Annexen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Landenannex Afghanistan 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
De humanitaire- en armoedesituatie is in grote delen van Afghanistan nog zorgelijk.
Onder de bevolking heerst een tekort aan voedsel, de kinder- en moedersterfte is hoog,
de levensverwachting is mede door de slechte gezondheidszorg laag. Afghanistan is
het land met de grootste vluchtelingenproblematiek ter wereld. Verder zijn de papaverteelt
en daaraan gerelateerde drugshandel sterk toegenomen. In grote delen van het land
ontbreekt een effectieve bestuurscapaciteit. Ook de veiligheidssituatie is het afgelopen
jaar niet verbeterd. Vooral het zuiden en zuidoosten van Afghanistan zijn hierdoor
voor internationale NGO’s en de VN deels onbereikbaar geworden.
Prioriteiten Nederland in 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In 2007 zal Nederland de overgang van humanitaire hulp naar wederopbouw blijven ondersteunen.
Ten aanzien van humanitaire hulp richt Nederland zich in beginsel op water & sanitatie
en voedselzekerheid en op de terugkeer en reïntegratie van vluchtelingen en ontheemden.
Het primaire kanaal voor de Nederlandse structurele hulp blijft het multilaterale
Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF). Dit fonds geeft eigen verantwoordelijkheid aan de centrale regering en stelt
haar in staat om gecoördineerd invulling te geven aan een coherent wederopbouwbeleid.
Behalve financiering van de recurrent costs zal in 2007 het ARTF steeds meer worden ingezet voor financiering van wederopbouw
activiteiten uit de Afghaanse ontwikkelingsbegroting.
Specifieke voorwaarden voor financiering
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In het geval van Afghanistan leiden de kwaliteit van de reeds gefinancierde VN programma’s,
en de bij de VN aanwezige kennis, in combinatie met de opheffing van het ‘UNAMA NGO-fonds’,
tot de keuze om alle beschikbare gelden te kanaliseren via UNHCR, UNICEF, en WFP.
Deze drie organisaties werken nauw samen, vullen elkaar aan in voor Nederland relevante
sectoren en hun programma’s stroken met de ontwikkelingsprioriteiten van de Afghaanse
regering. Dit betekent dat in Afghanistan geen activiteiten van (I)NGOs worden gesubsidieerd
uit de begroting voor humanitaire hulp.
Beschikbare Fondsen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In totaal heeft de afdeling humanitaire hulp in 2007 indicatief een bedrag van 5 miljoen
Euro beschikbaar voor (VN-organisaties in) Afghanistan. Voor subsidies (aan NGO’s)
zijn geen middelen beschikbaar.
Meerjarig perspectief/exit-strategie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In lijn met de geleidelijke overgang naar wederopbouw in Afghanistan beoogt Nederland
binnen enkele jaren de humanitaire financiële bijdrage aan Afghanistan geheel te kunnen
afbouwen.
Landenannex Colombia 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In Colombia strijden leger en politie en de illegale gewapende groepen om de territoriale
controle van strategisch belangrijke gebieden (aardolie, drugsproductie, doorgangsroutes).
Dat resulteert in gewapende confrontaties verspreid over het land, verdwijningen,
bedreigingen en moorden. De strijd wordt gevoerd ten koste van de bevolking. Soms
worden mensen door de guerrilla of de paramilitaire groepen verdreven, in andere gevallen
worden de toegangswegen tot de gemeenschappen geblokkeerd (soms met mijnen). In het
laatste geval wordt de bevolking collectief gevangen gezet. Daardoor kan zij niet
beschikken over essentiële goederen. Soms weigeren de illegale groepen zelfs de zending
van hulpgoederen.
Wegtrekken is voor duizenden Colombianen de enige manier om te ontkomen aan misdragingen
van illegaal gewapende elementen. Sinds begin 2005 komen er gemiddeld bijna zevenhonderd
ontheemden per dag bij. In totaal zijn inmiddels meer dan twee miljoen mensen ontheemd,
60.415 Colombianen zijn gevlucht naar het buitenland.
Niet alleen ontheemden maar ook ontvangende en achterblijvende gemeenschappen ondervinden
de gevolgen van het intern gewapend conflict. Vooral de inheemse en Afro-Colombiaanse
bevolking heeft het zwaar te verduren. Zelfs in hun toevluchtoorden hebben ontheemden
te maken met terreur van illegale groeperingen.
Prioriteiten Nederland in 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Het Nederlandse beleid voor humanitaire hulp in Colombia richt zich primair op bescherming
van door het conflict getroffen burgers. Daarbij gaat het niet alleen om ontheemden
maar ook om gemeenschappen van opvang èn om in de conflictgebieden achtergebleven
gemeenschappen. De belangrijkste humanitaire prioriteiten zijn bescherming, toegang
tot basisgezondheidszorg, water en sanitatie, voedsel voor training, en humanitaire
coördinatie.
Een deel van het budget kan worden gebruikt voor Colombiaanse vluchtelingen in buurlanden.
Specifieke voorwaarden voor financiering
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Nederland zal in Colombia zijn bijdrage in 2007 voor honderd procent kanaliseren via
VN en het Internationale Rode Kruis. Verwachting is dat deze actoren een effectieve
bijdrage kunnen leveren aan de bescherming van ontheemden en andere burgers. Het hebben
van toegang tot conflictgebieden en tot de relevante autoriteiten speelt hierin een
rol.
Beschikbare fondsen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In 2007 bestaat voor Colombia indicatief een budget van € 3 miljoen. Voor subsidies
(NGO-activeiteiten) zijn geen middelen beschikbaar.
Landenannex Eritrea en Ethiopië
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
De humanitaire situatie in de regio wordt in hoofdzaak bepaald door regelmatig terugkerende
droogte. Voor met name Eritrea is het voortdurende grensconflict met Ethiopië een
belangrijke belemmering om uit de chronische crisissituatie te geraken. In 2005 kregen
Ethiopië en Eritrea humanitaire hulp uit een voorziening die flexibel kon worden ingezet
ten tijde van acute voedselcrises. In 2006 zijn middelen direct toegewezen aan de
meest getroffen regio’s, waaronder de Hoorn van Afrika.
Prioriteiten Nederland in 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Prioriteit zal worden gelegd bij programma’s die enerzijds gerelateerd zijn aan de
voedselschaarste en anderzijds aan humanitaire behoeften in de regio die het gevolg
zijn van de ernstige droogte en het voortdurende grensconflict tussen Ethiopië en
Eritrea. Prioritaire aandachtsvelden zijn voedsel, water en sanitatie, milieu en toegang
tot basisgezondheidszorg.
Specifieke voorwaarden voor financiering
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Naast de criteria in de Beleidsregels Humanitaire Hulp 2007 gelden geen specifieke
voorwaarden voor subsidiëring van activiteiten van (I)NGO’s in de regio. Nederland
besteedt fondsen uit overwegingen van efficiency en vanwege het ondoorzichtige meerjarig
perspectief bij voorkeur via de VN.
Beschikbare fondsen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In totaal heeft de afdeling humanitaire hulp in 2007 indicatief een bedrag van € 4
miljoen beschikbaar gesteld voor Eritrea en Ethiopië. Voor subsidies ten behoeve van
activiteiten in Eritrea zijn geen middelen beschikbaar; voor subsidiëring van (NGO-)activiteiten
in Ethiopië is € 1 miljoen beschikbaar.
Meerjarig perspectief/exit-strategie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Onregelmatige en instabiele regen in de regio, gecombineerd met de impasse in het
grensconflict tussen Ethiopië en Eritrea maken een meerjarig perspectief voor noodhulpactiviteiten
in de regio moeilijk. Mede daarom gaat vooralsnog de voorkeur uit naar kortlopende
programma’s die gefinancierd worden via de VN.
Landenannex Irak 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Na de aanval op de Sji’itische tempel in Samarra begin 2006 is het geweld in Irak
verder toegenomen. De sektarische strijd tussen Soennieten en Sjiieten neemt extremistische
vormen aan, Irak lijkt af te stevenen op een burgeroorlog. Aanslagen zijn nu aan de
orde van de dag, waarbij ook andere minderheden doelwit zijn. De veiligheidssituatie
in Irak verschilt per regio. Het merendeel van de aanslagen wordt gepleegd in het
gebied dat bekend staat als de Soennitische driehoek (inclusief Mosul). In de Koerdische
gebieden in het noorden en het overwegend Sjiitische zuiden van Irak is het relatief
rustig.
UNHCR, IOM en Human Rights Watch hebben in recente berichten om dringende aandacht
gevraagd voor de zorgwekkende situatie. Door toegangsproblemen en de politieke context
is het moeilijk om exacte uitspraken te doen over de aantallen ontheemden in en rond
Irak.
UNHCR schat de omvang van IDP’s op 1,5 miljoen. De opnamecapaciteit van Syrië en Jordanië,
waar ook ongeveer 1,5 miljoen Irakezen verblijven is beperkt. Andere buurlanden hebben
hun grenzen voor vluchtelingen gesloten.
De veiligheidssituatie maakt het voor humanitaire organisaties zeer moeilijk werken
in Irak. De VN, ICRC en (I)NGO’s hebben hun internationale staf geminimaliseerd of
teruggetrokken. Waar mogelijk wordt het werk voortgezet met behulp van lokaal personeel.
Hierdoor is monitoring van de implementatie zeer problematisch.
Prioriteiten Nederland in 2006
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Prioriteit ligt bij sectoren en gebieden waar de noden het hoogst zijn; basisvoorzieningen
van IDP’s en Iraakse vluchtelingen in Syrië en Jordanië.
Specifieke voorwaarden voor subsidiëring
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In verband met de ondoorzichtige en onveilige situatie zal de verlening van subsidies
aan activiteiten van (I)NGO’s met name afhankelijk zijn van de praktische mogelijkheden
om deze activiteiten daadwerkelijk uit te voeren. Gezien de regionale aard van het
probleem van de Iraakse ontheemden gaat de voorkeur uit naar bijdragen die regionaal
effect sorteren.
Beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Binnen het budget voor humanitaire hulp is een bedrag van van één miljoen Euro gereserveerd
voor de gevolgen van de crisis in Irak. Dit bedrag is vooralsnog niet beschikbaar
voor subsidieverlening (aan NGO’s).
Meerjarig perspectief/exit-strategie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Naast humanitaire hulp zullen voor Irak geen ODA-middelen voor wederopbouw beschikbaar
worden gesteld. Irak zou de kosten daarvoor zelf moeten kunnen dragen. Het land heeft
een van de grootste oliereserves ter wereld, een relatief goed opgeleide beroepsbevolking
en vruchtbare landbouwgronden. Nederland is van zins de activiteiten op het gebied
van humanitaire hulp zo snel als de situatie toelaat uit te faseren.
Landenannex Somalië 2005
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Somalië behoort nog altijd tot de onveiligste en minst ontwikkelde landen ter wereld.
Hoewel het aantreden van een nieuwe regering hoop biedt op verbetering op langere
termijn, bevindt in het land zich nog altijd in een chronische noodsituatie. Tot op
heden is en blijft er grote behoefte aan humanitaire hulp.
De gezondheidssituatie en de status van de gezondheidszorg in Somalië zijn slecht.
Hoge sterfte onder vrouwen en ernstige ondervoeding van kinderen blijven grote knelpunten.
Ook verschillende infectieziekten, waaronder tuberculose, komen steeds vaker voor.
Waterschaarste blijft een groot probleem zowel in de steden als op het platteland.
Minder dan dertig procent van de bevolking heeft toegang tot veilig water. De noden
van de ontheemden (370 duizend) zijn veelomvattend en ernstig, vooral in centraal
en zuid Somalië.
Na een jarenlang bestaan zonder centraal gezag, is in de tweede helft van 2004 de
federale overgangsregering (TFG) onder leiding van president Yusuf gekozen. De TFG
raakte spoedig na vestiging in Somalië ernstig verdeeld. In 2006 raakte de TFG bovendien
in een bloedig conflict met de Unie van Islamitische Rechtbanken, een beweging die
inmiddels een groot deel van het Somalisch grondgebied onder controle heeft. De gevechten
hebben tienduizenden mensen verdreven, vooral naar kampen in het buurland Kenya.
De TFG is nog niet begonnen met de wederopbouw of leniging van humanitaire noden.
De internationale gemeenschap zal de nieuwe regering ruimschoots moeten ondersteunen
om nieuwe uitbraken van geweld tegen te gaan. Hiervoor zullen evenwel geen humanitaire
fondsen worden aangewend.
Sinds het uitbreken van de burgeroorlog in 1991 heeft Nederland, evenals veel andere
donoren, aanzienlijke bedragen voor noodhulp in Somalië beschikbaar gesteld. Nederland
steunt in het stabielere noorden humanitaire projecten met een element van rehabilitatie
en capaciteitsopbouw van de lokale autoriteiten. In de centrale en zuidelijke delen
van het land wordt meer acute humanitaire hulp gegeven, voornamelijk voedselhulp en
bijdragen aan gezondheidszorg. Een groot deel van de gefinancierde programma’s is
gerelateerd aan hongersnood en andere humanitaire behoeften ten gevolge van de ernstige
droogte en overstromingen in Somalië.
Prioriteiten Nederland in 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Uitgangspunt voor het Nederlandse humanitaire hulpbeleid voor Somalië is het streven
naar een optimale balans tussen acute levensreddende activiteiten en eerste aanzetten
tot rehabilitatie. Het zwaartepunt ligt in toenemende mate op acute vormen van noodhulp.
Gezien de positie en onmisbare rol van vrouwen bij de zorg voor families in de Somalische
samenleving, is hun betrokkenheid bij de identificatie, opzet en uitvoering van programma’s
gewenst.
Basisgezondheidszorg, water & sanitatie, voedselhulp (alleen via WFP) en hulp aan
terugkerende ontheemden zijn de sectoren die in aanmerking komen voor een Nederlandse
subsidie aan Somalië. De gelden worden voor meer dan 65 procent gekanaliseerd via
de VN. Resterende fondsen zijn beschikbaas voor (I)NGO’s. Voor het bepalen van de
bijdragen aan VN-organisaties is het Consolidated Appeal 2007 (CAP) de leidraad.
Specifieke voorwaarden voor financiering
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
(I)NGO’s die in aanmerking willen komen voor financiering dienen te beschikken over
gedegen ervaring in Somalië. (I)NGO’s die voor financiering in aanmerking komen dienen,
waar mogelijk, een constructieve bijdrage te leveren aan het CHAP (Common Humanitarian
Action Plan), het voorbereidend proces voor de formulering van het CAP. In te dienen
voorstellen hebben bij voorkeur een looptijd van twee jaar.
Bij gezondheidszorgactiviteiten moet de bevolking actief zijn betrokken. Activiteiten
bevatten waar mogelijk een cost sharing component. Ook moeten hygiënevoorlichting
en reproductieve gezondheidszorg deel uitmaken van de programma’s.
Ook water- & sanitatieprojecten gaan gepaard met hygiënevoorlichting. Er dient een
lokale counterpart aanwezig te zijn die onderhoud, management en exploitatie van de
installaties (en daardoor de duurzaamheid) kan en wil garanderen. Nederland streeft
naar een regionale spreiding van projecten van (I)NGO’s over geheel Somalië.
Beschikbare fondsen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In 2007 is voor Somalië indicatief totaal een budget beschikbaar van € 5 miljoen.
Daarvan is voor (I)NGO’s indicatief een budget van € 1,5 miljoen beschikbaar. Een
deel van dit bedrag is gecommitteerd aan lopende projecten. Circa € één miljoen wordt
besteed aan de opvang van Somalische vluchtelingen in Kenia.
Meerjarig perspectief/exit-strategie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Gezien de chronische noodsituatie zal de komende jaren langzaam maar zeker gezocht
moeten worden naar mogelijkheden om elementen van capaciteitsopbouw en zelfvoorziening
te integreren in humanitaire hulpactiviteiten. Zonder langetermijnplanning is het
risico van afnemende betrokkenheid van de Somalische bevolking groot. In het verleden
is gebleken dat rehabilitatie-initiatieven op het laagste niveau (grass root level)
goed aanslaan en een grote mate van duurzaamheid met zich meedragen. Daarom wordt
een bottom-up approach in projectvoorstellen via kennisoverdracht en capaciteitsopbouw gestimuleerd.
In lijn met voorgaande jaren moet een redelijke balans worden gezocht tussen enerzijds
de programma’s gericht op rehabilitatie in het noorden en anderzijds de acutere steun
voor de centrale en zuidelijke regio’s. Nederland is vooralsnog niet voornemens om
substantieel betrokken te raken bij de wederopbouw in Somalië. Dit betekent dat, binnen
de mogelijkheden van de lokale context, het zwaartepunt van de humanitaire hulpverlening
in toenemende mate op acute noodhulp zal liggen.
Landenannex Sri Lanka 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Sinds 1990 is de burgeroorlog in Sri Lanka met verschillende graden van intensiteit
voortgezet. Eind februari 2002 tekenden regering en LTTE een voor onbepaalde tijd
geldend staakt-het-vuren. Na een aantal onderhandelingsrondes is het vredesproces
in 2004 vastgelopen. Sedert april 2006 wordt het officiële staakt-het-vuren bijna
dagelijks geschonden en is sprake van een aanhoudend gewapend treffen in het noorden
en oosten van het land, met ernstige humanitaire consequenties. Naar schatting zijn
sinds april 2006 additioneel circa 200.000 mensen verdreven. Zij verblijven in bestaande
en nieuwe kampen, kerken, tempels, overheidsgebouwen of in het open veld. De ontheemden
(IDP’s) zijn nagenoeg geheel afhankelijk van internationale hulp. De verwachtingen
zijn momenteel dat het gewapende conflict zal intensiveren en de internationale organisaties
het komende jaar nog vele tienduizenden ontheemden zullen moeten opvangen.
De bereikbaarheid van ontheemden zal nog moeilijker worden dan nu al het geval is.
UN(HCR), ICRC en anderen zullen nu reeds in moeten spelen op contingency planning.
Toegang tot de ontheemden is essentieel, niet alleen voor de distributie van goederen,
maar ook ter monitoring van de humanitaire- en mensenrechtensituatie.
Prioriteiten Nederland in 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Het Nederlandse beleid voor humanitaire hulp in Sri Lanka richt zich op alle ontheemden.
De prioritaire sectoren voor hulpverlening zijn: protectie, basisgezondheidszorg,
water en sanitaire voorzieningen, onderdak, voedselzekerheid, coördinatie en veiligheid
en psychosociale hulp in opvangcentra. Zo mogelijk ook ondersteuning aan (vrijwillige)
terugkeer acties.
De middelen worden vooralsnog besteed via VN-organisaties en het ICRC.
Beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Het totale beschikbare budget voor humanitaire hulp in 2007 voor Sri Lanka is vastgesteld
op € 1,5 miljoen. Voor subsidieverlening (aan NGO’s) zijn geen middelen beschikbaar.
Landenannex Sudan (en Tsjaad) 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Sudan verkeert in een overgangsfase, nadat het decennia heeft geleden onder een complexe
burgeroorlog. De oorzaken van die oorlog waren politiek-economisch, religieus en cultureel.
Ook na het tekenen van de vredesovereenkomst tussen de regering en de SPLM/A blijven
spanningen tussen Noord en Zuid bestaan. Bovendien kent het land vele lokale (al dan
niet tribale) conflicten, met Darfur als meest complexe situatie. Het conflict in
Darfur heeft geleid tot een van de ergste humanitaire crises ter wereld, met vier
miljoen mensen afhankelijk van humanitaire hulp.
Het centralistisch bestuursmodel van de Sudanese regering leidt ertoe dat (sociale)
investeringen vooral plaatsvinden rond Khartoum. Dat heeft kwaad bloed gezet in de
periferie. Behalve de Zuiderlingen voelen ook bevolkingsgroepen in West-, Oost- en
Noord Sudan zich gemarginaliseerd. Zuid heeft inmiddels een vergaande autonomie bedongen,
in Darfur heeft de – al of niet vermeende – marginalisering geleid tot rebellie. In
Oost Sudan lijkt een in Eritrea uitonderhandeld vredesakkoord eenzelfde scenario voorlopig
te hebben voorkomen.
Als gevolg van de jarenlange oorlog in Zuid-Sudan en het conflict in Darfur zijn er
momenteel ruim zes miljoen ontheemden (IDP’s) in Sudan. In het buitenland verblijven
zo’n 700.000 Sudanese vluchtelingen, onder wie 250.000 in Tsjaad als gevolg van de
Darfur-crisis.
De burgeroorlog tussen Noord en Zuid Sudan heeft een rampzalige uitwerking gehad op
het maatschappelijk leven in heel het land. Vooral in het Zuiden is nauwelijks sprake
van ontwikkeling, waardoor er een groot gebrek is aan basisvoorzieningen op het gebied
van bijvoorbeeld water, sanitatie, gezondheidszorg en infrastructuur. Voedsel is schaars
en gezondheidssituatie van de bevolking is veelal slecht. De uitvoering van het alomvattend
vredesakkoord voor ‘Noord-Zuid’ (CPA) verloopt nog altijd uitermate traag en zal op
korte termijn niet leiden tot een aanzienlijke verbetering van de humanitaire omstandigheden
in grote delen van het land. Wel zal in 2007 de stroom van terugkerende ontheemden
en vluchtelingen naar Zuid Sudan verder aanzwellen.
Het conflict in Darfur heeft in 2006 een nieuw dieptepunt bereikt. Het dodental in
Darfur ligt volgens de meest conservatieve schattingen op 200.000, maar ligt in werkelijkheid
vermoedelijk veel hoger. Ondanks (of dankzij) de het Darfur Peace Agreement, dat in
mei 2006 werd getekend, is de veiligheidssituatie in 2006 vrijwel continu verslechterd.
Het laatste kwartaal van 2006 stond in het teken van een nieuw offensief van regeringstroepen
en Janjaweed, gericht tegen de rebellengroepen die het vredesakkoord niet hebben ondertekend.
Onder de slachtoffers zijn echter voornamelijk burgers van etnisch Afrikaanse origine.
Nieuwe ontheemden en vluchtelingen naar Tsjaad zijn het gevolg. Als gevolg van de
militaire acties en de algemene onveiligheid zijn grote delen van Darfur niet of alleen
door de lucht toegankelijk voor humanitaire hulpverleners. Daarnaast zijn steeds meer
burgers en humanitaire hulpverleners slachtoffer van ‘gewone’ bandieten. Toenemende
spanningen in en met het buurland Tsjaad kunnen de veiligheidssituatie mogelijk nog
verder verslechteren. Hierdoor is in delen van Darfur de bewegingsvrijheid voor humanitaire
organisaties als de VN, maar ook het ‘neutrale’ ICRC steeds verder beperkt.
Samen met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie is Nederland
een van de belangrijkste humanitaire hulpdonoren in Sudan.
Prioriteiten Nederland in 2006
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Het Nederlandse beleid voor humanitaire hulp aan Sudan richt zich ten eerste op acute
levensreddende activiteiten en ten tweede op activiteiten die een zo duurzaam mogelijk
effect genereren. Relevante sectoren voor hulpverlening zijn in dit verband: voedsel(zekerheid),
basisgezondheidszorg, water & sanitatie en protectie.
De middelen worden voor circa tachtig procent gekanaliseerd via het nieuwe Common Humanitarian Fund. Dit fonds, onder beheer van de Humanitarian Coördinator (HC) in Khartoum, bundelt een groot deel van de humanitaire bijdragen van Nederland,
het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Noorwegen, Ierland en andere donoren. De HC kan hiermee
sneller, strategischer en efficiënter kunnen inspelen op de prioriteiten van het Workplan
Sudan 2007.
De rest wordt aangewend voor subsidieverlening aan (internationale) NGO’s.
De voor Sudan beschikbare middelen ten behoeve van humanitaire hulp zijn sinds begin
2004 sterk gegroeid. De Darfur-crisis was hiervoor de aanleiding. Sudan is daarmee
binnen het Nederlandse humanitaire hulpbudget de laatste jaren de grootste ontvanger.
Dit zal ook in 2007 het geval zijn.
Specifieke voorwaarden voor subsidiëring
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Activiteiten dienen te voldoen aan de algemene voorwaarden uit het Beleidsregels Humanitaire
Hulp 2006, en zijn bij voorkeur afgestemd met de HC en het Workplan Sudan 2007. Te
subsidiëren activiteiten van (I)NGO’s dienen zich met voorrang te richten op de sectoren
basisgezondheidszorg, therapeutische voeding en water & sanitatie en protectie.
Met het oog op de noodzakelijke overstap van humanitaire naar meer structurele vormen
van hulp, zal Nederland bij voorkeur geen nieuwe humanitaire projecten aannemen in
Zuid Sudan.
Projectvoorstellen hebben een looptijd van maximaal 24 maanden. Voor projecten in
Zuid Sudan zullen na 2007 geen projecten met een langere looptijd dan 12 maanden worden
goedgekeurd. Projectvoorstellen in Zuid Sudan zullen bovendien extra scherp worden
getoetst op hun exit-strategie.
Beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In 2007 is voor Sudan een indicatief budget van € 24 miljoen beschikbaar. Daarbinnen
is voor het subsidiëren van activiteiten van (I)NGO’s een indicatief budget beschikbaar
van € 5 miljoen. Tevens is een bedrag van € 5 miljoen beschikbaar voor Tsjaad (zie
hieronder).
Meerjarig perspectief/exit-strategie/overgang naar wederopbouw
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Gezien het voortslepende conflict in Darfur is humanitaire hulp daar de eerstkomende
jaren onmisbaar. In Zuid Sudan streeft Nederland – bij ongewijzigde omstandigheden
– naar een verantwoorde overgang van humanitaire naar meer duurzame vormen van hulp.
Nederland besteedt de beschikbare gelden voor wederopbouw grotendeels via de VN en
de Multi-Donor Trustfunds in Noord- en Zuid-Sudan.
Mede gezien de beschikbaarheid van wederopbouwfondsen in Sudan, zal de humanitaire
hulp zich concentreren op de eerder genoemde sectoren voedsel(zekerheid), basisgezondheidszorg,
water & sanitatie en protectie en terugkeer van IDP’s en vluchtelingen. Subsidieaanvragen
dienen daarom te zijn voorzien van een duidelijke exitstrategie die beschrijft of
en in hoeverre de activiteiten aanknopingspunten bieden voor eventuele verdere wederopbouwactiviteiten.
In Darfur richt Nederland zich vooral op acute levensreddende activiteiten.
Tsjaad
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Voor Tsjaad is de afgelopen jaren geen aparte landenannex verschenen, omdat de humanitaire
problemen in dat land vooral werd beschouwd als een uitvloeisel van de Darfur-crisis.
Deze crisis duurt voort. Bovendien houden in het grensgebied Darfuriaanse Janjaweed
milities ook huis in Tsjaad, vaak gesteund door etnisch Arabische Tsjadiërs. Honderdduizenden
IDP’s in Tsjaad zijn het gevolg.
Verder heeft Tsjaad te maken met een toenemende instroom van mensen die de anarchie
en het banditisme in de Centraal Afrikaanse republiek ontvluchten.
Beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In 2007 is voor Tsjaad een indicatief budget van € 5 miljoen beschikbaar. Dit bedrag
zal geheel worden besteed via VN-kanalen. Voor subsidieverlening (aan NGO’s) zijn
geen middelen beschikbaar.
Landenannex Uganda 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In Uganda woedt al sinds 1986 een burgeroorlog. Ondanks een zekere mate van succes
is het regeringsleger er niet in geslaagd het opstandige Lords Resistance Army (LRA) definitief te verslaan; keerzijde van de uitvoering van meerdere Operations Iron Fist is dat de strijd op Ugandees grondgebied escaleerde en een enorme toename van het
aantal ontheemden tot gevolg had. In 2006 lag het aantal ontheemden op ongeveer 1,7
miljoen. Ook waren er ongeveer 240.000 vluchtelingen in Uganda.
In de tweede helft van 2006 lijkt de kans op een duurzame vrede groter dan ooit; de
door de regering van Zuid Sudan gefaciliteerde vredesonderhandelingen tussen de regering
van Sudan en de LRA hebben inmiddels een voorlopig staakt het vuren opgeleverd. Daarmee
is er echter nog geen vredesakkoord, en het broze onderhandelingsproces verloopt grillig
en onvoorspelbaar. De onderhandelaars aan tafel in Juba zijn afkomstig uit de Ugandese
diaspora en genieten een onduidelijk mandaat. De feitelijke leiders van de LRA – Joseph
Kony en Vincent Otti – blijven voorlopig in hun schuilplaats in Congo en weigeren
vooralsnog hun troepen te ontwapenen of ‘non-combatants’ vrij te laten. Er blijft
een reële kans dat het vredesproces ontspoort, of op dezelfde voet voortsuddert, zonder
een akkoord op te leveren. De ongewisse toekomst maakt een flexibele planning van
humanitaire hulpactiviteiten noodzakelijk.
Vooral de bevolking in de districten Gulu, Kitgum, Lira en Pader is zwaar getroffen
en getraumatiseerd. De infrastructuur buiten de grotere districtshoofdsteden is voor
een belangrijk deel vernietigd. Scholen zijn gesloten en gezondheidscentra zijn afgebrand;
de landbouwproductie is grotendeels tot stilstand gekomen.
Nederland behoort samen met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, de EU(ECHO)
en Japan tot de grootste donoren op het gebied van humanitaire hulp in Uganda.
Prioriteiten Nederland in 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Het Nederlandse beleid voor humanitaire hulp in Uganda heeft betrekking op zowel acute
levensreddende activiteiten als op activiteiten die een wat meer duurzaam effect sorteren,
zij het met een nadruk op de eerste categorie.
Op hoofdlijnen zullen dezelfde sectoren/thema’s worden ondersteund als in 2006, te
weten: voedselhulp/voedselzekerheid, medische noodhulp/basisgezondheidszorg, water
en sanitatie alsmede distributie van non-food items.
De humanitaire hulp zal met name gericht blijven op de ontheemden in de districten
Gulu, Kitgum, Lira en Pader (totaal 1,4 miljoen ontheemden).
Voedselhulp zal in beginsel alleen via het VN-kanaal worden gefinancierd.
Specifieke voorwaarden voor subsidiëring
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Naast de criteria zoals opgenomen in de Beleidsregels Humanitaire Hulp 2007 bestaat
ten aanzien van humanitaire hulp in Uganda een uitdrukkelijke voorkeur voor activiteiten
die in nauwe samenwerking met nationale (ontwikkelings-)NGO’s worden geïdentificeerd
en geïmplementeerd, waardoor de kans op duurzaamheid aanmerkelijk wordt vergroot.
Voor alle activiteiten geldt dat er sprake moet zijn van actieve betrokkenheid van
de bevolking en dat aandacht moet worden besteed aan de toegang voor de meest kwetsbare
groepen.
Beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Voor humanitaire hulpverlening aan Uganda is in 2007 een indicatief bedrag beschikbaar
van € 7,5 miljoen. Daaruit is voor subsidieverlening (aan (INGO’s) in 2007 een indicatief
budget van € 3,5 miljoen uitgetrokken. De maximale looptijd van activiteiten bedraagt
24 maanden.
Meerjarig perspectief/exit-strategie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In Noord-Uganda zijn de overheidsstructuren redelijk intact gebleven, hetgeen een
snellere overgang naar wederopbouw en structurele hulp mogelijk maakt. Het grillige
verloop van de vredesonderhandelingen in Juba toont eens te meer aan dat het onmogelijk
is verwachtingen uit te spreken over een uitfaseren van de humanitaire hulp; vooralsnog
mag verondersteld worden dat ook in 2008 humanitaire hulp noodzakelijk zal zijn. Projectvoorstellen
voor een langere periode dan twaalf maanden dienen nadrukkelijk rekening te houden
met de mogelijkheid van een vredesakkoord, en dit gegeven in hun exit-strategie te
verwerken.
In overleg met de Nederlandse ambassade zal worden bekeken of en zo ja, in hoeverre,
vorm kan worden gegeven aan de overbrugging van humanitaire naar structurele hulp.
In ieder geval dienen subsidieaanvragen een exit-strategie te bevatten die beschrijft
in hoeverre een activiteit aan overheidsinstanties dan wel aan nationale NGO’s kan
worden overgedragen, of in hoeverre aansluiting bij bestaande structurele hulpactiviteiten
mogelijk wordt geacht.
Regioannex Grote Meren (Burundi en DR Congo) 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In Burundi is met de inauguratie van de nieuwe president, Pierre Nkurunziza, op 26 augustus
2005, formeel een einde gekomen aan de transitieperiode. Ruim een jaar later kan geconcludeerd
worden dat de nieuwe regering de hooggespannen verwachtingen niet geheel heeft kunnen
waarmaken. In het jaar 2006 kwam de politieke inclusiviteit onder druk te staan (één
van de coalitiepartners stapte uit de regering). Er waren een vermeende poging tot
staatsgreep, aanhoudende berichten over een verslechterende mensenrechtensituatie
en een verslechterende relatie tussen regering en media, de arrestatie van oud-president
Ndzayizeye en het aftreden van de tweede vice-president.
Een positieve ontwikkeling was de ondertekening van een staakt-het-vuren overeenkomst
tussen Burundese regering en Palipehutu-Forces Nationales de Libération (FNL).
Door de jarenlange burgeroorlog is de humanitaire, sociale en economische situatie
van Burundi ernstig verslechterd. Hoewel in 2006 belangrijke stappen richting economisch
herstel zijn gezet, is naar schatting nog altijd zo’n veertig procent van de bevolking
chronisch ondervoed. Meer dan een miljoen mensen zullen in 2007 behoefte hebben aan
voedselhulp. De gezondheidssituatie van de bevolking is nog altijd slecht.
Evenals in 2006 zal in 2007 de terugkeer en re-integratie van vluchtelingen uit vooral
Tanzania één van de grootste uitdagingen voor het land vormen. Volgens UNHCR verblijven
nog altijd zo’n tweehonderdduizend Burundezen in vluchtelingenkampen in Tanzania.
In 2006 zijn veel minder Burundezen naar hun land teruggekeerd dan was ingecalculeerd.
Tanzania heeft bij monde van president Kikwete de hoop uitgesproken dat het staakt-het-vuren
zal bijdragen aan een versnelde terugkeer.
Nederland is samen met de EU (ECHO), de Verenigde Staten, Japan, België en Zweden
één van de belangrijkste humanitaire hulpdonoren in Burundi. De hulp is de afgelopen
jaren gericht geweest op ontheemden en (teruggekeerde) vluchtelingen en geconcentreerd
op de sectoren/thema’s voedsel(zekerheid), basisgezondheidszorg, psychosociale zorg
en de rehabilitatie van de sociaal-economische infrastructuur.
In een openbare hoorzitting heeft het Hooggerechtshof van de DR Congo de officiële uitslag van de tweede ronde van de presidentsverkiezingen (29 oktober
2006) vastgesteld en Joseph Kabila tot winnaar uitgeroepen. Hij heeft 58% van de stemmen
vergaard. Zijn inauguratie op 6 december 2006 betekent het einde van de transitieperiode.
Tevens vonden op 29 oktober provinciale verkiezingen plaats; in juli 2006 hadden al
parlementsverkiezingen plaatsgevonden.
De humanitaire situatie in het oosten van de DR Congo blijft ondanks een voorzichtige
verbetering van de veiligheidssituatie onverminderd zorgwekkend. Met name in het Ituri
district, de Kivu provincies en Katanga zijn er in het eerste kwartaal van 2006 zo’n
260 duizend personen (opnieuw) ontheemd geraakt. Volgens recente schattingen (oktober
2006) zou echter het totale aantal ontheemden nu 1,1 miljoen bedragen, een daling
van ruim dertig procent vergeleken met een jaar geleden.
