Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is cultuurgoederen die afkomstig zijn uit een tijdens een gewapend conflict bezet gebied, terug te geven aan de bevoegde autoriteiten van het gebied van herkomst teneinde te voldoen aan het Protocol van 14 mei 1954 behorend bij het op die dag tot stand gekomen Verdrag inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict (Trb. 1955, 47) en dat het daartoe wenselijk is regels te stellen die het mogelijk maken in voorkomende gevallen dergelijke cultuurgoederen in bewaring te nemen en ten aanzien daarvan een vordering tot teruggave in te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: