stb. 24, ingetrokken 1988, Stb. 209

NB: Met vindplaats wordt de vermelding in het staatsblad of staatscourant bedoeld.

Wanneer er geen wettelijke grondslag voor een handeling bestaat, kan de bron (interne regelgeving, beleidsnota’s) worden genoemd waarin de betreffende handeling staat vermeld.

Product: Hier achter staat het product vermeld waarin de handeling resulteert of zou moeten resulteren.

Opsommingen geven een indicatie van de producten en zijn niet altijd uitputtend. Vaak wordt volstaan met een algemeen omschreven eindproduct.

Opmerking: Deze aanvullende informatie wordt slechts vermeld wanneer (een onderdeel van) het handelingenblok toelichting behoeft.

Waardering: Waardering van de handeling in B (bewaren) of V (vernietigen).

Indien vernietigen, dan vermelding van de vernietigingstermijn, zonodig aangevuld met een bewerkingsinstructie, bijvoorbeeld: ‘v 5 jaar na voltooiing project’.

Indien bewaren, dan vermelding van het gehanteerde selectiecriterium.

Eventueel een nadere toelichting op de waardering.

5. Actorenoverzicht

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de actoren die op het beleidsterrein goederenvervoer een rol spelen. De eerste paragraaf betreft de overheidsorganen die onder de werking van de Archiefwet 1995 vallen en waarvan in dit rapport handelingen zijn opgenomen. Het tweede deel bevat de belangrijkste niet-overheidsorganen: deze organisaties spelen wel een rol op het beleidsterrein, maar ressorteren niet onder de Archiefwet.

In het BSD zijn alleen handelingen opgenomen van landelijke overheidsactoren.

5.1. Overheidsorganen

5.1.1. Primaire zorgdrager

Minister van Verkeer en Waterstaat (1945–)

Onder verantwoordelijkheid van de Minister van Verkeer en Energie wordt in 1946 het nieuwe Directoraat-Generaal van het Verkeer (DGV) belast met de zorg voor het vervoer. Het Ministerie krijgt, na nog even als Ministerie voor het Verkeer door het leven te zijn gegaan, bij KB van 18 februari 1947 zijn huidige naam: Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Binnen DGV is de Afdeling Vervoersdiensten, vanaf 1951 Directie van het Verkeer geheten, de uitvoerende directie. Deze directie wordt in 1975 opgesplitst in een Directie Goederenvervoer en een Directie Personenvervoer.

De uitvoering van taken op het terrein van het goederenvervoer berust binnen het Ministerie bij verschillende uitvoerende diensten. De Rijksverkeersinspectie (RVI) is ingesteld in 1936 (Stb. 573). De ambtenaren van deze inspectie hebben opsporingsbevoegdheid inzake strafbare feiten uit de vervoerswetgevingen. Naast deze strafrechtelijke handhavingstaak is de RVI sinds 1945 belast met tal van uitvoerende taken waaronder het beheer van schippersbeurzen. De Directeur-Generaal/Inspecteur-Generaal van het Verkeer staat aan het hoofd van de Rijksverkeersinspectie. De Directeur-/Inspecteur-Generaal is belast met verschillende taken op het gebied van vergunningsverlening en inschrijving, zoals tijdelijke vergunningsverlening in bijzondere gevallen. De Rijks(hoofd)inspecteur van het Verkeer is het hoofd van een district van de Rijksverkeersinspectie volgens de voor het goederenvervoer geldende districtsindeling. Het begin van het Korps Controleurs Gevaarlijke Stoffen (KCGS) ligt in het KB van 1 juni 1886 (Stb. 39). De aanvankelijke naam is Korps Geleiders Ontplofbare Stoffen. In feite is dit ook de belangrijkste taak tot 1957. Door het in werking treden van het Reglement Vervoer Benzine wordt meer aandacht besteed aan het vervoer van licht ontvlambare stoffen. Per 1 januari 1962 krijgt het korps de naam KCGS. In de jaren zeventig wordt de taak steeds meer uitgebreid. In 1992 wordt het korps geïncorporeerd in de Rijksverkeersinspectie. De Scheepvaartinspectie houdt zich bezig met de handhaving van de regelgeving met betrekking tot veiligheid en milieuvriendelijkheid van de scheepvaart en toezicht op arbeids- en leefomstandigheden van bemanningen. De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) is belast met de registratie van voertuigen, zoals de uitgifte van rijbewijzen en het keuren of laten keuren van voertuigen of onderdelen van voertuigen en de daarmee samenhangende uitgifte van keuringscertificaten. Sinds 1 juli 1996 is de RDW een zelfstandig bestuursorgaan (Zie hiervoor: De heilige koe geboekstaafd. Een institutioneel onderzoek naar het handelen van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, 1951–1994, PIVOT rapport 18, Den Haag 1994; Het blik waardig keuren. Een institutioneel onderzoek naar het takenpakket van de RDW Centrum voor voertuigtechniek en informatie, 1996–, Zoetermeer/Leidschendam 1998.

5.1.2. Actoren die vallen onder archiefverantwoordelijkheid van de primaire zorgdrager

Adviescollege voor de binnenvaart (1966–1977)

Dit college, dat op 31 maart 1966 geïnstalleerd wordt door de voorzitter van de CVV, heeft tot taak het adviseren van de CVV inzake de vraag of een schip, dat bestemd is voor de wilde vaart, wezenlijk bijdraagt aan de modernisering van het vlootbestand. De achtergrond van deze advisering is de tijdelijke stopzetting van de verlening van vergunningen ex art. 32 WGB (wilde vaart). Het adviescollege wordt gevormd door het georganiseerde bedrijfsleven. Het college wordt in 1977 op eigen verzoek opgeheven in de overtuiging dat de eisen op basis waarvan een beoordeling van een schip plaatsvindt duidelijk en algemeen bekend zijn.

Adviescollege Regeling telematicatoepassingen in het goederenvervoer over weg, rail of water (1995–1996)

Dit adviescollege is ingesteld bij Ministeriële regeling op 8 september 1995 (Stcrt. 186) en heeft als taak advies uit te brengen aan de Minister omtrent aanvragen tot deelneming aan de Regeling Telematicatoepassingen in het goederenvervoer over weg, rail of water. Tot 1992 droeg dit college de naam Adviescollege Demonstratieprogramma telematicatoepassingen in het goederenvervoer. Het was een niet ambtelijk adviescollege.

Adviescommissie Goederenvervoer (1954–1992)

Deze commissie, ingesteld bij de Wet Autovervoer Goederen van 4 augustus 1951 (Stb. 342), heeft tot taak het adviseren in enerzijds alle vraagstukken van algemene aard betreffende het vervoer van goederen met vrachtauto’s en binnenvaartschepen en – in relatie daarmee – van goederen per spoor, en anderzijds bij beslissingen tot wijziging of intrekking in het algemeen bij vervoersbelang van een vergunning voor geregeld vervoer. De commissie heeft een onafhankelijke voorzitter, het secretariaat berust bij DGV.

Adviescommissie sloopregeling binnenvaart (1977–)

Deze commissie is ingesteld krachtens de Wet Sloopregeling Binnenvaart (Stb. 1976, 411), bij Ministeriële beschikking van 6 juni 1977 (Stcrt. 1977, 170), gewijzigd bij wet van 9 mei 1985 (Stb. 1985, 296) en beschikking van 28 januari 1986 (Stb. 1986, 29). De commissie heeft tot taak het adviseren van de Minister over vraagstukken van algemene aard, die verband houden met de uitvoering van de Wet Sloopregeling Binnenvaart, zoals:

  • de heropening van de termijn voor indiening van sloopaanvragen

  • de vaststelling van de hoogte van de jaarlijkse sloopbijdrage

  • de verkorting van de termijn van 4 jaren, indien bijdragen door het bedrijfsleven aan de sloopregeling niet meer nodig zijn

  • eventuele andere maatregelen

DGV voert het secretariaat van deze commissie.

Adviescommissie stimulering internationale binnenvaart (Commissie Van Duursen) (1993)

De Commissie Van Duursen heeft in opdracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat in 1993 een actieplan opgesteld ter bevordering van het internationale, met name intermodale vervoer per binnenschip. Uitgangspunt is dat het initiatief voor uitvoering bij de bedrijfstak ligt en dat de overheid via stimulering zal ondersteunen.

Adviesdienst Verkeer en Vervoer (1993–)

De adviesdienst Verkeer en Vervoer is ontstaan in 1993 als gevolg van de reorganisatie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De dienst heeft als taak het bevorderen van de bereikbaarheid en leefbaarheid in relatie met het verkeers- en vervoerbeleid door het uitbrengen van integrale adviezen en het leveren van informatie aan Ministeries, andere overheden en belangenorganisaties.

Beroepscommissie op grond van art. 54 WAG 1951 (1954–1984)

Deze beroepscommissie, ingesteld bij de WAG 1954 en opgeheven in 1984, heeft tot taak het adviseren van de Minister inzake beroepen, ingediend tegen op grond van de WAG genomen beschikkingen. De commissie bestaat uit ten minste 3 leden, die door de Kroon voor ten hoogste 5 jaar worden benoemd. De Kroon wijst uit hun midden tevens een voorzitter aan.

Beroepscommissie op grond van art. 55 WGB 1951 (1954–1984)

Deze beroepscommissie heeft tot taak het adviseren van de Minister inzake beroepen, ingediend tegen op grond van de WGB genomen beschikkingen. De commissie bestaat uit ten minste 3 leden, die door de Kroon voor ten hoogste 5 jaar worden benoemd. De Kroon wijst uit hun midden tevens een voorzitter aan.

Bevrachtingscommissie ex art. 2 Beursreglement (1954–1992)

De bevrachtingscommissie is ingesteld bij beschikking van 8 februari 1954 (Stcrt. 28 en 31), sedertdien gewijzigd, en bij de inwerkingtreding van de Wvb in 1992 opgeheven.

De commissie heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Minister, de directeur-generaal voor het Vervoer, de inspecteur-generaal van het Verkeer of de rijksinspecteur omtrent:

  • eisen die bij aanvragen om scheepsruimte kunnen worden gesteld

  • het samenstellen alsmede wijzigen van de lijst van toeslagen, bijlage B van de beschikking Tarief Ongeregeld Goederenvervoer Binnenscheepvaart

  • alle overige vraagstukken op het gebied van de bevrachting in het ongeregeld goederenvervoer te water.

Centraal advieslichaam voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (1963–1995)

Dit advieslichaam, ingesteld bij de WGS 1963 (Stb. 313) is een niet zelfstandig conglomeraat van drie rechtstreeks adviserende commissies:

Vaste Coördinatiecommissie. De commissie heeft als taak de Minister te adviseren inzake de coördinatie van aangelegenheden betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen

Vaste Commissie voor Vervoersaangelegenheden. Deze commissie heeft als taak de Minister te adviseren inzake belangenkwesties betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen

Vaste Commissie Juridische Aangelegenheden. Deze commissie heeft als taak de Minister te adviseren inzake juridische aangelegenheden betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen

Eventueel kunnen andere commissies worden toegevoegd, hetzij voor het vervoer van gevaarlijke stoffen of groepen van zodanige stoffen. Het Centraal advieslichaam heeft als taak het in onderling overleg van de commissies adviseren op het gebied van het vervoer van gevaarlijke stoffen

College van advies inzake de naleving van arbeidsvoorwaarden in het beroepsgoederenvervoer (1977–1992)

Dit college, ingesteld bij de WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 8 juni 1977 (Stb. 354) heeft tot 1992 tot taak het onderzoeken van klachten van belanghebbenden m.b.t. de nakoming van arbeidsvoorwaarden door de ondernemer en het adviseren hierover aan de CVW.

Commissie van Advies omtrent de geschiktheid als scheepsbevrachter (1954–1992)

Deze commissie, in 1954 bij beschikking ingesteld, heeft tot taak het op verzoek van de Minister geven van advies omtrent de geschiktheid van een persoon of vennootschap als scheepsbevrachter. In 1988 wijzigt de taak in het afgeven van verklaringen ten bewijs van geschiktheid als scheepsbevrachter.

Commissie Albeda (1993–1994)

In 1993 ontstaat in een binnenvaartconflict tussen partijen in het Noord-Zuid-vervoer dat leidt tot schippersacties. Professor Albeda wordt gevraagd te bemiddelen. De Commissie-Albeda adviseert enerzijds de Noord-Zuid-markt tijdelijk te beschermen met behulp van een wettelijke toerbeurtregeling, stelt anderzijds flankerend- en stimulerend beleid voor. Het adviesrapport van de commissie, Rapportage Bemiddeling Conflict Binnenvaart, ligt aan de basis van de wet Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuidvervoer (1995, Stb. 590).

Commissie Begeleiding Onderzoeken NS-goederenvervoer (1979–1981)

Deze op 27 juni 1979 ingestelde commissie bestaat uit vertegenwoordigers van V&W, de NS en Financiën. De commissie heeft tot taak het formuleren van definitieve onderzoeksopdrachten uitgaande van een ontwerpschema (kamerstuk 15508), het doen van een voorstel m.b.t. de keuze van de in te schakelen adviesbureaus en het begeleiden van onderzoeken.

Commissie Binnenscheepvaart (1975–1986)

Deze commissie is ingesteld bij beschikking (Stcrt. 1975, 252) na de blokkades in 1975 en heeft tot taak het zowel gevraagd als ongevraagd adviseren over maatregelen, die moeten worden genomen om te komen tot gezondmaking van het vervoer van droge lading in de binnenvaart, en daarbij met name aandacht te besteden aan de verbetering van de inkomenspositie van de individuele schipper. In de commissie hebben zowel werknemers als werkgevers zitting. DGV voert het secretariaat van deze commissie, die een werkgroep Evenredige Vrachtverdeling kent. In 1986 wordt de commissie opgeheven.

Commissie rubricering nieuwe gevaarlijke stoffen van de open klassen (1985–1992)

Ingesteld bij beschikking van 29 oktober 1985 (Stcrt. 1986, 19). Deze commissie richt zich op de rubricering van de volgende gevaarlijke stoffen behorend tot de zogenaamde open klassen: brandbare vloeistoffen, brandbare vaste stoffen, oxyderend werkende stoffen, giftige stoffen en bijtende stoffen. Ook heeft deze commissie zich uit te spreken over de wijze van verpakking en over het vervoer in tanks van deze stoffen. Vanaf 1992 ( Stb. 146) kent de commissie een andere naam: Commissie rubricering voor de indeling van gevaarlijke stoffen (1992–1995).

De PVC, de Commissie rubricering nieuwe gevaarlijke stoffen van de open klassen en de Commissie rubricering nieuwe vergiftige en bijtende stoffen zijn alledrie onderdeel van een groter geheel dat onder zorgdragerschap van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat valt.

Commissie rubricering nieuwe vergiftige en bijtende stoffen (1969–1985)

Deze commissie is ingesteld bij beschikking van 10 december 1969 (Stcrt. 245). De commissie heeft als taak de Minister te adviseren omtrent de rubricering van vergiftige en bijtende stoffen in de bij de wet onderscheiden categorieën.

De PVC, de Commissie rubricering nieuwe gevaarlijke stoffen van de open klassen en de Commissie rubricering nieuwe vergiftige en bijtende zijn alledrie onderdeel van een groter geheel dat onder zorgdragerschap van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat valt.

Commissie van onafhankelijke deskundigen (1996–2000)

In het kader van het tot stand brengen van een geliberaliseerde markt wordt met de Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer per 1 januari 1996 het vervoer via de binnenvaart naar België en Frankrijk onder het wettelijke toerbeurtsysteem gebracht. In het kader van de vrachtverdeling is er een Commissie van onafhankelijke deskundigen, die door de Minister wordt gehoord alvorens hij besluit tot goedkeuring van ontwerp-overeenkomsten voor bepaalde vormen van Noord-Zuid-vervoer met afwijkende tarieven en voorwaarden. De Minister van Verkeer en Waterstaat benoemt drie leden en drie plaatsvervangende leden van de commissie, keurt het reglement en de begroting goed.

Commissie Vergunningen Goederenvervoer (CVG) (1954–1959)

De CVG is ingevolge de WGB en WAG sinds 1954 belast met de vergunningsverlening voor zowel het goederenvervoer over de weg als te water binnen de landsgrenzen. Bij wet van 9 april 1959 (Stb. 143) wordt deze commissie samengevoegd met de Commissie Vergunningen Personenvervoer tot de Commissie Vervoervergunningen (CVV). Deze commissie houdt zitting in Den Haag.

Commissie Vergunningen Wegvervoer (CVW) (1988–1992)

Deze commissie, ingesteld bij de WAG 1951, zoals gewijzigd bij de wet van 11 december 1986 (Stb. 735), is dientengevolge sinds 1988 belast met de vergunningsverlening. De commissie neemt haar beschikkingen in overeenstemming met het beleid, zoals dat door de Raad voor het Vergunningsbeleid in het Wegvervoer is vastgesteld. De leden van de Raad, die niet op voordracht van de belangenorganisaties worden benoemd, vormen de Commissie Vergunningen Wegvervoer. De Minister wijst de voorzitter aan, die tevens voorzitter van de Raad is.

In 1992 wordt de CVW vervolgens samengevoegd met de Commissie Grensoverschrijdend Beroepsgoederenvervoer in de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoerorganisatie.

Commissie Vervoervergunningen (CVV) (1959–1988)

De instelling van deze commissie in 1959, krachtens art. 10 van de Wet Autovervoer Personen, betekent de samenvoeging van de Commissie Vergunningen Goederenvervoer en de Commissie Vergunningen Personenvervoer. De CVV verstrekt vergunningen zowel voor het interlokale personenvervoer als voor het goederenvervoer over de weg en te water binnen de landsgrenzen. Vanaf 1988 tot 1992 heeft de commissie, ingesteld krachtens art. 6a van de WGB alleen nog de taak van vergunningsverlening voor het goederenvervoer te water. Daarna neemt de RVI deze taak over.

Districtsadviescommissies voor het vervoer van goederen tegen vergoeding/voor het eigen vervoer van goederen (1954–1992)

De districtsadviescommissies hebben tot taak het adviseren van de betrokken Rijksinspecteur. Deze commissies bestaan uit 16, respectievelijk 6 leden, die voor ten hoogste 5 jaar worden benoemd door de door de Minister aan te wijzen organisaties van ondernemers en werknemers. Het betreft niet alleen organisaties op het gebied van het vervoer met binnenschepen, maar ook met vrachtauto’s, opdat beide concurrerende belangen zijn vertegenwoordigd. In 1988 worden de bevoegdheden van de Rijksinspecteur m.b.t. de inschrijving van eigen vervoer met vrachtauto’s overgedragen aan de SIEV. Vanaf nu bestaat elke districtsadviescommissie voor het eigen vervoer uit drie leden, te benoemen door organisaties op het gebied van vervoer met binnenschepen. Iedere commissie wijst uit haar midden een voorzitter aan en de Minister voegt aan iedere commissie een ambtenaar van de RVI toe als secretaris.

Districts-noteringscommissie (1954–1981)

Van 1954 tot 1981 heeft ieder district van de Rijksverkeersinspectie een districts-noteringscommissie, met als belangrijkste taak het bepalen van de feitelijke tarieven binnen de door de Minister vastgelegde marges. In 1981 is een deel van de taken van deze commissie overgenomen door de bevrachtingscommissie.

Permanente verpakkingscommissie (PVC) (1983–1995)

Deze commissie is ingesteld bij Stcrt. 1983, 207. De commissie heeft als taak het bepalen van het Nederlandse standpunt in internationaal en nationaal verband terzake van verpakkingen van gevaarlijke stoffen voor alle manieren van transport.

De PVC, de Commissie rubricering nieuwe gevaarlijke stoffen van de open klassen en de Commissie rubricering nieuwe vergiftige en bijtende zijn alledrie onderdeel van een groter geheel dat onder zorgdragerschap van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat valt.

Permanent overlegorgaan goederenvervoer (OGV) (1992–1996)

Per 1 oktober 1992 is het Permanent Overlegorgaan Goederenvervoer (OGV), als onderdeel van een nieuwe advies- en overlegstructuur, in het leven geroepen. Het OGV bestaat uit een aantal deelorganen, die ieder op hun eigen terrein geïnstitutionaliseerd overleg met belanghebbende instanties hebben over met name operationele beleidsvoornemens.

Raad voor het Vergunningenbeleid in het Wegvervoer (1988–1992)

In 1988 krijgt de Raad voor het Vergunningenbeleid in het Wegvervoer, gevestigd te Den Haag, als taak het verder uitwerken van het te voeren beleid m.b.t. het verlenen van vergunningen. De (plaatsvervangende) leden en de voorzitter van de Raad worden benoemd door de Minister. De benoeming van een aantal van deze leden geschiedt op voordracht van de organisaties, welke de onderscheiden belangen vertegenwoordigen betreffende het vervoer van goederen met vrachtauto’s. De Minister wordt door één of meerdere ambtenaren vertegenwoordigd, die als deskundigen optreden.

Raad voor Verkeer en Waterstaat (1992–1996)

De Raad is ingesteld bij wet van 2 maart 1992 (Stb. 146). De Raad adviseert over zowel de hoofdlijnen als de onderdelen van het beleid inzake verkeer en waterstaat.

Stichting Bureau Examens voor het Beroepsgoederenvervoer (SBE) (1948–1954)

Deze stichting, sinds 1992 Stichting Bureau Examens voor het Beroepsvervoer geheten, heeft sinds 1948 tot taak het organiseren van examens voor vakdiploma’s voor ondernemers in het beroepsvervoer. De SBE is een zelfstandig bestuursorgaan met een privaatrechtelijke basis ingesteld. De stichting is opgericht bij notariële akte dd. 30 juli 1947. De wettelijke grondslag van de taken van de SBE is te vinden in een aantal wetten op het gebied van (beroeps)goederenvervoer.

Stichting Inschrijving Eigen Vervoer (SIEV) (1954–1992)

De SIEV is opgericht op 13 februari 1954 en sindsdien belast met de inschrijving van het eigen vervoer, ook met betrekking tot het grensoverschrijdend eigen vervoer. De SIEV is een zelfstandig bestuursorgaan met een privaatrechtelijke basis ingesteld in het Besluit aanwijzing stichting NIWO en stichting SIEV (Stb. 1992, 496). Met de inwerkingtreding van de Wgw op 1 mei 1992 is het taken pakket van de SIEV gewijzigd.

Stichting Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheepvaart (1945–2005)

Het Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheepvaart (KOFS, opgericht in 1921, was tot aan de fusie met de Stichting tot bevordering van het Leerlingwezen Haven- en vervoerbedrijf (SLHV) en de Stichting Leerlingstelsel Wegvervoer (SLW) vrijwel het enige instituut in Nederland dat zich bezig hield met onderwijs voor de Rijn- en Binnenvaart.

De stichting had tot taak het bevorderen van het onderwijs voor de scheepvaart. De stichting heeft ook de auspiciën over het examen voor het Vakdiploma Ondernemer in de Binnenvaart. De stichting was een zelfstandig bestuursorgaan. Primaire toezichthouder op de KOFS was de Minister van Verkeer en Waterstaat.

In 1951 heeft het KOFS een reglement opgesteld voor het verkrijgen van diploma’s, zowel voor de binnenlandse als voor de Rijnvaart.

Door de fusie ontstond op 1 juni 1995 de Stichting Landelijk Orgaan van het Beroepsonderwijs Transport en Logistiek. Op deze datum kwam een einde aan 74 jaar binnenvaartonderwijs door het KOF. Ondanks de hoge leeftijd was er nog veel belangstelling voor het aloude KOF.

Tot 2004 ontving het KOFS subsidie van OCW. Per 1 januari 2004 is het fonds ondergebracht bij de Stichting Beroepsopleidingen Transport en Logistiek.

Per 1 januari 2004 is het fonds ondergebracht bij het CBR, afdeling CCV.

Sinds 1 juli 2005 is de KOFS een lege stichting. De stichting is niet opgeheven.

Het KOFS heeft zelf een BSD opgesteld voor de periode 1996–. Daarom lopen de handelingen van het KOFS in dit BSD maar tot 1996.

Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (voorheen Stichting Nederlandsche Internationale Wegvervoer Organisatie/Commissie Grensoverschrijdend Beroepsgoederenvervoer) (NIWO) (1945–1954)

De stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) is een privaatrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan opgericht bij notariële akte van 1946. Sinds 1954 is de Commissie Grensoverschrijdend Beroepsgoederenvervoer van de NIWO belast met de vergunningsverlening voor het grensoverschrijdende beroepsvervoer. Met de inwerkingtreding van de Wgw op 1 mei 1992 ging deze ‘oude’ NIWO samen met de Commissie Vergunningen Wegvervoer op in een ‘nieuwe’ NIWO. De vergunningsverlening voor zowel het binnenlandse als het grensoverschrijdende beroepsvervoer werd geattribueerd aan dit zelfstandig bestuursorgaan.

Tuchtcollege voor het grensoverschrijdend vervoer (1954–1992)

Ingevolge de WAG 1951 en UAG 1954 is een tuchtcollege voor het grensoverschrijdend vervoer ingesteld. Dit driekoppige tuchtcollege ex art. 3 wordt door de Kroon benoemd en is belast met toezicht en handhaving inzake het grensoverschrijdende vervoer.

Vaste commissie goederenvervoer (1992–1996)

Deze commissie wordt ingesteld bij KB van 29 september 1992 (Stb. 503). Ze is verantwoordelijk voor het voorbereiden van adviezen van de Raad voor Verkeer en Waterstaat die betrekking hebben op het beleid inzake het vervoer van goederen.

Voorlopige Raad voor het Vervoer (1987–1992)

De Voorlopige Raad voor het Vervoer, ingesteld bij Besluit van 2 januari 1987 (Stb. 26) fungeerde van 1987 tot 1991 als voorloper van de Raad voor Verkeer en Waterstaat. Deze voorlopige raad had tot taak het adviseren van de Minister over het beleid inzake het vervoer, het adviseren van de Tweede Kamer inzake initiatiefvoorstellen van wet en de Voorlopige Raad voor Verkeer en Waterstaat inzake de herziening van de adviesstructuur, en het coördineren van adviezen van andere adviescommissies op dit terrein.

5.1.3. Secundaire zorgdragers

Minister van Economische Zaken (1945–)

De Minister van Economische Zaken heeft verantwoordelijkheden op het gebied van versterking van de Nederlandse economische structuur en de verbetering van de concurrentiepositie bedrijfsleven.

Onder de Minister van Economische Zaken ressorterende actoren

Aangezien dit BSD niet wordt vastgesteld voor deze Minister, zijn de handelingen van deze actoren niet in het BSD opgenomen.

Adviescommissie Aanleg Gastransportleidingen (1952–1960)

Deze commissie functioneerde voor de Minister van Economische Zaken gedurende de jaren vijftig voor technische adviezen op het terrein van (aardgas)transportleidingen.

Planologische werkcommissie (1968–)

De interdepartementale Planologische werkcommissie (PWC) is ingesteld door de Minister van Economische Zaken (beschikking 664/55 van 31 januari 1964). De Ministeries van Economische Zaken, Defensie, Landbouw, VROM en Verkeer en Waterstaat zijn hierin vertegenwoordigd. Ten behoeve van de aanleg van buisleidingen moet een procedure van concessieverlening en een hierop gebaseerde procedure van tracévaststelling worden doorlopen. Bij beide procedures is de PWC nauw betrokken (advisering en besluitvorming). Parallel aan de concessieverlening en tracévaststelling moet in bepaalde gevallen een milieu-effectrapportage opgesteld worden. De PWC geeft richtlijnen voor het opstellen van het milieu-effectrapport en beoordeelt de inhoud hiervan.

Senter

Als agentschap van het Ministerie van Economische Zaken voert Senter opdrachten en programma’s uit van het Ministerie van Economische Zaken en andere Ministeries en overheden, die aanzetten tot vernieuwing om zo de concurrentiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven te vergroten en een duurzame ontwikkeling te bevorderen.

Nederlandse Onderneming voor energie en milieu B.V (NOVEM)

De NOVEM is een besloten vennootschap (1976) dat in opdracht van de Minister van Economische Zaken ondermeer bestuurstaken verricht. Deze publieke taken worden jaarlijks opgedragen in de vorm van overeenkomsten en betreffen de uitvoering van een aantal subsidieregelingen op het gebied van energiebesparing en duurzame energie. Op het beleidsterrein goederenvervoer treedt de NOVEM ondermeer op als programmabeheerder, zoals het project Transactie.

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (1945–)

Deze Minister speelt een kleine rol ten aanzien van opleidingen in de binnenvaart. Ten aanzien van onderwijs (lageronderwijs, hogeronderwijs, wetenschappelijk onderwijs, beroepsonderwijs) zijn door dit Ministerie aparte selectielijsten opgesteld.

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (1945–)

Deze Minister vervult op het beleidsterrein een rol ten aanzien van naleving van arbeidsvoorwaarden, werk- en rusttijden, ed. Deze beleidsterreinen zijn uitgebreider beschreven in onderzoeken bij het betreffende Ministerie zelf (zie: Ter bevordering van menswaardige arbeid. Een institutioneel onderzoek op het beleidsterrein arbeidsomstandigheden 1940–1993, PIVOT rapport 24 en Het verdiende loon. Een institutioneel onderzoek op het terrein van inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid 1940-1994, PIVOT rapport 47). Daarom zijn de handelingen van deze Minister niet het voorliggende BSD opgenomen.

Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (1945–)

Het Ministerie van VROM is eerst verantwoordelijk voor het milieubeleid. Het houdt zich ondermeer bezig met het terugdringen van het gebruik van vrachtauto’s om zo de uitstoot van milieubelastende gassen en deeltjes te beperken.

De handeling van deze Minister is niet het BSD opgenomen, omdat ze gedekt wordt door een algemene handeling uit een eigen BSD.

Arrondissementsrechtbanken

Bij bezwaren tegen beschikkingen op bepaalde wetten konden deze aanhangig worden gemaakt bij de rechter.

Voor de handelingen van deze actor wordt verwezen naar de selectielijst voor de rechterlijke macht (Stcrt. 2003/11), op basis van RIO 124.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) (1984–1992)

Bij dit college kan sinds 1983 tegen beschikkingen genomen op grond van de WGB of de daarop rustende bepalingen, door degene, die rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen, beroep worden ingesteld. Het CBB wordt als enige beroepsinstantie tegen beschikkingen aangewezen.

Sociaal-Economische Raad (SER)

Door de SER is, bij besluit van 25 juni 1971, de commissie Vervoersvraagstukken ingesteld. Hierin hebben vertegenwoordigers van de belangenorganisaties van de verschillende vervoerstakken, een aantal onafhankelijke leden en een viertal ambtelijke vertegenwoordigers zitting. De commissie heeft tot taak het zelfstandig adviseren, of het voorbereiden van adviezen van de SER inzake vervoersvraagstukken, in het bijzonder van internationale aard. De commissie heeft zich in toenemende mate gespecialiseerd in adviezen over EG-richtlijnen en -verordeningen en over rapporten over het (goederen)vervoer die door de EG zijn uitgebracht.

De SER beschikt over een eigen selectielijst (Stcrt. 1999, 216), gebaseerd op RIO 58.

5.2. Branche- en andere organisaties

Hieronder is een aantal van de belangrijkste niet-overheidsorganen opgenomen die een rol spelen op het beleidsterrein goederenvervoer. Zij ressorteren niet onder de Archiefwet en zijn derhalve niet verplicht hun archieven op orde te brengen conform de eisen van de Archiefwet.

Algemene Verladers- en Eigen Vervoer Organisatie (EVO)

De EVO is de werkgeversorganisatie in het eigen vervoer van goederen over de weg.

Buisleiding Industrie Gilde (BIG)

Het BIG heeft tot doel het promoten van de pijpleiding als transportmiddel en beoogt daarbij een platform te bieden aan allen die specifiek betrokken zijn bij lange afstand transportleidingen

Centraal Bureau voor Rijn- en Binnenvaart (CBRB)

Het CBRB is de grootste werkgevers- en ondernemersorganisatie in de binnenvaart in Nederland. De leden van het CBRB zijn prominent vertegenwoordigd in alle belangrijke deelsectoren van de binnenvaart, zowel op het niveau van de vervoerder als dat van vervoersorganisator. Ook kent het CBRB een omvangrijk netwerk van geassocieerde leden die betrokken zijn bij de bedrijfstak binnenvaart. Het doel van de CBRB is versterking van de positie van de aangesloten binnenvaartondernemingen en van de binnenvaart.

Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart (CBOB)

De Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart heeft een protestants-christelijke grondslag en tracht mede vanuit die specifieke visie de belangen van het gezinsbedrijf te vertegenwoordigen.

Commissie Kroes

De commissie wordt ingesteld in april 1991 met als opdracht rapport uit te brengen over het in Nederland te creëren netwerk van terminals dat voor geldelijke steun door de Rijksoverheid in aanmerking komt. De commissie brengt rapport uit in december 1991. Het secretariaat wordt gevoerd door Nederland Distributieland.

Commissie Van der Plas

De commissie werd op 18 april 1989 ingesteld en kende vertegenwoordigers uit bedrijfsleven en (semi)overheid. Voorzitter Van der Plas was van Philips. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat was ook in de commissie vertegenwoordigd. De commissie diende de strategische mogelijkheden van het goederenvervoer per spoor te onderzoeken. Eind tachtiger jaren wordt het goederenvervoer per spoor geherwaardeerd. Onder meer op basis van het rapport van de Commissie Van der Plas kiezen overheid en NS voor een groeistrategie van het goederenvervoer per spoor (bijvoorbeeld Rail 21 Cargo).

Koninklijke Vereniging Schuttevaer

De schippersvereniging behartigt namens de beroepsbinnenvaart de belangen op het gebied van nautisch-technische zaken en de natte infrastructuur voor de binnenvaart.

Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV)

Het KNV (voorheen: KNVTO: Koninklijke Nederlandse Vereniging van Transport Ondernemingen) is de derde werkgeversorganisatie in het beroepsgoederenvervoer over de weg.

Nationale Organisatie voor het Beroepsgoederenvervoer Wegtransport (NOB Wegtransport)

NOB Wegtransport is de grootste werkgeversorganisatie in het beroepsgoederenvervoer over de weg.

Nederland Distributie Land (NDL)

De stichting en vereniging NDL is in 1987 opgericht en streeft naar verbetering van de internationale concurrentiekracht en marktpositie van Nederland als transport- en distributieland.

Onafhankelijke Nederlandse Schippersvakbond (ONS)

De ONS wordt in 1975 opgericht naar aanleiding van de onrust in de sector als gevolg van het voorstel to afschaffing van het stelsel van EV. De binnenvaartschippers komen in actie voor het behoud van de beurs.

Stichting Buisleidingenstraat Zuidwest Nederland

Deze stichting is een privaatrechtelijke rechtspersoon en wordt bij notariële akte van 21 december 1978 opgericht. Doel van de stichting is het aanleggen, inrichten, onderhouden en beheren van de buisleidingenstraat van Rotterdam naar Antwerpen. Tegen vergoeding verleent de stichting aan derden het recht in deze straat buisleidingen aan te leggen en te beheren

Transport en Logistiek Nederland (TLN)

TLN is een ondernemersorganisatie voor ondernemers niet alleen in het goederenvervoer over de weg, maar in de transportsector ofwel het beroepsgoederenvervoer.

Vereniging van Expediteurs, Scheepvaartvereniging Zuid, Scheepvaartvereniging Noord

Het doel van deze verenigingen is de behartiging van de belangen van bedrijven, die onafhankelijk diensten verlenen op het gebied van expeditie en logistiek in het algemeen en die van haar leden in het bijzonder.

Vereniging van Leidingeigenaren in Nederland (VELIN)

De VELIN behartigt sinds haar oprichting in 1978 de belangen van haar leden ten aanzien van hun pijpleidingen met toebehoren binnen Nederland en het Nederlandse deel van het continentale plat. De VELIN heeft circa 20 leden.

Vervoersbond CNV

CNV BedrijvenBond is de grootste CNV bond en vertegenwoordigt werknemers in onder meer de industrie-, vervoer- en voedingssectoren. De CNV BedrijvenBond heeft 23 vakgroepen, o.a. voor het Beroepsgoederenvervoer en voor de Rijn- en binnenvaart.

Vervoersbond FNV

De FNV bestaat uit 16 zelfstandige vakbonden, die werkzaam zijn in bijna alle sectoren van onze maatschappij. Zij werken samen binnen de overkoepelende vakcentrale.

Wegvervoer CVO

Na NOB Wegtransport is Wegvervoer Christelijke Vervoerders Organisatie de tweede werkgeversorganisatie in het beroepsgoederenvervoer over de weg.

6. Selectielijst

De lijst heeft geen betrekking op archiefbescheiden inzake de interne beheertaken van de actoren. Hiervoor dient een aparte lijst te worden vervaardigd. Activiteiten van ambtelijke commissies, werkgroepen of overlegverbanden, ingesteld ter voorbereiding of uitvoering van enige handeling, worden geacht onder die handeling te zijn begrepen.

6.1. Selectielijst voor de zorgdrager Minister van Verkeer en Waterstaat

6.1.1. Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

6.1.1.1. Algemene handelingen

(801)

Handeling: Het verstrekken en verkrijgen van periodieke gegevens aan/van andere (internationale) organisaties en samenwerkingsverbanden.

Periode: 1945–

Waardering V 5 jaar

(802)

Handeling: Het opstellen van subsidieregelingen.

Periode: 1945–

Product: Regelingen

Waardering V 10 jaar na intrekken regeling

(803)

Handeling: Het uitvoeren van controle op subsidies die zijn verleend op grond van subsidieregelingen.

Periode: 1945–

Product: Beschikkingen

Waardering V 10 jaar

(804)

Handeling: Het mede opzetten, financieren en evalueren van experimenten ter stimulering van nieuwe voorzieningen.

Periode: 1975–

Waardering B5

(805)

Handeling: Het verwerven van EG-bijdragen.

Periode: 1957–

Waardering V 10 jaar

(806)

Handeling Het (via Ministeriële regelingen) stellen van regels om te kunnen onderzoeken of bepaalde ontwikkelingen in belangrijke mate kunnen bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van het beleid.

Periode 1945–

Waardering B 5

(807)

Handeling: Het instellen van en toezicht houden op het NIWO en SIEV

Periode: 1945–

Waardering: B 4: instelling

V 10 jaar: toezicht

(808)

Handeling: Het voorbereiden van, deelnemen aan en rapporteren over vergaderingen en bijeenkomsten van commissies en werkgroepen waarvan het voorzitterschap en/of secretariaat berust bij het departement.

Periode: 1945–

Product: agenda’s, verslagen

Waardering: B 5

(809)

Handeling: Het voorbereiden van, deelnemen aan en rapporteren over vergaderingen en bijeenkomsten van commissies en werkgroepen waarvan het voorzitterschap en/of secretariaat niet berust bij het departement.

Periode: 1945–

Product: Verslagen

Waardering: V 10 jaar

(810)

Handeling: Het voeren van geregeld algemeen overleg met het IPO, de VNG, de Unie van Waterschappen en andere overheden.

Periode: 1945–

Product:

Waardering: B5: verslagen

V 10 jaar: rest

(811)

Handeling: Het instellen van commissies op het terrein goederenvervoer

Periode: 1997–

Bron: Wet adviescolleges 1997

Waardering: B 4

(812)

Handeling: Het aanwijzen van organisaties die leden voor commissies kunnen aandragen

Periode: 1945–

Opmerking Deze handeling mag alleen voor selectie worden gebruikt indien er niet een meer specifieke handeling bestaat, zoals 312, 385, 407 en 424.

Waardering: V 5 jaar na intrekking aanwijzing

(813)

Handeling: Het benoemen van leden van commissies op het terrein goederenvervoer

Periode: 1945–

Opmerking Deze handeling mag alleen voor selectie worden gebruikt indien er niet een meer specifieke handeling bestaat, zoals 79, 80, 84, 91, 109, 112, 115, 263b, 264, 270, 309, 313, 386, 408. 425, 427 en 458.

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

6.1.1.1.1. Algemene handelingen met betrekking tot uitvoering

(814)

Handeling: Het verlenen van vergunningen

Periode: 1945–

Opmerking Deze handeling mag alleen voor selectie worden gebruikt indien er niet een meer specifieke handeling bestaat, zoals 87, 88, 156b, 158b, 159b 167, 169, 170, 171, 172, 175, 206, 207, 208, 211, 268a en b, 282, 308, 316, 334b, 338b, 339a en b, 341, 351, 356, 374, 375, 376, 377, 378, 390, 550, 552, 674, 676, 678, 679

Waardering: V 10 jaar na intrekking vergunning

(815)

Handeling: Het vaststellen van diverse modellen

Periode: 1945–

Opmerking Deze handeling mag alleen voor selectie worden gebruikt indien er niet een meer specifieke handeling bestaat, zoals 10, 45, 129, 139, 151, 155, 181, 205, 217, 327, 332, 346, 394, 418, 433, 473, 675, 677, 709, 719, 723, 738.

Waardering: V 10 jaar

(816)

Handeling: Het verlenen van concessies

Periode: 1945–

Opmerking Deze handeling mag alleen voor selectie worden gebruikt indien er niet een meer specifieke handeling bestaat, zoals 550.

Waardering: V 10 jaar na intrekken concessie

(817)

Handeling: Het verrichten van keuringen

Periode: 1945–

Opmerking Deze handeling mag alleen voor selectie worden gebruikt indien er niet een meer specifieke handeling bestaat, zoals 703, 708, 710, 713, 715, 716, 717, 718, 720, 722, 735

Waardering: V 5 jaar

(818)

Handeling: Het opstellen van voorwaarden voor keuringen

Periode: 1945–

Opmerking Deze handeling mag alleen voor selectie worden gebruikt indien er niet een meer specifieke handeling bestaat, zoals 707.

Waardering: B 5

(819)

Handeling: Het vaststellen van diverse tarieven.

Periode: 1945–

Opmerking Deze handeling mag alleen voor selectie worden gebruikt indien er niet een meer specifieke handeling bestaat, zoals 143, 448, 453, 561 en 688.

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(820)

Handeling: Het opstellen van eisen voor vakbekwaamheid

Periode: 1945–

Opmerking Deze handeling mag alleen voor selectie worden gebruikt indien er niet een meer specifieke handeling bestaat, zoals 85 en 86.

Waardering: B 5

(821)

Handeling: Het afgeven van vakbekwaamheidcertificaten

Periode: 1945–

Opmerking Deze handeling mag alleen voor selectie worden gebruikt indien er niet een meer specifieke handeling bestaat, zoals 445, 731, 732, 734.

Waardering: V 5 jaar

(822)

Handeling: Het opstellen van eisen voor opleidingen en het (laten) verzorgen van opleidingen

Periode: 1945–

Waardering: B 5: eisen

V 10 jaar: rest

(847)

Handeling: het onderzoeken van conflicten/arbeidsonrust op het beleidsterrein goederenvervoer

Periode: 1945–

Waardering: B5

6.1.1.1.2. Ontwikkelingen in het goederenvervoer sinds 1945

(1)

Handeling: Het voorbereiden, (mede)vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid inzake het goederenvervoer.

Periode: 1945–

Product: nota’s, notities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking: Onder deze handeling valt ook:

– het voeren van overleg met andere Ministers en vertegenwoordigers van uitvoeringsorganen over aangelegenheden betreffende individueel personenvervoer

– het voorbereiden van een standpunt ter inbrenging in de Ministerraadsvergaderingen.

– het leveren van bijdragen aan het overleg en het voeren van overleg met het Staatshoofd

– het voorbereiden van de Memorie van Toelichting op de Rijksbegroting

– het leveren van commentaar op de rechts- en doelmatigheidscontroles van de Algemene Rekenkamer

– het aan een externe adviescommissie verzoeken om advies

– het informeren van het Kabinet van de Koningin over ontwikkelingen

Bron: –

Waardering: B1

(2)

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen betreffende het goederenvervoer.

Periode: 1945–

Product: verslagen

Bron: –

Waardering: B3

(3)

Handeling: Het voorbereiden van, deelnemen aan en rapporteren over vergaderingen en bijeenkomsten van commissies en werkgroepen betreffende het vervoer van goederen waarvan het voorzitterschap en/of secretariaat berust bij het DGV.

Periode: 1945–

Product: agenda’s, verslagen

Bron: –

Waardering: B1

(4)

Handeling: Het voorbereiden van, deelnemen aan en rapporteren over vergaderingen en bijeenkomsten van commissies en werkgroepen betreffende het vervoer van goederen waarvan het voorzitterschap en/of secretariaat niet berust bij het DGV.

Periode: 1945–

Product: verslagen

Bron: –

Waardering: V 2 jaar

(5)

Handeling: Het beantwoorden van kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van de kamers der Staten Generaal inzake het goederenvervoer.

Periode: 1945–

Product: brieven, notities

Bron: –

Waardering: B 3

(6)

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen inzake het goederenvervoer.

Periode: 1945–

Product: brieven

Bron: –

Waardering: V 5 jaar

(7)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van het goederenvervoer.

Periode: 1945–

Product: voorlichtingsplannen, voorlichtingsmateriaal

Bron: –

Waardering: B 5: 1 exemplaar

V 5 jaar: rest

(8)

Handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten inzake het goederenvervoer.

Periode: 1945–

Product: onderzoeksrapporten

Bron: –

Waardering: B 5: eindproduct

V 5 jaar: rest

(9)

Handeling: Het voorbereiden en begeleiden van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het goederenvervoer.

Periode: 1945–

Product: nota’s, notities

Bron: –

Waardering: B 5: eindproduct

V 10 jaar: rest

(10)

Handeling: Het voorbereiden en ontwikkelen van een beleidsinformatiemodel met behulp waarvan de effecten van de verschillende beleidsdoelen kunnen worden gemeten.

Periode: 1980–

Product:

Bron: Transport in balans, p. 41

Waardering: B2

(11)

Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het gebied van het goederenvervoer.

Periode: 1945–

Product: beschikkingen

Bron: –

Waardering: V 10 jaar

(12)

Handeling: Het verwerven van internationale bijdragen voor projecten die betrekking hebben op het vervoer van goederen.

Periode: 1945–

Product:

Bron: Werkprogramma G 1996, p. 15

Waardering: V 10 jaar

(13)

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging, evaluatie en intrekking van wet- en regelgeving inzake het goederenvervoer.

Periode: 1945–

Product: wetten, regelingen, besluiten

Opmerking: Hiertoe behoren alle genoemde wetgevingen en de daaronder ressorterende regelgevingen en besluiten betreffende het vervoer van goederen.

Deze handeling mag alleen voor selectie worden gebruikt indien er niet een meer specifieke handeling bestaat, zoals 44, 55, 74, 75, 76, 77, 223, 293, 294, 295, 296, 297, 298, 299, 300, 478, 538, 534, 592, 637, 625, 640, 641, 642, 643, 644, 645, 646. 701, 702, 741, 742

Waardering: B1

(14)

Handeling: Het verstrekken van informatie aan de Commissies voor de Verzoekschriften van de Staten Generaal, aan overige kamercommissies en aan de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten van burgers inzake het vervoer van goederen.

Periode: 1945–

Product: brieven, notities

Bron: –

Waardering: B 3

(15)

Handeling: Het beslissen op beroepsschriften naar aanleiding van beschikkingen inzake het vervoer van goederen en het voeren van verweer in beroepsschriftenprocedures voor de Raad van State en/of kantonrechter.

Periode: 1945–

Product: brieven, notities

Bron: –

Waardering: V 10 jaar

6.1.1.1.3. Internationaal beleid

(16)

Handeling: Het mede-voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen inzake het vervoer van goederen en het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties.

Periode: 1945–

Product: internationale regelingen, nota’s, notities, rapporten

Bron: –

Waardering: B1

(17)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de comités en werkgroepen die zich in het kader van de Commissie van de EU bezighouden met het vervoer van goederen.

Periode: 1951–

Product: instructies, bijdragen en verslagen

Opmerking: Hieronder valt onder meer de CoCo

Bron:

Waardering: B1

(18)

Handeling: Het leveren van bijdragen bij de voorbereiding van een commissiebesluit met betrekking tot het vervoer van goederen.

Periode: 1958–

Product:

Bron: Inleiding mw. N. Kohll

Waardering: B1

(19)

Handeling: Het informeren van de Commissie over de implementatie van communautaire regelingen op het gebied van vervoer van goederen in het Nederlandse recht.

Periode: 1957–

Product: mededelingen en teksten van nationale regelingen, aanbiedingsbrieven aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken

Bron:

Opmerking Het betreft hier de Commissie die in het EGKS-verdrag Hoge Autoriteit wordt genoemd: de Commissie is een ambtelijk orgaan, de leden worden door de regeringen van de lidstaten in onderling overleg benoemd. Zie RIO hoofdstuk 2.4 Internationaal beleid.

Waardering: V 5 jaar

(20)

Handeling: Het verstrekken van (overige) incidentele gegevens ter uitvoering van EG-besluiten met betrekking op het vervoer van goederen.

Periode: 1957–

Product: mededelingen aan de Commissie

Bron:

Waardering: V 5 jaar

(21)

Handeling: Het aan de Commissie verzoeken om toekenning van een machtiging, ontheffing of andere beschikking ter uitvoering van EG-regelingen op het gebied van het vervoer van goederen.

Periode: 1957–

Product: aanvragen en informatie t.b.v. beschikkingen

Bron:

Waardering: V 5 jaar

(22)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in het Comité van Ministers van de Benelux met betrekking tot een gemeenschappelijk beleid inzake het vervoer van goederen.

Periode: 1948–

Product: instructies, bijdragen en verslagen

Bron:

Waardering: B1

(23)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in de ambtelijke commissies en in de Raad van de Economische Unie met betrekking tot een gemeenschappelijk beleid betreffende het vervoer van goederen.

Periode: 1948–

Product: instructies, bijdragen en verslagen

Bron:

Waardering: B1

(24)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen op het gebied van vervoer van goederen in de bestuursorganen, werkgroepen, adviesorganen en symposia van de CEMT.

Periode: 1953–

Product: instructies, bijdragen en verslagen

Bron: CEMT, 25th anniversary

Waardering: B1

(25)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in de Plenaire Vergadering, de principal subsidiary bodies en werk- en expertgroepen van de ECE betreffende het vervoer van goederen.

Periode: 1947–

Product:

Bron: CEMT, 25th Anniversary, p. 13

Waardering: B1

(26)

Handeling: Het op het gebied van het vervoer van goederen verzamelen en verstrekken van statistische informatie aan de ECE.

Periode: 1947–

Product: instructies, bijdragen en verslagen

Bron:

Waardering: V 5 jaar: rest

(27)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de OEES, vanaf 1961 de OESO, inzake aangelegenheden betreffende het vervoer van goederen.

Periode: 1948–

Product: instructies, bijdragen en verslagen

Bron:

Waardering: B1

(28)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in adviescomités en werkgroepen van overige internationale intergouvernementele organisaties inzake aangelegenheden betreffende het vervoer van goederen

Periode: 1945–

Product: instructies, bijdragen en verslagen

Bron:

Waardering: B1

(29)

Handeling: Het coördineren van bilaterale en multilaterale betrekkingen op het gebied van het goederenvervoer.

Periode: 1945–

Product: verslagen

Bron:

Waardering: B5

(30)

Handeling: Het plegen van overleg met de overheden van (groepen) andere landen op het gebied van het vervoer van goederen.

Periode: 1945–

Product:

Bron:

Waardering: B1

6.1.1.2. Integraal beleid goederenvervoer

6.1.1.2.1. Advies en overleg

(36)

Handeling: Het instellen van een Adviescollege Demonstratieprogramma/Regeling telematicatoepassingen in het goederenvervoer over weg, rail en water.

Periode: 1992

Product:

Bron: Regeling Telematicatoepassingen in het goederenvervoer over weg, rail of water 1995 Stcrt. 105, art. 2; en: Instellingsregeling adviescollege regeling telematicatoepassingen in het goederenvervoer over weg, rail of water 1995 Stcrt. 186

Waardering: V 10 jaar

(38)

Handeling: Het benoemen en ontslaan van de leden van het adviescollege Demonstratieprogramma/Regeling telematicatoepassingen.

Periode: 1995–1996

Product:

Bron: Instellingsregeling adviescollege regeling telematicatoepassingen in het goederenvervoer 1995 Stcrt. 186, art. 4

Waardering: V 10 jaar na ontslag

6.1.1.2.2. Nederland Distributieland

(40)

Handeling: Het leveren van bijdragen voor de promotie van Nederland als transport- en distributieland.

Periode: 1987–

Product:

Bron: Werkprogramma G 1996, p. 14

Waardering: V 5 jaar: rest

(41)

Handeling: Het verlenen van financiële bijdragen aan de Vereniging Nederland Distributieland.

Periode: 1987–

Product: (jaarlijkse) subsidies

Bron: Werkprogramma G 1996, p. 14

Waardering: V 10 jaar

(42)

Handeling: Het coördineren en aansturen van de Vereniging Nederland Distributieland.

Periode: 1987–

Product:

Bron: Werkprogramma G 1996, p. 14

Waardering: B1

(43)

Handeling: Het voorbereiden en coördineren van internationale projecten op het gebied van het vervoer van goederen.

Periode: 1945–

Product: verslagen, rapporten, bijdragen

Bron:

Waardering: B 5

6.1.1.2.3. Tarieven

(44)

Handeling: Het op grond van de Wet vrachtprijzen vervoer van kolen en staal bij algemene maatregel van bestuur geven van voorschriften inzake de vrachtprijzen van dit vervoer.

Periode: 1965–

Product: Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal 1965, Stb. 495, sedertdien gewijzigd.

Bron: Wet vrachtprijzen vervoer van kolen en staal 1963, Stb. 343, sedertdien gewijzigd

Waardering: V 5 jaar na intrekking voorschrift

(45)

Handeling: Het eventueel vaststellen van modellen voor het formulier gegevensverstrekking door de vervoerder en het geven van nadere aanwijzingen over de wijze van invullen.

Periode: 1966–

Product:

Bron: Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal 1965, art. 4

Waardering: V 5 jaar na wijzigen model

(46)

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die zijn belast met het in ontvangst nemen van door vervoerondernemers te verstrekken gegevens en het verstrekken van inlichtingen met betrekking tot die gegevens.

Periode: 1966–

Product:

Bron: Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal 1965, art. 2

Waardering: V 10 jaar na intrekking aanwijzing

(47)

Handeling: Het op aanvraag al dan niet mededeling doen dan wel inzage verlenen aan een deelnemer aan de gemeenschappelijke markt van de door de vervoerondernemers verstrekte gegevens inzake overeenkomsten betreffende vervoer van kolen of staal.

Periode: 1966–

Product:

Bron: Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal 1965, art. 7-9

Waardering: V 5 jaar

(48)

Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot de onmiddellijke bekendmaking (d.m.v. aanplakking) van de gegevens betreffende vervoersovereenkomsten inzake 5000 kg of meer kolen of staal over een afstand van 50 km of meer binnen Nederland.

Periode: 1966–

Product:

Bron: Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal 1965, art. 10

Waardering: V 5 jaar na intrekking regeling

(49)

Handeling: Het op verzoek in kennis stellen van de Hoge Autoriteit van de EGKS van alle gegevens verstrekt door vervoerders m.b.t. overeenkomsten betreffende vervoer van kolen of staal.

Periode: 1966–

Product: verslagen

Bron: Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal 1965, art. 14

Waardering: B3

(50)

Handeling: Het, samen met de Minister van Justitie, aanwijzen van ambtenaren, die belast zijn met de controle op de naleving van de voorschriften van de Wet vrachtprijzen vervoer van kolen en staal.

Periode: 1966–

Product: Ministeriële regeling

Bron: Wet vrachtprijzen vervoer van kolen en staal 1963, Stb. 343, art. 5

Waardering: V 10 jaar na intrekking aanwijzing

(51)

Handeling: Het uitoefenen van controle op de naleving van de voorschriften van de Wet vrachtprijzen vervoer van kolen en staal.

Periode: 1966–

Product:

Bron: Wet vrachtprijzen vervoer van kolen en staal 1963, Stb. 343, art. 5

Waardering: V 5 jaar

6.1.1.2.4. Stimulering en ontwikkeling

Milieu en energie

(52)

Handeling: Het initiëren, subsidiëren, begeleiden en evalueren van stimulerings- en ontwikkelings(deel)projecten op het gebied van milieu- en energie-efficiency in het goederenvervoer.

Periode: 1988–

Product: Projecten:

‘Modernisering bedrijfsvoering beroepsvervoer’ (1990) (reeks voorbeeldprojecten op gebied van telematica en logistiek, bv. kwaliteits- en milieuzorg ISO 9002+, prototypes fleet-management, BATPAS-in netwerk-vervoer);

‘Samen werken, samen laden’-projecten (deze projecten zijn opgegaan in Transactie);

‘Stadsdistributiecentra’(1990) en andere projecten inz. distributie, waaronder het ‘Platform Stedelijke Distributie’ (1995);

‘IMAGO’ (Initiatief Milieu Actie Goederenvervoer), onder de naam ‘Transactie’ in 1995 van start gegaan, vanaf 1997 een programma in het kader van SMEG en gepubliceerd in Stcrt. 1997, 42).

Bron: Notitie Goederenvervoer, Tweede Kamer, vergaderjaar 1993–1994, 23 709, nr. 1, p. 15-16; brochure Stedelijke Distributie, Ministerie van V&W, voorjaar 1995, p. 3; SVV Aktieboek 1992, p. 84-85; Transport en Milieuzorg, uitgave van het Ministerie van V&W, januari 1995

Opmerking: T.b.v. diverse projecten wordt regelmatig expertise ingehuurd, bv. van de NOVEM, om de projecten te ondersteunen en de voortgang te bewaken.

Waardering: V 10 jaar

(53)

Handeling: Het vaststellen van een of meer programma’s gericht op het bevorderen van de milieu- en energie-efficiency in het goederenvervoer.

Periode: 1996–

Product:

Bron: Subsidieregeling milieu- en energie-efficiency in het goederenvervoer (SMEG) 1996 Stcrt. 206, art. 2

Waardering: B1

Telematica

(54)

Handeling: Het (laten) ontwikkelen van een typologie van telematicatoepassing in de verschillende goederenvervoersectoren en van een daarop gebaseerd plan voor stapsgewijze introductie van EDI (Electronic Data Interchange) in vervoerbedrijven.

Periode: 1990–

Product:

Bron: Nota Telematica Verkeer en Vervoer 1990, p. 50

Waardering: B1

(55)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van regelingen voor financiële bijdragen aan telematicaprojecten, die tot doel hebben de efficiency in het goederenvervoer te verhogen en die gecombineerd vervoer, binnenvaart of vervoer per spoor stimuleren.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Telematica in Transport, p. 2

waardering: B1

(56)

Handeling: Het verlenen van of het afwijzen van een verzoek tot een financiële bijdrage en het stellen van eventuele voorwaarden in het kader van het demonstratieprogramma Telematicatoepassingen in het goederenvervoer

Periode: 1992–

Product: beschikking

Bron: Demonstratieprogramma telematicatoepassingen in het goederenvervoer over weg, rail of water 1992, gewijzigd in 1993

Waardering: V 10 jaar

(57)

Handeling: Het ontwerpen en vaststellen van standaardaanvraagformulieren in het kader van het demonstratieprogramma Telematicatoepassingen in het goederenvervoer.

Periode: 1992–1993

Product: standaardformulieren

Bron: Demonstratieprogramma telematicatoepassingen in het goederenvervoer over weg, rail of water 1992, art. 5, gewijzigd in 1993

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(58)

Handeling: Het eventueel aanstellen van een projectbeheerder omtrent de behandeling van de aanvragen en de behandeling van de bijdragen in het kader van het demonstratieprogramma.

Periode: 1992–

Product: Beschikkingen

Bron: Demonstratieprogramma telematicatoepassingen, art. 6.3, gewijzigd in 1993

Waardering: V 10 jaar

(59)

Handeling: Het sluiten van een contract met een uitvoeringsorganisatie betreffende het coördineren en toetsen van de aanvragen tot subsidie in het kader van een project op het gebied van telematica in het goederenvervoer.

Periode: 1993–

Product: Overeenkomsten, convenanten

Bron:

Waardering: V 10 jaar na einde contract

(60)

Handeling: Het verlenen van of het afwijzen van een verzoek tot financiële bijdrage en het eventueel stellen van nadere voorwaarden in het kader van de Regeling Telematicatoepassingen in het goederenvervoer.

Periode: 1995–

Product: Beschikkingen

Bron: Regeling Telematicatoepassingen in het goederenvervoer over weg, rails of water 1995 Stcrt. 105, art. 4

Waardering: V 10 jaar

(61)

Handeling: Het ontwerpen en samenstellen van de standaardformulieren Telematica in Transport.

Periode: 1995–

Product:

Bron: Regeling telematicatoepassingen in het goederenvervoer, art. 5

Waardering: V 5 jaar na wijziging

6.1.1.2.5. Crisisbeheersing

(63)

Handeling: Het treffen van maatregelen ter beheersing van een crisis waarin het vervoer van goederen een rol speelt.

Periode: 1945–

Product:

Bron: Werkprogramma G 1996, p. 13 en 19

Opmerking: Onder deze handeling valt ook het op het gebied van vervoer van goederen organiseren en coördineren van civiele ondersteuning aan defensie-inspanningen in het kader van een bondgenootschappelijk verdrag over crisisbeheersing

Waardering: B6

(65)

Handeling: Het stellen van regels volgens welke houders van daarbij aangewezen vervoermiddelen, die kunnen worden gebruikt voor vrachtvervoer te land of te water, worden verplicht die vervoermiddelen in te schrijven in de daartoe bestemde registers.

Periode: 1939–1954

Product: regelgeving

Bron: Wet Gebruik Vervoermiddelen 1939, art. 2 eerste lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(66)

Handeling: Het stellen van regels tot het gebruik van vervoermiddelen, in de daartoe aangewezen registers, die kunnen worden gebruikt voor het vrachtvervoer.

Periode: 1939–1954

Product:

Bron: Wet Gebruik Vervoermiddelen, art. 2 tweede lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(67)

Handeling: Het aanwijzen van opsporingsambtenaren zoals bedoeld in art. 4, 5 en 6 van de Wet Gebruik Vervoermiddelen.

Periode: 1939–1954

Product: aanstellingsbesluiten en instructies

Bron: Wet Gebruik Vervoermiddelen, art. 4-6

Waardering: V 10 jaar na einde aanstelling

(68)

Handeling: Het samen met de Minister van Defensie opstellen van regels betreffende het instandhouden van vervoer van goederen.

Periode: 1959–

Product: Vervoersnoodwet en daaronder ressorterende wijzigingen en algemene maatregelen van bestuur.

Bron:

Waardering: B1

(69)

Handeling: Het samen met de Minister van Defensie voorbereiden van door de Minister vast te stellen voorschriften waarmee het vervoer van goederen in oorlogstijd dwingend geregeld kan worden.

Periode: 1963–

Product: Voorschriften

Bron: Vervoersnoodwet, art. 8-10, 12, 16, 17

Waardering: B6

(843)

Handeling: Het leveren van een bijdrage aan het opstellen van structuurschema’s, nationale plannen en andere planologische kernbeslissingen vanuit het goederenvervoerbeleid

Periode: 1997–

Product: bijdragen

Waardering V 10 jaar

(844)

Handeling: Het uitvoeren van de plannen van structuurschema’s, nationale plannen en andere planologische kernbeslissingen vanuit het goederenvervoerbeleid

Periode: 1997–

Product: Bijvoorbeeld de gespreksagenda goederenvervoer

Bron: De betreffende structuurschema’s, nationale plannen en andere planologische kernbeslissingen

Waardering B 1

6.1.1.3. Goederenvervoer over de weg

6.1.1.3.1. Ontwikkelingen in het wegvervoer sinds 1945

(70)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het rijksbeleid ten aanzien van het goederenvervoer over de weg.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s en -plannen, bijvoorbeeld Convenant Wegvervoer 1985

Bron: Nota van Toelichting bij het UAG 1988, Stb. 209, p. 40; Van Heumen, Van WAG naar Wgw, p.74; V&W/ DGV, Werkprogramma G 1996; Convenant Toekomstig Wegvervoerbeleid van 30 september 1985, Stcrt. 190

Waardering: B1

(71)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van het sectorale goederenvervoerbeleid.

Periode: 1945–

Product: Bijdragen aan beleidsnota’s en -plannen, bijvoorbeeld:

– Beleidsnota Goederenvervoer (1975)

– Nota Ondernemend vervoer (1987)

– Notitie Goederenvervoer (1994)

– Transport in balans (september 1996)

Bron: Bijlage Handelingen Tweede Kamer, 1993–1994, 23 709, nr. 1

Waardering: B1

(72)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van beleid op het gebied van verkeer en vervoer, in het bijzonder goederenvervoer over de weg, waar de Minister van Verkeer en Waterstaat niet eerst verantwoordelijk is.

Periode: 1945–

Product:

Bron: –

Waardering: B1

(73)

Handeling: Het (laten) uitvoeren van (strategisch) onderzoek op het gebied van goederenvervoer over de weg.

Periode: 1945–

Product: Onderzoeksopdrachten en onderzoeksrapporten

Bron: Werkprogramma Goederenvervoer 1996

Waardering: B 1

6.1.1.3.2. Totstandkoming wet- en regelgeving

(74)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen, evalueren en intrekken van de (wijzigingen van de) Wet Autovervoer Goederen.

Periode: 1950–1992

Product: Wet Autovervoer Goederen van 4 augustus 1951, Stb. 342, sedertdien gewijzigd

Bron: –

Waardering: B1

(75)

Handeling: Het op grond van de Wet Autovervoer Goederen bij algemene maatregel van bestuur geven van voorschriften inzake het goederenvervoer over de weg.

Periode: 1951–1992

Product: o.m. Uitvoeringsbesluit Autovervoer Goederen (UAG) 1954, Stb. 6, sedertdien gewijzigd, ingetrokken 1988, Stb 209 en vervangen door UAG 1988, Stb. 209, sedertdien gewijzigd en ingetrokken 1992 en Richtlijnen Goederenvervoer 1954, Stb. 24, ingetrokken 1988, Stb. 209

Bron: Wet Autovervoer Goederen van 4 augustus 1954, Stb. 342

Waardering: B1

(76)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van de (wijzigingen van de) Wet goederenvervoer over de weg.

Periode: 1986–

Product: Wet goederenvervoer over de weg van 12 maart 1992, Stb. 145

Bron: V&W/DGV, Werkplan G-2 1996

Waardering: B1

(77)

Handeling: Het op grond van de Wet goederenvervoer over de weg bij algemene maatregel van bestuur geven van voorschriften inzake het goederenvervoer over de weg.

Periode: 1990–

Product: Besluit goederenvervoer over de weg 1992, Stb. 197

Bron: Wet goederenvervoer over de weg van 12 maart 1992, Stb. 145

Waardering: B1

(78)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van (wijzigingen van de) regelgeving o.a. t.a.v. de rij-, rust- en diensttijden en t.a.v. fiscale harmonisatie binnen Europa.

Periode: 1945–

Product: Rij-, rust- en diensttijden: Bijdragen aan Rijtijdenwet, Stb. 1936, 802 en Rijtijdenbesluit, Stb. 1977, 547, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 april 1992, Stb. 197, waarvoor Sociale Zaken en Werkgelegenheid eerst verantwoordelijk is.

Fiscale harmonisatie wegvervoer: Eurovignet.

Opmerking: ad 1. Momenteel wordt ter vervanging van bovengenoemde producten gewerkt aan een nieuw, gedereguleerd Rijtijdenbesluit, dat in de vorm van een amvb voor het vervoer aan de Arbeidstijdenwet wordt opgehangen. De betrokken Ministeries zijn naast V&W SZW, Justitie en EZ (opdrachtgever).

Ad 2. Aan de invoering van het eurovignet in internationaal verband wordt gewerkt o.l.v. Financiën (zie paragraaf Internationaal).

Bron: Inl. dhr. Ministeriële regeling. C.H. Fabius (G/Hoofdafdeling Wegvervoer), 30 juli 1996; V&W/DGV, Werkplan G-2 1996, p. 6–7

Waardering: B1

6.1.1.3.3. Advies en overleg

(79)

Handeling: Het benoemen van, en uitkeren van vergoedingen aan, de leden, waaronder de voorzitter, van de adviescommissie Goederenvervoer.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UAG 1954, art. 66 en 67; UAG 1988, art. 75

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(80)

Handeling: Het, gehoord de adviescommissie, benoemen, schorsen of ontslaan van de secretaris van de adviescommissie.

Periode: 1988–1992

Product:

Bron: UAG 1988, art. 76

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(81)

Handeling: Het goedkeuren van het reglement van orde, dat door de adviescommissie Goederenvervoer is vastgesteld.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UAG 1954, art. 71; UAG 1988, art. 79

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(845)

Handeling: het voeren van (periodiek terugkerend) overleg met vertegenwoordigers uit de transportsector op het beleidsterrein goederenvervoer

Periode: 1945–

Bron: UAG 1954, art. 71; UAG 1988, art. 79

Waardering: B5: indien het secretariaat door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt gevoerd;

V 10 jaar: indien het secretariaat niet door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt gevoerd.

6.1.1.3.4. Marktordening m.b.v. vergunningstelsel en inschrijving

Uitvoeringsbesluiten (1945–1954)

Uitvoeringsorganen

(84)

Handeling: Het benoemen van de leden van de Stichting Nederlandsche Internationale Wegvervoer Organisatie.

Periode: 1945–1954

Product:

Bron: Van Marle, Binnenlands vervoer, p. 65

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

Uitvoeringsvoorschriften en vergunningsvoorwaarden

(85)

Handeling: Het goedkeuren van de eisen van vakbekwaamheid, zoals die zijn opgesteld en in examens verwerkt door de Stichting Bureau Examens voor het Beroepsgoederenvervoer.

Periode: 1945–1954

Product: Beschikking

Bron: Van Marle, Binnenlands vervoer, p. 65

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(87)

Handeling: Het op basis van het Derde Uitvoeringsbesluit al dan niet verlenen of intrekken van een vergunning voor de uitvoering van geregeld (vrachtautodienst of een afhaal- en besteldienst) dan wel ongeregeld beroepsvervoer.

Periode: 1945–1954

Product: Beschikking

Bron: Derde Uitvoeringsbesluit van de Secretaris-Generaal van het Departement van Waterstaat van 18 juni 1940 (Verordeningenblad no. 18/ 1940), zoals gewijzigd en aangevuld bij besluit van genoemde Secretaris-Generaal van 1 oktober 1940 (Verordeningenblad no. 164/1940)

Waardering: V 5 jaar

(88)

Handeling: Het op basis van het Tweede Uitvoeringsbesluit al dan niet verlenen of intrekken van een vergunning voor de uitvoering van eigen vervoer.

Periode: 1945–1954

Product: Beschikking

Bron: Tweede Uitvoeringsbesluit van de Secretaris-Generaal van het Departement van Waterstaat van 18 juni 1940 (Verordeningenblad no. 18/ 1940), zoals gewijzigd bij Besluit van dezelfde Secretaris-generaal van 1 oktober 1940 (Verordeningenblad no. 164/1940).

Waardering: V 5 jaar

(90)

Handeling: Het al dan niet verlenen of intrekken van een ontheffing op het verbod op uitvoering van eigen vervoer naar het buitenland zonder rijvergunning.

Periode: 1945–1954

Product: Beschikking

Bron: Van Marle, Binnenlands vervoer, p. 65-66

Waardering: V 5 jaar

Wet Autovervoer Goederen (1954–1992)

Uitvoeringsorganen

(91)

Handeling: Het voordragen van de door de Kroon te benoemen leden van de Commissie Vergunningen Goederenvervoer (1954–1959) en Commissie Vervoervergunningen (1959–1988).

Periode: 1954–1988

Product:

Bron: WAG 1951, art. 9

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(92)

Handeling: Het eventueel vaststellen van een reglement van orde voor de CVG/CVV.

Periode: 1954–1988

Product:

Bron: UAG 1954, art. 65, eerste lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(96)

Handeling: Het goedkeuren van (wijzigingen van) statuten, huishoudelijk reglement en jaarlijkse begroting van de Stichting NIWO.

Periode: 1954–1988

Product:

Bron: Beschikking overdracht bevoegdheden CVG aan Stichting NIWO, Stcrt. 1954, 26, art. 2 en 8

Waardering: V 10 jaar

(97)

Handeling: Het aanwijzen van representatieve organisaties van ondernemers in het beroepsgoederenvervoer, waaruit in een door de Minister te bepalen verhouding de leden van het bestuur van de stichting NIWO worden benoemd.

Periode: 1954–1988

Product: Ministeriële regeling

Bron: Beschikking overdracht bevoegdheden CVG aan Stichting NIWO, Stcrt. 1954, 26, art. 6

Opmerking: Het betreft de organisaties TLN, EVO, KNV, Vervoersbond FNV en CNV, etc.

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(98)

Handeling: Het aanwijzen van twee leden van het bestuur van de Stichting NIWO.

Periode: 1954–1988

Product:

Bron: Beschikking overdracht bevoegdheden CVG aan Stichting NIWO, Stcrt. 1954, 26, art. 3

Waardering: V 10 jaar na einde aanwijzing

(99)

Handeling: Het vaststellen (1954–1988) dan wel goedkeuren (1988–1992) van de vastgestelde (hoogte van de) vergoeding, die een vergunninghouder aan de Stichting NIWO dient te betalen.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UAG 1954, art. 30; UAG 1988, art. 32

Waardering: V 10 jaar

(101)

Handeling: Het aanwijzen van het orgaan dat wordt belast met de uitreiking van communautaire en CEMT-vergunningen en de verstrekking van ‘boekjes verslagen van internationaal vervoer’.

Periode: 1975–1992

Product: Beschikking overdracht bevoegdheden Commissie vergunningen goederenvervoer aan de Stichting NIWO, Stcrt. 1954, 26; Beschikking aanwijzing Commissie Grensoverschrijdend Beroepsvervoer van de Stichting NIWO belast met de uitreiking van CEMT-vergunningen, Stcrt. 1975, 93

Bron: UAG 1954; UAG 1988, art. 35 en 44

Waardering: V 5 jaar na einde aanwijzing

(102)

Handeling: Het goedkeuren van (wijzigingen van) statuten, huishoudelijk reglement en jaarlijkse begroting van de SIEV.

Periode: 1954–1988

Product:

Bron: Beschikking overdracht inschrijving eigen vervoer, Stcrt. 1954, 30, art. 2 en 6

Waardering: V 10 jaar

(103)

Handeling: Het aanwijzen van representatieve organisaties van ondernemers in het beroepsgoederenvervoer, waaruit in een door de Minister te bepalen verhouding de leden van het bestuur van de SIEV worden benoemd.

Periode: 1954–1988

Product: Ministeriële regeling

Bron: Beschikking overdracht bevoegdheden CVG aan Stichting NIWO, Stcrt. 1954, 26, art. 6

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(104)

Handeling: Het aanwijzen van de leden van het dagelijks bestuur van de SIEV.

Periode: 1954–1988

Product:

Bron: Beschikking overdracht inschrijving eigen vervoer, Stcrt. 1954, 30, art. 3

Waardering: V 10 jaar na einde aanwijzing

(105)

Handeling: Het, gehoord de Adviescommissie Goederenvervoer, vaststellen van de vergoedingen, verschuldigd aan de SIEV voor de behandeling van aanvragen en verzoeken m.b.t. een inschrijving.

Periode: 1988–1992

Product:

Bron: UAG 1988, art. 114

Waardering: V 10 jaar

(106)

Handeling: Het geven van richtlijnen aan de Rijksinspecteurs m.b.t. de uitvoering van hun taak.

Periode: 1954–1992

Product: Richtlijn voor de rijksinspecteurs 1954, Stb. 30, etc.

Bron: WAG 1951, art. 13, tweede lid, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735

Waardering: B 5

(107)

Handeling: Het geven van richtlijnen aan de Inspecteur-Generaal m.b.t. de uitvoering van zijn taak, voor zover daarin niet al is voorzien door bij amvb gestelde richtlijnen.

Periode: 1988–1992

Product:

Bron: WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 13 tweede lid

Waardering: B5

(108)

Handeling: Het aanwijzen van de organisaties van ondernemers en werknemers, die de leden van de districtsadviescommissies benoemen.

Periode: 1954–1988

Product:

Bron: UAG 1954, art. 73, 75 en 76

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(109)

Handeling: Het goedkeuren van de benoemingen van de leden van de adviescommissies door de aangewezen organisaties van ondernemers en van werknemers.