Alhoewel in 2005 een terugkeer van vluchtelingen op gang is gekomen, verblijven nog
altijd zo’n vierhonderdduizend Congolezen in de buurlanden; Tanzania herbergt alleen
al 130 duizend Congolese vluchtelingen. Teruggekeerde ontheemden en vluchtelingen
zien zich veelal geconfronteerd met een totaal gebrek aan infrastructuur/voorzieningen
en agrarische productiemiddelen.
Moeder- en kindersterfte liggen op een hoger niveau dan in Sudan (UNDP, Human Development
Report 2005). De belangrijkste doodsoorzaken in de DR Congo zijn eenvoudig te voorkomen
en te behandelen ziekten als malaria, diarree en infecties aan de luchtwegen (diarree
twaalf procent, UNICEF oktober 2006). De voedingssituatie blijft in de eerdergenoemde
provincies en het Ituri district grote zorgen baren.
Nederland is samen met de EU, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk één van
de grootste humanitaire hulpdonoren in de DR Congo. De afgelopen jaren is de hulp
vooral gericht geweest op supplementaire en therapeutische voeding aan jonge kinderen,
basisgezondheidszorg, medicijnenleverantie, water en sanitatie en ondersteuning aan
Congolese vluchtelingen in Tanzania.
Prioriteiten Nederland in 2006
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Het Nederlandse beleid voor humanitaire hulp aan Burundi en de DR Congo richt zich
zowel op acute levensreddende activiteiten als op activiteiten die een meer duurzaam
effect beogen te sorteren.
In 2006 zullen op hoofdlijnen dezelfde sectoren/thema’s worden ondersteund als in
voorgaande jaren. Voor Burundi betreft dit voedsel(zekerheid), de terugkeer en reïntegratie
van vluchtelingen en ontheemden, basisgezondheidszorg alsmede psychosociale zorg.
In de DR Congo betreft het voedsel(zekerheid), de terugkeer en re-integratie van vluchtelingen
en ontheemden, basisgezondheidszorg alsmede water en sanitatie; de hulp aan Congolese
vluchtelingen in Tanzania zal in 2007 worden voortgezet en vermoedelijk in 2008 worden
uitgefaseerd.
In Burundi is de Nederlandse humanitaire hulp niet geconcentreerd op specifieke regio’s.
De subsidiëring van activiteiten van (I)NGO’s is in de DR Congo met name gericht op
Oost-Congo; (I)NGO’s kunnen tevens een beroep doen op het Pooled Fund, een multi-donor fonds onder leiding van de Humanitaire Coördinator.
Voedselhulp en voedselzekerheid zullen in beginsel alleen via de VN-kanalen worden
gefinancierd; de ondersteuning van vluchtelingen zal in belangrijke mate via het daartoe
geëigende VN-kanaal lopen.
Specifieke voorwaarden voor subsidiëring
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Naast de criteria zoals opgenomen in de Beleidsregels Humanitaire Hulp 2007 gelden
ook de eisen die zijn opgenomen in het CAP Burundi 2007, respectievelijk het RDC Plan
d’ Action Humanitaire 2007.
Voor activiteiten op het gebied van basisgezondheidszorg geldt dat er een actieve
betrokkenheid van de bevolking moet zijn en dat aandacht moet worden besteed aan de
toegang voor de meest kwetsbare groepen. Hygiënevoorlichting en reproductieve gezondheidszorg
moeten deel uitmaken van de beoogde activiteiten; eveneens dienen standaard de componenten
sexual and gender based violence (SGBV) en HIV/aids in de voorstellen te zijn opgenomen.
Wegens uitfasering van de humanitaire hulp aan Burundi zullen in principe geen nieuwe
voorstellen meer in behandeling worden genomen; voor de DR Congo kunnen voorstellen
met een maximale looptijd van 24 maanden worden ingediend.
Beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Voor humanitaire hulp ten behoeve van Burundi is in 2007 een indicatief budget beschikbaar
van € 3,5 miljoen; hiervan is indicatief € 1,0 miljoen beschikbaar voor subsidiëring
van lopende activiteiten van (I)NGO’s.
Voor humanitaire hulp in de DR Congo is in 2007 een indicatief budget van € 12,5 miljoen
beschikbaar. Nederland zal evenals in 2006 met een aantal gelijkgezinde donoren, waaronder
het VK en Zweden, de humanitaire middelen kanaliseren via het Pooled Fund waar zowel VN-organisaties als (I)NGO’s een beroep op kunnen doen; een indicatief
bedrag van € 4 miljoen zal resteren voor subsidiëring van activiteiten van (I)NGO’s.
Meerjarig perspectief exit-strategie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
De humanitaire hulp aan Burundi zal in 2007 worden afgebouwd; het CAP Burundi 2007
zal geen vervolg krijgen in 2008, als de positieve ontwikkelingen doorzetten.
In Oost-Congo zal humanitaire hulp in zowel 2007 en waarschijnlijk ook in 2008 noodzakelijk
blijven. Op dit moment zijn nog lang niet alle gebieden door hulpverleners bereikt.
In regio’s die wel worden ‘bediend’, blijkt de omvang van de humanitaire noden enorm.
Een exit-strategie waarin beschreven staat in hoeverre in overdracht van een activiteit
aan overheidsinstanties dan wel nationale NGO’s is voorzien, dan wel aangegeven wordt
in welke mate aansluiting bij meer bestaande structurele hulpactiviteiten mogelijk
wordt geacht, dient standaard onderdeel uit te maken van een subsidieaanvraag. Niet
alleen wordt de eindigheid van noodhulp hiermee onderstreept, ook wordt voorkomen
dat valse verwachtingen worden gewekt in die landen waarmee Nederland geen structurele
hulprelatie onderhoudt.
Regio-annex Noord-Kaukasus 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In de Russische deelrepubliek Tsjetsjenië hebben sinds 1994 conflicten gewoed tussen
onafhankelijkheidsstrijders en het federale leger. Daardoor zijn tienduizenden slachtoffers
gevallen en is een enorme materiële schade aangericht. Inmiddels bevindt bijna de
gehele regio zich in een post-conflict situatie. Armoede, criminaliteit, corruptie
en etnische conflicten zijn aan de orde van de dag. Sinds 2005 lijkt de algehele situatie
in Tsjetsjenië zich enigszins te stabiliseren, terwijl de veiligheidssituatie in de
buurrepublieken nog zeer precair is.
Ongeveer 150 duizend mensen zijn nog ontheemd in Tsjetsjenië en zo’n 40 duizend personen
zijn ontheemd in Ingoesjetië en Dagestan. Zowel het formele sociale zorgstelsel als
de informele ondersteunende systemen zijn zwaar overbelast. De gehele regio kent grote
problemen op het vlak van huisvesting, water en sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg
en psychosociale zorg, voedselzekerheid en onderwijs. Het werkloosheidspercentage
is schrikbarend hoog. Met andere woorden: ook in 2007 verkeert de Tsjetsjeense bevolking
in een kwetsbare positie. Toch is de verwachting – gezien de voorzichtige ontwikkelingen
op het terrein van rehabilitatie – dat de humanitaire noden geleidelijk zullen afnemen.
