4. Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring
[Regeling vervallen per 31-12-2010]
Het spreekrecht is een wettelijk recht, waarover het slachtoffer door het Openbaar
Ministerie wordt geïnformeerd. Indien een slachtoffer geen gebruik wenst te maken
van het spreekrecht, maar wel de officier van justitie, rechter en verdachte over
de gevolgen van het delict wil informeren, kan hij een schriftelijke slachtofferverklaring
laten opstellen door een medewerker van Slachtofferhulp Nederland. Het opstellen van
een schriftelijke slachtofferverklaring leidt in geen geval tot een plicht om de verklaring
mondeling ter zitting toe te lichten.
Het Openbaar Ministerie stelt het slachtoffer tijdig en schriftelijk op de hoogte
van de mogelijkheid dat hij het spreekrecht kan uitoefenen ter voorbereiding of als
alternatief een schriftelijke slachtofferverklaring kan opstellen. Indien het slachtoffer
van het aanbod gebruik wenst te maken, retourneert hij het antwoordformulier binnen
7 werkdagen aan het Openbaar Ministerie. Op het antwoordformulier geeft het slachtoffer
aan dat hij toestemming verleent om zijn gegevens aan Slachtofferhulp Nederland te
verstrekken. Slachtofferhulp Nederland zal vervolgens contact opnemen met het slachtoffer
om hem te informeren en een afspraak te maken voor het opstellen van een schriftelijke
slachtofferverklaring. Het Openbaar Ministerie zal Slachtofferhulp Nederland een kopie
van de aangifte en het relevante deel van de dagvaarding verstrekken, indien het slachtoffer
een schriftelijke slachtofferverklaring wenst op te stellen. De schriftelijke slachtofferverklaring
zal na goedkeuring van het slachtoffer door Slachtofferhulp naar het Openbaar Ministerie
worden verzonden. Het Openbaar Ministerie ontvangt de schriftelijke slachtofferverklaring
uiterlijk twee weken voor de terechtzitting. Na ontvangst van de schriftelijke slachtofferverklaring
zorgt de officier van justitie ervoor dat de verklaring tijdig bij het dossier wordt
gevoegd. De schriftelijke verklaring wordt tevens verstrekt aan verdachte en/of zijn
raadsman. Ter zitting kunnen zowel de officier van justitie als de rechter nadrukkelijk
aandacht besteden aan de schriftelijke slachtofferverklaring.
Naast de mogelijkheden, die het slachtoffer worden geboden op grond van de Aanwijzing
slachtofferzorg, zoals informatieverstrekking over het verloop van de zaak en schadevergoeding
middels voeging benadeelde partij, zal er in de praktijk een aantal varianten voorkomen
met betrekking tot situaties van het spreekrecht en/of de schriftelijke slachtofferverklaring:
-
1) Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring;
-
2) Spreekrecht zonder schriftelijke slachtofferverklaring, maar met mondelinge voorbereiding;
-
3) Spreekrecht zonder schriftelijke slachtofferverklaring;
-
4) Geen spreekrecht maar wel schriftelijke slachtofferverklaring;
-
5) Geen spreekrecht en geen schriftelijke slachtofferverklaring.
Ad 1:
Het slachtoffer heeft schriftelijk aangegeven dat hij ter zitting een mondelinge verklaring
wenst af te leggen en dat hij met een schriftelijke slachtofferverklaring wil voorbereiden.
In dit geval zal de schriftelijke slachtofferverklaring kunnen fungeren ter voorbereiding
op het spreekrecht. Het slachtoffer kan dan eventueel ter zitting volstaan met het
geven van een mondelinge toelichting op de schriftelijke slachtofferverklaring. Om
secundaire victimisatie te voorkomen en een ordelijk verloop van de zitting te waarborgen,
verdient het aanbeveling het slachtoffer te wijzen op deze combinatie.
Ad 2:
Het slachtoffer heeft schriftelijk aangegeven dat hij ter zitting een mondelinge verklaring
wenst af te leggen, maar zich niet met een schriftelijke slachtofferverklaring wil
voorbereiden op het spreekrecht. Het slachtoffer geeft de voorkeur aan een kortere
mondelinge voorbereiding die wordt gegeven door een medewerker van Slachtofferhulp
Nederland. In dit geval zal het slachtoffer mondeling het kader worden geboden, waarbinnen
zijn verklaring moet blijven. Het slachtoffer wordt tevens uitleg gegeven over de
procedure tijdens de terechtzitting.
Ad 3:
Het slachtoffer heeft schriftelijk verzocht dat hij ter zitting een mondelinge verklaring
wenst af te leggen, maar zich niet middels een schriftelijke slachtofferverklaring
of mondeling wil voorbereiden. In dit geval zal het slachtoffer worden geïnformeerd
over de zittingsdatum- en plaats. Indien gewenst kan hij door een medewerker van het
slachtofferinformatieloket of Slachtofferhulp Nederland worden begeleid ter zitting.
Ad 4:
Het slachtoffer wil geen mondelinge verklaring ter zitting af leggen maar acht het
wel van belang dat de officier van justitie, de rechter en de verdachte worden geïnformeerd
over de gevolgen die het delict voor hem heeft gehad. De officier van justitie biedt
het slachtoffer de gelegenheid om een schriftelijke slachtofferverklaring op te stellen.
Het slachtoffer moet binnen zeven werkdagen dagen bij voorkeur schriftelijk reageren.
Slachtofferhulp Nederland zal vervolgens het slachtoffer benaderen voor het opstellen
van de schriftelijke slachtofferverklaring en uitleg geven over de terechtzitting.
Ad 5:
In dit geval heeft het slachtoffer kenbaar gemaakt dat hij geen verklaring ter zitting
wenst af te leggen, noch een schriftelijke slachtofferverklaring wenst op te stellen.
Het slachtoffer kan wel een slachtoffergesprek met de officier van justitie worden
aangeboden. Bovendien laat het onverlet dat hij wel informatie over het verloop van
de strafzaak wenst en/of zich wenst te voegen als benadeelde partij.
Ten overvloede zij vermeld dat de omstandigheid dat het slachtoffer dat niet wenst
te spreken of op een andere manier de officier van justitie, de rechter en de verdachte
wenst te informeren, onverkort het recht heeft de zitting bij te wonen, voor zover
de zitting niet krachtens enige wettelijke bepaling achter gesloten deuren plaats
vindt.