Periode: 1954–1988

Product:

Bron: UAG 1954, art. 73 en 75

Waardering: V 5 jaar

(111)

Handeling: Het goedkeuren van het reglement van orde van een districtadviescommissie.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UAG 1954, art.. 25 en 83

Waardering: V 5 jaar

(112)

Handeling: Het benoemen van de (plaatsvervangende) leden, en het uit hun midden aanwijzen van de voorzitter, van de Raad voor het Vergunningenbeleid voor het Wegvervoer en van de Commissie Vergunningen Wegvervoer.

Periode: 1988–1992

Product:

Bron: WAG 1951, gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 8 en 8a: UAG 1988, art. 68

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(113)

Handeling: Het, gehoord de Raad, vaststellen van het reglement van Orde van de Raad.

Periode: 1988–1992

Product:

Bron: WAG 1951, gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 8, zesde lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(114)

Handeling: Het, gehoord de Raad en de Commissie, benoemen, schorsen of ontslaan van een secretaris van de Raad en de Commissie.

Periode: 1988–1992

Product:

Bron: UAG 1988, art. 69

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(116)

Handeling: Het, gehoord de Adviescommissie en de Raad, vaststellen van de vergoedingen, verschuldigd aan de CVW voor de behandeling van aanvragen en verzoeken m.b.t. een vergunning.

Periode: 1988–1992

Product:

Bron: UAG 1988, art. 104

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(118)

Handeling: Het in bijzondere gevallen aan een ondernemer verlenen van ontheffing van de eisen van kredietwaardigheid en vakbekwaamheid.

Periode: 1954–1988

Product:

Bron: WAG 1951, art. 56, eerste lid

Waardering: V 5 jaar

(119)

Handeling: Het in geval van overlijden, dan wel wettelijke of lichamelijke onbekwaamheid van een ondernemer of bestuurder onder voorwaarden verlenen van ontheffing van de eis van vakbekwaamheid.

Periode: 1988–1992

Product:

Bron: WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 56, eerste lid; UAG 1988, art. 119

Waardering: V 5 jaar

Uitvoeringsvoorschriften en vergunningsvoorwaarden

(121)

Handeling: Het vaststellen van het bedrag dat de ondernemer verschuldigd is voor het onderzoek naar de kredietwaardigheid.

Periode: 1954–1992

Product: Ministeriële regeling, bv. Vaststelling bedrag inzake onderzoek kredietwaardigheid, Stcrt. 1982, 96

Bron: WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, art. 56, vierde lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(122)

Handeling: Het instellen van een onderzoek tijdens de duur van een vergunning, om vast te stellen of de ondernemer nog steeds voldoet aan de eis van kredietwaardigheid.

Periode: 1954–1988

Product:

Bron: Richtlijnen Goederenvervoer 1954, II, A. 15

Waardering: V 5 jaar

(123)

Handeling: Het bij Ministeriële regeling al dan niet erkennen van een vakdiploma, dat dient ter voldoening aan de eis van vakbekwaamheid voor binnenlands of grensoverschrijdend beroepsvervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Ministeriële regeling

Bron: UAG 1954, art. 128; UAG 1988, art. 118

Waardering: V 5 jaar

(125)

Handeling: Het al dan niet verstrekken van een verklaring dat een ondernemer/bestuurder gedurende twee jaar praktische werkzaam is geweest in een vervoersonderneming, die dient ter voldoening aan de eis van vakbekwaamheid.

Periode: 1954–1985

Product: Verklaring

Bron: UAG 1954, art. 128, derde lid; UAG 1954, zoals gewijzigd bij kb van 30 juli 1985, Stb. 469

Waardering: V 5 jaar

(126)

Handeling: Het, met het oog op voortzetting van de onderneming in geval van overlijden, dan wel wettelijke of lichamelijke onbekwaamheid van een ondernemer of bestuurder, verlenen van ontheffing van de eis van het bezit van een diploma voor grensoverschrijdend beroepsvervoer.

Periode: 1960–1992

Product:

Opmerking: Een dergelijke ontheffing wordt verleend, indien sprake is van tenminste 3 jaren praktische ervaring in het beheer van de onderneming.

Bron: UAG 1954, zoals gewijzigd in 1959, Stb. 172, art. 25a; UAG 1988, art. 27, tweede lid

Waardering: V 5 jaar

(127)

Handeling: Het stellen van eisen m.b.t. de voor het grensoverschrijdend beroeps- en eigen vervoer te gebruiken vrachtauto’s.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking

Bron: UAG 1954, art.32, tweede lid, art. 45, vierde lid; UAG 1988, art. 28

Waardering: V 5 jaar

(128)

Handeling: Het vaststellen dat een vrachtauto voldoet aan de door de Minister gestelde eisen, om in aanmerking te komen voor een vergunningsbewijs voor grensoverschrijdend beroeps- of eigen vervoer.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UAG 1954, art.32, derde lid; art. 45, vijfde lid

Waardering: V 5 jaar

(129)

Handeling: Het geven van nadere regels m.b.t. het model, het gebruik en de bewaring van de ‘werkgeversverklaring’.

Periode: 1958–1992

Product: Beschikking model en gebruik werkgeversverklaring, Stcrt. 1977, 178

Bron: UAG 1954, zoals gewijzigd 24 december 1958, Stb. 686, art. 138a; UAG 1988, art. 132

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(130)

Handeling: Het aanwijzen van een instelling, die onder voorwaarden werknemers aan vergunninghouders ter beschikking kan stellen, zonder dat er van een dienstbetrekking sprake hoeft te zijn.

Periode: 1988–1992

Product: Beschikking

Opmerking: In 1989 wordt, in eerste instantie bij wijze van proef, de Stichting Gemeenschappelijke Personeelsdienst Wegvervoer (GPdW) aangewezen. De GPdW geeft een verklaring van ter beschikking stelling af aan de werknemer in kwestie en rapporteert ieder kwartaal aan de Minister.

Bron: UAG 1988, art.3, eerste lid, onderdeel b

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(131)

Handeling: Het goedkeuren van de vervoeradressen/vrachtbrieven, waarmee het vervoer krachtens een vergunning slechts mag geschieden.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking/regeling

Bron: UAG 1954, art. 139; UAG 1988, art. 133

Waardering: V 5 jaar

(132)

Handeling: Het verlenen van ontheffing van de verplichting tot het aanwezig zijn in de vrachtauto van een deel van het vervoeradres, indien het vervoer krachtens een vergunning slechts mag geschieden met gebruik van vervoeradressen.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UAG 1954, art. 140; UAG 1988, art. 134

Waardering: V 5 jaar

(133)

Handeling: Het goedkeuren dan wel voorschrijven van de vervoerdocumenten voor het verrichten van grensoverschrijdend beroepsvervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking

Bron: UAG 1954, art. 18; UAG 1988, art. 19

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(134)

Handeling: Het geven van voorschriften omtrent de invulling van de vervoerdocumenten voor het verrichten van grensoverschrijdend beroepsvervoer.

Periode: 1988–1992

Product: Ministeriële regeling

Bron: UAG 1988, art. 29, tweede en derde lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(135)

Handeling: Het in bijzondere gevallen verlenen van ontheffing van de plicht vervoerdocumenten voor het verrichten van grensoverschrijdend beroepsvervoer ten minste tot 2 jaar na dato te bewaren.

Periode: 1988–1992

Product: Beschikking

Bron: UAG 1988, art. 30, tweede lid

Waardering: V 5 jaar

(136)

Handeling: Het, indien bepaald in de vergunning, goedkeuren van de dienstregeling voor het verrichten van een vrachtautodienst of een afhaal- en besteldienst (geregeld beroepsvervoer) door een vergunninghouder.

Periode: 1954–1988

Product:

Bron: UAG 1954, art. 113 en 114

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(137)

Handeling: Het geven van voorschriften m.b.t. het houden van een bedrijfsadministratie door een vergunninghouder.

Periode: 1954–1988

Product: Beschikking

Bron: UAG 1954, art. 136

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(138)

Handeling: Het geven van voorschriften m.b.t. de door een vergunninghouder aan de Commissie, de Rijksinspecteur/Inspecteur-generaal, het CBS en overige aangewezen ambtenaren/instanties te verstrekken gegevens betreffende het vervoer en m.b.t. de wijze van verstrekking.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking

Bron: UAG 1954, art. 137 en 138; UAG 1988, art. 131

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(139)

Handeling: Het goedkeuren van het model van het vervoeroverzicht, te gebruiken door de vergunninghouders ter verstrekking van gegevens aan de Stichting NIWO m.b.t. het verrichte grensoverschrijdende vervoer.

Periode: 1988–1992

Product:

Bron: UAG 1988, art. 33

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(140)

Handeling: Het bepalen van de wijze waarop de Stichting NIWO de ‘boekjes verslagen van internationaal vervoer’ en de rittenboekjes ter kennis brengt van de Minister.

Periode: 1988–1992

Product: Gegevensbestanden, verslagen

Bron: UAG 1988, art. 41, tweede lid en 48, tweede lid

Waardering: V 5 jaar

(141)

Handeling: Het, de Advies-Commissie gehoord, bij in de Staatscourant openbaar te maken beschikking, goedkeuren of voorschrijven van de tarieven voor het vervoer van goederen met vrachtauto’s.

Periode: 1954–1992

Product: Tariefbeschikking, bv. Referentietarief Binnenlands Vrachtautovervoer 1985

Bron: UAG 1954, art. 111, eerste lid, art. 29; UAG 1988, art. 108

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(142)

Handeling: Het, de betrokken ondernemers of hun organisaties gehoord, verlenen van (gedeeltelijke) ontheffing van de goedgekeurde of voorgeschreven tarieven.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking

Bron: UAG 1954, art. 111, tweede lid, onder a; UAG 1988, art. 108, tweede lid, onder a

Waardering: V 5 jaar

(143)

Handeling: Het, de betrokken ondernemers of hun organisaties gehoord, goedkeuren of vaststellen van tarieven t.b.v. afzonderlijke of groepen van ondernemers, bepaalde soorten van vervoer of vervoer in bepaalde gevallen.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking

Bron: UAG 1954, art. 111, tweede lid, onder b; UAG 1988, art. 108, tweede lid, onder b

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(144)

Handeling: Het bepalen en in de Staatscourant publiceren van de grens van de vrachtprijs voor het vervoer van kolen en van staal over de weg, waarvan bij afwijking in een overeenkomst de verplichting bestaat gegevens te verstrekken.

Periode: 1966–

Product: Ministeriële regeling, bv. Besluit ex art. 2 Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal van 14 februari 1978, Stcrt. 41

Bron: Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal 1965, Stb. 495, art. 2, tweede lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(145)

Handeling: Het geven van bijzondere voorschriften ten aanzien van grensoverschrijdend vervoer door niet in Nederland gevestigde ondernemers.

Periode: 1988–1992

Product: Beschikking

Opmerking: Het betreft hier voorschriften omtrent:

– tarieven en vervoersvoorwaarden;

– gebruik van vervoerdocumenten;

– verdere zaken, die in acht genomen dienen te worden in het belang van behoorlijke uitvoering van het vervoer.

Bron: UAG 1988, art. 4, vierde lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(146)

Handeling: Het verlenen van ontheffing van de eis, dat alleen vrachtauto’s mogen worden gebruikt met een van buiten duidelijk zichtbare aanduiding van naam en woonplaats van de vergunninghouder.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UAG 1954, art. 118, eerste lid; UAG 1988, art. 135, eerste lid

Waardering: V 5 jaar

(147)

Handeling: Het geven van nadere regels over de plaats, vorm en afmetingen van aanduidingen van naam en woonplaats van de vergunninghouder of andere opschriften (tot 1988).

Periode: 1954–1992

Product: Beschikkingen

Bron: UAG 1954, art. 118, tweede lid; UAG 1988, art. 135, tweede lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(148)

Handeling: Het geven van voorschriften in het belang van een behoorlijke uitoefening van het beroepsvervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Ministeriële regeling

Bron: UAG 1954, art. 120 en 121; UAG 1988, art. 136

Waardering: B 5

(149)

Handeling: Het geven van nadere voorschriften m.b.t. vergunningsbewijzen en inschrijvingsbewijzen.

Periode: 1954–1992

Product: Ministeriële regeling

Bron: UAG 1954, art. 135; UAG 1988, art. 130

Waardering: B 5

(150)

Handeling: Het geven van voorschriften met betrekking tot de bepaling van de klasse waartoe een vrachtauto behoort.

Periode: 1988–1992

Product: Ministeriële regeling

Bron: UAG 1988, art. 123, eerste lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(151)

Handeling: Het vaststellen van het model van wagenbewijzen, die door de bevoegde Rijksinspecteur worden afgegeven.

Periode: 1988–1992

Product: Ministeriële regeling

Bron: UAG 1988, art. 123, tweede lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

Vergunningsverlening beroepsvervoer

(154)

Handeling: Het aanwijzen van soorten van vervoer, waarop de vergunnings- dan wel inschrijvingsplicht niet van toepassing is.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikkingen

Bron: UAG 1954 en 1988

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(155)

Handeling: Het vaststellen van de formulieren voor de aanvraag van een vergunning, verzoek om verlenging e.d., verklaring van ondernemers, (model van) vergunningsbewijs en toestemmingsbewijs, en het vaststellen van het model ‘vervangend kentekenbewijs’, die door de Rijksinspecteurs beschikbaar worden gesteld dan wel afgegeven.

Periode: 1954–1992

Product: Aanvraagformulieren, etc.

Bron: UAG 1954, art. 98, 99, 130, 133 en 134; UAG 1988, art. 100, 129

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(161)

Handeling: Het verlenen van uitstel m.b.t. de termijnen, waarbinnen een vergunning moet zijn aanvaard en de dienst moet zijn aangevangen op straffe van verval van de vergunning voor de uitvoering van geregeld beroepsvervoer.

Periode: 1954–1988

Product:

Bron: WAG 1951, art. 28, vierde lid

Waardering: V 5 jaar

(162)

Handeling: Het verstrekken dan wel intrekken van een (reserve-)vergunningsbewijs voor beroepsvervoer voor gebruik in de vrachtauto.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: WAG 1951, art. 57, eerste lid; UAG 1954, art. 130 en 132; WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, art. 57, eerste lid: UAG 1988, art. 125, 127, 128 en 129

Waardering: V 5 jaar

(164)

Handeling: Het toestemming verlenen, en verstrekken van de nodige toestemmingsbewijzen, om met één vrachtauto voor meer dan twee verladers ongeregeld vervoer te verrichten.

Periode: 1954–1988

Product: Toestemmingsbewijs

Bron: WAG 1951, art. 37, eerste lid; UAG 1954, art. 116 en 134

Waardering: V 5 jaar

(165)

Handeling: Het toestemming verlenen om het vervoer voort te zetten, na overlijden van de vergunninghouder.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UAG 1954, art. 110; UAG 1988, art. 107

Waardering: V 5 jaar

(167)

Handeling: Het in bijzondere gevallen verlenen aan een ingeschrevene van een tijdelijke vergunning voor de uitvoering van geregeld beroepsvervoer, dan wel een (tijdelijke) vergunning voor de uitvoering van ongeregeld beroepsvervoer tot 1988, sinds 1988 voor beroepsvervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikkingen

Bron: WAG 1951, art. 50, 35 en 36; WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 50

Waardering: V 5 jaar

(168)

Handeling: Het vaststellen van de formulieren voor de aanvraag van een vergunning en verzoek tot wijziging e.d., die samen met het vergunningsbewijs door de Stichting NIWO en de Rijksinspecteurs beschikbaar worden gesteld.

Periode: 1954–1992

Product: (Aanvraag)formulieren

Bron: UAG 1954, art. 19; UAG 1988, art. 20

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(173)

Handeling: Het goedkeuren van de formulieren voor de aanvraag van een communautaire vergunning en een CEMT-vergunning, die door de Stichting NIWO en de Rijksinspecteurs beschikbaar worden gesteld.

Periode: 1988–1992

Product: Beschikking

Bron: UAG 1988, art. 36, tweede lid en 45

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(174)

Handeling: Het, gehoord de Stichting NIWO en de Adviescommissie Goederenvervoer, vaststellen van de hoogte van de vergoeding voor de behandeling van een aanvraag om, en de uitreiking van een communautaire vergunning en een CEMT-vergunning, en de verstrekking van ‘boekjes verslagen internationaal vervoer’.

Periode: 1988–1992

Product: Beschikkingen

Opmerking: De bij de CEMT-vergunning behorende rittenboekjes worden zonder vergoeding uitgereikt.

Bron: UAG 1988, art. 36, derde lid, 39, tweede lid, 45 en 46

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(176)

Handeling: Het vaststellen en beschikbaar stellen van de formulieren voor de aanvraag om toelating, en voor de toelatingsbewijzen, tot het verrichten van grensoverschrijdend vervoer door niet in Nederland gevestigde ondernemers.

Periode: 1988–1992

Product: Aanvraagformulieren

Bron: UAG 1954, art. 7; UAG 1988, art. 5, 7, 9 en 14

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(177)

Handeling: Het eventueel onder voorwaarden aan een instantie overdragen van de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen terzake van toelatingen.

Periode: 1974–1992

Product: Beschikking

Opmerking: In dat geval dienen de verzoeken te worden gericht tot en ingediend bij die instantie.

Bron: UAG 1988, art. 7

Waardering: V 5 jaar

(179)

Handeling: Het bepalen dat de door de Minister te verstrekken bewijzen van toelating worden uitgereikt door een buitenlandse instantie.

Periode: 1988–1992

Product: Beschikking uitreiking toelatingen wegvervoer op Nederlands grondgebied door een buitenlandse instantie, Stcrt. 1974, 107; Stcrt. 1982, 248

Bron: UAG 1988, art. 10

Waardering: V 5 jaar

(180)

Handeling: Het verlenen van bijzondere toestemming tot het verrichten van beroepsgoederenvervoer tussen twee in Nederland gelegen plaatsen door een niet in Nederland gevestigde ondernemer (zgn. cabotage).

Periode: 1988–1992

Product: beschikking

Bron: UAG 1988, art. 2, zesde lid

Waardering: V 5 jaar

Inschrijving eigen vervoer

(181)

Handeling: Het vaststellen van de formulieren voor de aanvraag van een inschrijving, verzoek om verlenging e.d. en (het model van een) inschrijvingsbewijs, die door de Rijksinspecteurs beschikbaar worden gesteld.

Periode: 1954–1992

Product: Model inschrijvingsbewijs, aanvraagformulieren e.d.

Bron: UAG 1954, art. 123, 133: UAG 1988, art. 112, 129

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(184)

Handeling: Het al dan niet aan de SIEV afgeven van een verklaring van geen bezwaar omtrent een aanvraag om, of verzoek tot verlenging/wijziging van een inschrijving van eigen vervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Verklaring van geen bezwaar

Bron: Beschikking overdracht inschrijving eigen vervoer, Stcrt. 1954, art. 4

Waardering: V 5 jaar

(186b)

Handeling: Het verstrekken dan wel verplichten tot inlevering van een inschrijvingsbewijs voor eigen vervoer voor gebruik in de vrachtauto.

Periode: 1988–1992

Product:

Bron: WAG 1951, art. 57, tweede lid; UAG 1954, art. 131 en 132; Beschikking overdracht inschrijving eigen vervoer, Stcrt. 1954, 30, art. 1; WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 57; UAG 1988, art. 127, 129

Waardering: V 5 jaar

(187)

Handeling: Het vaststellen van de formulieren voor de aanvraag om een ontheffing voor grensoverschrijdend eigen vervoer, die door de Rijksinspecteurs beschikbaar worden gesteld, en de formulieren voor de ontheffingsbewijzen.

Periode: 1954–1988

Product: Aanvraagformulieren

Bron: UAG 1954, art. 34 en 46, derde lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(188)

Handeling: Het (in spoedeisende gevallen) op aanvraag, verzoek of ambtshalve besluiten over de verlening, verlenging, wijziging, of intrekking van een (tijdelijke) ontheffing (inclusief ontheffingsbewijzen) van het verbod op het verrichten van grensoverschrijdend eigen vervoer;

– op aanvraag of verzoek van de ondernemer

– ambtshalve.

Periode: 1954–1988

Product: Beschikking

Bron: UAG 1954, art. 35 en 36

Waardering: V 5 jaar

(189)

Handeling: Het in bijzondere omstandigheden op aanvraag, verzoek of ambtshalve besluiten over de inschrijving, dan wel wijziging of doorhaling van een tijdelijke inschrijving (inclusief inschrijvingsbewijzen) voor het verrichten van grensoverschrijdend eigen vervoer;

– op aanvraag of verzoek van de ondernemer

– ambtshalve.

Periode: 1988–1992

Product: Beschikking

Bron: WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 3, tweede lid; UAG 1988, art. 51

Waardering: V 5 jaar

Wet goederenvervoer over de weg (1992–)

Uitvoeringsorganen

(190)

Handeling: Het op grond van de Wet en het Besluit goederenvervoer over de weg bij Ministeriële regeling vaststellen van nadere regels m.b.t. de taken en de organisatie van de NIWO en de SIEV.

Periode: 1992–

Product: Regeling vergoedingen (Stcrt. 1992, 85);

Regeling samenstelling besturen NIWO en SIEV (Stcrt. 1992, 130, gewijzigd bij Ministeriële regeling Stcrt. 1993, 90.);

Regeling gegevensverstrekking (Stcrt. 1992, 85).

Bron: Wgw 1992, art. 27; art. 33, eerste en tweede lid, en art. 35, eerste lid; art. 30

Waardering: V 10 jaar

(191)

Handeling: Het goedkeuren van een wijziging in de statuten, of van een besluit tot opheffing van de NIWO respectievelijk de SIEV.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Wgw 1992, art. 36, eerste lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(192)

Handeling: Het goedkeuren van het reglement, alsmede wijzigingen daarin, van de NIWO respectievelijk de SIEV.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Wgw 1992, art. 36, tweede lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(194)

Handeling: Het goedkeuren van de jaarlijkse begroting van baten en lasten van de NIWO respectievelijk de SIEV.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Wgw 1992, art. 37, eerste lid

Waardering: V 10 jaar

(195)

Handeling: Het de NIWO respectievelijk de SIEV ontheffen van haar taken, indien de NIWO respectievelijk de SIEV deze taken niet langer naar behoren verricht.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Wgw 1992, art. 41, eerste lid

Waardering: V 10 jaar

(196)

Handeling: Het zorg dragen voor de uitoefening van de taken van NIWO respectievelijk SIEV, in geval de NIWO respectievelijk de SIEV daarvan ontheven is.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Wgw 1992, art. 41, tweede lid

Waardering: V 10 jaar

Uitvoeringsvoorschriften en vergunningsvoorwaarden

(197)

Handeling: Het op grond van de Wet en het Besluit goederenvervoer over de weg bij Ministeriële regeling vaststellen van nadere regels m.b.t. (de voorwaarden voor) de vergunningsverlening in het beroepsvervoer.

Periode: 1992–

Product: – Regeling vaststelling kredietwaardigheid (Stcrt. 1992, 85);

– Regeling erkenning vakdiploma’s voor het beroepsvervoer (Stcrt. 1992, 85);

– Regeling ontvallen betrouwbaarheid (Stcrt. 1992, 99).

Bron: Bwg 1992, art. 20, eerste lid; art. 21, eerste lid en 22; art. 34, vierde lid

Waardering: B5

(201)

Handeling: Het op grond van de Wet en het Besluit goederenvervoer over de weg bij Ministeriële regelingen vaststellen van nadere regels m.b.t. het verbod op het verrichten van beroepsvervoer met gebruikmaking van chauffeurs, die niet in dienst zijn van de vervoerder.

Periode: 1992–

Product: Regeling vaststelling model verklaring dienstbetrekking (Stcrt. 1992, 85, gewijzigd bij Ministeriële regeling Stcrt. 1992, 179);

– Regeling aanwijzing ambtenaren (Stcrt. 1992, 85, gewijzigd bij Ministeriële regeling Stcrt. 1992, 147);

– Regeling aanwijzing instellingen in het kader van het niet vereist zijn van een verklaring van dienstbetrekking (Stcrt. 1992, 85, gewijzigd bij Ministeriële regeling Stcrt. 1993, 70);

– Regeling vaststelling maximum aantal onherroepelijke veroordelingen wegens met de wet strijdig gebruik van bestuurders van vrachtauto’s (Stcrt. 1992, 85).

Bron: Wgw 1992, art. 14, derde lid; Wgw 1992, art 43, onderdeel c, en Bwg. 1992, art. 23, 24, onderdeel b, 25, onderdeel c, en 38; Bwg 1992, art. 26, onderdeel b; Wgw 1992, art. 12, derde lid en Bwg 1992, art 35, eerste lid

Waardering: B5

(202)

Handeling: Het op aanvraag beschikbaar stellen van de verklaring van dienstbetrekking.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Wgw 1992, art. 14; Bwg, art. 23; Jaarverslag RVI p.43

Waardering: V 5 jaar

(203)

Handeling: Het op grond van de Wet en het Besluit goederenvervoer over de weg bij Ministeriële regeling vaststellen van nadere regels m.b.t. het verbod op het verrichten van beroepsvervoer zonder vrachtbrief.

Periode: 1992–

Product: – Regeling vrachtbrief (Stcrt. 1992, 85);

– Regeling aanwijzing ambtenaren (Stcrt. 1992, 85, gewijzigd bij Ministeriële regeling Stcrt. 1992, 147).

Bron: Bwg 1992, art. 104, eerste lid en art. 105, tweede lid; Bwg 1992, art. 105, derde lid

Waardering: B5

(204)

Handeling: Het op grond van de Wet en het Besluit goederenvervoer over de weg bij Ministeriële regeling vaststellen van nadere regels m.b.t. de vrijstelling van documenten in het beroeps- en eigen vervoer.

Periode: 1992–

Product: Regeling vrijstelling documenten (Stcrt. 1992, 85, gewijzigd bij Ministeriële regeling Stcrt. 1992, 234)

Bron: Wgw 1992, art. 25, tweede lid, 26, tweede lid en Bwg 1992 art. 50, 58, 64, 92, derde lid en 98, derde lid

Waardering: B5

6.1.1.3.5. Stimulering en ontwikkeling

Milieu en energie

(224)

Handeling: Het sluiten van een contract met een uitvoeringsorganisatie, die een programma op het gebied van milieu- en energie-efficiency in het goederenvervoer over de weg ontwikkelt en uitvoert.

Periode: 1995–

Product: Programma-overeenkomst met uitvoeringsorganisatie

Bron: V&W/DGV, Werkprogramma G, p. 63–64

Waardering: V 10 jaar na einde contract

(225)

Handeling: Het beslissen over de verlening, wijziging of intrekking van financiële bijdragen in (deel-) projecten op het gebied van milieu- en energie-efficiency in met name het goederenvervoer over de weg.

Periode: 1995–1996

Product: Beschikkingen

Bron: V&W/DGV, Subsidieregeling milieu- en energie efficiency in het goederenvervoer; V&W/DGV, Werkprogramma G, p. 63-64; Inl. dhr. J. Monnereau (G/Hoofdafdeling wegvervoer), 9 december 1996

Waardering: V 10 jaar

(226)

Handeling: Het als programmabeheerder begeleiden en toezicht houden op de uitvoering van projecten op het gebied van milieu- en energie-efficiency in met name het goederenvervoer over de weg.

Periode: 1995–

Product: Voortgangs- en eindrapportages

Bron: V&W/DGV, Subsidieregeling milieu- en energie efficiency in het goederenvervoer; V&W/DGV, Werkprogramma G, p. 63-64

Waardering: B5

(227)

Handeling: Het leveren van bijdragen in de voorbereiding, vaststelling en financiering van bijdrageregelingen en programma’s op het gebied van verkeer en vervoer, waarvoor de Minister van Verkeer en Waterstaat niet eerst verantwoordelijk is.

Periode: 1989–

Product: Subsidieregeling, programma

Bron: Inl. dhr. ir. C. de Waard (G/Wegvervoer), 3 december 1996

Waardering: V 10 jaar

(228)

Handeling: Het door middel van een communicatiestrategie ondersteunen van een project.

Periode: 1995–

Product: Bv. Transactie, d.m.v. direct mail, publikaties, Transactie bulletin, conferenties (bv. ‘Schone winst’, 5 juni 1996)

Bron: Werkprogramma G 1996, p. 65; projectomschrijving Transactie, p. 2

Waardering: V 5 jaar

(229)

Handeling: Het voorbereiden en sluiten van een scan-overeenkomst met een bedrijf ter uitvoering en subsidiëring van een transportefficiency-scan, die mogelijke besparingen in kaart brengt.

Periode: 1995–

Product: Overeenkomsten

Bron: Transactie bulletin, nr. 5, september 1996; Werkprogramma G 1996, p. 66

Waardering: V 10 jaar

(230)

Handeling: Het voorbereiden en sluiten van een pilot-overeenkomst met een bedrijf voor de uitvoering en subsidiëring van een pilotproject, gericht op verlaging van brandstofgebruik en kilometerreductie.

Periode: 1995–

Product: Pilot-overeenkomst

Bron: Transactie bulletin, nr. 5, september 1996

Waardering: V 10 jaar

(231)

Handeling: Het op basis van efficiency-scan(s) en pilot(s) voorbereiden en afsluiten van een Meerjarenovereenkomst en bijbehorend Meerjarenprogramma met een individueel bedrijf, ter ondersteuning van projecten van dit bedrijf over een langere periode.

Periode: 1995–

Product: Meerjarenafspraak (MJA) en -programma (MJP)

Bron: Werkprogramma G 1996, p. 63; Transactie bulletin, nr. 5, september 1996

Waardering: V 10 jaar

(232)

Handeling: Het op basis van efficiency-scan(s) en pilot(s) voorbereiden en afsluiten van een Meerjarenovereenkomst en bijbehorend Meerjarenprogramma met een groep van bedrijven, ter ondersteuning van projecten van deze bedrijven over een langere periode.

Periode: 1995–

Product: Meerjarenafspraak (MJA) en -⁠programma (MJP)

Bron: Werkprogramma G 1996, p. 63; Transactie bulletin, nr. 5, september 1996

Waardering: V 10 jaar

(233)

Handeling: Het aan de NOVEM uitbesteden van het beheer, m.u.v. de financiën, van de meerjarenprogramma’s, afgesloten in het kader van Transactie.

Periode: 1995–

Product:

Bron: Werkprogramma G 1996, p. 62

Waardering: V 10 jaar

Arbeidsvoorziening en vakbekwaamheid

Infrastructuur en verkeersveiligheid

(235)

Handeling: Het vanuit het belang van het goederenvervoer over de weg leveren van bijdragen m.b.t. de aanleg en benutting van wegen (MIT).

Periode: 1945–

Product:

Bron: V&W/DGV, Werkplan G-2 1996

Waardering: B1

(236)

Handeling: Het vanuit het belang van het goederenvervoer over de weg leveren van bijdragen m.b.t. de verkeersveiligheid.

Periode: 1945–

Product: bijvoorbeeld Plan van Aanpak

Bron: V&W/DGV, Werkplan G-2 1996

Waardering: B1

6.1.1.3.6. Beroep en bezwaar

(238)

Handeling: Het betaalbaar stellen van een eventueel door de rechtbank aan de belanghebbende toegekende vergoeding aan de belanghebbende, indien het bezwaarschrift gegrond wordt geacht.

Periode: 1988–

Product: Beschikkingen

Bron: WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, art. 62, zevende lid; Wgw 1992, art. 49, zesde lid

Opmerking Deze handeling geldt alleen indien het bezwaarschrift gegrond wordt geacht.

Waardering: V 10 jaar

(239)

Handeling: Het geven van advies in het kader van de voorbereiding van een Kroonbeslissing inzake beroep, ingesteld tegen een op grond van de WAG genomen beschikking van de CVG/CVV, van een instantie waaraan bevoegdheden van de CVG/CVV zijn overgedragen (Stichting NIWO), en van een uitspraak van het Tuchtcollege Beroepsgoederenvervoer over de weg.

Periode: 1945–1984

Product:

Bron: WAG 1951, art. 52 en 53

Waardering: B 3

(240)

Handeling: Het toevoegen van een secretaris aan de beroepscommissie ex art. 54 WAG.

Periode: 1954–1984

Product:

Bron: WAG 1951, art. 54; UAG 1954, art.142, achtste lid

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(243)

Handeling: Het, gehoord de beroepscommissie, beslissen in een beroep, ingesteld tegen een op grond van de WAG genomen beschikking van de Voorzitter van de CVG/CVV, de Rijks(hoofd-)inspecteur, of een instantie waaraan bevoegdheden van de Voorzitter CVG/CVV of Rijks(hoofd-)inspecteur zijn overgedragen (SIEV).

Periode: 1954–1984

Product: Beschikkingen

Bron: WAG 1951, art. 54: UAG 1954, art. 152 en 153

Waardering: V 5 jaar

(247)

Handeling: Het eventueel bij dwangbevel invorderen van de kosten van het overbrengen van een in bewaring gestelde vrachtauto naar een aangewezen plaats bij de vergunninghouder die in overtreding is.

Periode: 1992–

Product: Beschikkingen

Bron: Wgw 1992, art. 50, eerste lid

Waardering: V 10 jaar

(249)

Handeling: Het toelichten van het standpunt, dan wel het zich als belanghebbende verweren inzake beroep, ingesteld tegen een door de Minister genomen beschikking, betreffende het de NIWO of SIEV ontheffen van haar taken.

Periode: 1992–

Product: Ambtsberichten

Bron: Wgw 1992, art. 42, eerste lid; Toelichting (B) Wgw, Kon. Vermande, p. 84; Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen

Waardering: V 5 jaar

6.1.1.3.7. Handhaving

Handhaving door de RVI

Reguliere controle

(250)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de vervoerwetgeving houden van reguliere wegcontroles in het binnenlands beroepsvervoer:

– staandehoudingen zonder overtredingen;

– overtredingen zonder proces-verbaal;

– processen-verbaal;

– processen-verbaal met dwangmaatregelen (bv. rijverboden)

– waarschuwingsbrieven (sinds 1992).

Periode: 1945–

Product:

Bron: RVI, Jaarverslag 1992, p. 15-17, 20-21, 26; Rijtijdenwet 1936, art. 9; Rijtijdenbesluit, art. 24; Wgw 1992, art. 44-47; WAG 1951

Waardering: V 5 jaar

(251)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de vervoerwetgeving houden van reguliere wegcontroles in het grensoverschrijdend beroepsvervoer:

– staandehoudingen zonder overtredingen;

– overtredingen zonder proces-verbaal;

– processen-verbaal;

– processen-verbaal met dwangmaatregelen (bv. rijverboden);

– waarschuwingsbrieven (sinds 1992).

Periode: 1945–

Product:

Bron: RVI, Jaarverslag 1992, p. 15-17, 20-21, 26; Rijtijdenwet 1936, art. 9; Rijtijdenbesluit, art. 24; Wgw 1992, art. 44-47; WAG 1951

Waardering: V 5 jaar

(252)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de vervoerwetgeving houden van reguliere wegcontroles in het binnenlands eigen vervoer:

– staandehoudingen zonder overtredingen;

– overtredingen zonder proces-verbaal;

– processen-verbaal;

– processen-verbaal met dwangmaatregelen (bv. rijverboden);

– waarschuwingsbrieven (sinds 1992).

Periode: 1945–

Product:

Bron: RVI, Jaarverslag 1992, p. 15–17, 20–21, 26; Rijtijdenwet 1936, art. 9; Rijtijdenbesluit, art. 24; Wgw 1992, art. 44–47; WAG 1951

Waardering: V 5 jaar

(253)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de vervoerwetgeving houden van reguliere wegcontroles in het grensoverschrijdend eigen vervoer:

– staandehoudingen zonder overtredingen;

– overtredingen zonder proces-verbaal;

– processen-verbaal;

– processen-verbaal met dwangmaatregelen (bv. rijverboden);

– waarschuwingsbrieven (sinds 1992).

Periode: 1945–

Product:

Bron: RVI, Jaarverslag 1992, p. 15–17, 20–21, 26; Rijtijdenwet 1936, art. 9; Rijtijdenbesluit, art. 24; Wgw 1992, art. 44–47; WAG 1951

Waardering: V 5 jaar

(254)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de vervoerwetgeving houden van reguliere wegcontroles onder buitenlandse vrachtauto’s:

– staandehoudingen zonder overtredingen;

– overtredingen zonder proces-verbaal;

– processen-verbaal;

– processen-verbaal met dwangmaatregelen (bv. rijverboden);

– transacties.

Periode: 1945–

Product:

Bron: RVI, Jaarverslag 1992, p. 15–17, 20–21, 26; Rijtijdenwet 1936, art. 9; Rijtijdenbesluit, art. 24; Wgw 1992, art. 44–47; WAG 1951

Waardering: V 5 jaar

(255)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de vervoerwetgeving verrichten van reguliere bedrijfscontroles bij ondernemingen in het beroepsvervoer:

– overtredingen zonder proces-verbaal;

– processen-verbaal;

– processen-verbaal met dwangmaatregelen

Periode: 1945–

Product:

Bron: RVI, Jaarverslag 1992, p. 15, 31

Waardering: V 5 jaar

(257)

Handeling: Het, al dan niet in samenwerking met andere (opsporings-)diensten, verrichten van fraudeonderzoeken bij Nederlandse ondernemingen die betrokken zijn bij het goederenvervoer over de weg.

Periode: 1945–

Product:

Bron: RVI, Jaarverslag 1992, p. 34-35

Waardering: V 5 jaar

Nieuwe Controle Methodiek

(258)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de rijtijdenwetgeving houden van a-selecte wegcontroles in het goederenvervoer over de weg:

– staandehoudingen zonder overtredingen;

– overtredingen zonder proces-verbaal;

– processen-verbaal;

– processen-verbaal en dwangmaatregelen (bv. Rijverboden);

– waarschuwingsbrieven (sinds 1992);

– transacties (met buitenlandse chauffeurs).

Periode: 1991–

Product:

Bron: RVI, Jaarverslag 1992, p. 17–18

Waardering: V 5 jaar

(259)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de vervoerwetgeving verrichten van deelmarktonderzoeken bij Nederlandse ondernemingen:

– overtredingen zonder proces-verbaal;

– processen-verbaal;

– processen-verbaal met dwangmaatregelen.