Nederland beschouwt het Inter-Agency Transitional Workplan for the North Caucasus 2007 (TWP) als basis voor humanitaire hulpverlening in de Noordelijke Kaukasus. Het TWP
focust parallel op herstel en capaciteitsopbouw en op humanitaire hulp. Hoewel gericht
op 2007, bevat het TWP een duidelijk langetermijnperspectief.
Prioriteiten Nederland in 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Het Nederlandse beleid voor humanitaire hulp in Noord-Kaukasus richt zich vooral op
de naar Tsjetsjenië teruggekeerde vluchtelingen en ontheemden in Tsjetsjenië. De prioritaire
sectoren zijn: basisgezondheidszorg (waaronder psychosociale zorg), water en sanitatie,
onderdak, voedselzekerheid en landbouw, coördinatie en veiligheid en de eerste aanzetten
tot wederopbouw en economisch herstel.
De middelen worden deels besteed via VN-organisaties en het ICRC. Via VN-organisaties
worden projecten op het gebied van bescherming, voedselzekerheid, basisgezondheidszorg,
coördinatie van de hulp, en de veiligheid van de hulpverleners gefinancierd. Overige
middelen zijn beschikbaar voor subsidieverlening aan (internationale) NGO’s en zijn
vooral bedoeld voor hulp aan (teruggekeerde) ontheemden in Tsjetsjenië.
Specifieke voorwaarden voor subsidiëring
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Naast de criteria in de Beleidsregels Humanitaire Hulp 2007 geldt als specifieke voorwaarde
voor subsidiëring van activiteiten van (I)NGO’s in de regio Noord-Kaukasus dat projecten
niet langer duren dan 12 maanden.
Beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Het totale beschikbare budget voor humanitaire hulp in 2007 voor de Noord-Kaukasus
is vastgesteld op € 3,7 miljoen. Voor subsidieverlening (NGO-activiteiten) is een
indicatief budget beschikbaar van ongeveer € 1,5 miljoen, dat dit jaar overigens nagenoeg
geheel voor doorlopende verplichtingen gealloceerd staat, zodat voor nieuwe subsidies
in beginsel geen middelen beschikbaar zijn.
Meerjarig perspectief/exit-strategie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Uitgaande van een verdere stabilisering van de humanitaire situatie in 2007 wordt
verwacht dat de humanitaire noden in de Noord-Kaukasus zullen afnemen en de behoefte
aan herstel en rehabilitatiewerkzaamheden zal toenemen. Nederland streeft naar een
uitfasering van humanitaire hulp vanaf 2007; voor (I)NGO’s betekent dit dat met ingang
van 2007 in beginsel geen fondsen meer beschikbaar zijn voor nieuwe projecten.
Regioannex Palestijnse Gebieden 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In de Palestijnse Gebieden is een politieke impasse ingetreden. De politieke situatie
heeft grote negatieve gevolgen voor de Palestijnse economie en de afhankelijkheid
van internationale donoren is mede daardoor zeer groot. Door de bevriezing van budgetsteun
aan de Palestijnse autoriteit en het door Israël achterhouden van belastinggelden
die voor de Palestijnse autoriteit zijn geïnd, zijn sinds maart slechts sporadisch
salarissen betaald aan ambtenaren. Dit heeft enorme gevolgen voor de ongeveer één
miljoen Palestijnen die afhankelijk waren van deze inkomsten. De vergoedingen die
in het kader van het tijdelijke internationale mechanisme van de EU zijn betaald hebben
deze gevolgen slechts voor een deel kunnen opvangen. President Abbas en Premier hebben
de afgelopen maanden besprekeingen gevoerd met als doel om een regering van nationale
eenheid te vormen die zou moeten leiden tot een einde van het internationale isolement
van de Palestijnse autoriteit. Deze besprekingen lijken te zijn vstgelopen en het
is de verwachting dat President Abbas op korte termijn een vooruitblik zal geven op
de te volgen koers. Mogelijk zal hij nieuwe verkiezingen aankondigen. De belangrijkste
positieve ontwikkeling is de wapenstilstand die Israël en de Palestijnen zijn overeengekomen
voor de Gazastrook.
OCHA heeft voor 2007 een Consolidated Appeal voor de Palestijnse Gebieden van USD
453,6 miljoen uitgebracht, naar verwachting zal dat bedrag gedurende het jaar nog
stijgen. Het Temporary International Mechanism (TIM) probeert de humanitaire nood
zoveel mogelijk te lenigen door rechtstreeks hulp te verlenen aan de Palestijnse bevolking,
zonder tussenkomst van de Hamas regering.
Prioriteiten Nederland in 2006
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Voor humanitaire hulp richt Nederland zich op projecten in de sectoren Internationaal
Humanitair Recht (IHL), coördinatie, water & sanitatie en gezondheidszorg.
Specifieke voorwaarden voor subsidiëring
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In principe gelden de voorwaarden uit Beleidsregels Humanitaire Hulp 2007. Echter,
Nederland neemt alleen voorstellen in behandeling als zij aantoonbaar en effectief
kunnen bijdragen aan het functioneren van de Palestijnse Rode Halve Maan. In te dienen voorstellen hebben een looptijd van maximaal 12 maanden.
Beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In 2007 heeft Nederland voor humanitaire hulp ten behoeve van de Palestijnse Gebieden
€ 3,5 miljoen beschikbaar. Voor subsidieverlening (aan NGO’s) is € 1 miljoen beschikbaar.
Meerjarige perspectief; exitstrategie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Gezien het Nederlandse voornemen de hulp aan de Palestijnse gebieden te concentreren
op wederopbouw, zal de humanitaire hulp, als de ontwikkelingen dit toestaan, de komende
jaren geleidelijk worden verminderd.
Libanon
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Sinds het staakt-het-vuren is de situatie in Libanon gespannen maar kalm. In het zuiden
van Libanon keren de meeste Libanezen massaal terug naar hun woonplaats. Internationale
hulporganisaties melden een zeer omvangrijke schade aan de humanitaire infrastructuur.
Niet alleen zijn meer dan tienduizend huizen verwoest, ook is grote schade aangebracht
aan het waterleidingstelsel, riolering, elektriciteitsvoorziening en brandstofaanvoer.
Getroffen huishoudens, gastgezinnen en publieke opvangcentra kampen met ernstig tekort
aan drinkwater, water en andere middelen voor hygiëne en riolering. Daarbij komt dat
in een relatief moderne maatschappij als Libanon vrijwel de gehele infrastructuur
draait op basis van elektriciteit en dus dat herstel van elektriciteitsvoorziening
een voorwaarde is voor herstel van de waterinfrastructuur.
Ruiming van niet geëxplodeerde munitie (waaronder clusterbommen) heeft een zeer hoge
prioriteit. Tot op heden zijn er al acht personen gedood en 32 anderen gewond geraakt
door UXO’s.
Regioannex West Afrika (Ivoorkust en Liberia) 2006
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
De Mano River regio is sinds 1989 het terrein geweest van een serie conflicten, waarbij
het geweld zich over de jaren verplaatste van het ene naar het andere land en in 2002
ook Ivoorkust bereikte. De conflicten werden gekenmerkt door massale bevolkingsverplaatsingen,
ernstige grootschalige mensenrechtenschendingen en slechte toegang van hulporganisaties
tot hulpbehoevenden.
