Toetsingskader:
[Regeling vervallen per 01-07-2022]
B. Ambtsinstructie
[Regeling vervallen per 01-07-2022]
Vervolgens vindt een beoordeling op grond van de Ambtsinstructie plaats.
Het gebruik van geweld is nader uitgewerkt in Hoofdstuk 2 van de Ambtsinstructie.
In de artikelen 7 t/m 10 en 12 van de Ambtsinstructie wordt het vuurwapengebruik nader uitgewerkt en aan een aantal voorwaarden verbonden.
Uitgangspunt is dat vuurwapengebruik beperkt moet blijven tot uitzonderingssituaties.
Voor de beoordeling van het vuurwapengebruik is in het bijzonder art. 7 van de Ambtsinstructie van belang.
Artikel 7, eerste lid, onder a:
Mag redelijkerwijs worden aangenomen dat de aan te houden persoon een voor onmiddellijk
gebruik gereed zijnd vuurwapen bij zich heeft en dit tegen personen zal gebruiken,
dan mag de ambtenaar gebruik maken van een vuurwapen. ‘Redelijkerwijs’ zal ingevuld
moeten worden met de inhoud van de melding, de verklaring van getuigen, de controleerbare
kennis van de politie over de vuurwapengevaarlijkheid van de aan te houden persoon
etc.
Artikel 7, eerste lid, onder b:
De basis voor vuurwapengebruik wordt vaak gevonden in artikel 7, eerste lid, onder b. Het gebruik van het vuurwapen is toegestaan om een persoon aan te houden die zich
aan zijn aanhouding, voorgeleiding of andere rechtmatige vrijheidsbeneming tracht
te onttrekken of heeft onttrokken, en die wordt verdacht van, of veroordeeld is, wegens
het plegen van een misdrijf:
-
1. waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer
is gesteld, en
-
2. dat een ernstige aantasting vormt van de lichamelijke integriteit of de persoonlijke
levenssfeer, of
-
3. dat door zijn gevolg bedreigend voor de samenleving is of kan zijn. Er moet dus een
combinatie zijn van 1 met 2, of van 1 met 3.
Bij de formulering onder 2 worden in de Nota van Toelichting als voorbeelden van aantasting
van de lichamelijke integriteit genoemd: een gewapende roofoverval, een zwaar zedendelict
of een gijzeling. Als voorbeeld voor de aantasting van de persoonlijke levenssfeer
wordt de inbraak in de woning aangehaald, maar slechts in die gevallen waar de bewoners
(mogelijk) thuis zijn en er sprake is van (het vermoeden van) uitgeoefend geweld of
dreiging met geweld tegen de bewoners of (dreiging met) geweld tegen de politieambtenaar.
Bij de formulering onder 3 worden als voorbeelden in de Nota van Toelichting genoemd
een explosieven- of een drugstransport.
Artikel 7, tweede lid:
Het is, in de gevallen bedoeld in het eerste lid, onder a en b, alleen toegestaan
te schieten op personen en op vervoermiddelen waarin of waarop zich personen bevinden.
Artikel 7, derde lid:
In de gevallen bedoeld in het eerste lid, onder a en b, mag van het vuurwapen geen
gebruik worden gemaakt, indien de identiteit van de aan te houden persoon bekend is
en redelijkerwijs mag worden aangenomen dat het uitstel van de aanhouding geen onaanvaardbaar
te achten gevaar voor de rechtsorde met zich brengt.
Artikel 7, vierde lid:
Onder het plegen van een misdrijf, bedoeld in het eerste lid, onder b, worden mede
begrepen de poging en de deelnemingsvormen.