Periode: 1991–

Product: Rapporten

Bron: RVI, Jaarverslag 1992, p. 17–18, 31

Waardering: V 5 jaar

(260)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de vervoerwetgeving verrichten van herhalingsonderzoeken bij Nederlandse ondernemingen:

– overtredingen zonder proces-verbaal;

– processen-verbaal;

– processen-verbaal met dwangmaatregelen.

Periode: 1991–

Product:

Bron: RVI, Jaarverslag 1994, p. 16

Waardering: V 5 jaar

(261)

Handeling: Het doen plaatsvinden van een audit ter toetsing van de NCM.

Periode: 1995–

Product:

Bron: Managementovereenkomst 1995 DGV-RVI, p. 6

Waardering: V 5 jaar

(262)

Handeling: Het (doen) verrichten van onderzoek in het kader van de meerjarige evaluatie van de handhavingsgrondslagen van de Wgw.

Periode: 1994–

Product: Rapporten

Bron: RVI, Jaarverslag 1994, p. 30; Managementovereenkomst 1995 DGV-RVI, p. 6; Vaststelling begroting HdTK 1993–1994, 23 400 XII, nr. 55 en 1995–1996, 24 400 XII, nr. 48.

Waardering: B2

Bestuursrechtelijke handhaving

Op grond van de Wet Autovervoer Goederen (1954–1992)

(263)

Handeling: Het benoemen van de (plaatsvervangende) leden, en het aanwijzen van de voorzitter, van het College van Advies inzake de naleving van arbeidsvoorwaarden in het beroepsvervoer.

Periode: 1977–1992

Product:

Bron: UAG 1988, art. 81

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(264)

Handeling: Het, gehoord het College, benoemen, schorsen of ontslaan van een secretaris van het College.

Periode: 1977–1992

Product:

Bron: UAG 1988, art. 69

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(266)

Handeling: Het, op verzoek van het College van Advies, instellen van een onderzoek naar klachten omtrent de nakoming door een ondernemer van arbeidsvoorwaarden.

Periode: 1977–1992

Product: Rapport aan College

Bron: WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 8 juni 1977, Stb. 354, art. 45a, derde lid

Waardering: V 5 jaar

(267)

Handeling: Het adviseren omtrent de mogelijke gevolgen van het wijzigen of intrekken van een vergunning, als gevolg van het niet nakomen van de arbeidsvoorwaarden door de ondernemer, voor het algemeen vervoerbelang.

Periode: 1977–1992

Product: Adviezen

Bron: WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 8 juni 1977, Stb. 354, art. 42, derde lid; UAG 1988, art. 103

Waardering V 5 jaar

(269)

Handeling: Het, op verzoek van de CVW of de NIWO, instellen van een nader onderzoek, om vast te stellen of een vergunninghouder handelt overeenkomstig de geldende voorschriften en regels.

Periode: 1988–1992

Product: rapportage

Bron: Richtlijnen Goederenvervoer 1988, Stb. 211, art. 12; Wijziging Regeling overdracht bevoegdheden grensoverschrijdend beroepsgoederenvervoer, Stcrt. 1989, 252

Waardering: V 5 jaar

(270)

Handeling: Het voorbereiden van de Kroonbeslissing tot benoeming van de leden en het, gehoord het college, benoemen, schorsen en ontslaan van een secretaris van het Tuchtcollege voor het grensoverschrijdend vervoer.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: WAG 1951, art. 3; UAG 1954, art. 49; UAG 1988, art. 54

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(272)

Handeling: Het ambtshalve besluiten over de tijdelijke of blijvende wijziging (sinds 1988) en doorhaling van een inschrijving tot het verrichten van eigen vervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikkingen

Bron: WAG 1951, art. 11 en 49; WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 11 en 49; Beschikking overdracht inschrijving eigen vervoer; UAG 1988, art. 113;

Waardering: V 5 jaar

6.1.1.3.8. Internationaal overleg

Internationaal en supranationaal overleg

(275)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de Werkgroep Verkeer en Vervoer van de Commissie van de EU, inzake goederenvervoer over de weg.

Periode: 1957–

Product: Bijdragen, afspraken, o.a. over EU-contingent

Bron: EG-richtlijn 91/440 van 29 juli 1991

Waardering: B1

(276)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in de vergaderingen van het Road Transport Committee, ter voorbereiding van resoluties van de Ministerraad van de CEMT, inzake goederenvervoer over de weg.

Periode: 1953–

Product: Afspraken inz. CEMT-contingent

Bron: Directieplan Goederenvervoer 1997–2001

Waardering: B1

(277)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in de vergaderingen van de Working Party on Road Transport van de ECE.

Periode: 1947–

Product: Bijdragen, instructies, verslagen

Bron: Werkprogramma Goederenvervoer 1996

Waardering: B1

(278)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in de vergaderingen van ad hoc-groepen, door de Working Party on Road Transport ingesteld.

Periode: 1947–

Product: Bijdragen

Bron: Werkprogramma Goederenvervoer 1996

Waardering: B 1

(279)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de sub-commissie Vervoer over de weg binnen de Benelux, inzake goederenvervoer over de weg.

Periode: 1953–

Product: Bijdragen

Bron: V&W/DGV, Werkplan G-2 1996, p. 10

Waardering: B 1

(280)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de ECITO, inzake goederenvervoer over de weg.

Periode: 1945–1947

Product: Bijdragen

Bron: Van Tol, project Historisch Archief NS

Waardering: B1

(281)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de organen van non-gouvernementele internationale organisaties, inzake goederenvervoer over de weg.

Periode: 1945–

Product:

Bron: –

Waardering: B1

Bilateraal overleg

(282)

Handeling: Het voorbereiden, voeren en evalueren van overleg, en het sluiten van een overeenkomst met een Minister van Verkeer van een (buur-) land, inzake goederenvervoer over de weg.

Periode: 1945–

Product: Jaarplanningen, verdragen, instructies, verslagen en protocollen

Bron: V&W/DGV, Werkplan G-2 1996, p. 9–10; Inl. dhr. Ministeriële regeling. C.H. Fabius (G/Hoofdafdeling Wegvervoer), 30 juli 1996

Waardering: B1

6.1.1.4. Binnenvaart

6.1.1.4.1. Algemeen beleid

(288)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het rijksbeleid ten aanzien van het goederenvervoer met binnenschepen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s en -plannen, bv. Hoofdthema’s sociaal-economische binnenvaartbeleid (1988)

Bron:

Waardering: B1

(289)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van het sectorale goederenvervoerbeleid.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s en -plannen: Beleidsnota Goederenvervoer (1975), Nota Ondernemend vervoer (1987), Notitie Goederenvervoer (1994), Transport in balans (1996)

Bron: Bijlage Handelingen Tweede Kamer, 1993–1994, 23 709, nr. 1

Waardering: B1

(290)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van beleid op het gebied van verkeer en vervoer, in het bijzonder vervoer van goederen met binnenvaartschepen, waar de Minister van Verkeer en Waterstaat niet eerst verantwoordelijk is.

Periode: 1945–

Product:

Bron:

Waardering: B 1

(291)

Handeling: Het (laten) uitvoeren van (strategisch) onderzoek op het gebied van vervoer van goederen met binnenschepen.

Periode: 1945–

Product: Onderzoeksopdrachten en onderzoeken

Bron: V&W/DGV, Werkprogramma Goederenvervoer 1996

Waardering: B 1

(292)

Handeling: Het opzetten en onderhouden van het Beleidsinformatiesysteem Binnenvaart (BISB).

Periode: 1990–

Product:

Bron: V&W, De Binnenscheepvaart 1993, p. 28

Waardering: B5

6.1.1.4.2. Totstandkoming wet- en regelgeving

Wet Goederenvervoer Binnenvaart (WGB) (1954–1992)

(293)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen, evalueren en intrekken van de (wijzigingen van de) Wet Goederenvervoer Binnenvaart.

Periode: 1950–1992

Product: Wet Goederenvervoer Binnenvaart van 1 november 1951, Stb. 472, sedertdien gewijzigd

Bron:

Waardering: B1

(294)

Handeling: Het op grond van de Wet Goederenvervoer Binnenvaart bij algemene maatregel van bestuur geven van voorschriften inzake het vervoer van goederen met binnenschepen.

Periode: 1951–1992

Product: o.m. Uitvoeringsbesluit Goederenvervoer Binnenvaart (UGB) 1954, Stb. 7, sedertdien gewijzigd, ingetrokken 1992, Stb. 232 en vervangen door Besluit vervoer binnenvaart (Bvb) 1992, Stb. 232, sedertdien gewijzigd; Richtlijnen Goederenvervoer 1954, Stb. 24, ingetrokken 1988, Stb. 209 en vervangen door Richtlijnen goederenvervoer binnenschepen 1988, Stb. 210, ingetrokken 1992.

Bron: Wet Goederenvervoer Binnenscheepvaart van 1 november 1951, Stb. 472, sindsdien gewijzigd

Waardering: B1

Wet sloopregeling binnenvaart (WSB) (1976–)

(295)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van de (wijzigingen van de) Wet sloopregeling binnenvaart.

Periode: 1976–

Product: Wet sloopregeling binnenvaart van 30 juni 1976, Stb. 411, sedertdien gewijzigd

Bron:

Waardering: B1

(297)

Handeling: Het op grond van de Wet sloopregeling binnenvaart bij algemene maatregel van bestuur stellen van regels ter bevordering van het slopen van binnenschepen.

Periode: 1976–

Product: Besluit sloopregeling binnenvaart (BSB) 1976, Stb. 681, sedertdien gewijzigd, ingetrokken 1986, Stb. 29 en vervangen door Besluit sloopregeling binnenvaart 1986, Stb. 29, ingetrokken 1990.

Bron: Wet sloopregeling binnenscheepvaart van 30 juni 1976, Stb. 411, sindsdien gewijzigd, art. 2, tweede lid

Opmerking: Deze regels betreffen:

– voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om voor uitkering in aanmerking te komen: datum binnenschip (art. 3, eerste lid), maximale periode van niet-deelname (art. 3, vierde lid), periode waarin verzoek binnen moet zijn (art. 4, eerste lid).

– maatstaven vaststelling uitkering (art. 5, eerste lid);

– criteria t.b.v. vaststelling en eventueel controle sloop (art. 6, eerste lid);

– periode van heffing bijdrage t.b.v. onderzoek naar capaciteit vloot, en mogelijk t.b.v. sloopuitkeringen (gehoord de Adviescommissie); hoogte bijdrage en bepaling toepasselijkheid (art. 9);

– tarief van bijdrage per categorie (art. 10);

– nadere regels m.b.t. (berekening van) vermindering bijdrage in geval bezit 1 schip (art. 12, eerste lid);

– nadere regels betr. invordering en heffing bijdrage (art. 13, tweede lid).

Waardering: B 5

Wet vervoer binnenvaart (1992–)

(298)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van de (wijzigingen van de) Wet vervoer binnenvaart.

Periode: 1986–

Product: Wet vervoer binnenvaart van 12 december 1991, Stb. 711

Bron:

Waardering: B1

(299)

Handeling: Het op grond van de Wet vervoer binnenvaart bij algemene maatregel van bestuur geven van voorschriften inzake het vervoer van goederen en personen met binnenschepen.

Periode: 1990–

Product: Besluit vervoer binnenvaart 1992, Stb. 232

Bron: Wet vervoer binnenvaart van 12 december 1991, Stb. 711

Waardering: B1

Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer (1996–1999 )

(300)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van de (wijzigingen van de) Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer.

Periode: 1994–

Product: Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer van 23 november 1995, Stb. 590

Bron: V&W, Hoofdlijnen Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer

Waardering: B1

(301)

Handeling: Het op grond van de Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-zuid-vervoer bij AMvB deze wet niet van toepassing verklaren op bepaalde vormen van vervoer, soorten binnenschepen, vervoer op bepaalde binnenwateren of onder bepaalde omstandigheden.

Periode: 1995–

Product: AMvB

Opmerking: Een dergelijke AMvB vloeit voort uit een verdragsverplichting, heeft een tijdelijk karakter en dient te worden omgezet in een wet.

Bron: Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 4, eerste lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

Overige regelgeving

(302)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van (wijzigingen van de) regelgeving m.b.t. de arbeidsomstandigheden in de binnenvaart

Periode: 1945–

Product: Bv. Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (Stb. 1993, 368) en bijbehorend besluit (Stb. 1994, 897)

Opmerking: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is eerste ondertekenaar van bovengenoemde wet; op basis van haar expertise heeft DGV een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van dit gezamenlijke product.

Bron: Inl. dhr. drs. H. Meintjes (G/Binnenvaart), 4 september 1997

Waardering: B1

6.1.1.4.3. Vergunningsverlening

Binnenscheepvaartbesluit (1945–1954)

Vergunningsverlening

(308)

Handeling: Het op basis van het Binnenscheepvaartbesluit al dan niet verlenen of intrekken van een vergunning, incl. vergunningsbewijzen, voor de uitvoering van (geregeld of ongeregeld) beroeps- dan wel eigen binnenlands vervoer.

Periode: 1945–1954

Product: beschikking

Bron: Binnenscheepvaartbesluit 1941; Van Marle, Binnenlands vervoer, p. 72

Waardering: V 5 jaar

Wet Goederenvervoer Binnenvaart (1954–1992)

Uitvoeringsorganen

(309)

Handeling: Het voordragen van de door de Kroon te benoemen leden van de Commissie Vergunningen Goederenvervoer (1954–1959) en Commissie Vervoervergunningen (1959–1992).

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: WAG 1951, art. 9; WGB 1951, Stb. 472, gewijzigd bij wet van 12 mei 1987, Stb. 175, art. 6a

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(311)

Handeling: Het geven van richtlijnen aan de Rijksinspecteurs m.b.t. de uitvoering van hun taak.

Periode: 1954–1992

Product: Richtlijnen Rijksinspecteurs 1954, Stb. 30, sindsdien gewijzigd.

Bron: WGB 1951, art. 11, tweede lid

Waardering: B5

(312)

Handeling: Het aanwijzen van de organisaties van ondernemers en van werknemers, die de leden van de districtsadviescommissies benoemen.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UGB 1954, art. 15 en 17

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(313)

Handeling: Het goedkeuren van de benoemingen van de leden van de adviescommissies door de aangewezen organisaties van ondernemers en van werknemers.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UGB 1954, art. 15 en 17

Waardering: V 5 jaar

Uitvoeringsvoorschriften en vergunningsvoorwaarden

(316)

Handeling: Het op aanvraag of ambtshalve al dan niet afgeven dan wel intrekken van een (nieuwe) Rijnvaartverklaring of een bewijs van toelating.

Periode: 1987–1992

Product: Rijnvaartverklaring

Bron: Tweede Additionele Protocol bij de Herziene Rijnvaartakte van 17 oktober 1868

Waardering: V 5 jaar

(317)

Handeling: Het, de Adviescommissie gehoord en (sinds 1981) na overleg met de Minister van Economische Zaken, bij in de Staatscourant openbaar te maken beschikking, goedkeuren of voorschrijven van de tarieven voor het vervoer van goederen met binnenschepen.

Periode: 1954–1992

Product: Tariefbeschikking, bv. Tariefbeschikking Ongeregeld Goederenvervoer Binnenscheepvaart 1954, Stcrt. 28, sedertdien gewijzigd; Tariefbeschikking Overliggeld Binnenscheepvaart 1959, Stcrt. 96, sedertdien gewijzigd; Regeling van 21 oktober 1981, Stcrt. 209, ter vaststelling van een tarief voor het ongeregeld goederenvervoer binnenscheepvaart, sedertdien gewijzigd, etc.

Bron: UGB 1954, art. 53, eerste lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(318)

Handeling: Het, de betrokken ondernemers of hun organisaties gehoord, verlenen van (gedeeltelijke) ontheffing van de goedgekeurde of voorgeschreven tarieven.

Periode: 1954–1992

Product: Bv. Tarief meelaadregeling kunstmestvervoer van Kanaal Gent-Terneuzen naar Brabantse kanalen 1988, Stcrt. 142

Bron: UGB 1954, art. 53, tweede lid, onder a

Waardering: V 5 jaar

(319)

Handeling: Het, de betrokken ondernemers of hun organisaties gehoord, goedkeuren of vaststellen van tarieven t.b.v. afzonderlijke of groepen van ondernemers, bepaalde soorten van vervoer of vervoer in bepaalde gevallen.

Periode: 1954–1992

Product: Bv. Beschikking van 1 oktober 1954, Stcrt. 192, houdende regeling met betrekking tot de kosten van bevrachting, sedertdien gewijzigd; Tarief meelaadregeling kolenvervoer van Terneuzen naar Borssele 1989, Stcrt. 148

Bron: UGB 1954, art. 53, tweede lid, onder b

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(320)

Handeling: Het goedkeuren van de vervoeradressen, waarmee het vervoer krachtens een vergunning voor geregeld beroepsvervoer slechts mag geschieden.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking van 11 februari 1954, Stcrt. 30, houdende goedkeuring vervoeradressen; Beschikking van 30 maart 1955, Stcrt. 199, houdende goedkeuring model vervoeradres; etc.

Bron: WGB 1951, art. 59; UGB 1954, art. 80

Waardering: V 5 jaar

(321)

Handeling: Het goedkeuren van de verdeling van de baten, verkregen met de verkoop van vervoeradressen, zoals die door de Stichting Vervoeradres wordt vastgesteld voor een bepaald tijdvak.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: Beschikking van 11 februari 1954, Stcrt. 30, houdende goedkeuring vervoeradressen

Waardering: V 5 jaar

(322)

Handeling: Het verlenen van ontheffing van de verplichting tot het aanwezig zijn in het binnenschip van een deel van het vervoeradres, indien het vervoer krachtens een vergunning slechts mag geschieden met gebruik van vervoeradressen.

Periode: 1954–1992

Product: Bewijs van ontheffing

Bron: UGB 1954, art. 81

Waardering: V 5 jaar

(323)

Handeling: Het goedkeuren van de charterpartijen, waarmee het vervoer krachtens een vergunning voor ongeregeld beroepsvervoer slechts mag geschieden.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking van 9 februari 1954, Stcrt. 28, 31 en 33, houdende goedkeuring charterpartijen, sindsdien gewijzigd en in 1982 ingetrokken; Beschikking van 20 juli 1982, Stcrt. 138, inzake goedkeuring van charterpartijen, sindsdien gewijzigd; Beschikking van 18 juli 1985, Stcrt. 144, houdende goedkeuring charterpartij voor campagnevervoer van beetwortelen en natte pulp, etc.

Bron: WGB 1951, art. 59, derde lid; UGB 1954, art. 82; Beursreglement 1954, art. 30

Waardering: V 5 jaar

(324)

Handeling: Het, indien bepaald in de vergunning, goedkeuren van de dienstregeling voor het verrichten van een beurtvaartdienst of een afhaal- en besteldienst (geregeld beroepsvervoer) door een vergunninghouder.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UGB 1954, art. 55 en 56

Waardering: V 5 jaar

(325)

Handeling: Het geven van voorschriften m.b.t. het houden van een bedrijfsadministratie door een vergunninghouder.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking/regeling van 3 februari 1954, Stcrt. 25 betreffende Administratie-voorschrift Autovervoer Goederen en Goederenvervoer Binnenscheepvaart

Bron: UGB 1954, art. 75

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(326)

Handeling: Het geven van voorschriften m.b.t. de door een vergunninghouder aan de Rijksinspecteur te verstrekken gegevens betreffende het vervoer en m.b.t. de wijze van verstrekking.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking/Regeling van 9 februari 1954, Stcrt. 29 en 31, houdende regelen ter verstrekking van gegevens, inzake beurtvaartdiensten en afhaal- en besteldiensten.

Bron: UGB 1954, art. 76

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(327)

Handeling: Het goedkeuren van het model van, en het geven van voorschriften m.b.t. de omgang met het reizenboekje en de maandstaat, die zowel de vergunninghouder ex art. 34 als de houder van een inschrijving verplicht dienen te gebruiken.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking van 8 februari 1954, Stcrt. 27 en 29, houdende vaststelling modellen van reizenboekje en maandstaat, , sindsdien gewijzigd

Bron: UGB 1954, art. 78 en 79

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(328)

Handeling: Het geven van overige voorschriften in het belang van een behoorlijke uitoefening van het beroepsvervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking

Bron: UGB 1954, art. 60

Opmerkingen Het betreft hier o.a. richtlijnen voor de uitvoering

Waardering: B5

(329)

Handeling: Het geven van nadere voorschriften m.b.t. vergunnings-, inschrijvings-, toestemmings-, en toelatingsbewijzen

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking

Bron: UGB 1954, art. 74

Waardering: B5

(332)

Handeling: Het vaststellen van de formulieren voor de aanvraag van een vergunning, verzoek om verlenging e.d., verklaring van ondernemers, (model van) vergunningsbewijs, ontheffingsbewijs, toestemmings- en toelatingsbewijs, en het vaststellen van het model ‘gegevensbewijs’ en het model ‘bevrachtingsboekje’, die door de Rijksinspecteurs beschikbaar worden gesteld dan wel afgegeven.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking van 8 februari 1954, Stcrt. 27, houdende vaststelling model bevrachtingsboekje, zoals laatstelijk gewijzigd bij regeling van 29 januari 1987, Stcrt. 21

Bron: UGB 1954, art. 40, 41, 68, 71–73

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(333)

Handeling: Het, in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, vaststellen van de bedragen, die verschuldigd zijn i.v.m. de behandeling van een aanvraag of verzoek m.b.t. een vergunning, de verstrekking van vergunningsbewijzen, het verlenen van tussenkomst/goedkeuring en de verstrekking van het Beursreglement.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UGB 1954, art. 49, 70 en 84

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(340)

Handeling: Het verlenen van uitstel m.b.t. de termijnen, waarbinnen een vergunning moet zijn aanvaard en de dienst moet zijn aangevangen op straffe van verval van de vergunning voor de uitvoering van geregeld beroepsvervoer.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: WGB 1951, art. 26, vierde lid

Waardering: V 5 jaar

(341)

Handeling: Het verstrekken van een vergunningsbewijs voor beroepsvervoer voor gebruik in het binnenschip.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: WGB 1951, art. 58, eerste lid en tweede lid; UGB 1954, art. 68, 70–71

Waardering: V 5 jaar

(343)

Handeling: Het toestemming verlenen, en verstrekken van de nodige toestemmingsbewijzen, om met één binnenschip voor meer dan twee verladers ongeregeld vervoer te verrichten.

Periode: 1954–1992

Product: Toestemmingsbewijs (voor gebruik in het binnenschip)

Bron: WGB 1951, art. 36; UGB 1954, art. 57, 72

Waardering: V 5 jaar

(344)

Handeling: Het toestemming verlenen om het vervoer voort te zetten, na overlijden van de vergunninghouder.

Periode: 1954–1992

Product: beschikking

Bron: UGB 1954, art. 52

Waardering: V 5 jaar

(345)

Handeling: Het toelaten, en verstrekken van de nodige toelatingsbewijzen, van bepaalde gevallen van vervoer met binnenschepen, waarop de vergunningsplicht niet van toepassing is.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking

Bron: UGB 1954, art. 58, 73

Waardering: V

Inschrijving eigen vervoer (1954–1992)

(346)

Handeling: Het vaststellen van de formulieren voor de aanvraag van een inschrijving, verzoek om verlenging e.d. en (het model van een) inschrijvingsbewijs, die door de Rijksinspecteurs beschikbaar worden gesteld.

Periode: 1954–1992

Product: Aanvraagformulieren e.d.

Bron: UGB 1954, art. 63, 71

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(347)

Handeling: Het, in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, vaststellen van de bedragen, die verschuldigd zijn i.v.m. de behandeling van een aanvraag of verzoek m.b.t. een inschrijving en i.v.m. de verstrekking van inschrijvingsbewijzen.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: UGB 1954, art. 66 en 70

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(348)

Handeling: Het in een ‘algemene’ procedure op aanvraag, verzoek of ambtshalve besluiten over een inschrijving, verlenging, wijziging dan wel doorhaling van een inschrijving tot het verrichten van eigen vervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking o.b.v. aanvraag van de ondernemer

Opmerking: De algemene procedure omvat het inwinnen van advies, overeenkomstig bij amvb te stellen regels.

Bron: WGB 1951, art. 9, 47-51

Waardering: V 5 jaar

(350)

Handeling: Het in een ‘korte’ procedure, op verzoek van de ondernemer, besluiten over de verlenging, dan wel wijziging van een inschrijving tot het verrichten van eigen vervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking o.b.v. verzoek van de ondernemer

Opmerking: De korte procedure omvat geen advisering, en wordt gevolgd in de gevallen dat er geen of geringe wijzigingen zijn opgetreden.

Bron: WGB 1951, art. 48 en 49

Waardering: V 5 jaar

(351)

Handeling: Het in bijzondere gevallen verlenen aan een ingeschrevene van een tijdelijke vergunning voor de uitvoering van geregeld beroepsvervoer, dan wel een (tijdelijke) vergunning voor de uitvoering van ongeregeld beroepsvervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking

Bron: WGB 1951, art. 51

Waardering: V 5 jaar

(352)

Handeling: Het verstrekken dan wel verplichten tot inlevering van een inschrijvingsbewijs voor eigen vervoer voor gebruik in het binnenschip.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: WGB 1951, art. 58, derde lid; UGB 1954, art. 69-71

Waardering: V 5 jaar

(353)

Handeling: Het stellen van regels m.b.t. de huurovereenkomst, te sluiten na tussenkomst van de Rijksinspecteur, inzake de huur van een binnenschip voor het verrichten van eigen vervoer.

Periode: 1982–1992

Product: Ministeriële Regeling, b.v. Regeling van de Minister van V&W van 26 april 1989, no. WJZ/V921 116, DGV, Stcrt. 110 (Procedure huurovereenkomst eigen vervoer met huurschepen)

Bron: Richtlijnen Rijksinspecteurs 1954, Stcrt. 30, sedertdien gewijzigd en in 1988 ingetrokken; Richtlijnen rijksinspecteurs goederenvervoer binnenscheepvaart 1988, Stcrt. 87, art. 7

Waardering: V 5 jaar na wijziging

Registratie buitenlands vervoer (1954–1992)

(354)

Handeling: Het stellen van regels omtrent vorm, inhoud, geldigheidsduur, vernieuwing en inlevering van de registratiebewijzen.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking van de Minister van V&W van 3 februari 1954, no. V-3/052 090/DGV, Stcrt. 25, houdende vaststelling van het registratiebewijs

Bron: WGB 1951, art, 62, zesde lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(355)

Handeling: Het verstrekken van een registratiebewijs voor buitenlands vervoer voor gebruik in het binnenschip.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: WGB 1951, art. 62, vijfde lid

Waardering: V 5 jaar

Wet vervoer binnenvaart (1992–

Uitvoeringsvoorschriften en vergunningsvoorwaarden

(356)

Handeling: Het op aanvraag of ambtshalve al dan niet afgeven dan wel intrekken van een (nieuwe) Rijnvaartverklaring of een bewijs van toelating.

Periode: 1992–

Product: Rijnvaartverklaring, bewijs van toelating

Bron: Wvb 1991, art. 5–6; Bvb 1992, art. 14

Waardering: V 5 jaar

(357)

Handeling: Het aanwijzen van een geëigend document van de bevoegde autoriteit van een andere EG-lidstaat, ten behoeve van het verrichten van vervoer op niet onder de Akte van Mannheim vallende Nederlandse binnenwateren.

Periode: 1992–

Product: Regeling Rijnvaartverklaring en bewijs van toelating 1992, Stcrt. 92

Bron: Wvb 1992, art. 9, eerste lid, sub b

Waardering: V 5 jaar

(358)

Handeling: Het aanwijzen van a) een vakdiploma, b) een bewijsstuk of verklaring en c) een geëigend document van een andere EG-lidstaat of van Zwitserland, door overlegging waarvan voldaan wordt aan de eis van vakbekwaamheid.

Periode: 1992–

Product: Ad a: Vakdiploma Ondernemer in de Binnenvaart (zie onder), MBO-diploma Rijn- en Binnenvaart.

Ad b: diploma’s, getuigschriften, attesten en documenten afgegeven door de bevoegde autoriteit van een lidstaat van de EG of van Zwitserland aangewezen in bijlage B van de Regeling vergunningsverlening vervoer;

Ad c: attesten, bedoeld in art. 3, tweede lid, Richtlijn 87/540/EEG van de Raad.

Bron: Wvb 1991, art. 11, vierde lid en 20, eerste lid, onderdeel b; Bvb 1992, art. 15; Regeling vergunningsverlening vervoer, Stcrt. 1992, 248

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(359)

Handeling: Het, samen met de Minister van OCW, goedkeuren van het examenreglement, opgesteld door de Stichting Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheepvaart (KOFS), voor het verkrijgen van het Vakdiploma Ondernemer in de Binnenvaart.

Periode: 1993–

Product: Beschikking

Bron: Regeling vergunningsverlening vervoer 1992, art. 2, tweede lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(361)

Handeling: Het eventueel afgeven van een verklaring, waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen m.b.t. betrouwbaarheid of kredietwaardigheid.

Periode: 1992–

Product: De Minister, of een door hem aangewezen bevoegde instantie, geeft een dergelijke verklaring af indien een betrokken lidstaat dergelijke eisen stelt m.b.t. vervoer binnen haar gebied.

Bron: Wvb 1991, art. 11, derde lid

Waardering: V 5 jaar

(362)

Handeling: Het eventueel op aanvraag verlenen van definitieve ontheffing van de vakbekwaamheidseisen.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Wvb 1991, art. 14; Bvb 1992, art. 16

Waardering: V 5 jaar

(363)

Handeling: Het bijhouden van een register, waarin gegevens worden opgenomen m.b.t. Nederlandse binnenschepen.

Periode: 1992–

Product: Centrale registratie binnenschepen (CRB)

Bron: Wvb 1992, art. 53 en 54; Regeling aanbrengen registratienummer op in Nederland teboekgestelde binnenschepen, 1992, Stcrt. 230

Waardering: B5

(364)

Handeling: Het geven van regels omtrent de bescherming van geregistreerde gegevens m.b.t. Nederlandse binnenschepen

Periode: 1992–

Product:

Bron: Wvb 1991, art. 54; Bvb 1992, art. 27

Waardering: B5

(365)

Handeling: Het vaststellen van (aanvraag)formulieren en het geven van regels m.b.t. vorm, inhoud en controle van documenten als Rijnvaartverklaring, bewijs van toelating, vergunning, inschrijving, aankondiging, e.d.

Periode: 1993–

Product: Ministeriële regelingen, bv.

– Regeling Rijnvaartverklaring en bewijs van toelating (Stcrt. 1992, 92);

– Regeling vergunningsverlening vervoer (Stcrt. 1992, 148);

– Regeling inschrijving eigen vervoer (Stcrt. 1992, 248).

Bron: Bvb 1992, art. 7, derde en vierde lid, 11, 12 en 20

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(366)

Handeling: Het eventueel verstrekken van een gewaarmerkt afschrift van een document.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Bvb 1992, art. 13, eerste lid

Waardering: V 5 jaar

(367)

Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen, die voor de behandeling van een aanvraag om een document in rekening kunnen worden gebracht.

Periode: 1992–

Product: Regeling vergoedingen binnenvaart (Stcrt. 1992, 248)

Bron: Wvb 1991, art. 56

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(368)

Handeling: Het geven van regels omtrent de verstrekking van gegevens betreffende het vervoer door houders van een vergunning en van een inschrijving.

Periode: 1992–

Product: Regeling gegevens-verstrekking binnenvaart (Stcrt. 1992, 248)

Bron: Wvb 1991, art. 57; Bvb 1992, art. 28

Waardering: V 5 jaar na vervallen regeling

(369)

Handeling: Het goedkeuren van informatiedragers (anders dan het reguliere formulier), waarmee door indiening kan worden voldaan aan de verplichte verstrekking van gegevens betreffende het vervoer.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Regeling gegevens-verstrekking binnenvaart 1992, art. 3

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(371)

Handeling: Het aanwijzen van organisaties werkzaam op het terrein van de binnenvaart, die adviseren inzake aan te wijzen vormen van bijzonder vervoer.

Periode: 1992–

Product: Regeling overig bijzonder vervoer (Stcrt. 1992, 248).

Opmerking: De volgende organisaties zijn aangewezen:

– Algemeene Schippers Vereeniging

– Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart

– Chr. Bond van Ondernemers in de Binnenvaart

– Duwbakkenvereniging

– EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport

– Federatie van Schippersbonden

– Nederlandsch Binnenvaartbureau

– Onafhankelijke Nederlandse Schippersvakbond.

De Minister hoort deze organisaties over een voorstel tot aanwijzing van een organisatie.

Bron: Wvb 1992, art. 28

Waardering: B4

(372)

Handeling: Het, gehoord de door de Minister aangewezen branche-organisaties, bij Ministeriële regeling aanmerken van vormen van overig bijzonder vervoer.

Periode: 1993–

Product: Regeling overig bijzonder vervoer (Stcrt. 1992, 248).

Bron: Bvb 1992, art. 1, eerste lid, onder d

Waardering: B5

Vergunningsverlening beroepsvervoer

(373)

Handeling: Het eventueel ter uitvoering van verdragen geheel of gedeeltelijk niet van toepassing verklaren van de Wvb op bepaalde vormen van vervoer met binnenschepen, soorten binnenschepen, vervoer op bepaalde binnenwateren of onder bepaalde omstandigheden.

Periode: 1992–

Product: Ministeriële regeling

Bron: Bvb 1992, art. 3

Waardering: B5

(374)

Handeling: Het op aanvraag of ambtshalve besluiten over de verlening, wijziging dan wel intrekking van een vergunning voor beroepsvervoer.

Periode: 1992–

Product: Vergunning

Bron: Wvb 1991, art. 11–15; Bvb 1992, art. 8

Waardering: V 5 jaar

(375)

Handeling: Het op aanvraag besluiten over de verlening van een vergunning voor tijdelijke voortzetting van het beroepsvervoer, in geval van overlijden of onbekwaamheid van de vergunninghouder/degene die aan de vergunningseisen voldeed.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Wvb 1991, art. 17 en 18

Waardering: V 5 jaar

(376)

Handeling: Het op aanvraag van de vergunninghouder al dan niet afgeven, dan wel ambtshalve wijzigen van een vergunningsbewijs voor gebruik in het binnenschip.

Periode: 1992–

Product: Vergunningsbewijs

Bron: Wvb 1991, art. 22 en 23

Waardering: V 5 jaar

(377)

Handeling: Het op aanvraag van de vergunninghouder al dan niet verlenen, wijzigen, dan wel op aanvraag of ambtshalve doorhalen van een aantekening op het vergunningsbewijs voor hetzij bijzonder vervoer, hetzij algemeen ongeregeld vervoer.

Periode: 1992–

Product: Aantekening

Bron: Wvb 1991, art. 29, 31 en 32; Bvb 1992, art. 19 en 20

Waardering: V 5 jaar

(378)

Handeling: Het op aanvraag van de houder van een geëigend document al dan niet verlenen van een vergunningsbewijs met daarop een aantekening voor bijzonder respectievelijk algemeen ongeregeld vervoer, het op aanvraag wijzigen dan wel op aanvraag of ambtshalve doorhalen van een aantekening.

Periode: 1992–

Product: Vergunningsbewijs

Bron: Wvb 1991, art. 30–32

Waardering: V 5 jaar

(379)

Handeling: Het aanwijzen van een geëigend document van de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of van Zwitserland, t.b.v. het verrichten van beroepsvervoer op de Nederlandse binnenwateren.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Wvb 1991, art. 20, eerste lid, sub b

Waardering: V 5 jaar

Inschrijving eigen vervoer (1992– )

(380)

Handeling: Het op aanvraag of ambtshalve besluiten over de inschrijving, dan wel doorhaling van een inschrijving eigen vervoer.

Periode: 1992–

Product: Inschrijving

Bron: Wvb 1992, art. 41–43

Waardering: V 5 jaar

(381)

Handeling: Het op aanvraag verlenen van een inschrijving voor voortzetting van het eigen vervoer, in geval van overlijden of onbekwaamheid van de ingeschrevene.

Periode: 1992–

Product:

Bron: Wvb 1992, art. 45

Waardering: V 5 jaar

(382)

Handeling: Het op aanvraag van een ingeschrevene afgeven, ambtshalve wijzigen, dan wel op aanvraag of ambtshalve doorhalen van een inschrijvingsbewijs voor gebruik in het binnenschip.

Periode: 1992–

Product: Inschrijvingsbewijs

Bron: Wvb 1992, art. 46 en 47

Waardering: V 5 jaar

(383)

Handeling: Het verlenen van tussenkomst bij het sluiten van een huurovereenkomst inzake de huur van een binnenschip voor het verrichten van eigen vervoer.

Periode: 1992–

Product: Huurovereenkomst

Bron: Bvb 1992, art. 25

Waardering: V 5 jaar

6.1.1.4.4. Evenredige vrachtverdeling (beursbevrachting)

Wet Goederenvervoer Binnenvaart (1954–1992)

Inleiding

(384)

Handeling: Het geven van nadere voorschriften m.b.t. de tussenkomst bij en goedkeuring tot het sluiten van overeenkomsten voor ongeregeld vervoer door of vanwege de Rijksinspecteur.

Periode: 1954–1992

Product: Regeling van de Minister van V&W van 8 februari 1954, no. A-2/052 264/ DGV, Stcrt. 28 en 31, houdende reglement voor het sluiten van overeenkomsten van ongeregeld vervoer (Beursreglement), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij regeling van 5 oktober 1989, no. WJZ/V 923545, Stcrt. 205; Contractenregeling binnenscheepvaart 1982, Stcrt. 10.

Bron: UGB 1954, art. 84

Waardering: V 5 jaar na wijziging

Advisering

(385)

Handeling: Het aanwijzen van de organisaties van ondernemers van ongeregeld vervoer, van verladers en van tussenpersonen, die de leden van de Bevrachtingscommissie voordragen.

Periode: 1981–1992

Product:

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 5 oktober 1989, Stcrt. 205, art. 3

Waardering: V 5 jaar

(386)

Handeling: Het benoemen van de leden van de Bevrachtingscommissie, aanwijzen van een ambtenaar als voorzitter en toevoegen van een secretaris.

Periode: 1981–1992

Product:

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 5 oktober 1989, Stcrt. 205, art. 3 en 4

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(388)

Handeling: Het goedkeuren van het reglement van orde van de Bevrachtingscommissie.