Na jarenlange strijd tussen regeringstroepen enerzijds en de rebellenbewegingen LURD
en MODEL anderzijds is Liberia in 2003 in rustiger vaarwater terecht gekomen met de ondertekening van het Accra-vredesakkoord
en de installering van een transitieregering onder leiding van Gyude Bryant. In 2004
is de vrede geconsolideerd en heeft de UNMIL-troepenmacht zich over het gehele land
ontplooid.
Met de verkiezing in oktober 2005 van de nieuwe president Ellen Johnson-Sirleaf is
formeel een einde gekomen aan de transitieperiode. De situatie blijft fragiel. Grensoverschrijdende
activiteiten als rekrutering van strijders en wapenhandel kunnen de wederopbouw van
Liberia ondermijnen.
UNHCR heeft aangekondigd de terugkeeroperatie van Liberiaanse vluchtelingen (140 duizend)
in juni te willen beëindigen; nadruk zal komen te liggen bij de re-integratie van
de teruggekeerde vluchtelingen en ontheemden. Voedsel(zekerheid), gezondheidszorg,
en water en sanitatie blijven vooralsnog de andere prioritaire aandachtsgebieden voor
het land.
In september 2002 braken er in Ivoorkust gevechten uit tussen regeringstroepen en de rebellenbeweging Forces Nouvelles (FN). In januari 2003 is het akkoord van Linas-Marcoussis ondertekend, maar al in
de loop van 2003 is de uitvoering van dit akkoord en daarmee het vredesproces in een
impasse geraakt. Het noorden van het land wordt beheerst door de rebellen, het zuiden
door regeringstroepen. Tussen deze gebieden ligt de zone of confidence, waar een VN-vredesmacht tracht de rust te bewaken. Bemiddelingspogingen van Zuid-Afrika,
gesteund door Nigeria als voorzitter van de Ecowas, hebben nauwelijks voortgang gebracht
in de onderhandelingen tussen de regering en de Forces Nouvelles. De VN Veiligheidsraad heeft op 1 november 2006 de transitieperiode wederom met een
jaar verlengd; verkiezingen zijn gepland voor oktober.
De situatie in Ivoorkust wordt gekenmerkt door geweld en constante onzekerheid. Het
is niet ondenkbaar dat het conflict in 2007 zal escaleren. Dit alles heeft ook zijn
weerslag op de humanitaire situatie. Vooral op het gebied van gezondheidszorg, voedsel(zekerheid)
en water en sanitatie zijn de noden groot. Er zijn naar schatting zevenhonderdduizend
ontheemden. Er is voor 2006 een Consolidated Appeal uitgebracht van USD 56,3 miljoen.
Prioriteiten Nederland in 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Voedsel(zekerheid), water & sanitatie almede basisgezondheidszorg zijn in 2007 de
belangrijkste prioriteiten voor beide landen.
Specifieke voorwaarden voor subsidieverlening
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Naast de criteria zoals opgenomen in de Beleidsregels Humanitaire Hulp 2007 moeten
hygiënevoorlichting en reproductieve gezondheidszorg deel uitmaken van basisgezondheidszorg
projecten.
Beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Voor 2007 is voor West Afrika (Ivoorkust en Liberia) indicatief € 3,5 miljoen beschikbaar;
hiervan is indicatief € 1,6 miljoen beschikbaar voor subsidiëring van reeds lopende
activiteiten van (I)NGO’s.
Meerjarig perspectief/exit-strategie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Nederland onderhoudt met geen van beide landen een structurele hulprelatie en is niet
voornemens die aan te gaan. Dit betekent dat de hulp in essentie beperkt zal blijven
tot noodhulp en bij uitzondering een (eerste) begin van rehabilitatie mag bieden.
Een exit-strategie dient daarom standaard in een projectvoorstel te worden opgenomen,
waarbij mogelijkheden van overdracht van activiteiten aan lokale structuren dan wel
opname van activiteiten in lopende wederopbouw- respectievelijk structurele hulpprogramma’s
aandacht dienen te krijgen. De humanitaire hulp aan Ivoorkust en Liberia zal in 2007
zoveel mogelijk worden afgebouwd. Nieuwe voorstellen zullen in beginsel dan ook niet
en behandeling worden genomen.
Regioannex Zuidelijk Afrika (m.n. Zimbabwe)
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Humanitaire situatie
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Zuidelijk Afrika wordt sinds 2002 met grote regelmaat getroffen door droogte, overstromingen
en epidemieën. In Zimbabwe duurt de chronische crisis onverminderd voort. Het land
blijft kampen met voedseltekorten, slecht bestuur en economische terugval. Needs assessments
wijzen uit dat inmiddels 1,4 miljoen mensen afhankelijk zijn van voedselhulp. Daarnaast
draagt de hoge HIV/aids prevalentie bij aan een toenemende kwetsbaarheid van huishoudens.
IDP’s (650.000–700.000) vormen een van de kwetsbaarste groepen. Zij hebben extra steun
nodig in de verbetering van hun levensomstandigheden. OCHA heeft voor 2007 een Consolidated
Appeal voor Zimbabwe opgesteld van $ 215 miljoen dollar voor het implementeren van
projecten en programma’s.
In heel Zuidelijk Afrika heerst er een grote economische en politieke instabiliteit
en is het aantal personen met HIV/aids het hoogste van Afrika. Inmiddels leven tien
miljoen mensen met HIV/aids. Hierdoor is de levensverwachting in veel landen de laatste
jaren dramatisch gedaald. Alhoewel de oogsten van 2006 redelijk zijn is de verwachting
dat voor vele kwetsbare huishoudens de toegang tot voedsel nog zeer problematisch
zal zijn. Dit geldt vooral voor de landen Angola, Malawi, Swaziland en Zambia.
Prioriteiten Nederland in 2007
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Het Nederlandse beleid voor humanitaire hulp in Zuidelijk Afrika richt zich primair
op voedselzekerheid en HIV/aids. In Zimbabwe gaat het vooral om het vervullen van
de noden van de meest kwetsbare groepen als gevolg van de chronische humanitaire crisis.
Specifieke voorwaarden voor financiering
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In principe gelden de voorwaarden uit het algemene deel van het Subsidiebeleidskader
2007. Vanwege de complementaire samenwerking met het regionale HIV/aids programma
in Pretoria, is besloten dat centrale noodhulpbudgetten in Zuidelijk Afrika in beginsel
via de VN. Voor Zimbabwe geldt dat zowel de VN als de NGO’s kunnen worden ondersteund.
Beschikbare fondsen
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
In 2007 is voor Zuidelijk Afrika (incl. Zimbabwe) indicatief een budget voor € 8 miljoen
beschikbaar. Daarvan is indicatief € 1,5 miljoen gereserveerd voor subsidieverlening
t.b.v. (NGO)-activiteiten in Zimbabwe.
Meerjarig perspectief
[Regeling vervallen per 27-07-2008]
Gezien de situatie in Zimbabwe zal humanitaire hulp in dat land de komende jaren hoogstwaarschijnlijk
nodig zijn. Voor Zuidelijk Afrika geldt dat nu geen sprake is van een acute noodsituatie.
Wel is de regio uitermate kwetsbaar voor droogte, economische en politieke instabiliteit
zodat regionale coördinatie op humanitair gebied nodig blijft om zo adequaat op acute
noodsituaties in te kunnen spelen.