1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
apparatuur voor de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen: apparaat dat specifiek
is bestemd voor de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, inclusief hulpstukken
die essentieel zijn voor de doeltreffende werking daarvan, zoals spuitdoppen, manometers,
filters, zeven en toebehoren voor het schoonmaken van tanks;
behandeld voorwerp: behandeld voorwerp als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder
1, van verordening (EU) Nr. 528/2012;
biociden: biociden als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a, van verordening
(EU) Nr. 528/2012;
college: College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, genoemd
in artikel 3;
communautaire maatregel: verordening, richtlijn of beschikking als bedoeld in artikel
249 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (Trb. 1957,
91) betrekking hebbende op gewasbeschermingsmiddelen of biociden;
distributeur: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die ervoor zorgt dat gewasbeschermingsmiddelen
of biociden in de handel verkrijgbaar zijn, met inbegrip van groothandelaren, detailhandelaren,
verkopers en leveranciers;
gebruiker: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een gewasbeschermingsmiddel
of biocide toepast, toedient, doet toepassen, of doet toedienen;
geïntegreerde gewasbescherming: de zorgvuldige afweging van alle beschikbare gewasbeschermingsmethoden,
gevolgd door de integratie van passende maatregelen die de ontwikkeling van populaties
van schadelijke organismen tegengaan, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en
andere vormen van interventie tot economisch en ecologisch verantwoorde niveaus beperkt
houden en het risico voor de gezondheid van de mens en voor het milieu tot een minimum
beperken;
gewasbeschermingsmiddel: gewasbeschermingsmiddel als bedoeld in artikel 2, eerste
lid, van verordening (EG) 1107/2009;
Onze Minister:
-
– voor gewasbeschermingsmiddelen, alsmede voor de toepassing van hoofdstuk 2: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in overeenstemming met Onze
Minister van Infrastructuur en Milieu;
-
– voor biociden: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu in overeenstemming met Onze
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
-
– voor de artikelen 86 en 90: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit met betrekking tot overtredingen
met gewasbeschermingsmiddelen of Onze Minister van Infrastructuur en Milieu met betrekking
tot overtredingen met biociden;
Onze Ministers: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Onze Minister
van Infrastructuur en Milieu, Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
professionele gebruiker: persoon die in de landbouwsector of in een andere sector,
gewasbeschermingsmiddelen gebruikt in het kader van zijn beroepsactiviteiten, met
inbegrip van bedieners van toepassingsapparatuur, technici, werkgevers en zelfstandigen;
richtlijn 2009/128/EG: Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking
van een duurzaam gebruik van pesticiden (PbEU L 309);
verordening (EG) nr. 1107/2009: Verordening (EG) Nr. 1107/2009 van het Europees Parlement
en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen
en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU, L
309);
verordening (EU) Nr. 528/2012: Verordening (EU) Nr. 528/2012 van het Europees Parlement
en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van
biociden (PbEU, L 167);
verordening (EU) 2017/625: Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en
de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten
die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving
en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen
te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005,
(EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU)
2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen
(EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PbEU 2017, L 95);
verpakking: omhulsel waarin een gewasbeschermingsmiddel of biocide aan of ten behoeve
van een gebruiker wordt afgeleverd, of dat daartoe is bestemd.