Periode: 1981–1992

Product:

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 5 oktober 1989, Stcrt. 205, art. 6

Waardering: V 5 jaar na wijziging

Overdracht aan het bedrijfsleven

(390)

Handeling: Het, gehoord de Adviescommissie Goederenvervoer, besluiten over de verlening, onder door de Minister te stellen voorwaarden, dan wel weigering van een vergunning tot het oprichten van een schippersbeurs door het bedrijfsleven.

Periode: 1954–1992

Product: Verzoeken, bereidverklaringen tot verzoek, beschikkingen

Bron: WGB 1951, art. 45

Waardering: V 5 jaar

(393)

Handeling: Het, in het algemeen vervoerbelang, opdragen aan het bestuur van een bedrijfslevenbeurs tot het niet verlenen van een ontheffing van de verplichting tot het verrichten van ongeregeld vervoer krachtens een overeenkomst van vervrachting en bevrachting.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: WGB 1951, art. 45, achtste lid, sub c

Waardering: V 5 jaar

Verlenen van tussenkomst en goedkeuring

(394)

Handeling: Het vaststellen van het model van de aanvraagformulieren om scheepsruimte en om goedkeuring, van het model van het bewijs van aanmelding (sinds 1981) en van het model van de zand- en grindkaart (sinds 1976).

Periode: 1954–1992

Product: Model bewijs van aanmelding, aanvraagformulieren

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, art. 10, 19, 26d, 26j en 28

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(395)

Handeling: Het al dan niet opnemen in het register/systeem van een binnenschip, dat voor het verrichten van ongeregeld vervoer wordt aangeboden, het geven van een hoger volgnummer van opneming (tot 1981) dan wel het doorhalen van een opneming.

Periode: 1954–1992

Product: Register/systeem, bewijs van ontvangst

Bron: Beursreglement 1954, art. 9–18, 26j en 26k

Waardering: V 5 jaar

(396)

Handeling: Het al dan niet bekendmaken op de plaats van tussenkomst van een rayon van een aldaar ingediende aanvraag om scheepsruimte.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: Beursreglement 1954, art. 19–23 en 26

Waardering: V 5 jaar

(397)

Handeling: Het op toerbeurt toewijzen van een binnenschip aan de aanvrager.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: Beursreglement 1954, art. 25

Waardering: V 5 jaar

(398)

Handeling: Het, gehoord de Bevrachtingscommissie, al dan niet verlenen van goedkeuring tot het sluiten van overeenkomsten voor ongeregeld vervoer zonder tussenkomst van de Rijksinspecteur.

Periode: 1954–1992

Product: Overeenkomst van vervrachting en bevrachting

Bron: WGB 1951, art. 65, derde lid; Beursreglement 1954, art. 23, 27–28

Waardering: V 5 jaar

(399)

Handeling: Het aanmerken van sociaal-economische vervoerdersorganisaties, die een gezamenlijke aanvraag kunnen doen om goedkeuring.

Periode: 1954–1992

Product: Contractenregeling binnenscheepvaart 1982, Stcrt. 10

Bron: Beursreglement 1954, art. 27, eerste lid, onder c.

Waardering: V 5 jaar

(400)

Handeling: Het, na eventueel advies te hebben ingewonnen, al dan niet besluiten tot het toepassen van de contractenregeling.

Periode: 1981–1992

Product: Bv. Bekendmaking van de Directeur-Generaal voor het Vervoer van 15 december 1988, Stcrt. 244, inzake Verlenging werkingsduur contractregeling voor vervoer van importkolen

Bron: Contractenregeling binnenscheepvaart 1982, Stcrt. 10, div. art.

Waardering: V 5 jaar

(401)

Handeling: Het al dan niet fiatteren van een vervoersovereenkomst, door de Rijksinspecteur die de scheepsruimte heeft toegewezen of de goedkeuring heeft verleend.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: Beursreglement 1954, art. 30

Waardering: V 5 jaar

(402)

Handeling: Het al dan niet inwilligen van een verzoek van beide partijen tot wijziging van een gefiatteerde vervoersovereenkomst.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: Beursreglement 1954, art. 32

Waardering: V 5 jaar

(403)

Handeling: Het vaststellen van een vergoeding:

– te betalen aan een vergunninghouder voor een reis die geen doorgang vindt;

– te betalen aan de Rijksinspecteur i.v.m. een spoedeisende aanvraag om scheepsruimte.

Periode: 1954–1992

Product: Ministeriële regeling

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, art. 21, vijfde lid en 26

Waardering: V 5 jaar na wijziging

Scheepsbevrachters

(404)

Handeling: Het erkennen, dan wel intrekken van een erkenning van een persoon of vennootschap als scheepsbevrachter, die als tussenpersoon mag bemiddelen bij het sluiten van overeenkomsten voor ongeregeld vervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Lijst van erkende scheepsbevrachters

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, art. 38–42

Waardering: V 5 jaar

(406)

Handeling: Het, bij overlijden van een erkende scheepsbevrachter, verlenen van ontheffing van deze erkenning, ter voortzetting van het bedrijf voor bepaalde tijd.

Periode: 1954–1992

Product:

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, art. 39, tweede lid

Waardering: V 5 jaar

Tarieven, noteringen en toeslagen

(407)

Handeling: Het aanwijzen van de organisaties van ondernemers van ongeregeld vervoer en van verladers van goederen met binnenschepen, die de leden van de districts-noteringscommissie benoemen.

Periode: 1954–1981

Product:

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, zoals laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 24 maart 1975, Stcrt. 63, art. 3, derde lid

Waardering: V 5 jaar

(408)

Handeling: Het goedkeuren van de benoeming van de leden van de districts-noteringscommissie.

Periode: 1954–1981

Product:

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, zoals laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 24 maart 1975, Stcrt. 63, art. 3, derde lid

Waardering: V 5 jaar

(409)

Handeling: Het aanwijzen van een ambtenaar als voorzitter van de districts-noteringscommissie.

Periode: 1954–1981

Product:

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, zoals laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 24 maart 1975, Stcrt. 63, art. 3

Waardering: V 10 jaar na einde aanwijzing

(413)

Handeling: Het geven van richtlijnen aan de Rijksinspecteur betreffende de vaststelling van de vergoeding in verband met ijsrisico.

Periode: 1981–1992

Product: IJsrisicoregeling 1986, Stcrt. 42, sedertdien gewijzigd

Bron: Tarief Ongeregeld Goederenvervoer Binnenscheepvaart 1981, Stcrt. 209, sindsdien gewijzigd, art. 18, eerste lid; Tarief vervoer van zand en grind 1983, Stcrt. 232, art. 7

Waardering: V 5 jaar

Wet openbare aankondiging Noord-Zuid-vervoer

(414)

Handeling: Het aanwijzen van soorten van vervoer, welke van de verplichting tot aanmelding van gegevens ter openbare aankondiging zijn uitgesloten.

Periode: 1983–1987

Product: Ministeriële regeling

Bron: Wet openbare aankondiging Noord-Zuid-vervoer 1983, art. 3

Waardering: V 10 jaar

(415)

Handeling: Het zorgdragen voor de openbare aankondiging van gegevens m.b.t. het Noord-Zuid-vervoer.

Periode: 1983–1987

Product:

Bron: Wet openbare aankondiging Noord-Zuid-vervoer 1983, art. 4, eerste lid

Waardering: V 5 jaar

(416)

Handeling: Het stellen van nadere regels omtrent de plaats waar en de wijze waarop de openbare aankondiging van gegevens plaats dient te vinden.

Periode: 1983–1987

Product: Ministeriële regeling

Bron: Wet openbare aankondiging Noord-Zuid-vervoer 1983, art. 4, tweede lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(417)

Handeling: Het voorzien van een openbare aankondiging van een kenmerk.

Periode: 1983–1987

Product:

Bron: Wet openbare aankondiging Noord-Zuid-vervoer 1983, art. 6, eerste lid

Waardering: V 5 jaar

(418)

Handeling: Het vaststellen van het model van de verklaring, waaruit blijkt dat een vervoersovereenkomst van een kenmerk van openbare aankondiging is voorzien.

Periode: 1983–1987

Product: Verklaring

Bron: Wet openbare aankondiging Noord-Zuid-vervoer 1983, art. 6, tweede en derde lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

Wet vervoer binnenvaart (1992–) en Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer (1996–2000)

Inleiding

(419)

Handeling: Het, gehoord de Bevrachtingscommissie, bij Ministeriële regeling geven van nadere regels omtrent beheer, tarieven, organisatie en uitvoering van het vrachtverdelingsstelsel inzake ongeregeld vervoer.

Periode: 1993–

Product: Vrachtverdelingsregeling 1992, Stcrt. 248, zoals gewijzigd bij Ministeriële regeling 1993, Stcrt. 40; Tariefregeling goederenvervoer binnenvaart 1992, Stcrt. 248, zoals gewijzigd bij Ministeriële regeling 1993, Stcrt. 40.

Bron: Wvb 1991, art. 39; Bvb 1992, art. 21

Waardering: B1

(420)

Handeling: Het bij Ministeriële regeling geven van nadere regels omtrent vorm, inhoud en procedure m.b.t. het verlenen van ontheffingen en vrijstellingen in het ongeregeld vervoer.

Periode: 1993–

Product: Vrachtverdelingsregeling 1992, Stcrt. 248, zoals gewijzigd bij Ministeriële regeling 1993, Stcrt. 40

Bron: Wvb 1991, art. 37; Bvb 1992, art. 23 en 24

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(422)

Handeling: Het bij Ministeriële regeling geven van nadere regels omtrent wijze van beheer en uitvoering van het vrachtverdelingsstelsel inzake Noord-Zuid-vervoer.

Periode: 1993–

Product: Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, Stcrt. Opmerking: Het betreft hier ook regels omtrent (afwijkende, vrijelijk overeen te komen tarieven en voorwaarden voor) bepaalde vormen van vervoer, uitgevoerd door een samenwerkingsverband, en omtrent de te volgen procedure. Het eventueel aanwijzen van niet-genoemde andere vormen van vervoer met afwijkende tarieven en voorwaarden gebeurt, gehoord de door de Minister aangewezen organisaties, op voorstel van organisaties van vervoerders of verladers.

Bron: TWNZ 1995, art. 16, 18-20; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 22

Waardering: B1

Advisering

(423)

Handeling: Het instellen van een Bevrachtingscommissie.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, Stcrt. 248; Regeling instelling Bevrachtingscommissie 1992, Stcrt. 248, zoals laatstelijk gewijzigd bij Ministeriële regeling 1993, Stcrt. 40, art. 1

Waardering: V 10 jaar

(424)

Handeling: Het aanwijzen van de organisaties van ondernemers van ongeregeld vervoer, van verladers en van tussenpersonen, die de (plaatsvervangende) leden van de Bevrachtingscommissie voordragen.

Periode: 1993–

Product:

Opmerking: De aangewezen organisaties van ondernemers zijn:

– Algemeene Schippers Vereeniging;

– Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart;

– Chr. Bond van Ondernemers in de Binnenvaart;

– Duwbakkenvereniging;

– Federatie van Schippersbonden;

– Onafhankelijke Nederlandse Schippersvakbond.

De aangewezen organisaties van verladers alsmede van tussenpersonen zijn:

– Ondernemers Organisatie voor Logistiek & Transport EVO;

– Koninklijke Vereniging Het Comité van Graanhandelaren;

– Federatie van Nederlandse Expediteursorganisaties FENEX;

– Vereeniging van Nederlandsche Makelaars in Scheepsvrachten.

De Minister hoort deze organisaties over een voorstel tot aanwijzing van een organisatie.

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, Stcrt. 248, art. 3, tweede lid en bijlage B

Waardering: V 5 jaar

(425)

Handeling: Het aanwijzen van de leden van de Bevrachtingscommissie, waaronder een ambtenaar als voorzitter en als plaatsvervangend voorzitter.

Periode: 1993–

Product: Regeling benoeming leden Bevrachtingscommissie 1993, Stcrt. 40

Bron: Regeling instelling Bevrachtingscommissie 1992, Stcrt. 248, zoals laatstelijk gewijzigd bij Ministeriële regeling 1993, Stcrt. 40, art. 3

Waardering: V 10 jaar na einde aanwijzing

(427)

Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van de leden van de Commissie van onafhankelijke deskundigen voor de duur van de werking van de wet.

Periode: 1996–2000

Product:

Bron: TWNZ 1995, art. 17

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(428)

Handeling: Het verantwoordelijkheid dragen voor het beheer van de bescheiden van de commissie.

Periode: 1996–2000

Product:

Bron: TWNZ 1995, art. 17, zevende lid

Waardering: V 5 jaar

(430)

Handeling: Het goedkeuren van het reglement betreffende haar werkwijze en van de jaarlijkse begroting van de Commissie van onafhankelijke deskundigen.

Periode: 1996–2000

Product:

Bron: TWNZ 1995, art. 17, achtste lid

Waardering: V 5 jaar

(431)

Handeling: Het vaststellen en uitkeren van de vergoeding van de leden van de Commissie van onafhankelijke deskundigen

Periode: 1996–2000

Product:

Bron: TWNZ 1995, art. 17, negende lid

Waardering: V 10 jaar

Verlenen van tussenkomst

(433)

Handeling: Het vaststellen van het model van het bewijs van aanmelding en het bewijs van ontvangst, van het model van de aanvraagformulieren om scheepsruimte (voor periodevervoer) en om ontheffing, het model reflecteren op aanvraag om scheepsruimte voor periodevervoer, modellen charter en het model gegevensverschaffing.

Periode: 1993–

Product: Model bewijs van aanmelding/ontvangst, aanvraagformulieren, etc.

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, div. art.; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 27

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(434)

Handeling: Het op de plaats van tussenkomst bijhouden van een schepenlijst voor ongeregeld respectievelijk Noord-Zuid-vervoer, door middel van opname dan wel doorhaling van binnenschepen die aangeboden worden voor het verrichten desbetreffend vervoer.

Periode: 1993–

Product: Schepenlijst ongeregeld vervoer, schepenlijst Noord-Zuid-vervoer, bewijs van ontvangst

Bron: Wvb 1991; Bvb 1992; Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 6-16; TWNZ 1995, art. 7–10; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 2–10

Waardering: B5

(435)

Handeling: Het op de plaats van tussenkomst en de daarbij behorende plaats(en) van samenkomst van een rayon bekend maken van een aldaar door een verlader of scheepsbevrachter ingediende aanvraag om scheepsruimte.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Wvb 1991; Bvb 1992; Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 18, 23–24, 26–27; TWNZ 1995, art. 11; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 12–15, 19

Waardering: V 5 jaar

(436)

Handeling: Het op toerbeurt toewijzen van een binnenschip, ten aanzien waarvan door of vanwege een vergunninghouder op een aanvraag is gereflecteerd, aan de aanvrager.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 19, 22 en 27; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid 1995, art. 14

Waardering: V 5 jaar

(437)

Handeling: Het op aanvraag van een verlader of scheepsbevrachter verlenen van ontheffing van het verbod op zowel het sluiten van vervoerovereenkomsten tot, alsmede het verrichten van algemeen ongeregeld vervoer dan wel Noord-Zuid-vervoer zonder tussenkomst van de Rijksinspecteur.

Periode: 1993–

Product: Beschikking

Opmerking: Dit is mogelijk, indien een doelmatige vervoersvoorziening dit vereist en indien het een billijke en doelmatige verdeling van de aangeboden goederen niet onevenredig bemoeilijkt.

Dit kan onder beperkingen gebeuren; aan deze beperkingen kunnen voorschriften worden verbonden.

Bron: Wvb 1991, art. 37; Bvb 1992, art. 23; Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 29; TWNZ 1995, art. 21 en 23; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 13a en 19

Waardering: V 5 jaar

(438)

Handeling: Het, gehoord de Bevrachtingscommissie, al dan niet verlenen, (verzoeken tot) wijzigen, dan wel intrekken van een vrijstelling van het verbod op zowel het sluiten van vervoerovereenkomsten tot, alsmede het verrichten van algemeen ongeregeld vervoer dan wel Noord-Zuid-vervoer zonder tussenkomst van de Rijksinspecteur.

Periode: 1993–

Product: Beschikking

Bron: Wvb 1991, art. 37; Bvb 1992, art. 24; Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 30–39; TWNZ 1995, art. 22 en 23

Waardering: V 5 jaar

(439)

Handeling: Het al dan niet fiatteren van een vervoersovereenkomst op de plaats van tussenkomst of samenkomst waar de aanvraag om scheepsruimte is toegewezen, toegekend dan wel ontheffing verleend.

Periode: 1993–

Product: Gewaarmerkte charterpartij en afschriften

Bron: Vrachtverdelingsregeling, art. 41; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 17

Waardering: V 5 jaar

(440)

Handeling: Het, gehoord de Commissie van onafhankelijke deskundigen, al dan niet goedkeuren van ontwerp-overeenkomsten voor bepaalde vormen van Noord-Zuid-vervoer onder afwijkende tarieven en voorwaarden, alsmede voorstellen tot toewijzing van scheepsruimte door vrije inschrijving.

Periode: 1995–

Product: Beschikking

Bron: TWNZ 1995, art. 18-20; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 24 en 25

Waardering: V 5 jaar

Scheepsbevrachters

(441)

Handeling: Het instellen van een Commissie van Advies omtrent de geschiktheid als scheepsbevrachter.

Periode: 1993–

Product: Regeling Instelling Adviescommissie omtrent geschiktheid als scheepsbevrachter van 15 december 1992, Stcrt. 248

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 48, eerste lid

Waardering: V 10 jaar

(442)

Handeling: Het aanwijzen van de (plaatsvervangende) leden van de Commissie van Advies omtrent de geschiktheid als scheepsbevrachter, waaronder een onafhankelijke functionaris als voorzitter.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Regeling Instelling Adviescommissie omtrent geschiktheid als scheepsbevrachter 1992, art. 4

Waardering: V 10 jaar na einde aanwijzing

(445)

Handeling: Het aanwijzen van een verklaring, als bedoeld in art. 7, derde lid, van de Richtlijn 82/470/EEG van 29 juni 1982, die dient ten bewijs van het voldoen aan de eis van vakbekwaamheid als scheepsbevrachter.

Periode: 1993–

Product: Bijlage bij Vrachtverdelingsregeling

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 43, derde lid; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 19

Waardering: V 5 jaar

(446)

Handeling: Het, door middel van opname dan wel ambtshalve of op aanvraag doorhaling, bijhouden van een lijst van scheepsbevrachters, die als tussenpersoon mogen bemiddelen bij het sluiten van overeenkomsten voor ongeregeld vervoer.

Periode: 1993–

Product: Lijst van bevoegde scheepsbevrachters

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 43–44; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 19

Waardering: B5

(447)

Handeling: Het, ingeval van overlijden, lichamelijke ongeschiktheid of wettelijke onbekwaamheid, op aanvraag van erfgenaam of gemachtigde, handhaven van een scheepsbevrachter op de lijst voor ten hoogste één jaar.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 46–47; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 19

Waardering: V 5 jaar

Tarieven en toeslagen

(448)

Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen:

– verschuldigd door de vergunninghouder aan de Minister voor het verlenen van tussenkomst, ontheffing en vrijstelling;

– te betalen door de verlader/scheepsbevrachter aan de Minister i.v.m. een spoedeisende aanvraag om scheepsruimte;

– te betalen door de verlader/scheepsbevrachter aan een vergunninghouder voor een reis die geen doorgang vindt.

Periode: 1993–

Product: Bijlagen Vrachtverdelingsregeling

Bron: Wvb 1991, art. 38; Bvb 1992, art. 21; Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 24, tweede lid, art. 25, derde lid, art. 42; TWNZ 1995, art. 24 en 25; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 12, derde en vierde lid en art. 15, tweede lid

Waardering: V 5 jaar

(449)

Handeling: Het, gehoord de Bevrachtingscommissie, inzake het meelaadtarief vaststellen van de minimale omvang van de grotere partij, van de onder- en bovengrens van de mee te laden partij, alsmede van het percentage waarmee het reguliere tarief wordt verminderd om te komen tot het meelaadtarief.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Tariefregeling goederenvervoer binnenvaart 1992, art. 1, onderdeel q

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(450)

Handeling: Het vaststellen van het tarief, indien het vervoer betreft vanaf een laad- of naar een losplaats, die niet in de bij de regeling behorende bijlage zijn genoemd.

Periode: 1993–

Product: Beschikking

Bron: Tariefregeling goederenvervoer binnenvaart 1992, art. 2, zesde lid en art. 19, vijfde lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(451)

Handeling: Het vaststellen van een toeslag voor die goederen die niet in de bijlage worden genoemd en:

– gevaarlijk of giftig zijn;

– overlast veroorzaken door stank, vuil of de aanwezigheid van ongedierte; en

– extra werkzaamheden of kosten veroorzaken.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Tariefregeling goederenvervoer binnenvaart 1992, art. 9, vijfde lid; Tijdelijke tariefregeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 6, zevende lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(452)

Handeling: Het, gehoord de Bevrachtingscommissie, vaststellen van toeslagen en kortingen met betrekking tot extra vaar- en oponthoudskosten en kosten i.v.m. laden en lossen, en van compensatie voor overige extra kosten.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Tariefregeling goederenvervoer binnenvaart 1992, art. 9, vijfde lid; Tijdelijke tariefregeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 8

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(453)

Handeling: Het, gehoord de Bevrachtingscommissie, vaststellen van bijzondere tarieven (o.a. meelaadtarieven en tarieven voor meerdere reizen), tarieven m.b.t. niet vrijgesteld vervoer en tarieven m.b.t. periodevervoer.

Periode: 1993–

Product: Diverse tariefregelingen, bv. Tarief meelaadregeling kolenvervoer Terneuzen Borsele, Tariefregeling binnenbeursgedeelte kolenvervoer elektriciteitscentrales, Regeling tarief periodevervoer van containers tussen Rotterdam en Born.

Bron: Tariefregeling goederenvervoer binnenvaart 1992, art. 16, 17 en 33; Tijdelijke tariefregeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 12

Waardering: V 5 jaar na wijziging

6.1.1.4.5. Uitvoering sloopregelingen

Inleiding

(454)

Handeling: Het, mede in Europees verband, voorbereiden, vaststellen en evalueren van het capaciteitsbeleid ten aanzien van het goederenvervoer met binnenschepen.

Periode: 1945–

Product: (Europese) sloopregelingen, bedrijfsbeëindigingsregelingen

Bron: V&W/DGV, Werkprogramma G 1996, p. 78

Waardering: B1

Wet Goederenvervoer Binnenvaart (WGB), 1954–1992

(455)

Handeling: Het instellen van een commissie van advies, die adviseert inzake de noodzaak van capaciteitsbeperking.

Periode: 1954–1992

Product: Commissie Binnenscheepvaart

Bron: WGB 1951, art. 46

Waardering: B 4

Sloopuitkering bij bedrijfsbeëindiging

(457)

Handeling: Het in geval van bedrijfsbeëindiging op aanvraag al dan niet toekennen en vaststellen van een sloopuitkering.

Periode: 1968–

Product:

Bron: Sloopregeling Binnenvaart 1968, Stcrt. 162, en 1976, Stcrt. 80, art. 3 en 4; Sloopregeling Binnenvaart 1980; Sloopregeling Binnenvaart 1987, Stcrt. 158; Sloopregeling sleep-, duw-, of duwsleepboten 1990, Stcrt. 156, art. 2–7

Waardering: V 10 jaar

Wet sloopregeling binnenvaart (WSB), 1977

(458)

Handeling: Het benoemen en ontslaan van de leden, en uit hun midden een voorzitter, van de Adviescommissie Sloopregeling Binnenvaart.

Periode: 1977–

Product:

Bron: WSB 1976, art. 15

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(460)

Handeling: Het bepalen van de vorm en inhoud van de aanmelding van een binnenschip en het uitreiken van een bewijs van aanmelding resp. van registratie.

Periode: 1977–1992

Product: Beschikking van 14 januari 1977, Stcrt. 29, tot vaststelling van het formulier voor registratie ingevolge de WSB

Bron: WSB 1976, art. 7

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(461)

Handeling: Het bepalen van de gevallen waarin een binnenschip anders dan door sloop blijvend aan de vloot wordt onttrokken.

Periode: 1985–

Product:

Bron: WSB 1976, zoals gewijzigd bij wet van 9 mei 1985, Stb. 296, art. 3, eerste lid, onder b

Waardering: V 5 jaar

(462)

Handeling: Het, gehoord de Adviescommissie Sloopregeling Binnenvaart en in overeenstemming met de Minister van Financiën, eventueel verlengen dan wel heropenen van de termijn, waarbinnen een verzoek om sloopuitkering moet worden ingediend.

Periode: 1977–

Product:

Bron: WSB 1976, art. 4, eerste lid

Waardering: V 5 jaar

(463)

Handeling: Het behandelen van een sloopaanvraag en het al dan niet toekennen en betalen van een sloopuitkering.

Periode: 1977–1990

Product: Sloopaanvraag, beschikking inz. Sloopuitkering

Bron: WSB 1976, art. 3, 5 en 6; Besluit sloopregeling binnenvaart 1986, art. 5

Waardering: V 10 jaar

(464)

Handeling: Het heffen en invorderen, dan wel verlenen van vrijstelling of vermindering van de bijdrage:

– tot 1986 t.b.v. de betaling van sloopuitkeringen;

– vanaf 1986 voor het verrichten van onderzoek naar de capaciteit van de binnenvloot en op grond daarvan voor eventuele sloopuitkeringen.

Periode: 1977–1990

Product: Aanslag

Bron: WSB 1976, art. 9–13; Besluit sloopregeling binnenvaart 1976 en 1986

Waardering: V 10 jaar

(465)

Handeling: Het bestemmen van een bij wet vast te stellen bedrag, dat niet lager is dan de geïnde bijdragen, voor het doen van sloopuitkeringen.

Periode: 1977–

Product:

Bron: WSB 1976, art. 14

Waardering: V 10 jaar

Wet structurele sanering binnenvaart (WSSB), 1990

(466)

Handeling: Het plegen van overleg omtrent het beheer van het sloopfonds met door de Minister aan te wijzen representatieve organisaties op het terrein van de binnenvaart.

Periode: 1990–

Product:

Bron: WSSB 1990, art. 3

Waardering: V 5 jaar

(467)

Handeling: Het geven van voorschriften m.b.t. het indienen van een aanvraag om en het ontvangen van een sloopuitkering.

Periode: 1990–

Product: Ministeriële regeling, bv. Regeling aanvraag sloopuitkering structurele sanering binnenvaart 1989, Stcrt. 240, in 1990 vervangen door; Regeling structurele sanering binnenvaart 1990, Stcrt. 43, in 1993 vervangen door; Regeling structurele sanering binnenvaart 1993, Stcrt. 151, sindsdien gewijzigd

Bron: WSSB 1990, art. 4, tweede lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(468)

Handeling: Het heffen van de (speciale) bijdragen t.b.v. de betaling van sloopuitkeringen.

Periode: 1990–

Product: Aanslag

Bron: WSSB 1990, art. 4, eerste lid; Regeling structurele sanering binnenvaart 1990, art. 2, 11 en 14, eerste lid; Regeling structurele sanering binnenvaart 1993, art. 2, 8 en 11, eerste lid

Waardering: V 10 jaar

(469)

Handeling: Het invorderen en verantwoorden van de (speciale) bijdragen t.b.v. de betaling van sloopuitkeringen.

Periode: 1990–

Product: Bewijs van betaling

Bron: WSSB 1990, art. 4, eerste lid; Regeling structurele sanering binnenvaart 1990, art. 3 en 14, tweede lid; Regeling structurele sanering binnenvaart 1993, art. 3 en 11, tweede lid

Waardering: V 10 jaar

(470)

Handeling: Het behandelen van een sloopaanvraag en het al dan niet toekennen en uitbetalen van een sloopuitkering.

Periode: 1990–

Product: Sloopaanvraag, beschikking inz. sloopuitkering

Bron: WSSB 1990, art. 4; Regeling structurele sanering binnenvaart 1990, art. 4–6, 11; Regeling structurele sanering binnenvaart 1993, art. 4–6, 8

Waardering: V 10 jaar

(471)

Handeling: Het namens en op kosten van de eigenaar laten slopen van een binnenschip, dat in afwachting van sloop uit de vaart is genomen, maar niet voor 1 december 1992 is gesloopt.

Periode: 1990–

Product:

Bron: WSSB 1990, art. 7, tweede lid

Waardering: V 10 jaar

(472)

Handeling: Het verstrekken van informatie aan de Europese Commissie over de ontwikkeling van de lopende sloopactie.

Periode: 1990–

Product:

Bron: Verordening (EEG) nr. 1101/89 van de Raad van 27 april 1989 (Pb EG L 116/25) inzake de structurele sanering van de binnenvaart, sindsdien gewijzigd, art. 10, tweede lid; Verordening (EEG nr. 1102/89 van de Commissie van 27 april 1989 (Pb EG L 116/30) ter vaststelling van een aantal uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1101/89 van de Raad, art. 6, derde lid, 7, derde lid en 10

Waardering: B 3

Regeling oud-voor-nieuw in de Europese binnenvaart

(473)

Handeling: Het vaststellen van het model van het aanmeldingsformulier t.b.v. de verplichte melding bij de RVI van in de vaart te brengen vaartuigen.

Periode: 1989–

Product:

Bron: Regeling oud-voor-nieuw in Europese binnenvaart 1989, art. 2 en 3

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(474)

Handeling: Het, binnen de gestelde kaders, zorgdragen voor een goede uitvoering van de regeling oud-voor-nieuw in de Europese binnenvaart.

Periode: 1989–

Product:

Bron: Regeling oud-voor-nieuw in Europese binnenvaart 1989, art. 4

Waardering: B5

Wet vervoer binnenvaart (Wvb), 1991–

(475)

Handeling: Het aanwijzen van een organisatie werkzaam op het terrein van de binnenvaart, die kan verzoeken om capaciteitsbeperkende maatregelen.

Periode: 1992

Product: Ministeriële regeling

Bron: Wvb 1992, art. 4

Waardering: V5 jaar

Bedrijfsbeëindigingsregeling binnenvaart

(476)

Handeling: Het op aanvraag al dan niet verstrekken van een uitkering aan een ondernemer terzake van het beëindigen van een onderneming.

Periode: 1996–1998

Product:

Bron: Bedrijfsbeëindigingsregeling binnenvaart 1995, art. 2–12

Waardering: V 10 jaar

6.1.1.4.6. Stimulering

Algemeen

(478)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleids/subsidieregelingen en programma’s ter stimulering van projecten en experimenten op het gebied van het goederenvervoer over de binnenwateren.

Periode: 1995–

Product: Tijdelijke Beleidsregeling Bijdragen Vaarwegaansluitingen 1995, Stcrt. 247; Subsidieregeling schipperszorg binnenvaart 1996, Stcrt. 91; Tijdelijke subsidieregeling samenwerkingsverbanden binnenvaart 1995, Stcrt. 1996/2

Bron: V&W/DGV, Werkprogramma G, p. 63–64; V&W/DGV, Transport in balans, p. 31

Waardering: B1

Infra- en suprastructuur

(479)

Handeling: Het leveren van met name financiële bijdragen aan de aanleg en verbetering van het hoofdvaarwegennet (MIT).

Periode: 1994–

Product:

Bron: Inl. dhr. drs. p. van Dalen (DGG/Vervoer)

Waardering: B5

(480)

Handeling: Het beoordelen en beslissen over aanvragen voor bijdragen uit het Infrastructuurfonds ten behoeve van vaarwegaansluitingen op/naar bedrijfs- of haventerreinen.

Periode: 1996–2000

Product: Beschikkingen o.b.v. ingediende gegevens betreffende:

– onderbouwing van het project;

– overzicht van de financiering van het project;

– overzicht van alle voorbereidende maatregelen;

– opgave van jaar van voltooiing project;

– de vervoersgarantie inz. hoeveelheid goederen, die aanvrager via de aansluiting moet overslaan;

– gegevens en bescheiden art. 4 Besluit Infrastructuurfonds.

Bron: Besluit Infrastructuurfonds; Tijdelijke Beleidsregeling Bijdragen Vaarwegaansluitingen 1996

Waardering: B5

(481)

Handeling: Het betaalbaar stellen en uitoefenen van (financieel) toezicht op de besteding van de rijksbijdragen ten behoeve van vaarwegaansluitingen.

Periode: 1996–2000

Product:

Bron: TBBV, art. 9 en 10

Waardering: B5

(482)

Handeling: Het evalueren van de beleidsregeling inzake doelmatigheid en doeltreffendheid.

Periode: 2001

Product: Evaluatierapport

Bron: TBBV, art. 14

Waardering: B2

Voorlichting en promotie

(483)

Handeling: Het (mede-)subsidiëren en ondersteunen van voorlichtingsprojecten ter stimulering van de binnenvaart.

Periode: 1989–

Product: Projecten:

– Bureau Voorlichting Binnenvaart

Bron: V&W/DGV, Werkprogramma G 1996, p. 100

Waardering: V 7 jaar: rest

Technische en logistieke innovatie

(484)

Handeling: Het initiëren, subsidiëren, begeleiden en evalueren van stimulerings(deel-) en ontwikkelingsprojecten ter bevordering van innovaties in de binnenvaart.

Periode: 1990–

Product: Pilots, haalbaarheidsstudies, steunregelingen, workshops, samenwerkingsverbanden, etc.

Opmerking: Het kan daarbij ook gaan om projecten die door een andere bestuurslaag worden gestart, zoals het project STIGOWA (Stimuleren Goederenvervoer over Water) van het IPO, dat door V&W wordt medegefinancierd.

– Van Duursen- projecten:

– onderzoek prof. Wijnolst;

– geautomatiseerde overslag (Barge Express);

– Container Uitwisselpunt Binnenvaart (CUB).

Bron: Notitie Goederenvervoer, Tweede Kamer, vergaderjaar 1993–1994, 23 709, nr. 1, p. 15–16; V&W/ DGV, Werkprogramma G 1996, p. 79 en 93; V&W/DGV, Transport in balans, september 1996; V&W/DGV, Plan van aanpak Stimuleren Binnenvaart (interne nota) 1997; Inl. mw. ir. N. Bagchus-Winkel en dhr. E. Withaar (DGV/G), 4 september 1997.

Waardering: V 10 jaar

Organisatie aanbodkant

(485)

Handeling: Het initiëren, subsidiëren, begeleiden en evalueren van stimuleringsprojecten ter verbetering van de dienstverlening van de binnenvaart.

Periode: 1990–

Product: Haalbaarheidsstudies, steunregelingen, cursussen etc.

Voorbeelden van projecten zijn:

– B-RIL inz. Samenwerking stuwadoors en binnenvaart ter verbetering afhandeling containerbinnenvaart in Rotterdamse haven;

– Albeda-projecten (zie onder);

– BMB (zie onder).

Bron: V&W/DGV, Directieplan Goederenvervoer 1997–2001, 1996, p. 27; V&W/DGV, Werkprogramma G 1996, p. 79 en 93; V&W/DGV, Transport in balans, september 1996; V&W/DGV, Plan van aanpak Stimuleren Binnenvaart (interne nota) 1997; Inl. mw. ir. N. Bagchus-Winkel en dhr. E. Withaar (DGV/G), 4 september 1997.

Waardering: V 10 jaar

(486)

Handeling: Het kwalificeren van een overeenkomst voor het vervoer van lading als milieutransport.

Periode: 1993–

Product: Beschikking

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, Stcrt. 248, art. 42, zesde lid; Tariefregeling goederenvervoer binnenvaart 1992, art. 2, tweede lid, onderdeel c en art. 15, derde lid, onderdeel c en vierde lid, onderdeel c; TWNZ 1995, art. 25, tweede lid

Waardering: V 5 jaar

(487)

Handeling: Het beoordelen en beslissen over subsidieaanvragen ten behoeve van oprichting en functioneren van samenwerkingsverbanden in de binnenvaart.

Periode: 1996–

Product: Beschikkingen o.b.v. gegevens en bescheiden:

– ondernemingsplan;

– afschrift van oprichtingsakte dan wel statuten;

– bewijs van inschrijving Kamer van Koophandel;

– verklaring van aangeslotenen omtrent inbreng bedrag ten minste gelijk aan subsidie;

– eventuele andere gegevens en bescheiden.

Bron: Tijdelijke subsidieregeling samenwerkingsverbanden 1995

Waardering: V 10 jaar

(488)

Handeling: Het betaalbaar stellen en uitoefenen van (financieel) toezicht op de besteding van de rijksbijdragen ten behoeve van samenwerkingsverbanden.

Periode: 1996–

Product:

Bron: Tijdelijke subsidieregeling samenwerkingsverbanden 1995, art. 15 en 16

Waardering: V 10 jaar

(489)

Handeling: Het evalueren van de subsidieregeling inzake doeltreffendheid en effecten.

Periode: 2000

Product: Evaluatierapport

Bron: Tijdelijke subsidieregeling samenwerkingsverbanden 1995, art. 17

Waardering: B2

Milieu

(490)

Handeling: Het initiëren, (mede-)subsidiëren, begeleiden en evalueren van projecten ter stimulering van de milieuvriendelijkheid van de binnenvaart.

Periode: 1990–

Product: Projecten:

Stichting Afvalstoffen Binnenvaart (1994–1997)

voorlichting d.m.v. folder V&W/DGV, ‘Energiebesparing Binnenvaart’, z.j., Den Haag.

Bron: V&W/DGV, Werkprogramma G 1996, p. 94

Waardering: V 10 jaar

Welzijn

(491)

Handeling: Het, gehoord de betrokken instelling, beoordelen en beslissen over subsidieaanvragen ten behoeve van schipperszorg in de binnenvaart.

Periode: 1996–

Product: Beschikkingen o.b.v.:

– begroting van inkomsten en uitgaven;

– werkplan.

Bron: Subsidieregeling schipperszorg binnenvaart 1996

Waardering: V 10 jaar

(492)

Handeling: Het betaalbaar stellen en uitoefenen van (financieel) toezicht op de besteding van de rijksbijdragen ten behoeve van de schipperszorg.

Periode: 1996–

Product:

Bron: Subsidieregeling schipperszorg binnenvaart 1996, art. 13 en 14

Waardering: V 10 jaar

(493)

Handeling: Het evalueren van de subsidieregeling inzake doeltreffendheid en effecten.

Periode: 1999

Product: Evaluatierapport

Bron: Subsidieregeling schipperszorg binnenvaart 1996, art. 15

Waardering: B2

6.1.1.4.7. Beroep en bezwaar

Op grond van Wet Goederenvervoer Binnenvaart (1954–1992)

(494)

Handeling: Het geven van advies in het kader van de voorbereiding van een Kroonbeslissing inzake beroep, ingesteld tegen een op grond van de WGB genomen beschikking van de CVG/CVV of van een instantie waaraan bevoegdheden van de CVG/CVV zijn overgedragen.

Periode: 1945–1984

Product:

Bron: WGB 1951, art. 53

Waardering: B 3

(497)

Handeling: Het, gehoord de beroepscommissie, beslissen in een beroep, ingesteld tegen een op grond van de WGB genomen beschikking van de Voorzitter van de CVG/CVV, de Rijksinspecteur, of een instantie waaraan bevoegdheden van de CVG/CVV zijn overgedragen, dan wel beslissing tot ontheffing van het bestuur van een schippersbeurs.

Periode: 1954–1984

Product: Beschikking

Bron: WGB 1951, art. 55

Waardering: V 5 jaar

(498)

Handeling: Het al dan niet verstrekken van inlichtingen en het zich verweren inzake een beroep, ingesteld tegen een op grond van de WGB genomen beschikking.

Periode: 1984–1992

Product: Verweerschrift, conclusie van dupliek, verzoekschrift e.d.

Bron: Wet administratieve rechtspraak bedrijfsorganisatie 1954, Stb. 416, diverse art.

Waardering: V 5 jaar

Op grond van Wet structurele sanering binnenvaart 1990 (WSSB), Wet vervoer binnenvaart 1991 (Wvb) en Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer (TWNZ) 1995

(500)

Handeling: Het, gehoord de indiener van het bezwaarschrift en de examencommissie resp. het bestuur van de Stichting Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheepvaart, beslissen op een bezwaarschrift ingediend tegen een beslissing van de commissie m.b.t. de uitslag van een examen, dan wel een beslissing van de commissie resp. bestuur m.b.t. de uitsluiting van het examen.

Periode: 1992–

Product: Beschikking

Bron: Regeling vergunningsverlening vervoer 1992, art. 3

Waardering: V 5 jaar

(501)

Handeling: Het, gehoord de indiener en de commissie, beslissen op een bezwaarschrift, ingediend tegen een beslissing van de Commissie van Advies omtrent de geschiktheid als scheepsbevrachter.

Periode: 1993–

Product: Beschikking

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 49

Waardering: V 5 jaar

(502)

Handeling: Het beschikken op een bezwaarschrift ingediend tegen een besluit van de Minister dat op grond van de WSSB, Wvb of Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer is genomen.

Periode: 1994–

Product: Beschikking

Bron: RVI Jaarverslag 1994, p. 30; WSSB 1990; Wvb 1992; TWNZ 1995

Waardering: V 5 jaar

(503)

Handeling: Het al dan niet verstrekken van inlichtingen en het zich verweren inzake een beroep, ingesteld tegen een op grond van de WSSB, Wvb of TWNZ genomen beschikking.

Periode: 1990–

Product: Verweerschrift, conclusie van dupliek, verzoekschrift e.d

Bron: Wet administratieve rechtspraak bedrijfsorganisatie 1954, Stb. 416, diverse art., gewijzigd bij wet van 16 december 1993, o.a. de citeertitel in Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie

Waardering: V 5 jaar

6.1.1.4.8. Handhaving

Inleiding

(505)

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren, die belast zijn met het opsporen van bij wet strafbaar gestelde feiten.

Periode: 1977–

Product: Ministeriële regeling, bv. Regeling aanwijzing met toezicht belaste ambtenaren 1992, Stcrt. 147

Bron: WSB 1976, art. 18; WSSB 1990, art. 12; Wvb 1991, art. 60, eerste lid, onder c; TWNZ 1995, art. 26

Waardering: V 10 jaar na einde aanwijzing

(506)

Handeling: Het eventueel geven van richtlijnen m.b.t. de uitoefening van het toezicht, dat door de aangewezen ambtenaren wordt uitgeoefend op de naleving van de binnenvaartwetgeving.

Periode: 1990–

Product:

Bron: WSSB 1990, art. 12, tweede lid; Wvb 1991, art. 60, tweede lid; TWNZ 1995, art. 26

Waardering: B5

Handhaving door de RVI

(507)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de vervoerwetgeving houden van controles van binnenvaartschepen:

– staandehoudingen zonder overtredingen;

– overtredingen zonder proces-verbaal;

– processen-verbaal;

– processen-verbaal met dwangmaatregelen (bv. vaarverboden)

– waarschuwingsbrieven (sinds 1992).

Periode: 1945–

Product:

Bron: WSSB 1990, art. 12; Wvb 1991; RVI, Jaarverslag 1992 en 1996

Waardering: V 5 jaar

(508)

Handeling: Het eventueel uitoefenen van controle op de sloop van het binnenschip, waarvoor een sloopuitkering op grond van de WSB is aangevraagd.

Periode: 1977–1990

Product:

Bron: WSB 1976, art. 4, vierde lid: Besluit sloopregeling binnenvaart 1986, art. 4

Waardering: V 5 jaar

(509)

Handeling: Het toezicht houden op de daadwerkelijke sloop van een binnenschip en het op grond daarvan afgeven van een sloopverklaring.

Periode: 1990–

Product:

Bron: WSSB 1990, art. 12; Verordening (EEG) no. 1101 /89 van de raad van 27 april 1989 (Pb EG L 116/ 25) betreffende de structurele sanering van de binnenvaart; Regeling structurele sanering binnenvaart 1990, art. 8 en 1993, art. 11; RVI, Controleresultaten 1990, p. 43; Sloopregeling sleep-, duw- of duwsleepboten 1990, Stcrt. 156

Waardering: V 5 jaar

(510)

Handeling: Het eventueel bij dwangbevel invorderen van de kosten, die het gevolg zijn van het in strijd handelen met de bepalingen van de WSSB, Wvb of TWNZ.

Periode: 1990–

Product: Beschikking

Bron: WSSB 1990, art. 14; Wvb 1991, art. 62, tweede lid; TWNZ 1995, art. 26

Waardering: V 5 jaar

(511)

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat/RVI

Handeling: Het, al dan niet in samenwerking met andere (opsporings-)diensten, verrichten van fraudeonderzoeken bij Nederlandse ondernemingen die betrokken zijn bij de binnenvaart.

Periode: 1945–

Product:

Opmerking: Of een dergelijk onderzoek op het gebied van de binnenvaart heeft plaatsgevonden is onbekend.

Bron: RVI, Jaarverslag 1992, p. 34-35

Waardering B5

(512)

Handeling: Het, in geval van ernstige klachten van een verlader inzake de uitvoering van een vervoersovereenkomst voor ongeregeld vervoer door een vergunninghouder, maken van een aantekening in het bevrachtingsboekje, op grond waarvan het binnenschip niet meer aan die verlader wordt toegewezen.

Periode: 1954–1992

Product: Beschikking

Bron: Beursreglement 1954, art. 25

Waardering: V 5 jaar

(513)

Handeling: Het doorhalen van een binnenschip en het, gehoord de vergunninghouder, gedurende 4 weken uitsluiten van opname op de schepenlijst, indien:

zonder melding met een op de lijst opgenomen binnenschip vervoer wordt verricht waarop het vrachtverdelingsstelsel niet van toepassing is;

het betreffende binnenschip zich niet meer op de binnenwateren bevindt.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 14 en 15

Waardering: V 5 jaar

(514)

Handeling: Het doorhalen van een binnenschip en het gedurende 4 weken uitsluiten van opname op de schepenlijst, indien het betreffende binnenschip zich niet meer op de binnenwateren bevindt.

Periode: 1995–

Product:

Bron: TWNZ 1995, art. 9–10

Waardering: V 5 jaar

(515)

Handeling: Het, indien ten onrechte gereflecteerd wordt, uitsluiten van een vergunninghouder t.a.v. het betreffende binnenschip voor een periode van vierentwintig uur van deelname aan het reflecteren.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 19; TWNZ 1995, art. 12, tweede lid

Waardering: V 5 jaar

(516)

Handeling: Het eventueel uitsluiten van een binnenschip voor een bepaalde periode van het vervoer van de betrokken verlader, dan wel meerdere/alle verladers.

Periode: 1993–

Product: Dit gebeurt indien na onderzoek een klacht van een verlader of scheepsbevrachter inzake de uitvoering van een vervoerovereenkomst door of vanwege een vergunninghouder gegrond blijkt te zijn.

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 21

Waardering: V 5 jaar

(517)

Handeling: Het, gehoord de betreffende scheepsbevrachter, uitsluiten van de scheepsbevrachter van het bemiddelen bij het totstandkomen van een vervoerovereenkomst, indien deze in strijd heeft gehandeld met de gestelde regels.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 51

Waardering: V 5 jaar

(518)

Handeling: Het verwijderen uit of de toegang ontzeggen tot plaatsen van tussenkomst en samenkomst van degene, die handelt in strijd met de door of vanwege de Minister gegeven aanwijzingen m.b.t. de handhaving van de orde en beperking van de hinder.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 53-55; TWNZ 1995, art. 6, derde en vierde lid

Waardering: V 5 jaar

6.1.1.4.9. Internationaal overleg

(519)

Handeling: Het, in samenwerking met de andere Rijnvaart-commissarissen, opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de plenaire vergaderingen van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, met betrekking tot de sociaal-economische aspecten van de Rijnvaart.

Periode: 1945–

Product: Reglementen

Bron: De Binnenscheepvaart, V&W 1993, p.7; Inl. dhr. drs. p. van Dalen, 27 augustus 1997

Waardering: B1

(520)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de comités en werkgroepen van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, met betrekking tot de sociaal-economische aspecten van de Rijnvaart.

Periode: 1945–

Product:

Bron: PIVOT-rapport Waterstaat, p. 224

Waardering: B1

(521)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de Werkgroep Verkeer en Vervoer van de Commissie van de EU, inzake goederenvervoer over de binnenwateren.

Periode: 1957–

Product: Bijdragen, afspraken

Bron: EG-richtlijn 91/440 van 29 juli 1991

Waardering: B1

(522)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de (voorbereiding van de) onderhandelingen van de EU met de binnenvaartlanden van Midden- en Oost-Europa.

Periode: 1990–

Product: Bijdragen

Bron: V&W/DGV, Werkprogramma G 1996, p. 90

Waardering: B1

(523)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in de vergaderingen van betreffende ambtelijke werkgroep, ter voorbereiding van resoluties van de Ministerraad van de CEMT, inzake goederenvervoer over de binnenwateren.

Periode: 1953–

Product: Afspraken

Bron: Directieplan Goederenvervoer 1997–2001

Waardering: B1

(524)

Handeling: Het voorbereiden, voeren en evalueren van overleg, en het sluiten van een overeenkomst met een Minister van Verkeer van een (buur-) land, inzake goederenvervoer over de binnenwateren.

Periode: 1945–

Product: Jaarplanningen, verdragen, instructies, verslagen en protocollen

Bron: V&W/DGV, Werkprogramma G 1996, p. 89

Waardering: B1

(525)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de sub-commissie Vervoer over de binnenwateren binnen de Benelux, inzake goederenvervoer over de binnenwateren.

Periode: 1953–

Product: Bijdragen

Bron:

Waardering: B1

(526)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de ECITO, inzake goederenvervoer over de binnenwateren.

Periode: 1945–1947

Product: Bijdragen

Bron: Van Tol, project Historisch Archief NS

Waardering: B1

(527)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de organen van non-gouvernementele internationale organisaties, inzake goederenvervoer over de binnenwateren.

Periode: 1945–

Product:

Bron:

Waardering: B1

6.1.1.5. Goederenvervoer per spoor

6.1.1.5.1. Algemeen beleid

(531)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het rijksbeleid ten aanzien van het goederenvervoer van de Nederlandse Spoorwegen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s en -plannen, bij voorbeeld: Nota NS-goederenvervoer 1981

Bron: NS, Bestuur, p. 21

Waardering: B1

(532)

Handeling: Het leveren van een bijdrage aan lange termijnplannen van de NS op het terrein van goederenvervoer

Periode: 1945–1993

Product: Bijdragen aan b.v.: Toekomstperspectieven NS-goederenvervoer, bijl. HdTK 1978–1979, 15 508, nrs. 1–3; Toekomstplan Rail 21 Cargo (hoofdzakelijk infrastructuurplannen), Toekomstplan

Bron: NS, Bestuur, p. 23

Waardering: B1

(533)

Handeling: Het nader regelen van de bestuurlijke en financiële verhouding tussen rijksoverheid en de NV Nederlandse Spoorwegen met betrekking tot het goederenvervoer vóór de verzelfstandigingsoperatie.

Periode: 1981–1993

Product: Rapporten, Eerste en Tweede Regeling rijksoverheid/NS-Goederenvervoer (1984 en 1988)

Bron: V&W/NS, Rapporten RONS-goederenvervoer 1984 en II 1988

Waardering: B1

(534)

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van algemene beleidsmaatregelen ter implementatie van de verzelfstandiging van de NS 1e en 2e fase met betrekking tot NS Cargo.

Periode: 1993–1999

Product: Beleidsnota’s, bussinessplan McKinsey, overeenkomsten

Bron: RO/NS, Overeenkomst op hoofdlijnen, bijl. III; RO/NS, Aktiepuntenlijst 2e fase verzelfstandiging, nr. III

Waardering: B1

(535)

Handeling: Het (laten) uitvoeren van (strategisch) onderzoek op het gebied van goederenvervoer per spoor

Periode: 1945–

Product: Onderzoeksopdrachten en onderzoeken

Bron: Werkprogramma Goederenvervoer 1996

Waardering: B 1

6.1.1.5.2. Totstandkoming wet- en regelgeving

Spoorwegwet (SW) (1875-)

(538)

Handeling: Het voorbereiden van bij algemene maatregel van bestuur te geven voorschriften inzake het vervoer van goederen

Periode: (1875) 1945–

Product: Reglement voor het vervoer (ARV) 1928, 1966 geheel herzien, sedertdien gewijzigd

Bron: SW 1875, art. 3, 27, 50–51

Waardering: B1

6.1.1.5.3. Uitvoering vervoersvoorwaarden (ARV 1928 en 1966)

(540)

Handeling: Het goedkeuren van de aanwijzing door de spoorweg van snelgoederentreinen.

Periode: 1945–1966

Product: Beschikking

Bron: ARV 1928, art. 101, derde lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(541)

Handeling: Het aanwijzen van stations voor het drenken van dieren, die per trein worden vervoerd.

Periode: 1945–1966

Product: Beschikking

Bron: ARV 1928, art. 109, tweede lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(542)

Handeling: Het onder voorwaarden aanwijzen van nog andere, dan door de spoorweg aangewezen treinen voor het vervoer van levende dieren.

Periode: 1945–1966

Product: Beschikking

Bron: ARV 1928, art. 114

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(543)

Handeling: Het, de directie van de NS gehoord, om redenen van exploitatie uitsluiten van het vervoer van bepaalde zendingen over baanvakken gelegen tussen een grensstation en het daarbij behorende grenspunt.

Periode: 1966–

Product: Beschikking

Bron: ARV 1966, art. 46, derde lid

Waardering: V 5 jaar

(544)

Handeling: Het, bij het heersen van besmettelijke veeziekten, bepalen dat levende dieren op door de Minister vast te stellen voorwaarden ten vervoer mogen worden aangenomen.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Bron: ARV 1928, art. 107, eerste lid; ARV 1966, art. 94, tweede lid

Waardering: V 5 jaar

(545)

Handeling: Het, de spoorweg gehoord, al dan niet verlenen van een ontheffing van het verbod op het (doen) aanbieden ten vervoer of het vervoeren van dieren, lijdend aan een besmettelijke veeziekte of komend van plaatsen waar zulke ziekten heersen, ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Ontheffing

Bron: ARV 1928, art.107, tweede lid; ARV 1966, art. 94, tweede lid

Waardering: V 5 jaar

(546)

Handeling: Het al dan niet verlenen van een ontheffing aan de spoorweg van de verplichting tot openbare verkoop van gevonden, niet opgevraagde en overbevonden goederen.

Periode: 1966

Product: Ontheffing

Bron: ARV 1966, art. 111, vijfde lid, aldus gewijzigd bij besluit van 25 november 1976, Stb. 644

Waardering: V 5 jaar

(547)

Handeling: Het al dan niet toestaan van een afwijking van het ARV voor het vervoer van goederen van of naar het buitenland.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Bron: ARV 1928, 124; ARV 1966, art. 113

Waardering: V 5 jaar

(548)

Handeling: Het uitoefenen van toezicht op de aan de spoorweg toegekende bevoegdheid in specifieke omstandigheden af te wijken van een aantal vervoervoorwaarden van het ARV, d.m.v. het geven van voorschriften en/of het doen opheffen van door de spoorweg getroffen maatregelen.

Periode: 1945–

Product:

Bron: SW 1875, gewijzigd 1988, art. 7-8; ARV 1966, art. 115, eerste lid en bovengenoemde artikelen; ARV 1928 bovengenoemde artikelen

Waardering: V 5 jaar

(549)

Handeling: Het al dan niet voorwaardelijk, geheel of gedeeltelijk verlenen van een ontheffing van de bepalingen van het reglement voor lokaalspoorwegen (ARVL), die uitsluitend bestemd zijn voor het vervoer van goederen.

Periode: 1945–

Product: Ontheffing

Bron: ARV 1966, art.115a, 2de lid; ARVL 1928, art. 10

Waardering: V 5 jaar

6.1.1.5.4. Exploitatievergunningen

(550)

Handeling: Het op grond van art. 2 van de L.T.wet vanwege de Kroon verlenen/wijzigen van concessies aan de NV Nederlandse Spoorwegen tot exploitatie van spoor- en tramwegen voor goederenvervoer.

Periode: 1937–1995

Product: o.m. Concessie 1937, Stcrt. 253

Bron: Wet spoorwegbedrijf 1937, art. 6; Concessie 1937, sedertdien gewijzigd, art. 3; Concessie uitoefening dienst havenspoorweg Rotterdam 1979

Waardering: B5

(551)

Handeling: Het in het kader van de verzelfstandiging van NS treffen van een overgangsregeling inzake de exploitatievergunning.

Periode: 1993–1995

Product: Notities en contract

Bron: V&W/MOVER, Juridisch bouwwerk, hoofdlijnen, p. 14

Waardering: B5

(552)

Handeling: Het verlenen van een exploitatievergunning aan een spoorwegonderneming voor goederenvervoer per spoor.

Periode: 1995–

Product: Vergunning

Bron: V&W/MOVER, Juridisch bouwwerk, schema 6

Waardering: V 10 jaar na intrekken vergunning

6.1.1.5.5. Exploitatiebijdragen

(553)

Handeling: Het samen met de Minister van Financiën namens de staat verstrekken van jaarlijkse bijdragen tot delging van schulden van de staat aan Nederlandse Spoorwegen (goederenvervoer) ter financiering van het per 31 december 1975 geaccumuleerde verlies.

Periode: 1976–1993

Product: Overeenkomst 1976, herzien in 1987

Bron: Wet tot regeling van de financiële positie van de NS; Handboek VVK, B 1.3–13; Rijksbegroting 1992 hoofdstuk XII, nr. 2, p. 191

Waardering: V 10 jaar

(554)

Handeling: Het op basis van de overeenkomst Rijk-NS goederenvervoer (1984) beoordelen en beslissen over een aanvraag voor een exploitatiebijdrage voor goederenvervoer.

Periode: 1984–1988

Product: Beschikking

Opmerking: In de Tweede Regeling Rijksoverheid/NS-goederenvervoer (1988) wordt expliciet een bijdrage verstrekt in verband met het concurrentienadeel voor NS-goederenvervoer als gevolg van de ongelijke situatie m.b.t. de toerekening van de infrastructuurkosten.

Voor de bijdrage voor het Gecombineerd Weg-Rail Vervoer (GWRV) ingevolge deze overeenkomsten, zie hoofdstuk intermodaal vervoer.

Voor de financiële compensatie van kosten gemaakt op grond van aan NS te stellen eisen m.b.t. milieu en gevaarlijke stoffen, die niet voor de andere vervoerstakken gelden, zie paragraaf milieu en hoofdstuk vervoer gevaarlijke stoffen.

Voor de ontheffing voor wat betreft de contractvracht van de Prijzenbeschikkingen, zie paragraaf tarieven.

Bron: V&W/NS, Rapport RONS-goederenvervoer 1984

Waardering: V 10 jaar

(555)

Handeling: Het betaalbaar stellen en uitoefenen van financieel toezicht op de besteding van een exploitatiebijdrage, verstrekt op grond van de overeenkomst Rijk/NS-goederenvervoer (1984).

Periode: 1984–1988

Product:

Bron: V&W/NS, Rapport RONS-goederenvervoer 1984

Waardering: V 10 jaar

6.1.1.5.6. Overige financiële bijdragen

(556)

Handeling: Het goedkeuren van een investeringsvoorstel van de NS voor de aanschaf van rollend materieel.

Periode: 1937–1994

Product: Beschikking

Bron: Concessie 1938, sedertdien gewijzigd, art. 3; Commissie-Wijffels, Sporen voor straks, p. I-8 en I-10

Waardering: V 5 jaar

(557)

Handeling: Het op basis van de overeenkomsten rijk-NS Goederenvervoer (1984 en 1988) beoordelen van en beslissen over aanvragen betreffende financiële compensatie van kosten gemaakt op grond van aan de NS te stellen eisen m.b.t. milieu, die niet voor de andere vervoerstakken gelden.

Periode: 1984–1993

Product: Beschikkingen

Bron: V&W/NS, Rapport RONS-goederenvervoer 1984 en II 1988

Waardering: V 10 jaar

6.1.1.5.7. Dienstregelingen

(558)

Handeling: Het goedkeuren van (wijzigingen van) de dienstregeling voor het goederenvervoer per trein.

Periode: (1875) 1945–1993

Product: Beschikking

Bron: SW 1875, art. 6, gewijzigd 1988, art. 28, 29, 30, 31

Waardering: V 5 jaar na wijziging

6.1.1.5.8. Tarieven

(559)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid ten aanzien van de tarieven van het goederenvervoer.

Periode: 1945–1990

Product: Beleidsnota’s en -plannen

Bron: RO/NS, Overeenkomst op hoofdlijnen, bijl. X, art. 23

Waardering: B1

(560)

Handeling: Het bij Ministeriële regeling stellen van nadere regels ten aanzien van het vervoer van goederen.

Periode: (1875) 1945–

Product:

Opmerking: De regels betreffen:

SW 1875, art. 28: de wijze van openbare aankondigingen van de vervoerstarieven

SW 1875, art. 31: de verlening van tariefsverlagingen

Bron: SW 1875, art. 28, 31

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(561)

Handeling: Het goedkeuren van (wijzigingen van) de maximumtarieven, dan wel verlagen van de vrachtprijzen voor het goederenvervoer per trein.

Periode: (1875) 1945–1993

Product: Beschikking

Bron: SW 1875, gewijzigd 1988, art. 28, 29, 30, 31; Van der Meulen, Spoorwegwetgeving, pp. 26–33, 94–97; Commissie-Wijffels, Sporen voor straks, I-10

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(562)

Handeling: Het bepalen en in de Staatscourant publiceren van de grens van de vrachtprijs voor het vervoer van kolen en van staal per spoor, waarvan bij afwijking in een overeenkomst de verplichting bestaat gegevens te verstrekken.

Periode: 1966–

Product: Ministeriële regeling, bv. Besluit ex art. 2 Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal van 14 februari 1978, Stcrt. 41

Bron: Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal 1965, Stb. 495, art. 2, tweede lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(563)

Handeling: Het, samen met de Minister van Economische Zaken, op basis van de overeenkomsten rijk/NS-goederenvervoer (1984 en 1988) al dan niet verlenen van een ontheffing van de Prijzenbeschikkingen voor wat betreft de contractvrachten.

Periode: 1984–1993

Product: Beschikking

Bron: Rapporten van de werkgroep uitwerking regeling Rijksoverheid/NS Goederenvervoer I (1984) en II (1988)

Waardering: V 5 jaar

6.1.1.5.9. Crisisbeheer

(564)

Handeling: Het om redenen van staatsbelang geheel of gedeeltelijk staken van de spoorwegdienst, dan wel tijdelijk uitsluiten, voorwaardelijk toelaten of voorrang verlenen van bepaalde zendingen en het treffen van alternatieve vervoersvoorzieningen voor de stakingsduur.

Periode: (1875) 1945–

Product: Koninklijke besluiten

Bron: SW 1875, gewijzigd 1988, art. 17–21; ARV 1928, art. 51, tweede lid; ARV 1966, art. 46, 2de lid

Waardering: B 6

(565)

Handeling: Het om dringende redenen in het belang van de spoorweg geheel of gedeeltelijk (tijdelijk) staken van de spoorwegdienst, dan wel tijdelijk uitsluiten, voorwaardelijk toelaten of voorrang verlenen van bepaalde zendingen en het treffen van alternatieve vervoersvoorzieningen voor de stakingsduur.

Periode: (1928) 1945–

Product: Koninklijke besluiten

Bron: SW 1875, gewijzigd 1988, artt. 7–8 en 17-21; ARV 1928, art. 46, tweede lid en art. 51, tweede lid

Waardering: B 6

6.1.1.5.10. Internationaal overleg

(567)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de Werkgroep Verkeer en Vervoer van de Commissie van de EU, inzake goederenvervoer per spoor.

Periode: 1957–

Product: Bijdragen

Bron: Inl. Ministeriële regeling. J.L. van Leuven (G/Hoofdafdeling Spoorvervoer)

Waardering: B1

(568)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de Group on Railways, ter voorbereiding van resoluties van de Ministerraad van de CEMT, inzake goederenvervoer per spoor.

Periode: 1953–

Product:

Bron: Directieplan Goederenvervoer 1997–2001

Waardering: B1

(569)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in de vergaderingen van de Working Party on Railways van de ECE.

Periode: 1947–

Product: Bijdragen

Bron: Werkprogramma Goederenvervoer 1996

Waardering: B1

(570)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in de vergaderingen van ad hoc-groepen, door de Working Party on Railways ingesteld.

Periode: 1947–

Product: Bijdragen

Opmerking: Een voorbeeld van een ad hoc-groep is ‘Facilrail’.

Bron: Werkprogramma Goederenvervoer 1996

Waardering: B 1

(571)

Handeling: Het voeren van overleg en sluiten van een overeenkomst met de Minister van Verkeer van een (buur-)land, inzake goederenvervoer per spoor.

Periode: 1945–

Product: Bv.: Overeenkomst inzake de verbetering van het Duits-Nederlandse railreizigers- en goederenvervoer van 31 augustus 1992, de zgn. ‘Vereinbarung’.

Bron: Inl. drs R. Braun (G/Hoofdafdeling Spoorvervoer) 13 mei 1996; Werkprogramma Goederenvervoer 1996

Waardering: B1

(572)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de sub-commissie Vervoer over de spoorweg binnen de Benelux, inzake goederenvervoer per spoor.

Periode: 1953–

Product: Bijdragen

Bron: Inl. Ministeriële regeling. J.L. van Leuven (G/Hoofdafdeling Spoorvervoer)

Waardering: B1

(573)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de ECITO, inzake goederenvervoer per spoor.

Periode: 1945–1947

Product: Bijdragen

Bron: Van Tol, project Historisch Archief NS

Waardering: B1

(574)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de CEW.

Periode: 1947–1948

Product: Bijdragen

Bron: Van Tol, project Historisch Archief NS

Waardering: B1

(575)

Handeling: Het bepalen van standpunten en leveren van bijdragen in de Herzieningsconferenties van de Verdragen CIV.

Periode: 1945–1980

Product:

Bron: COTIF, art. 22

Waardering: B1

(576)

Handeling: Het bepalen van standpunten en leveren van bijdragen in de Algemene Vergadering van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale Spoorwegvervoer (OTIF).

Periode: 1980–

Product:

Bron: COTIF, art. 6

Waardering: B1

(577)

Handeling: Het bepalen van standpunten en leveren van bijdragen in het Comité van Beheer van de OTIF over:

– goedkeuring jaarstukken en jaarverslag;

– organisatorische aangelegenheden.

Periode: 1980–

Product:

Bron: COTIF, art. 7

Opmerking Onder organisatorische aangelegenheden vallen bijvoorbeeld huishoudelijke mededelingen

Waardering: V 5 jaar

(578)

Handeling: Het bepalen van standpunten en leveren van bijdragen in de Herzieningscommissie over:

– wijzigingsvoorstellen van het Verdrag (CIV) die aan de Algemene Vergadering voorgelegd worden;

– overige wijzigingsvoorstellen.

Periode: 1980–

Product:

Bron: COTIF, art. 8

Waardering: B 1

(579)

Handeling: Het verstrekken van gegevens en betalen van bijdragen in de kosten de OTIF.

Periode: 1945–

Product:

Bron: COTIF, art. 9-10

Waardering: V 10 jaar

(580)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de organen van non-gouvernementele internationale organisaties, inzake goederenvervoer per spoor.

Periode: 1945–

Product:

Opmerking: Het gaat om het Comité International des Transport par Chemin de Fer (CIT), de Union Internationale des Chemins de Fer (UIC) en de Conférence Internationale pour l’Unité Technique des Chemins de Fer.

Bron:

Waardering: B1

6.1.1.6. Goederenvervoer per buisleiding

6.1.1.6.1. Algemeen beleid

(584)

Handeling: Het, samen met de Minister van VROM, voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van het buisleidingvervoer.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s en -plannen, o.m. bijdrage aan Structuurschema Buisleidingen (1985, sindsdien tweemaal met 5 jaar verlengd); bijdrage in en rapportages van Stuurgroep en van IPOT

Opmerking: Voorbeelden voor overleggroepen zijn: Stuurgroep Buisleidingen (1993–), Interdepartementale Projectorganisatie Ondergronds Transport (IPOT) (1997–)

Bron: V&W, Transport in Balans; Inl. dhr. ing. L.C. van Asselt, Projectgroep Ondergronds Transport en Buisleidingen

Waardering: B1

(585)

Handeling: Het, samen met de Minister van Defensie, voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid inzake civiele medegebruik van de NAVO-pijpleiding.

Periode: 1965–

Product:

Bron: V&W/DGV, Werkprogramma G 1996, p. 81

Waardering: B1

(587)

Handeling: Het (laten) uitvoeren van onderzoek op het gebied van goederenvervoer per buisleiding.

Periode: 1945–

Product: Onderzoeksopdrachten en onderzoeksrapporten, bv. ‘Goederenvervoer per buisleiding’ 1993, ‘Unit Transport per Pijpleiding’ 1995.

Bron: –

Waardering: B 1

6.1.1.6.2. Planning en aanleg

Concessieverlening en tracévaststelling

(592)

Handeling: Het voorbereiden van een koninklijk besluit, waarin het openbaar belang wordt erkend van buisleidingen waarvoor concessie is aangevraagd.

Periode: 1945–

Product:

Bron: Belemmeringenwet Privaatrecht, art. 1-2

Waardering: B 1

(593)

Handeling: Het op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht besluiten tot het opleggen van een gedoogplicht aan niet-medewerkende rechthebbenden op enige onroerende zaak t.b.v. de uitvoering en instandhouding van buisleidingen waarvoor concessie is verleend en die als werken van openbaar belang zijn erkend.

Periode: 1945–

Product: Beschikking, te publiceren in Staatscourant.

Bron: Belemmeringenwet Privaatrecht, art. 1-4; De Maar, Energierecht, p. 219-220

Waardering: V 5 jaar

(594)

Handeling: Het op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht op verzoek van de rechthebbenden op enig onroerend goed besluiten tot het – onder voorwaarden – verplaatsen van de buisleiding op dat onroerend goed.

Periode: 1945–

Product: Beschikking, te publiceren in Staatscourant.

Bron: Belemmeringenwet Privaatrecht, art. 5

Waardering: V 5 jaar

(595)

Handeling: Het op grond van de Belemmeringenwet Verordeningen voorbereiden van een koninklijk besluit, waarbij de Staten of Gedeputeerde Staten medewerking aan de uitvoering of instandhouding van buisleidingen wordt opgelegd.

Periode: 1945–

Product: Koninklijke besluiten

Bron: Belemmeringenwet Verordeningen, art. 8

Waardering: B 1

Aanleg en exploitatie infrastructurele voorzieningen

(598)

Handeling: Het realiseren van infrastructurele voorzieningen ten behoeve van de aanleg van buisleidingen.

Periode: 1970–

Product: Buisleidingenstraat

Bron: Structuurschema Buisleidingen 1985

Waardering: B5

(599)

Handeling: Het leveren van bijdragen in de oprichting van de Stichting Buisleidingenstraat Zuidwest Nederland.

Periode: 1972–

Product: Statuten, Nutswet 1972, 1e tarievenreglement

Bron: Nutswet van 11 maart 1972, Stb. 145, zoals gewijzigd bij Wet van 8 november 1988, Stb. 676; Statuten 1978

Waardering: B4

(600)

Handeling: Het deelnemen in het bestuur van de Stichting Buisleidingenstraat Zuidwest Nederland.

Periode: 1978–

Product:

Bron: Staatsalmanak 1995–1996, M 21; Statuten 1978, art. 3 en 5

Waardering: V 10 jaar

(601)

Handeling: Het, samen met de Ministers van EZ en Financiën, voor de eerste maal vaststellen en vervolgens het goedkeuren van het tarievenreglement van de Stichting Buisleidingenstraat Zuidwest Nederland.

Periode: 1978–

Product: Tarievenreglement 1978, zoals gewijzigd 1986

Bron: Statuten 1978, art. 3

Waardering: V 5 jaar

(602)

Handeling: Het goedkeuren van de begroting en, samen met de Minister van Financiën, de jaarrekening van de Stichting Buisleidingenstraat Zuidwest Nederland.

Periode: 1978–

Product: Begroting, balans en staat van baten en lasten

Bron: Statuten 1978, art. 10 en 11

Waardering: V 10 jaar

(603)

Handeling: Het, samen met de Ministers van EZ en Financiën, goedkeuren van het besluit tot statutenwijziging of tot ontbinding van de Stichting Buisleidingenstraat Zuidwest Nederland.

Periode: 1978–

Product: Wijziging van statuten, ontbinding van de Stichting

Bron: Statuten 1978, art. 12

Waardering: V 5 jaar

(604)

Handeling: Het leveren van financiële bijdragen aan de Stichting Buisleidingenstraat Zuidwest Nederland.

Periode: 1978–

Product:

Bron: V&W, Profiel. Weekblad voor medewerkers, 23 november 1995, p. 6–7; Tarievenreglement 1978, zoals gewijzigd 1986; Inl. dhr. ing. L.C. van Asselt, Projectgroep Ondergronds Transport en Buisleidingen.

Waardering: V 10 jaar

(605)

Handeling: Het voordragen aan de Kroon, samen met de Minister van Financiën, van de overdracht aan het beheerslichaam van het beheer en onderhoud van tot de buisleidingenstraat behorende waterstaatswerken.

Periode: 1972–

Product: Overdracht van beheer en onderhoud

Bron: Nutswet van 11 maart 1972, Stb. 145, zoals gewijzigd bij Wet van 8 november 1988, Stb. 676, art. 3, derde lid

Waardering: B4

(606)

Handeling: Het eventueel geheel of gedeeltelijk verbieden van het vervoer door in de buisleidingenstraat gelegen buisleidingen.

Periode: 1972–

Product:

Bron: Nutswet van 11 maart 1972, Stb. 145, zoals gewijzigd bij Wet van 8 november 1988, Stb. 676, art. 4, zesde lid.

Waardering: V 5 jaar

(609)

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het toewijzen, dan wel onttrekken aan het Rijk van de eigendom, het beheer en het onderhoud van wegen en waterlopen, opgenomen in het plan t.b.v. de inrichting van de buisleidingenstraat Zuidwest Nederland.

Periode: 1972–

Product: Goedkeuringen

Bron: Nutswet van 11 maart 1972, Stb. 145, zoals gewijzigd bij Wet van 8 november 1988, Stb. 676, art. 7, derde lid

Waardering: V 5 jaar

(610)

Handeling: Het, na advies van het beheerslichaam, aan houders van buisleidingen opleggen van de verplichting hun buisleiding, die voor de inwerkingtreding van de Nutswet 1972 is aangelegd, te verleggen naar de buisleidingenstraat Zuidwest Nederland.

Periode: 1972–

Product: Beschikkingen

Bron: Nutswet van 11 maart 1972, Stb. 145, zoals gewijzigd bij Wet van 8 november 1988, Stb. 676, art. 8

Waarering: V 5 jaar

6.1.1.7. Intermodaal vervoer

6.1.1.7.1. Algemeen beleid

(611)

Handeling: Het presenteren van het Nederlandse standpunt inzake intermodaal vervoer in internationale organisaties.

Periode: 1970–

Product: internationale regelingen, nota’s, notities, rapporten

Bron: beleidsnotities, toelichtingen op de rijksbegroting, tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer

Waardering: B1

(612)

Handeling: Het mede- voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van (internationale)regelingen, normeringen en standaards inzake intermodaal vervoer.

Periode: 1970–

Product: (technische) regelingen, normen, standaards

Bron: beleidsnotities, toelichtingen op de rijksbegroting, tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer

Waardering: B1

(613)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van het intermodaal vervoer

Periode: 1970–

Product: Beleidsnota’s en plannen ondermeer:

– Nota ondernemend vervoer (1987)

– Plan van Aanpak Stimulering intermodaal vervoer (1994)

– Notitie goederenvervoer (1994)

– Transport in balans (1996)

Bron: Toelichten op de rijksbegroting

Waardering: B1

(614)

Handeling: Het formuleren van beleidsmaatregelen gericht op (stimuleren van) intermodaal vervoer.

Periode: 1970–

Product: regelingen

Bron: Richtlijn van de Raad van 17 februari 1975(75/130/EEG), Richtlijn van de Raad van 27 maart 1991 (91/224/EEG), Transport in balans, p. 25

Waardering: B1

(615)

Handeling: Het participeren in overleg met vertegenwoordigers van overheid en/of bedrijfsleven over intermodaal vervoer.

Periode: 1970–

Product: notities, overlegverslagen

Bron: Beleidsnotities, toelichtingen op de rijksbegroting

Waardering: B1

6.1.1.8. Spoorwegvervoer

(619)

Handeling: Het op basis van de overeenkomsten Rijk NS-Goederenvervoer (1984 en 1988) beoordelen en beslissen over aanvragen voor exploitatiebijdragen te bevordering van het gecombineerd weg-rail vervoer.

Periode: 1984–1993

Product: Beschikkingen

Bron: V&W/NS, Rapport RONS goederenvervoer 1984 en II 1988

Waardering: V 10 jaar

6.1.1.8.1. Stimulering

(620)

Handeling: Het voordragen van projecten bij de Europese Commissie voor een bijdrage uit het programma voor modelprojecten (PACT)

Periode: 1992–

Product: Projectvoorstellen

Bron: Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 16 van 25 januari 1993; Publicatieblad C 381 van 16 december 1996

Waardering: V 5 jaar

(621)

Handeling: Het (laten) uitvoeren van onderzoek op het gebied van intermodaal vervoer.

Periode: 1970–

Product: Onderzoeksopdrachten en -rapporten

Opmerking: Het gaat hier met name om het definiëren en begeleiden van onderzoeksprojecten.

Bron: beleidsnotities, toelichtingen op de rijksbegroting

Waardering: B 1

(622)

Handeling: Het voorbereiden en (doen) uitvoeren van programma’s en projecten voor onderzoek en ontwikkeling van innovatieve technologie te behoeve van intermodaal vervoer.

Periode: 1990–

Product: Stimuleringsprogramma’s en projecten (ondermeer Incomaas, Smartcard, Combicom)

Bron: Structuurschema Verkeer en Vervoer, beleidsnotities

Waardering: B5

(623)

Handeling: Het besluiten tot het verlenen van financiële ondersteuning van aanleg van nieuwe of uitbreiding van bestaande terminals

Periode: 1990–

Product: Besluiten

Bron: Structuurschema Verkeer en Vervoer

Waardering: B5

(624)

Handeling: Het besluiten tot het financieel ondersteunen van exploitatie van intermodaal transport.

Periode: 1990–

Product: Besluiten

Bron: beleidsnotities, toelichtingen op de rijksbegroting

Waardering: B5

(625)

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelingen ter stimulering van intermodaal vervoer.

Periode: 1995–

Product: Stimuleringsregeling gecombineerd vervoer 1995 (Stcrt. 221) en 1997 (Stcrt. 207)

Bron: Projecten Stimulering Intermodaal vervoer, p. 51; Transport in balans, p. 31

Waardering: B1

(626)

Handeling: Het beoordelen en beslissen over subsidieaanvragen ten behoeve van de aanschaf van materieel dat specifiek op gecombineerd vervoer is afgestemd.

Periode: 1995–

Product: Beschikkingen

Bron: Stimuleringsregeling gecombineerd goederenvervoer 1995 en 1997, art. 2

Waardering: V 10 jaar

(627)

Handeling: Het beslissen op bezwaarschriften tegen beschikkingen op grond van de stimuleringsregelingen gecombineerd goederenvervoer 1995 en 1997.

Periode: 1996–

Product: Beschikkingen

Bron: Besluit mandaatverlening Senter, Stcrt. 1997 art. 5

Waardering: V 5 jaar

(628)

Handeling: Het evalueren van de stimuleringsregeling gecombineerd goederenvervoer.

Periode: 1996

Product: Evaluatierapport Effectmeting Stimuleringsregeling gecombineerd goederenvervoer (SCG)

Bron: Stimuleringsregeling gecombineerd goederenvervoer 1995, art. 13

Waardering: B2

6.1.1.8.2. Promotie en voorlichting

(629)

Handeling: Het organiseren van congressen, symposia, e.d. betreffende intermodaal vervoer.

Periode: 1990–

Product: Papers, rapportages

Bron: Beleidsnotities

Waardering: B5: eindproduct

V 5 jaar: rest

(630)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan opleidingsprogramma’s betreffende intermodaal vervoer.

Periode: 1990–

Product: Cursussen, leergangen

Bron: Beleidsnotities

Waardering: V 5 jaar: rest

(631)

Handeling: Het samenstellen van actieprogramma’s ten behoeve van promotie van en voorlichting over intermodaal vervoer

Periode: 1990–

Product: Projecten en programma’s

Bron: Beleidsnotities

Waardering: B5

(632)

Handeling: Het (doen) uitvoeren van promotie- en voorlichtingsactiviteiten ten behoeve van intermodaal vervoer

Periode: 1990–

Product:

Bron: Beleidsnotities

Waardering: B5: eindproduct

V 5 jaar: rest

6.1.1.9. Vervoer gevaarlijke stoffen

6.1.1.9.1. Algemeen beleid

(633)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, rapporten, adviezen, notities

Bron: –

Waardering: B1

(634)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van het beleid betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1945–

Product:

Bron: –

Waardering: B1

(635)

Handeling: Het (laten) uitvoeren van onderzoek op het gebied van het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1945–

Product: Onderzoeksrapporten

Bron: B 1

(636)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het gebied van het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Bron:

Waardering: B5: eindproduct

V 5 jaar: rest

6.1.1.9.2. Totstandkoming van wet- en regelgeving

Wet houdende maatregelen tegen het gevaar, hetwelk door den in-, door- en vervoer van vergiftige stoffen kan ontstaan (1876–1968)

(637)

Handeling: Het bij algemene maatregel van inwendig bestuur in het belang van de volksgezondheid verbieden van, of aan zodanige voorschriften onderwerpen van de in-, door- en vervoer van bepaalde vergiftige stoffen.

Periode: (1876)1945–1968

Product:

Bron: Wet 28 juni 1876 Stb. 150, art. 1

Waardering: B1

Wet houdende nadere bepalingen omtrent het vervoer, den in-, uit- en doorvoer, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontvlambare of ontplofbare stoffen (1884-1968)

(638)

Handeling: Het bij algemene maatregel van inwendig bestuur geven van voorschriften omtrent het vervoer, de in-, uit- en doorvoer, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontvlambare of ontplofbare stoffen.

Periode: (1884) 1945–1968

Product:

Bron: Wet 26 april 1884 Stb. 81, art. 1

Waardering: B1

Spoorwegwet (ARV 1928-1966 en 1966– )

(639)

Handeling: Het vaststellen van regels welke betrekking hebben op de uitsluiting van of de voorwaardelijke toelating tot het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1980–

Product: Reglement betreffende het vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen (VSG)

Bron: ARV 1966, wijz. Art 46a 1980 Stb. 719

Waardering: B1

Wet gevaarlijke stoffen (WGS) (1963–1996)

(640)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen, evalueren, wijzigen en intrekken van de (wijzigingen van de) Wet Gevaarlijke Stoffen.

Periode: 1961–1996

Product:

Bron: Wet gevaarlijke stoffen van 20 juni 1963, Stb. 313, sedertdien gewijzigd

Waardering: B1

(641)

Handeling: Het op grond van de Wet gevaarlijke stoffen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepalen dat het vervoeren, ten vervoer aanbieden, laden en lossen, nederleggen, binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen, afleveren, ter aflevering aanwezig houden, bezigen, dan wel het zich ontdoen van gevaarlijke stoffen is verboden.

Periode: 1968–1996

Bron: WGS 1963 Stb. 313, sedertdien gewijzigd

Waardering: B1

(642)

Handeling: Het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aanwijzen, alsmede stellen van regels, betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen in de klassen Id tot en met VIIa.

Periode: 1968–1985

Product:

Bron: WGS 1968, Stb. 313, art. 7 sedertdien gewijzigd

Waardering: B1

(643)

Handeling: Het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur stellen van regels betreffende het nederleggen, het verpakken, het aanduiden, het registreren en het zich ontdoen van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1968–1988

Product:

Bron: WGS 1963, art 7

Waardering: B1

Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS) (1996–)

(644)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van de (wijzigingen van de) Wet vervoer gevaarlijke stoffen.

Periode: 1992–

Product: Wet vervoer gevaarlijke stoffen van 12 oktober 1995, Stb. 525, sedertdien gewijzigd

Bron: Memorie van Toelichting

Waardering: B1

(645)

Handeling: Het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur verbieden van, of stellen van regels ten aanzien van het verrichten van handelingen betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen of categorieën van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1996–

Product: amvb’s

Bron: WVGS 1995, art 3

Waardering: B1

(646)

Handeling: Het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op voordracht van onze Minister van Defensie stellen van regels betreffende de handelingen met gevaarlijke stoffen onder verantwoordelijkheid van de krijgsmacht of van de krijgsmacht van een andere mogendheid.

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art 8 eerste lid

Waardering: B1

(647)

Handeling: Het in bijzondere gevallen verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van ontheffing of vrijstelling van, of het verbinden van voorwaarden aan het verrichten van handelingen betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art. 9

Waardering: B5

6.1.1.9.3. Advies en overleg

(648)

Handeling: Het instellen van een centraal advieslichaam voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en de hieronder ressorterende commissies.

Periode: 1963–1995

Opmerking: Het centraal advieslichaam bestaat uit:

a. een vaste coördinatiecommissie

b. een vaste commissie voor vervoersaangelegenheden

c. een vaste commissie voor juridische aangelegenheden

d. eventueel andere in te stellen commissies, hetzij voor het vervoer van bepaalde gevaarlijke stoffen of groepen van zodanige stoffen

Bron: WGS 1963, art. 6 Eerste lid

Waardering: B4

(649)

Handeling: Het samenstellen van de onder het centraal advieslichaam ressorterende commissies en het benoemen en ontslaan van hun voorzitters, secretarissen en leden.

Periode: 1963–1995

Product: beschikkingen

Bron: WGS 1963, art 6 derde en vierde lid

Waardering: B4

(655)

Handeling: Het toevoegen van een secretaris aan de Rubriceringscommissie.

Periode: 1992–1995

Product: Beschikkingen

Bron: WGS 1963, wijz. 1992 Stb. 146, art. 47 (art. 6h)

Waardering: V 10 jaar na einde benoeming

(661)

Handeling: Het inwinnen van advies van de Raad voor verkeer en waterstaat omtrent aangelegenheden die betrekking hebben op het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1992–1995

Product: adviezen, rapporten

Bron:

Waardering: V 5 jaar

6.1.1.9.4. Internationaal overleg

(669)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van het internationale beleid inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1945–

Product:

Bron: –

Waardering: B1

(670)

Handeling: Het mede-voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen en het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties.

Periode: 1945–

Product: Internationale regelingen, nota’s, notities, rapporten

Bron:

Waardering: B1

(671)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse standpunten en bijdragen in de vergaderingen van de Werkgroep Verkeer en Vervoer van de commissie van de EU inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1957–

Product: Bijdragen

Bron:

Waardering: B1

(672)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in de vergaderingen van de werkgroepen inzake gevaarlijke stoffen van de ECE.

Periode: 1947–

Product: bijdragen, instructies, verslagen

Bron: Werkprogramma Goederenvervoer 1996; Inl. dhr. drs p. van Dalen (G/binnenvaart), 27 augustus 1997

Waardering: B1

(673)

Handeling: Het opstellen en inbrengen van Nederlandse bijdragen en standpunten in de vergaderingen in ad hoc groepen, ingesteld door de werkgroep gevaarlijke stoffen.

Periode: 1947–

Product: bijdrage

Bron: Werkprogramma goederenvervoer 1996

Waardering: B1

6.1.1.9.5. Vergunningen en ontheffingen

Vergunningen

(674)

Handeling: Het verlenen, wijzigen of intrekken van een vergunning en het stellen van voorwaarden en voorschriften aan een verleende vergunning voor het vervoer van gevaarlijke stoffen voor zover vereist in het VLG en VBG.

Periode: 1968–1996

Product:

Bron: RGS 1968, art. 8, 9 en 15, sedertdien gewijzigd

Waardering: V 10 jaar

(675)

Handeling: Het eventueel vaststellen van een model voor een schriftelijke verklaring van geen bezwaar door een burgemeester betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1968–1996

Product: model

Bron: RGS 1968, art. 8 eerste lid, sedertdien gewijzigd

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(676)

Handeling: Het verlenen van een bijzondere vervoersvergunning en het stellen van daaraan verbonden voorwaarden voor het vervoer van bepaalde gevaarlijke stoffen voor zover niet een algemeen geldende vergunning is verleend.

Periode: 1968–1996

Product: vergunning

Bron: VLG/VBG, 1968, rn. 10.186a-NE, gewijzigd 1974, Stb. 442, AB

Waardering: V 10 jaar

(677)

Handeling: Het vaststellen van het model van het aanvraagformulier alsmede van de bijzondere vervoersvergunning.

Periode: 1968–1996

Product: aanvraagformulier

Bron: VLG/VBG 1968, 10.186a-NE1

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(678)

Handeling: Het, de spoorweg hebben gehoord, verlenen van een vergunning en het daarbij stellen van regels betreffende het vervoer van ontplofbare of voor zelfontbranding vatbare stoffen.

Periode: (1928) 1945–1966

Product: Vergunning

Bron: ARV 1928, art. 52

Waardering: V 10 jaar

(679)

Handeling: Het, de spoorweg hebben gehoord, verlenen van vergunningen betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen met uitzondering van radioactieve stoffen.

Periode: 1966–

Product: Vergunning

Bron: ARV 1966, art. 47b.1 sedertdien gewijzigd 1968 Stb. 99 en 1980 Stb. 719

Waardering: V 10 jaar

Ontheffingen en vrijstellingen

(680)

Handeling: Het verlenen van een ontheffing inzake het vervoer van buskruit en andere ontplofbare stoffen.

Periode: (1885)1945–1968

Product: Ontheffing

Bron: Besluit 15 oktober 1885, art. 3

Waardering: V 10 jaar

(681)

Handeling: Het (eventueel) verlenen van een ontheffing van een of meer bepalingen en het daaraan verbinden van de nodige voorschriften betreffende het vervoer van benzine.

Periode: 1957–1968

Product: Ontheffing

Bron: RVB 1957 Stb. 220, art. 28

Waardering: V 10 jaar

(682)

Handeling: Het door middel van bijzondere bilaterale of multilaterale akkoorden onder voorwaarden toelaten van internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1968–

Product: akkoorden

Bron: ADR 1957, Trb. 1959 171, art. 4 derde lid en ADNR 1970, art.4, RID, art.4 tweede lid

Waardering: B5

(683)

Handeling: Het uitvaardigen van voorschriften van tijdelijke aard, welke het vervoer van gevaarlijke stoffen verbieden of andere voorwaarden stellen aan dat vervoer in afwachting van een wijziging van het ADNR.

Periode: 1970–

Product: voorschriften

Bron: ADNR 1970, art. 3

Waardering: V 10 jaar na intrekking voorschrift

(684)

Handeling: Het verlenen van een bijzondere machtiging betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen, die volgens het reglement daarvan zijn uitgesloten, in Nederland, of het stellen van andere voorwaarden voor dat vervoer.

Periode: 1970–

Product: machtigingen

Bron: ADNR 1970, art. 4

Waardering: V 10 jaar

(685)

Handeling: Het in bijzondere gevallen verlenen van een ontheffing en het verbinden van de nodige voorschriften aan een ontheffing betreffende van het vervoer van bepaalde stoffen.

Periode: 1968–1996

Product: ontheffingen

Bron: WGS 1963, art. 8 eerste lid, gewijzigd 1988 Stb. 98

Waardering: V 10 jaar

(686)

Handeling: Het in bijzondere gevallen (onder beperkingen of daaraan verbonden voorschriften) verlenen, weigeren of intrekken van ontheffingen of vrijstellingen.

Periode: 1996–

Product: Ontheffing, vrijstelling

Bron: WVGS 1995, art. 9

Waardering: V 10 jaar

(687)

Handeling: Het verlenen van een machtiging ontheffing te verlenen van de Regeling houdende nadere voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren.

Periode: 1987–1996

Product: Machtiging

Bron: Regeling mandaten vervoer gevaarlijke stoffen 1987 Stcrt. 74

Waardering: V 10 jaar

Tarieven

(688)

Handeling: Het vaststellen van tarieven voor het verlenen van diensten en het behandelen van een verzoek inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1968–1996

Product:

Bron: WGS 1963, art. 10

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(689)

Handeling: Het bij Ministeriële regeling vaststellen van tarieven voor het behandelen van een verzoek met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1996–

Product: Tariefregeling vervoer gevaarlijke stoffen

Bron: WVGS 1995, art. 49, tariefregeling in 1996 Stcrt. 126

Waardering: V 5 jaar na wijziging

6.1.1.9.6. Vervoersbepalingen

Algemeen

(690)

Handeling: Het bij Ministeriële regeling aanwijzen van gevaarlijke stoffen of categorieën van gevaarlijke stoffen ten aanzien waarvan het verrichten van handelingen niet is toegestaan, of is toegestaan mits gestelde regels in acht worden genomen.

Periode: 1996–

Product:

Bron: BVGS 1996, art. 2

Waardering: B5

(691)

Handeling: Het bij Ministeriële regeling aanwijzen van gevaarlijke stoffen ten aanzien waarvan handelingen zijn toegestaan onder bij die regeling gestelde voorschriften en beperkingen.

Periode: 1996–

Product:

Bron: BVGS 1996, art. 4 derde lid

Waardering: B5

(692)

Handeling: Het bij Ministeriële regeling aanwijzen van gevaarlijke stoffen als zijnde gevaarlijke stoffen voor zover de gevaarzetting van de stof daartoe aanleiding geeft en bij nader te bepalen hoeveelheden.

Periode: 1996–

Product:

Bron: BVGS 1996, art. 5 eerste lid

Waardering: B5

(693)

Handeling: Het bij Ministeriële beschikking, in nader te bepalen gevallen, aanwijzen van gevaarlijke stoffen voor het vervoer over de binnenwateren of de spoorwegen wanneer de gevaarzetting daartoe aanleiding geeft en in nader te bepalen hoeveelheden.

Periode: 1996–

Product:

Bron: BVGS 1996, art. 5 derde lid

Waardering: B5

(694)

Handeling: Het verbieden, of het onderwerpen aan regels, van de invoer van gevaarlijke stoffen om andere redenen dan de veiligheid gedurende het vervoer.

Periode: 1968–

Product: verboden, regelgeving

Bron: ADR 1957, Trb. 1959 171, art. 4 eerste lid

Waardering: B5

Eisen ten aanzien van de constructie, inrichting en uitrusting van vervoermiddelen

(695)

Handeling: Het stellen van voorschriften welke kunnen verschillen al naar gelang de te vervoeren gevaarlijke stoffen ten aanzien van de technische inrichting en uitrusting van vaar- en voertuigen en tankcontainers in het belang van de openbare veiligheid.

Periode: 1968–

Product:

Bron: VLG/VBG/VSG 1968, bijlage A en B, sedertdien gewijzigd

Waardering: B5

(696)

Handeling: Het toestaan bij wijze van tijdelijke afwijking van de bepalingen van de bijlage van het vervoer van gevaarlijke stoffen in afwachting van een wijziging van de internationale regeling.

Periode: 1968–

Product:

Bron: VLG 1968, Stb. 207, rn. 2.010, VLG 1995 bijlage 2 hoofdstuk 2, art. 2 eerste lid en ADNR 1970, art. 3.

Waardering: B5

(697)

Handeling: Het toelaten van voertuigen voor het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen welke voor de inwerkingtreding van de overeenkomst of binnen twee maanden daarna in dienst zijn gesteld.

Periode: 1968–1976

Product:

Bron: ADR 1957, Trb. 1959 171, art. 4 tweede lid

Waardering: V 10 jaar

(698)

Handeling: Het bij bijzonder besluit en na instemming van de bevoegde autoriteit van het betrokken land toestaan van het gebruik van schepen met nieuwe technische voorzieningen, die afwijken van de voorschriften van het VBG

Periode: 1968–

Product: Ontheffingen

Bron: VBG 1968, rn. 10.602(1)

Waardering: V 10 jaar

(699)

Handeling: Het toestaan van afwijkingen in de voorgeschreven bouw of uitrusting indien tenminste een gelijke veiligheid wordt gewaarborgd.

Periode: 1968–

Product: Ontheffingen

Bron: VBG 1968, rn. 10.603

Waardering: V 10 jaar

(700)

Handeling: Het toestaan van afwijkingen in de bouw en uitrusting van schepen, indien het schip bij inwerkingtreding van het VBG reeds in de vaart was of binnen een jaar in de vaart zou worden genomen.

Periode: 1968–

Product: Ontheffingen

Bron: VBG, rn. 10.605

Waardering: V 10 jaar

Keuring van vervoermiddelen

(701)

Handeling: Het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepalen dat bepaalde voertuigen dan wel voertuigen, welke worden gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen worden gekeurd.

Periode: 1980–1996

Product: amvb’s

Bron: WGS 1963, art. 20 wijz. 1978 Stb. 595, inwerkingtreding 16 oktober 1980 Stb. 536

Waardering: B1

(702)

Handeling: Het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur stellen van regels met betrekking tot de keuring van voertuigen.

Periode: 1980–1996

Product: amvb’s

Bron: WGS 1963, art. 20 wijz. 1978 Stb. 595

Waardering: B1

(703)

Handeling: Het afgeven van een keuringsdokument voor een voertuig gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1968–

Bron: VBG/VLG 1968, rn. 10.182(2), sedertdien gewijzigd

Waardering: V 10 jaar

(704)

Handeling: Het erkennen van keuringsdokumenten uitgegeven in een ander bij het ADR aangesloten land.

Periode: 1968–

Bron: VBG/VLG 1968, rn. 10.182(3), sedertdien gewijzigd.

Waardering: V 10 jaar

(705)

Handeling: Het erkennen en het intrekken van een erkenning van een klassebureau voor het verrichten van keuringen.

Periode: 1996–

Bron: VLG/VBG bijlage 2 hoofdstuk 2, art. 12 eerste lid

Waardering: V 10 jaar

(706)

Handeling: Het (laten) onderzoeken van een benzinewagen voordat de laatste goedkeuring haar geldigheid verliest, of wanneer dit nodig wordt geacht om redenen van veiligheid.

Periode: 1957–1968

Product:

Bron: RVB 1957, art. 5 eerste lid

Waardering: V 10 jaar

(707)

Handeling: Het stellen van voorwaarden aan de goedkeuring van benzinewagens waarvan de inrichting afwijkt van de gebruikelijke.

Periode: 1957–1968

Product:

Bron: RVB 1957, art. 6

Waardering: V 10 jaar

(708)

Handeling: Het verlenen of intrekken van een keuringsbewijs voor een benzinewagen.

Periode: 1957–1968

Product:

Bron: RVB 1957, art. 4 eerste lid

Waardering V 10 jaar

(709)

Handeling: Het vaststellen van een formulier van een keuringsbewijs voor een benzinewagen.

Periode: 1957–1963

Product: keuringsbewijs

Bron: RVB 1957, art. 4 derde lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(710)

Handeling: Het uitgeven, innemen of doen innemen van een keuringsbewijs

Periode: 1957–1963

Product:

Bron: RVB 1957, art. 5

Waardering: V 10 jaar

(711)

Handeling: Het vaststellen van een datum van keuring voor benzinewagens, die bij inwerkingtreding van het Reglement al in gebruik zijn.

Periode: 1957–1968

Product:

Bron: RVB 1957, art. 26

Waardering: V 5 jaar

(712)

Handeling: Het al dan niet voor bepaalde tijd toestaan van afwijkingen van de voorschriften voor benzinewagens, die bij inwerkingtreding van het Reglement reeds in gebruik of in aanbouw zijn.

Periode: 1957–1968

Product: ontheffingen

Bron: RVB 1957, art. 26 derde lid

Waardering: V 5 jaar

(713)

Handeling: Het keuren van in Nederland geregistreerde voertuigen waarvoor ontheffing is vereist voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1968–

Product:

Bron: VLG 1968, rn. 10.182.5-NE

Waardering: V 10 jaar

(714)

Handeling: Het stellen van nadere voorschriften voor goedkeuring, welke kunnen verschillen al naar gelang van de te vervoeren gevaarlijke stoffen.

Periode: 1968–

Product:

Bron: VLG 1968, rn. 10.182.6-NE

Waardering: B5

(715)

Handeling: Het weigeren van goedkeuring, indien het voertuig naar oordeel van de directeur niet voldoet aan de gestelde eisen alsmede aan de door hem gestelde nadere voorschriften voor goedkeuring.

Periode: 1968–

Product:

Bron: VLG 1968, rn. 10.182.8-NE

Waardering: V 10 jaar

(716)

Handeling: Het eventueel goedkeuren van voertuigen die niet voldoen aan de gestelde eisen, in zoverre de technische inrichting en uitrusting van die voertuigen naar zijn oordeel tenminste dezelfde veiligheid bieden.

Periode: 1968–

Product: ontheffingen

Bron: VLG 1968, rn. 10.182.8-NE

Waardering: V 10 jaar

(717)

Handeling: Het tijdelijk (doen) innemen van een keuringsdocument indien uit een onderzoek blijkt dat een voertuig niet voldoet aan de gestelde eisen.

Periode: 1968–

Product:

Bron: VLG 1968, 10.182.11-NE

Waardering: V 10 jaar

(718)

Handeling: Het (doen) innemen van een keuringsdocument indien een voertuig niet overeenkomstig het in de reglementen gestelde ter keuring is aangeboden.

Periode: 1968–

Product:

Bron: VLG 1968, 10.182.12-NE

Waardering: V 10 jaar

(719)

Handeling: Het vaststellen van een model voor het keuringsteken betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1980–

Product:

Bron: Besluit betreffende het keuringsteken voor ingevolge het VLG verrichte keuringen van voertuigen 1980 Stcrt. 168, sedertdien gewijzigd.

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(720)

Handeling: Het afgeven, verlengen, en intrekken (met toestemming van de bevoegde autoriteit van een ander land) van een normaal certificaat van goedkeuring.

Periode: 1968–

Product: certificaten

Bron: VBG 1968, rn. 10.183

Waardering: V 10 jaar

(721)

Handeling: Het in bijzondere gevallen verbieden een schip te gebruiken voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, waarvan het certificaat van goedkeuring is afgegeven door de bevoegde autoriteit van een ander land.

Periode: 1968–

Product:

Bron: VBG 1968, rn. 10.183(6)

Waardering: B1

(722)

Handeling: Het afgeven van een tijdelijk certificaat van goedkeuring voor een reis met een bepaalde lading gevaarlijke stoffen in de plaats van lading ongeacht de herkomst van het schip.

Periode: 1968–

Product: tijdelijk certificaat van goedkeuring

Bron: VBG 1968, rn. 10.184

Waardering: V 10 jaar

Eisen ten aanzien van de verpakking en etikettering

(723)

Handeling: Het goedkeuren een model van de te gebruiken verpakkings- en sluitmiddelen voor het vervoer van bepaalde gevaarlijke stoffen.

Periode: 1968–1996

Product: goedkeuring

Bron: VSG 1968, rn. 32(4-N) en (5-N)

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(724)

Handeling: Het toestaan van verpakkingen die afwijken van die welke in de IMDG-code respectievelijk het Handboek Gevaarlijke Stoffen zijn vermeld.

Periode: 1983-1986

Product: ontheffingen

Bron: VBG 1968, wijz. 1983 Stcrt. 43, ingetrokken 1986 Stcrt. 150

Waardering: V 10 jaar

(725)

Handeling: Het onder bepaalde voorwaarden verlenen van een ontheffing van de voor colli geldende voorschriften ten behoeve van vervoer over de weg van en naar luchthavens of zeehavens.

Periode: 1980–1996

Product: ontheffing

Bron: WGS 1963, Beschikking inzake colli die voldoen aan de reglementering voor het vervoer per spoor, over zee of door de lucht 1980 Stcrt. 67, art. I.

Waardering: V 10 jaar

(726)

Handeling: Het stellen van eventuele voorwaarden aan het vervoer van fosfor in grote verplaatsbare tanks.

Periode: 1968–

Product:

Bron: VBG 1968, rn. 21.121

Waardering: V 10 jaar

(727)

Handeling: Het eventueel vaststellen van vervoersvoorwaarden voor het terugzenden van lege tanks waarin fosfor is vervoerd.

Periode: 1968–

Bron: VBG 1968, rn. 21.121

Waardering: V 10 jaar

(728)

Handeling: Het stellen van voorschriften waaraan tankschepen moeten voldoen bij het vervoer van zwavel en naftaline in gesmolten toestand.

Periode: 1968–

Product:

Bron: VBG 1968, rn. 32.127

Waardering: B 5

Opleidingseisen personeel

(729)

Handeling: Het afgeven en intrekken van een verklaring dat betrokkene blijkens een geneeskundig onderzoek een benzinewagen naar behoren kan besturen.

Periode: 1957–1968

Product:

Bron: RVB 1957, art. 11

Waardering: V 10 jaar

(730)

Handeling: Het (laten) onderzoeken van het gedrag van de bestuurder door een tot dat doel ingestelde commissie waar de veiligheid van het vervoer van benzine niet wordt gewaarborgd.

Periode: 1957–1968

Product:

Bron: RVB 1957, art. 12

Waardering: V 10 jaar

(731)

Handeling: Het afgeven van een vakbekwaamheidscertificaat aan bestuurders van voertuigen waarmee gevaarlijke stoffen worden vervoerd.

Periode: 1995–

Product: vakbekwaamheidscertificaat

Bron: VLG 1995, rn. 10.315(1) en (2)

Waardering: V 10 jaar

(732)

Handeling: Het door middel van een aantekening op het vakbekwaamheidscertificaat verlengen van de geldigheidsduur van het certificaat.

Periode: 1995–

Product:

Bron: VLG 1995, rn. 10.315(3)

Waardering: V 10 jaar

(733)

Handeling: Het vaststellen van opleidingseisen voor bestuurders van voertuigen waarmee gevaarlijke stoffen worden vervoerd conform een goedgekeurd opleidingsprogramma.

Periode: 1995–

Product:

Bron: VLG 1995, rn. 10.315(4)

Waardering: B5

(734)

Handeling: Het erkennen van vakbekwaamheidscertificaten die zijn afgegeven door de bevoegde autoriteiten van andere bij het ADR aangesloten landen.

Periode: 1995–

Product:

Bron: VLG 1995, rn. 10.315(9)

Waardering: V 10 jaar

(735)

Handeling: Het verlenen van goedkeuring van de opleiding van bestuurders van voertuigen waarmee gevaarlijke stoffen worden vervoerd.

Periode: 1995–

Product: goedkeuringsdocument

Bron: VLG 1995, rn. 240.200

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(736)

Handeling: Het (zorgen voor het) houden van toezicht op de opleiding en de examens voor bestuurders van voertuigen waarmee gevaarlijke stoffen worden vervoerd.

Periode: 1995–

Product:

Bron: VLG 1995, rn. 240.201(3)

Waardering: V 10 jaar

6.1.1.9.7. Vervoersvoorwaarden

Verplichtingen tijdens het vervoer

Meldplicht

(737)

Handeling: Het registreren van schriftelijke meldingen betreffende ongevallen met benzinewagens.

Periode: 1957–1968

Product:

Bron: RVB 1957 Stb. 220, art. 22 tweede lid

Waardering: V 10 jaar

(738)

Handeling: Het vaststellen van een model van formulier ten behoeve van de registratie van ongevallen met benzinewagens.

Periode: 1957–1968

Product:

Bron: RVB 1957, art. 22 derde lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(739)

Handeling: Het analyseren van voorvallen en ongevallen.

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art. 48

Waardering: B 3

Routering

(740)

Handeling: Het aanwijzen van transporteenheden welke geen gebruik mogen maken van andere wegen of weggedeelten dan die wegen of weggedeelten behoudens een schriftelijke ontheffing van de bij plaatselijk voorschrift aangewezen autoriteit.

Periode: 1974–1996

Product:

Bron: VLG 1968, wijz. 1974 Stb. 757, rn. 10.501a-NE

Waardering: V 10 jaar

(741)

Handeling: Het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur in het belang van de openbare veiligheid aanwijzen van gevaarlijke stoffen die uitsluitend over de daartoe aangewezen wegen mogen worden vervoerd, of die op grond van de wet niet over vaarwegen of langs het spoor mogen worden vervoerd.

Periode: 1996–

Product: amvb’s

Bron: WVGS 1995, art. 12 eerste en tweede lid

Waardering: B5

(743)

Handeling: Het vaststellen van een landelijk net van wegen of gedeelten van wegen in beheer bij het rijk ten behoeve van het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art. 14

Waardering: B5

(744)

Handeling: Het plegen van overleg met besturen van de betrokken openbare lichamen bij de voorbereiding van een voor het vervoer van gevaarlijke stoffen aangewezen wegennet.

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art. 15 eerste lid

Waardering: V 10 jaar

(745)

Handeling: Het na overleg met provinciaal bestuur vaststellen van een bij die provincie of een waterschap in beheer zijnd wegennet ten behoeve van het vervoer van gevaarlijke stoffen dat aansluit op het landelijke net, indien provinciale staten niet voldoen aan deze verplichting.

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art. 17 eerste lid

Waardering: B5

(746)

Handeling: Het na overleg met een gemeenteraad vaststellen van een aan het landelijk net, het provinciale net en het net van een buurgemeente aangesloten net van wegen, indien de gemeenteraad niet voldoet aan deze verplichting.

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art. 19 eerste lid

Waardering: V 10 jaar na wijziging

(747)

Handeling: Het aanwijzen van vaarwegen en spoorwegen of gedeelten daarvan waarover bepaalde gevaarlijke stoffen niet mogen worden vervoerd.

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art. 26 en art. 30

Waardering: B5

(748)

Handeling: Het verlenen van een ontheffing inzake het verbod gevaarlijke stoffen te vervoeren over bij het rijk of bij anderen dan publiekrechtelijke rechtspersonen in beheer zijnde (delen van) vaarwegen indien dat noodzakelijk is voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1996–

Product: ontheffingen

Bron: WVGS 1995, art. 28

Waardering: V 10 jaar

(749)

Handeling: Het verlenen van een ontheffing inzake het verbod gevaarlijke stoffen te vervoeren over bij het rijk in beheer zijnde (delen van) spoorwegen indien dat noodzakelijk is voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1996–

Product: ontheffingen

Bron: WVGS 1995, art. 32

Waardering: V 10 jaar

6.1.1.9.8. Handhaving

Toezicht

(750)

Handeling; Het aanwijzen van ambtenaren belast met de zorg voor naleving van de Wet gevaarlijke stoffen

Periode: 1968–1996

Product:

Bron: WGS 1963, art. 11, gewijzigd 1994 Stcrt. 37

Waardering: V 10 jaar na einde aanwijzing

(751)

Handeling: Het aanstellen van ambtenaren belast met de zorg voor naleving van de Wet gevaarlijke stoffen betreffende de scheepvaart

Periode: 1980–1996

Product:

Bron: WGS 1963, art. 11, wijz. 1980 Stcrt. 67

Waardering: V 10 jaar na einde aanstelling

(752)

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet.

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art. 34 wijz. Besluit toezicht en opsporing vervoer gevaarlijke stoffen 23 oktober 1996 Stcrt. 209

Waardering V 10 jaar na einde aanwijzing

(753)

Handeling: Het beperken van de bevoegdheid van een met het toezicht op de wet belaste ambtenaar.

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art. 34 vierde lid

Waardering: V 10 jaar

(754)

Handeling: Het geven van aanwijzingen met het oog op de coördinatie van het beleid ten aanzien van het toezicht aan met het toezicht op de wet belaste ambtenaren.

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art. 34 vijfde lid

Waardering: B5

Opsporing

(755)

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren belast met de opsporing van overtredingen krachtens de wet houdende maatregelen tegen het gevaar, hetwelk door de in-, door-, en vervoer van vergiftige stoffen kan ontstaan.

Periode: (1876) 1945–1963

Product:

Bron: Wet 28 juni 1876 Stb. 150, art. 4

Waardering: V 10 jaar na einde aanwijzing

(756)

Handeling: Het aanwijzen van personen belast met de opsporing van overtredingen krachtens de wet houdende nadere bepalingen omtrent het vervoer, de in-, uit- en doorvoer, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontvlambare of ontplofbare stoffen.

Periode: (1884) 1945–1963

Product:

Bron: Wet 26 april 1884 Stb. 81, art. 8

Waardering: V 10 jaar na einde aanwijzing

(757)

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren belast met het opsporen van overtredingen betreffende het vervoer van benzine.

Periode: 1957–1968

Product:

Bron: RVB 1957, art. 24

Waardering: V 10 jaar na einde aanwijzing

(758)

Handeling: Het (in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken) aanwijzen van ambtenaren belast met de opsporing van bij de wet gevaarlijke stoffen strafbaar gestelde feiten

Periode: 1968–1996

Product:

Bron: WGS 1963, art. 11 tweede lid

Waardering: V 10 jaar na einde aanwijzing

(759)

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren belast met opsporing van overtredingen van bij of krachtens de wet gestelde voorschriften

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art. 44 Besluit toezicht en opsporing vervoer gevaarlijke stoffen 23 oktober 1996 Stcrt. 209

Waardering: V 10 jaar na einde aanwijzing

(760)

Handeling: Het beperken van de bevoegdheid van een ambtenaar belast met de opsporing van overtredingen van de wet

Periode: 1996–

Product:

Bron: WVGS 1995, art. 44 tweede lid

Waardering: V 10 jaar

Handhaving door het Korps Controleurs Gevaarlijke Stoffen (KCGS) en de Rijks Verkeersinspectie (RVI)

(761)

Handeling: Het aanstellen van een geleide van minimaal twee personen voor het vervoer van ontplofbare stoffen.

Periode: (1885) 1945–1963

Product:

Bron: Besluit 15 oktober 1885 Stb. 187, art. 24

Waardering: V 5 jaar

(762)

Handeling: Het houden van toezicht op het laden en lossen van gevaarlijke stoffen

Periode: 1968–1996

Product:

Bron: VLG 1968, rn. 10.186b-NE(1)

Waardering: B5

(763)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de wetgeving betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen houden van reguliere controles.

Periode: 1945–

Product:

Bron: RVI jaarverslag 1992 en 1996

Waardering: V 5 jaar

(764)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de wetgeving betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen houden van reguliere bedrijfscontroles bij ondernemingen in het betreffende vervoer

Periode: 1945–

Product:

Bron: RVI jaarverslag 1992 en 1996

Waardering: V 5 jaar

(765)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de wetgeving betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen houden herhalingscontroles bij ondernemingen in het betreffende vervoer

Periode: 1945–

Product:

Opmerking: Deze controle vindt plaats binnen twee maanden na de eerste controle

Bron: RVI jaarverslag 1996

Waardering: V 5 jaar

(766)

Handeling: Het op verzoek van de ondernemer geven van voorlichting op het gebied van het vervoer van gevaarlijke stoffen

Periode: 1996–

Product:

Bron: RVI jaarverslag 1996

Waardering: V 5 jaar

(767)

Handeling: Het in het kader van de handhaving van de wetgeving betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen organiseren en uitvoeren van thema-acties

Periode: 1992–

Product:

Bron: RVI jaarverslag 1992 en 1996

Waardering: V 5 jaar

(768)

Handeling: Het jaarlijks voorleggen aan de Minister voor een plan inzake het in het volgende jaar te houden toezicht op de naleving op het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1995–

Product:

Bron: VLG 1997 hoofdstuk III, art. 1

Waardering: B1

(769)

Handeling: Het goedkeuren van het door de directeur van de RVI ingediende plan inzake het in het komende jaar te houden toezicht.

Periode: 1995–

Product:

Bron: VLG 1997 hoofdstuk III, art. 1

Waardering: V 5 jaar

(770)

Handeling: Het eventueel nemen van maatregelen indien overtredingen zijn geconstateerd overeenkomstig bijlage II van de richtlijn 95/50/EG.

Periode: 1995–

Product:

Bron: VLG 1995 bijlage 2 hoofdstuk 3, art. 3 tweede lid

Waardering: V 5 jaar

6.1.1.10. Veiligheid

(823)

Handeling: Het bevorderen van de invoering van (technische) systemen die de veiligheid bevorderen.

Periode: 1997–

Bron: Jaarplan directie Veiligheid

Waardering: B 5

(824)

Handeling: Het exploiteren van middelen die de veiligheid bevorderen.

Periode: 1997–

Bron: Jaarplan directie Veiligheid

Waardering: V 10 jaar

6.1.1.11. Infrastructuur

(825)

Handeling: Het bevorderen van de aanleg of reactivatie van infrastructurele werken en van het beheer daarvan ten behoeve van het goederenvervoer.

Periode: 1995–

Bron: Directieplan TI, 2003

Waardering: B 5

(826)

Handeling: Het opzetten van registratiesystemen voor infrastructurele werken ten behoeve van het goederenvervoer

Periode: 2002–

Product: Registratiesysteem

Bron: Werkplan Project OTB

Waardering: B 5

6.1.1.12. Logistiek en efficiëntie

(827)

Handeling: Het opstellen van regels voor de exploitatie van goederenspoorlijnen

Periode: 2003–

Bron: Directieplan TI 2003–2007

Waardering: B 5

(828)

Handeling: Het opzetten van een register, waarin gegevens worden opgenomen met betrekking tot zeeschepen varende onder de Nederlandse vlag

Periode: 2002–

Bron: Werkplan afdeling TZ, 2002

Waardering: B 5

(829)

Handeling: Het bevorderen van de marktwerking in het goederenvervoer door middel van het wegnemen van belemmeringen en het versterken van de concurrentiekracht

Periode: 1998–

Bron: Directieplan TI 2003–2007, 2002

Waardering: B 1

(830)

Handeling: Het beoordelen van mededelingen van omstandigheden zoals bedoeld in het Scheepvaartreglement territoriale zee of het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990.

Periode: 1990–

Bron: Scheepvaartreglement territoriale zee; Scheepvaartreglement Westerschelde 1990

Opmerking: – De mededeling wordt beoordeeld door de volgende bevoegde autoriteiten:

– Voor het aanloopgebied Scheldemonden: de Rijkshavenmeester Westerschelde, bedoeld in het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990.

– Voor het aanloopgebied Rotterdam: de havenmeester van de gemeente Rotterdam.

– Voor het aanloopgebied Scheveningen: de technisch directeur van de gemeentelijke dienst stadsbeheer van de gemeente Den Haag.

– Voor het aanloopgebied IJmuiden: de hoofdingenieur-directeur in de directie Noord-Holland van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.

– Voor het aanloopgebied Den Helder: de Commandant der maritieme middelen van de Koninklijke marine te Den Helder.

– Voor het aanloopgebied Brandaris en het aanloopgebied Eemsmonding: de hoofdingenieur-directeur in de directie Noord-Nederland van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.

– Voor de territoriale zee, behoudens de aanloopgebieden: de directeur Kustwacht.

– De omstandigheden waarvan mededeling gedaan moet worden, zijn:

(1) Wanneer een schip aan de grond is geraakt of gezonken;

(2) Wanneer een schip in aanraking is gekomen met een ander schip en daarbij schade van betekenis is ontstaan of zich persoonlijke ongevallen hebben voorgedaan;

(3) Wanneer een schip een boei, baken of waterstaatswerk heeft aangevaren, verplaatst of beschadigd;

(4) Wanneer een schip in een toestand verkeert waardoor de manoeuvreerbaarheid of de veiligheid nadelig wordt beïnvloed;

(5) Wanneer een schip voorwerpen of stoffen heeft verloren of dreigt te verliezen, die het scheepvaartverkeer in gevaar kunnen brengen.

Waardering: B2

6.1.1.13. Overige vergunningen

(831)

Handeling: Het verlenen van toestemming voor toegang tot de territoriale zee of de Westerschelde van een bijzonder transport dan wel met een schip door middel waarvan werkzaamheden worden uitgevoerd.

Periode: 1990–

Product: Toestemming

Bron: Scheepvaartreglement territoriale zee; Scheepvaartreglement Westerschelde 1990

Opmerking: – Toestemming wordt verleend door de bevoegde autoriteit. De bevoegde autoriteit is afhankelijk van het aanloopgebied waarin het schip zich bevindt.

– Voor het aanloopgebied Scheldemonden: de Rijkshavenmeester Westerschelde, bedoeld in het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990.

– Voor het aanloopgebied Rotterdam: de havenmeester van de gemeente Rotterdam.

– Voor het aanloopgebied Scheveningen: de technisch directeur van de gemeentelijke dienst stadsbeheer van de gemeente Den Haag.

– Voor het aanloopgebied IJmuiden: de hoofdingenieur-directeur in de directie Noord-Holland van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.

– Voor het aanloopgebied Den Helder: de Commandant der maritieme middelen van de Koninklijke marine te Den Helder.

– Voor het aanloopgebied Brandaris en het aanloopgebied Eemsmonding: de hoofdingenieur-directeur in de directie Noord-Nederland van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.

– Voor de territoriale zee, behoudens de aanloopgebieden: de directeur Kustwacht.

– Onder een bijzonder transport wordt verstaan een schip of ander drijvend voorwerp dat door haar bijzondere karakter een risico vormt voor de veiligheid van de scheepvaart. Onder werkzaamheden kan onder andere worden verstaan het leggen van buizen en kabels en het doen van seismische metingen.

– Hier valt ook onder het beoordelen van meldingen van vervoer van gevaarlijke stoffen zoals bedoeld in artikel 130 van het Schepenbesluit 1965.

Waardering: V 5 jaar

(832)

Handeling: Het verlenen van ontheffing van de verboden zoals bedoeld in het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990.

Periode: 1990–

Bron: Scheepvaartreglement Westerschelde 1990

Opmerking: Het gaat om ontheffingen voor:

– het ankerverbod in het voorzorgsgebied Westerschelde;

– de verplichting tot wacht houden op een gemeerd of ten anker liggend dan wel aan de grond zittend schip

Waardering: V 5 jaar

(833)

Handeling: Het verlenen van toestemming om binnen de Nederlandse territoriale zee een schip te laden, lossen of bunkeren.

Periode: 1996–

Bron: Scheepvaartreglement territoriale zee

Opmerking: Toestemming wordt verleend door de volgende bevoegde autoriteiten:

– Voor het aanloopgebied Scheldemonden: de Rijkshavenmeester Westerschelde, bedoeld in het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990.

– Voor het aanloopgebied Rotterdam: de havenmeester van de gemeente Rotterdam.

– Voor het aanloopgebied Scheveningen: de technisch directeur van de gemeentelijke dienst stadsbeheer van de gemeente Den Haag.

– Voor het aanloopgebied IJmuiden: de hoofdingenieur-directeur in de directie Noord-Holland van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.

– Voor het aanloopgebied Den Helder: de Commandant der maritieme middelen van de Koninklijke marine te Den Helder.

– Voor het aanloopgebied Brandaris en het aanloopgebied Eemsmonding: de hoofdingenieur-directeur in de directie Noord-Nederland van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.

– Voor de territoriale zee, behoudens de aanloopgebieden: de directeur Kustwacht.

Waardering: V 5 jaar

(834)

Handeling: Het verlenen van financiële bijdragen aan vissers voor opgeviste explosieven uit de Eerste of Tweede Wereldoorlog.

Periode: 1992–

Bron: Bijstands- en bijdrageregeling opgeviste explosieven

Opmerking: De bijdrage is bedoeld voor en wordt toegekend na het overdragen aan het Kustwachtcentrum om het opgeviste explosief onschadelijk te laten maken

Waardering: V 10 jaar

(835)

Handeling: Het verlenen van ontheffing van de verplichting tot het aanbrengen van geluidsbakens en lichtbakens op een mijnbouwinstallatie.

Periode: 2002–

Bron: Mijnbouwbesluit

Opmerking: De ontheffing kan onder beperkingen worden verleend of er kunnen voorschriften aan worden verbonden.

Waardering: V 5 jaar

6.1.1.14. Handhaving

(836)

Handeling Het opstellen van richtlijnen voor de Inspectie Verkeer en Waterstaat voor de handhaving ten behoeve van het goederenvervoer.

Periode 2002–

Waardering V 10 jaar na intrekking

(837)

Handeling Het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wetgeving.

Periode 1945–

Waardering V 10 jaar na intrekking aanwijzing

(838)

Handeling Het aanwijzen van ambtenaren belast met de opsporing van strafbaar gestelde feiten.

Periode 1945–

Waardering V 10 jaar na intrekking aanwijzing

(839)

Handeling Het opsporen van strafbaar gestelde feiten.

Periode 2002–

Waardering V 5 jaar

(840)

Handeling Het opleggen van verboden, het intrekken van machtigingen en het opleggen van boetes bij het niet naleven van de bepalingen in de wetgeving.

Periode 2002–

Waardering: V 10 jaar

(841)

Handeling Het toezicht houden op de naleving van wettelijke voorschriften.

Periode 2002–

Waardering: B5 voor calamiteiten

V5 jaar overig

6.1.2. Actor: Adviescollege regeling telematicatoepassingen in het goederenvervoer over weg, rail en water

(37)

Handeling: Het adviseren van de Minister omtrent aanvragen tot deelneming aan het Demonstratieprogramma of de Regeling telematicatoepassingen in het goederenvervoer over weg, rail of water

Periode: 1995–1996

Product: adviezen

Bron: Instellingsregeling adviescollege regeling telematicatoepassingen in het goederenvervoer, art. 3 (Stcrt. 1995, 186)

Waardering: B1

6.1.3. Actor: Adviescommissie goederenvervoer

(82)

Handeling: Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Minister in alle vraagstukken van algemene aard betreffende het vervoer van goederen met vrachtauto’s.

Periode: 1954–1992

Product: Advies

Bron: Wet Autovervoer Goederen 1951, sedertdien gewijzigd, art. 6; UAG 1954, art. 68

Waardering: B1

(83)

Handeling: Het voeren van overleg over beleidsaangelegenheden met betrekking tot het goederenvervoer over de weg.

Periode: 1992

Product: Rapport

Bron: Besluit advies en overleg verkeer en waterstaat 1992; Wet goederenvervoer over de weg 1992, art. 72 en 75

Waardering: B1

(153)

Handeling: Het adviseren van de CVG/CVV c.q. Rijksinspecteur over voorstellen tot wijziging of intrekking van vergunningen voor geregeld en ongeregeld vervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Adviezen

Bron: Wet Autovervoer Goederen 1951, sindsdien gewijzigd, art. 6; UAG 1954, art. 68

Waardering: V 5 jaar

(160)

Handeling: Het op verzoek van een vergunninghouder vaststellen van een schaderegeling, indien andere ondernemers voordelen ondervinden van een wijziging of intrekking van zijn vergunning.

Periode: 1954–1988

Product: Indien de oplossing niet ten genoegen van de gedupeerde vergunninghouder is, kan deze een dergelijk verzoek indienen.

Bron: WAG 1951, art. 21 en 25

Waardering: V 10 jaar

(303)

Handeling: Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Minister in alle vraagstukken van algemene aard betreffende het vervoer van goederen met binnenschepen.

Periode: 1954–1992

Product: Adviezen, rapporten, verslagen

Bron: Wet Goederenvervoer Binnenscheepvaart 1951, sedertdien gewijzigd, art. 6; UGB 1954, art. 13

waardering: B1

(304)

Handeling: Het voeren van overleg over beleidsaangelegenheden met betrekking tot het vervoer van goederen te water.

Periode: 1992

Product: rapport

Bron: Besluit advies en overleg verkeer en waterstaat 1992; Wet vervoer binnenvaart 1991

Waardering: B1

(331)

Handeling: Het adviseren van de CVG/CVV c.q. Rijksinspecteur over voorstellen tot wijziging of intrekking in het algemeen vervoerbelang van vergunningen voor geregeld vervoer.

Periode: 1954–1992

Product: Adviezen, rapporten, verslagen

Bron: Wet Goederenvervoer Binnenscheepvaart 1951, sedertdien gewijzigd, art. 6; UGB 1954, art. 13

Waardering: V 5 jaar

6.1.14. Actor: Adviescommissie sloopregeling binnenvaart

(459)

Handeling: Het adviseren van de Minister van Verkeer en Waterstaat over vraagstukken van algemene aard, die verband houden met de uitvoering van de Wet Sloopregeling Binnenvaart.

Periode: 1977–

Product: Advies

Bron: WSB 1976, art. 15, eerste lid

Waardering: B1

6.1.5. Actor: Adviescommissie stimulering internationale binnenvaart (commissie van Duursen)

(477)

Handeling: Het opstellen van een actieplan ter bevordering van de internationale binnenvaart.

Periode: 1993

Product: Eindrapport ‘Vaart in de keten. Actieplan ter bevordering van internationaal goederenvervoer via de binnenvaart, ’s-Gravenhage 1993.

Bron: Notitie Goederenvervoer, TK, 1993–1994, 23 709, nr. 1, p. 14

Waardering: B1

6.1.6. Actor: Adviesdienst verkeer en vervoer

(39)

Handeling: Het adviseren van en het leveren van informatie aan de Minister, andere overheden en belangenorganisaties met betrekking tot het inland-vervoer van goederen.

Periode: 1993–

Product: Adviezen, onderzoeken, rapporten

Bron: Staatsalmanak

Waardering: B1

6.1.7. Actor: Beroepscommissie ex art. 54 WAG

(242)

Handeling: Het adviseren van de Minister inzake een beroep ingediend tegen een beschikking van de Voorzitter van de CVG/CVV, de Rijks(hoofd-)inspecteur, of een instantie waaraan bevoegdheden van de Voorzitter CVG/CVV of de Rijks(hoofd-)inspecteur zijn overgedragen (SIEV).

Periode: 1954–1984

Product: Adviezen

Bron: WAG 1951, art. 54; UAG 1954, art. 141–152

Waardering: B1: advies aan Minister

V 5 jaar: rest

6.1.8. Actor: Beroepscommissie ex art. 55 WGB

(496)

Handeling: Het adviseren van de Minister inzake een beroep ingediend tegen een beschikking van de Voorzitter van de CVG/CVV, de Rijksinspecteur, of een instantie waaraan bevoegdheden van de CVG/CVV zijn overgedragen, dan wel tegen een beslissing tot ontheffing van het bestuur van een schippersbeurs.

Periode: 1954–1984

Product: Advies

Bron: WGB 1951, art. 55; UGB 1954, art. 83

Waardering: B1

6.1.9. Actor: Bevrachtingscommissie ex art. 2 Beursreglement

(387)

Handeling: Het vaststellen van een reglement van orde.

Periode: 1981–1992

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 5 oktober 1989, Stcrt. 205, art. 6

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(389)

Handeling: Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Minister, de Inspecteur-Generaal of de Rijksinspecteur inzake vraagstukken op het gebied van de bevrachting in het ongeregeld vervoer van goederen met binnenschepen.

Periode: 1981–1992

Product: Adviezen

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, zoals laatstelijk gewijzigd bij regeling van 5 oktober 1989, Stcrt. 205.

Waardering: V 5 jaar

(412)

Handeling: Het samenstellen alsmede wijzigen van de lijst met toeslagen bij de Tariefbeschikking Ongeregeld Goederenvervoer Binnenscheepvaart.

Periode: 1981–1992

Product:

Bron: Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, zoals laatstelijk gewijzigd bij regeling van 5 oktober 1989, Stcrt. 205.

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(426)

Handeling: Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Minister over de vrachtverdelingsregeling, de tarieven en te verlenen vrijstellingen.

Periode: 1993–

Product: Adviezen

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, Stcrt. 248, zoals gewijzigd bij Ministeriële regeling 1993, Stcrt. 40; Regeling instelling Bevrachtingscommissie 1992, Stcrt. 248, zoals laatstelijk gewijzigd bij Ministeriële regeling 1993, Stcrt. 40, art. 2

Waardering: V 5 jaar

6.1.10. Actor: Centraal advieslichaam vervoer gevaarlijke stoffen

(650)

Handeling: Het op verzoek adviseren van de Minister omtrent aangelegenheden die betrekking hebben op het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Periode: 1963–1995

Bron: WGS 1963, art 6 tweede lid

Waardering: B1

6.1.11. Actor: College van advies inzake de naleving van arbeidsvoorwaarden in het beroepsgoederenvervoer over de weg

(265)

Handeling: Het onderzoeken van en schriftelijk adviseren aan de CVV/CVW over klachten omtrent de nakoming door de ondernemer van arbeidsvoorwaarden.

Periode: 1977–1992

Product: Adviezen

Bron: WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 8 juni 1977, Stb. 354, art. 42a en 45a; UAG 1988, art. 83 en 84

Waardering: V 5 jaar

6.1.12. Actor: Commissie van advies geschiktheid scheepsbevrachter

(405)

Handeling: Het op verzoek van de Minister geven van advies omtrent de geschiktheid als scheepsbevrachter (1954–1988).

Het afgeven van een verklaring ten bewijs van geschiktheid als scheepsbevrachter (1988–1992).

Het geven van advies aan de Minister inzake de intrekking van een erkenning voor onbepaalde tijd (1954–1992).

Periode: 1954–1992

Product: Advies, verklaring

Bron: Beschikking van de Minister van V&W van 14 september 1959; Regeling van de Minister van 17 juni 1988; Beursreglement 1954, Stcrt. 28 en 31, art. 39

Waardering: V 5 jaar

(443)

Handeling: Het afnemen van een examen, en bij goed gevolg afgeven van een verklaring, ter verkrijging van de vakbekwaamheid van scheepsbevrachter.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Vrachtverdelingsregeling 1992, art. 43 en 48; Regeling Instelling Adviescommissie omtrent geschiktheid als scheepsbevrachter 1992, art. 2, onderdeel a en b; Tijdelijke regeling vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer 1995, art. 19

Waardering: V 5 jaar

(444)

Handeling: Het desgevraagd uitbrengen van adviezen aan de Kamers van Koophandel en Fabrieken:

inzake de bekwaamheid van hen, die zich in het buitenland als scheepsbevrachter willen vestigen; en

inzake de bekwaamheid van hen, die zich voor beëdiging als makelaar in scheepsvrachten aanmelden.

Periode: 1993–

Product:

Bron: Regeling Instelling Adviescommissie omtrent geschiktheid als scheepsbevrachter 1992, art. 2, onderdeel c

Waardering: V 5 jaar

6.1.13. Actor: Commissie Albeda

(421)

Handeling: Het in opdracht van de Minister bemiddelen in het conflict in de binnenscheepvaart inzake het Noord-Zuid-vervoer per binnenschip.

Periode: 1993–1994

Product: Rapportage Bemiddeling Conflict Binnenscheepvaart

Bron: Commissie Albeda, Rapportage Bemiddeling Conflict Binnenscheepvaart, p. 22

Waardering: B1

6.1.14. Actor: Commissie begeleiding onderzoeken NS-goederenvervoer

(536)

Handeling: Het formuleren van een aantal onderzoeksopdrachten, en het voorbereiden en begeleiden van een aantal onderzoeken inzake NS-goederenvervoer.

Periode: 1979–1981

Product: Onderzoeksopdrachten en onderzoeken

Bron: Staatsalmanak 1981, J 49

Waardering: B1: onderzoeksopdrachten en eindrapporten

V 10 jaar: rest

6.1.15. Actor: Commissie binnenscheepvaart

(303)

Handeling: Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Minister in alle vraagstukken van algemene aard betreffende het vervoer van goederen met binnenschepen.

Periode: 1954–1992

Product: Adviezen, rapporten, verslagen

Bron: Wet Goederenvervoer Binnenscheepvaart 1951, sedertdien gewijzigd, art. 6; UGB 1954, art. 13

waardering: B1

(304)

Handeling: Het voeren van overleg over beleidsaangelegenheden met betrekking tot het vervoer van goederen te water.

Periode: 1992

Product: rapport

Bron: Besluit advies en overleg verkeer en waterstaat 1992; Wet vervoer binnenvaart 1991

Waardering: B1

(456)

Handeling: Het zowel gevraagd als ongevraagd adviseren over maatregelen die moeten worden genomen om te komen tot gezondmaking van het vervoer van droge lading in de binnenvaart.

Periode: 1975–1986

Product: Adviesrapporten

Bron: Beschikking van 10 december 1975, Stcrt. 252; Staatsalmanak, diverse jaren

Waardering: B1

6.1.16. Actor: Commissie rubricering vergiftige en bijtende stoffen

(651)

Handeling: Het rubriceren van nieuwe gevaarlijke en bijtende stoffen.

Periode: 1969–1985

Product: rapporten, rapportages

Bron: Besluit 10 december 1969 Stcrt. 245

Waardering: B 5

(652)

Handeling: Het zich mede doen uitspreken over de wijze van verpakking en over het vervoer in tanks van de door haar gerubriceerde stoffen indien en voorzover naar haar oordeel daartoe in verband met speciale eigenschappen van die stoffen aanleiding bestaat.

Periode: 1971–1985

Product: Adviezen

Bron: Besluit 9 maart 1971 Stcrt. 50

Waardering: V 20 jaar

6.1.17. Actor: Commissie rubricering nieuwe gevaarlijke stoffen van de open klassen

(653)

Handeling: Het rubriceren van de gevaarlijke stoffen behorend tot de open klassen.

Periode: 1985–1992

Product:

Bron: Beschikking 1985, 1986 Stcrt. 19, later gewijzigd.

Waardering: B 5

(654)

Handeling: Het zich mede uitspreken over de wijze van verpakking en over het vervoer in tanks van de door haar gerubriceerde stoffen indien daartoe aanleiding bestaat.

Periode: 1985–1992

Product: Adviezen

Bron: Beschikking 1985, 1986 Stcrt. 19

Waardering: V 10 jaar

6.1.18. Actor: Commissie rubricering voor de indeling van gevaarlijke stoffen

(656)

Handeling: Het al dan niet gevraagd adviseren van de Minister op het gebied van de eigenschappen van gevaarlijke stoffen en de daarmee verband houdende indeling.

Periode: 1992–1995

Product: Adviezen

Bron: WGS 1963, wijz. 1992 Stb. 146, art. 47 (art. 6a en 6d)

Waardering: V 10 jaar

(657)

Handeling: Het inwinnen van advies bij deskundigen, die geen zitting hebben in de Rubriceringscommissie.

Periode: 1992–1995

Product: Adviezen

Bron: WGS 1963, wijz. 1992 Stb. 146, art. 47 (art. 6e)

Waardeering: V 10 jaar

(658)

Handeling: Het vaststellen van een reglement ter regeling van de werkwijze van de commissie.

Periode: 1992–1995

Product:

Bron: WGS 1963, wijz. 1992 Stb. 146, art. 47 (art. 6f)

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(659)

Handeling: Het jaarlijks opstellen van een ontwerp-begroting voor de Minister voor haar werkzaamheden van het komende jaar.

Periode: 1992–1995

Product: ontwerp-begrotingen

Bron: WGS 1963, wijz. 1992 Stb. 146, art. 47 (art. 6g.2)

Waardering: B3

(660)

Handeling: Het, telkens binnen een periode van vijf jaar, uitbrengen van een rapport aan de Minister waarin haar taakvervulling aan een nader onderzoek wordt onderworpen en voorstellen kunnen worden gedaan voor daarin gewenste veranderingen.

Periode: 1992–1995

Product: Rapporten

Bron: WGS 1963, wijz. 1992 Stb. 146, art. 47 (art. 6i)

Waardering: B2

6.1.19. Actor: Commissie van onafhankelijke deskundigen

(429)

Handeling: Het vaststellen van een reglement betreffende haar werkwijze en het jaarlijks aan de Minister overleggen van een begroting.

Periode: 1996–2000

Product:

Bron: TWNZ 1995, art. 17, achtste en tiende lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(432)

Handeling: Het adviseren van de Minister over een ontwerp-overeenkomst met afwijkende tarieven en voorwaarden.

Periode: 1996–2000

Product: Adviezen

Bron: TWNZ 1995, art. 17-20

Waardering: V 5 jaar

6.1.20. Actor: Commissie vergunningen beroepsgoederenvervoer (CVG)

(93)

Handeling: Het eventueel vaststellen van instructies voor de aan de CVG/CVV toegevoegde secretaris en overige ambtenaren.

Periode: 1954–1959

Product:

Bron: UAG 1954, art. 65, tweede lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging instructies

(94)

Handeling: Het uitbrengen van een jaarverslag aan de Minister.

Periode: 1954–1959

Product: Jaarverslagen

Bron: UAG 1954, art. 65, derde lid

Waardering: B3

(152)

Handeling: Het nader uitwerken van het te voeren beleid m.b.t. het verlenen van vergunningen.

Periode: 1954–1959

Product: Rapporten, Bekendmakingen, bv. Bekendmaking van de CVV van 31 maart 1966 betreffende stopzetting verlening vergunningen ex art. 32 WGB, Stcrt. 66; Bekendmaking CVV van 20 maart 1980 inzake de beoordeling schepen van verzoeken om verlenging van wildevaartvergunningen, Stcrt. 243

Bron: WAG 1951 (Stb. 1951, 472, gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 1986, 735), art. 8; Richtlijnen goederenvervoer 1954, (Stb. 1954, 24, II A 1 en II C 4), eerste lid: Richtlijnen goederenvervoer binnenschepen 1988 (Stb. 1988, 210); Richtlijnen autovervoer goederen van 2 mei 1988, (Stb. 1988, 211), art. 2-4

Waardering: B1

(156)

Handeling: Het in een ‘algemene’ procedure op aanvraag, verzoek of ambtshalve besluiten over de verlening, verlenging (tot 1988), overdracht (tot 1988), omzetting (vanaf 1988), wijziging dan wel intrekking van een vergunning voor de uitvoering van geregeld dan wel ongeregeld beroepsvervoer;

– op aanvraag of verzoek van de ondernemer

– ambtshalve.

Periode: 1954–1959

Product:

Bron: WAG 1951, art. 8–30, 34–36; WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, art. 10, 34, 35; UAG 1988, art. 100–102

Waardering: V 5 jaar

(158)

Handeling: Het in een ‘korte’ procedure op verzoek van de ondernemer besluiten over de verlening (vanaf 1988), verlenging (tot 1988), overdracht (tot 1988), dan wel wijziging van een vergunning voor de uitvoering van (geregeld dan wel ongeregeld) beroepsvervoer.

Periode: 1954–1959

Product: Beschikking o.b.v. verzoek van de ondernemer, ingediend bij de Rijksinspecteur van het Verkeer

Bron: WAG 1951, art. 8–30, 39-41; WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 34 en 34b

Waardering: V 5 jaar

(159)

Handeling: Het ‘in bijzondere omstandigheden’ verlenen of intrekken van een tijdelijke vergunning voor de uitvoering van (geregeld dan wel ongeregeld) beroepsvervoer.

Periode: 1954–1959

Product: Beschikking o.b.v. aanvragen en verklaringen van ondernemers, ingediend bij de Rijksinspecteur van het Verkeer, en mededelingen aan de Commissie

Bron: WAG 1951, art. 22, 27, 38; WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 10a en 34c, eerste lid

Waardering: V 5 jaar

(163)

Handeling: Het overdragen aan een Rijksinspecteur van de behandeling van, en de beslissing op, aanvragen en verzoeken betreffende de vergunningsverlening voor het (geregeld dan wel ongeregeld) beroepsvervoer.

Periode: 1954–1959

Product:

Bron: WAG 1951, art. 10, tweede lid; Richtlijnen Goederenvervoer 1954; UAG 1988, art. 97–98

Waardering: V 5 jaar

(176)

Handeling: Het vaststellen en beschikbaar stellen van de formulieren voor de aanvraag om toelating, en voor de toelatingsbewijzen, tot het verrichten van grensoverschrijdend vervoer door niet in Nederland gevestigde ondernemers.

Periode: 1954–1959

Product: Aanvraagformulieren

Bron: UAG 1954, art. 7; UAG 1988, art. 5, 7, 9 en 14

Waardering: V 5 jaar na wijziging

(178)

Handeling: Het op aanvraag of ambtshalve besluiten over de verlening, wijziging dan wel intrekking van een toelating (inclusief toelatingsbewijzen) voor de uitvoering van grensoverschrijdend vervoer door een niet in Nederland gevestigde ondernemer.

Periode: 1954–1959

Product: Beschikkingen

Bron: UAG 1954 en 1988

Waardering: V 5 jaar

(334)

Handeling: Het in een ‘algemene’ procedure op aanvraag, verzoek of ambtshalve besluiten over de verlening, verlenging, overdracht, wijziging dan wel intrekking van een vergunning voor de uitvoering van geregeld dan wel ongeregeld beroepsvervoer:

– ex art. 12 geregeld vervoer

– ex art. 32/33 onbeperkt ongeregeld vervoer (wilde vaart)

– ex art. 34 beperkt ongeregeld vervoer (zgn. BOW-vergunning).

Periode: 1954–1959

Product: Beschikking o.b.v. aanvragen en verklaringen van de ondernemer(s), ingediend bij de Rijksinspecteur van het Verkeer, afschriften van ingediende bezwaren van belanghebbenden, processen-verbaal van openbare zittingen

Bron: WGB 1951, art. 7-41; diverse Bekendmakingen van de CVV

Waardering: V 5 jaar

(338)

Handeling: Het in een ‘korte’ procedure op verzoek van de ondernemer besluiten over de verlenging, overdracht, dan wel wijziging van een vergunning voor de uitvoering van geregeld dan wel ongeregeld beroepsvervoer:

– ex art. 12 geregeld vervoer

– ex art. 32/33 onbeperkt ongeregeld vervoer (wilde vaart)

– ex art. 34 beperkt ongeregeld vervoer (zgn. BOW-vergunning).

Periode: 1954–1959

Product: Beschikking o.b.v. verzoek van de ondernemer, ingediend bij de Rijksinspecteur van het Verkeer.

Bron: WGB 1951, art. 14–16, 23, 38–40; Richtlijnen Goederenvervoer 1954, II, A. 12; Richtlijnen goederenvervoer binnenschepen 1988, art. 6

Waardering: V 5 jaar

(339)

Handeling: Het ‘in bijzondere omstandigheden’ verlenen of intrekken van een tijdelijke vergunning voor de uitvoering van geregeld dan wel ongeregeld beroepsvervoer:

– ex art. 12 geregeld vervoer

– ex art. 32/33 onbeperkt ongeregeld vervoer (wilde vaart)

– ex art. 34 beperkt ongeregeld vervoer (zgn. BOW-vergunning).

Periode: 1954–1959

Product: Beschikking o.b.v. aanvragen en verklaringen van ondernemers, ingediend bij de Rijksinspecteur van het Verkeer, en mededelingen aan de Commissie

Bron: WGB 1951, art. 20, 25, 37

Waardering: V 5 jaar

(342)

Handeling: Het overdragen aan een Rijksinspecteur van de behandeling van, en de beslissing op, aanvragen en verzoeken betreffende de vergunningsverlening voor het (geregeld dan wel ongeregeld) beroepsvervoer.

Periode: 1954–1959

Product: bekendmaking

Bron: WGB 1951, art. 8, derde lid; Richtlijnen Goederenvervoer 1954; UGB 1954, art. 36–39; Richtlijnen goederenvervoer binnenschepen 1988

Waardering: V 5 jaar

6.1.21. Actor: Commissie vergunningen wegverkeer

(115)

Handeling: Het regelen van de werkzaamheden van de commissie.

Periode: 1988–1992

Product: werkinstructies, procedures

Bron: UAG 1988, art. 71, tweede lid en 72, tweede lid

Waardering: V 5 jaar

(117)

Handeling: Het jaarlijks verslag uitbrengen aan de Minister over de werkzaamheden.

Periode: 1988–1992

Product: jaarverslag

Bron: UAG 1988, art. 73

Waardering: B3

(156)

Handeling: Het in een ‘algemene’ procedure op aanvraag, verzoek of ambtshalve besluiten over de verlening, verlenging (tot 1988), overdracht (tot 1988), omzetting (vanaf 1988), wijziging dan wel intrekking van een vergunning voor de uitvoering van geregeld dan wel ongeregeld beroepsvervoer;

– op aanvraag of verzoek van de ondernemer

– ambtshalve.

Periode: 1988–1992

Product:

Bron: WAG 1951, art. 8-30, 34-36; WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, art. 10, 34, 35; UAG 1988, art. 100–102

Waardering: V 5 jaar

(158)

Handeling: Het in een ‘korte’ procedure op verzoek van de ondernemer besluiten over de verlening (vanaf 1988), verlenging (tot 1988), overdracht (tot 1988), dan wel wijziging van een vergunning voor de uitvoering van (geregeld dan wel ongeregeld) beroepsvervoer.

Periode: 1988–1992

Product: Beschikking o.b.v. verzoek van de ondernemer, ingediend bij de Rijksinspecteur van het Verkeer

Bron: WAG 1951, art. 8–30, 39–41; WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 34 en 34b

Waardering: V 5 jaar

(159)

Handeling: Het ‘in bijzondere omstandigheden’ verlenen of intrekken van een tijdelijke vergunning voor de uitvoering van (geregeld dan wel ongeregeld) beroepsvervoer.

Periode: 1988–1992

Product: Beschikking o.b.v. aanvragen en verklaringen van ondernemers, ingediend bij de Rijksinspecteur van het Verkeer, en mededelingen aan de Commissie

Bron: WAG 1951, art. 22, 27, 38; WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 10a en 34c, eerste lid

Waardering: V 5 jaar

(163)

Handeling: Het overdragen aan een Rijksinspecteur van de behandeling van, en de beslissing op, aanvragen en verzoeken betreffende de vergunningsverlening voor het (geregeld dan wel ongeregeld) beroepsvervoer.

Periode: 1988–1992

Product:

Bron: WAG 1951, art. 10, tweede lid; Richtlijnen Goederenvervoer 1954; UAG 1988, art. 97–98

Waardering: V 5 jaar

(166)

Handeling: Het in bijzondere gevallen gunstig beslissen op een verzoek om omzetting, dan wel wijziging strekkende tot uitbreiding van een vergunning, in afwijking van de wettelijke eis van het maken van winst.

Periode: 1988–1992

Product: beschikking

Bron: Richtlijnen Goederenvervoer 1988, Stb. 211, art. 9, tweede lid

Waardering: V 5 jaar

(268)

Handeling: Het, in overeenstemming met het advies van het College van Advies, al dan niet tijdelijk of blijvend wijzigen of intrekken van een vergunning voor beroepsvervoer.

Periode: 1988–1992

Product: Beschikkingen

Bron: WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 42a

Waardering: V 5 jaar

6.1.22. Actor: Commissie vervoervergunningen (CVV)

(93)

Handeling: Het eventueel vaststellen van instructies voor de aan de CVG/CVV toegevoegde secretaris en overige ambtenaren.

Periode: 1959–1988

Product:

Bron: UAG 1954, art. 65, tweede lid

Waardering: V 5 jaar na wijziging instructies

(94)

Handeling: Het uitbrengen van een jaarverslag aan de Minister.

Periode: 1959–1988

Product: Jaarverslagen

Bron: UAG 1954, art. 65, derde lid

Waardering: B3

(152)

Handeling: Het nader uitwerken van het te voeren beleid m.b.t. het verlenen van vergunningen.

Periode: 1959–1988

Product: Rapporten, bv. ‘De capaciteitssituatie in het onbeperkt ongeregeld beroepsgoederenvervoer over de weg in 1985’ (Den Haag 1986)

Bron: WAG 1951, gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 8; Richtlijnen goederenvervoer 1954, Stb. 24, II A 1 en II C 4, eerste lid: Richtlijnen autovervoer goederen van 2 mei 1988, Stb. 211, art. 2–4

Waardering: B1

(156)

Handeling: Het in een ‘algemene’ procedure op aanvraag, verzoek of ambtshalve besluiten over de verlening, verlenging (tot 1988), overdracht (tot 1988), omzetting (vanaf 1988), wijziging dan wel intrekking van een vergunning voor de uitvoering van geregeld dan wel ongeregeld beroepsvervoer;

– op aanvraag of verzoek van de ondernemer

– ambtshalve.

Periode: 1959–1988

Product:

Bron: WAG 1951, art. 8–30, 34–36; WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, art. 10, 34, 35; UAG 1988, art. 100–102

Waardering: V 5 jaar

(158)

Handeling: Het in een ‘korte’ procedure op verzoek van de ondernemer besluiten over de verlening (vanaf 1988), verlenging (tot 1988), overdracht (tot 1988), dan wel wijziging van een vergunning voor de uitvoering van (geregeld dan wel ongeregeld) beroepsvervoer.

Periode: 1959–1988

Product: Beschikking o.b.v. verzoek van de ondernemer, ingediend bij de Rijksinspecteur van het Verkeer

Bron: WAG 1951, art. 8–30, 39–41; WAG 1951, zoals gewijzigd bij wet van 11 december 1986, Stb. 735, art. 34 en 34b