Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 21, vierde lid, 38, tweede lid, 39, tweede
lid, 40, derde lid, 41, tweede lid, 42, derde lid, 43, tweede lid, 44, derde lid,
44a, tweede lid, 45, derde lid, 45a, tweede lid 46, vijfde lid, 46a, vijfde lid, 47b,
48, vijfde lid, 49, vierde lid, 51, elfde lid, en 63b, zesde lid, van de Pensioenwet
en de artikelen 48, derde lid, 49, tweede lid, 50, tweede lid, 51, derde lid, 52,
tweede lid, 53, derde lid, 54, tweede lid, 55, derde lid, 55a, tweede lid, 56, derde
lid, 56a, tweede lid, 57, vijfde lid, 57a, vijfde lid, 57b, 59, vijfde lid, 60, vierde
lid, 62, elfde lid, en 75b, zesde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 2. Informatie over de pensioenregeling
-
1 De informatie over de kenmerken van de pensioenregeling en de uitvoering van de pensioenregeling,
bedoeld in artikel 21 van de Pensioenwet dan wel artikel 48 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, bevat in ieder geval het volgende:
-
a. de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling voorziet;
-
b. de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling niet voorziet;
-
c. de wijze waarop pensioen wordt opgebouwd;
-
d. de keuzemogelijkheden van de deelnemer of gewezen deelnemer waarin de pensioenregeling
voorziet;
-
e. de risico’s;
-
f. de soorten uitvoeringskosten; en
-
g. de beleidsdekkingsgraad met een omschrijving van de gevolgen ervan.
-
2 De uitvoerder maakt bij het verstrekken van de informatie, bedoeld in het eerste lid,
gebruik van de opschriften en iconen in de volgorde waarin ze staan in laag 1 van
de Pensioen1-2-3, zoals deze op de website van de Pensioenfederatie en het Verbond
van Verzekeraars is opgenomen.
Artikel 3. Mogelijkheid toezichthouder tot stellen nadere regels met betrekking tot
informatieverstrekking bij premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid
De Stichting Autoriteit Financiële Markten kan nadere regels stellen met betrekking
tot het informeren van de deelnemer over de risico’s, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, voor zover het gaat om premieovereenkomsten dan wel premieregelingen met beleggingsvrijheid
voor de deelnemer.
Artikel 4. Informatie over toeslagverlening
-
1 De informatie over toeslagverlening die op grond van de artikelen 38, eerste lid, onderdeel c, en 44, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioenwet, de artikelen 49, eerste lid, onderdeel c, en 55, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de artikelen 2, eerste lid, onderdeel e, en 9b, eerste lid, wordt verstrekt heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen drie jaar
waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd.
-
2 De informatie over toeslagverlening die op grond van de artikelen 39, eerste lid, onderdeel b, 40, eerste lid, onderdeel b, 41, eerste lid, onderdeel b, 42, eerste lid, onderdeel b, 43, eerste lid, onderdeel c, en 45, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioenwet en de artikelen 50, eerste lid, onderdeel b, 51, eerste lid, onderdeel b, 52, eerste lid, onderdeel b, 53, eerste lid, onderdeel b, 54, eerste lid, onderdeel c, en 56, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen vijf jaar
waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd.
Artikel 5. Informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten
-
1 De informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die op grond
van de artikelen 38, eerste lid, onderdeel d, en 44, eerste lid, onderdeel d, van de Pensioenwet, de artikelen 49, eerste lid, onderdeel d, en 55, eerste lid, onderdeel d, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de artikelen 2, eerste lid, onderdeel e, en 9b, eerste lid, wordt verstrekt heeft betrekking op de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten
die in de laatste drie jaar is doorgevoerd.
-
2 De informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die op grond
van de artikelen 39, eerste lid, onderdeel e, 40, eerste lid, onderdeel c, 41, eerste lid, onderdeel d, 42, eerste lid, onderdeel c, 43, eerste lid, onderdeel d, en 45, eerste lid, onderdeel d, van de Pensioenwet en de artikelen 50, eerste lid, onderdeel e, 51, eerste lid, onderdeel c, 52, eerste lid, onderdeel d, 53, eerste lid, onderdeel c, 54, eerste lid, onderdeel d, en 56, eerste lid, onderdeel d, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt heeft betrekking op de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten
die in de laatste vijf jaar is doorgevoerd.
Artikel 6. Verstrekken informatie aan deelnemers bij beëindiging deelneming
De uitvoerder verstrekt de deelnemer bij beëindiging van de deelneming informatie
over:
-
a. het vervallen van een pensioenaanspraak als bedoeld in artikel 55, zesde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 66, zesde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van een pensioenaanspraak onder de vervalgrens;.
-
b. het gebruik van het recht van de uitvoerder tot waardeoverdracht, bedoeld in artikel 70a van de Pensioenwet dan wel artikel 81a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover er sprake is van een pensioenaanspraak onder de overdrachtgrens en de
daarbij gevolgde procedure;
-
c. het recht op waardeoverdracht, bedoeld in artikel 71 van de Pensioenwet dan wel artikel 82 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, of de mogelijkheid tot waardeoverdracht, bedoeld in artikel 75 van de Pensioenwet dan wel artikel 86 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
-
d. het recht tot afkoop, bedoeld in artikel 66, tweede lid, onderdeel c, van de Pensioenwet dan wel artikel 75, tweede lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover er sprake is van een pensioenaanspraak onder de afkoopgrens en de uitvoerder
artikel 70a van de Pensioenwet dan wel artikel 81a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling toepast;
-
e. de consequenties van arbeidsongeschiktheid;
-
f. het actueel zijn van een herstelplan of geactualiseerd herstelplan;
-
g. het vervallen van de dekking tegen het risico op overlijden indien nabestaandenpensioen
werd verworven op basis van risicofinanciering; en
-
h. de website waarop het pensioenregister te raadplegen is.
Artikel 7a. Verstrekken informatie voorafgaand aan of bij pensioeningang
De uitvoerder verstrekt degene die pensioengerechtigde wordt voorafgaand aan of bij
de pensioeningang in ieder geval informatie over:
-
a. het recht te kiezen voor een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen, bedoeld in
artikel 60 van de Pensioenwet dan wel artikel 72 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van opbouw van ouderdomspensioen en partnerpensioen;
-
b. de mogelijkheid van afkoop, bedoeld in artikel 66 tot en met 69 van de Pensioenwet dan wel artikel 78 tot en met 80a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van een pensioenaanspraak onder de afkoopgrens of een fiscaal
bovenmatige pensioenaanspraak;
-
c. de mogelijkheid tot of het recht op waardeoverdracht, bedoeld in de artikelen 80, 81, 81a, tweede lid, en 81b, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 88, 89, 89a, tweede lid, en 89b van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van een aan te wenden kapitaal op de pensioendatum; en
-
d. andere keuzemogelijkheden die de pensioenregeling biedt.
Artikel 7c. Informatieverstrekking over uitkeringen
-
1 Bij de informatie die wordt verstrekt over een variabele uitkering, bedoeld in de
artikelen 44a, eerste lid, of 63b, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 55a, eerste lid, of 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, geldt het volgende:
-
a. een uitvoerder die één uniform beleggingsprofiel hanteert, vermeldt dit;
-
b. een uitvoerder die meerdere beleggingsprofielen hanteert, baseert de opgave van de
hoogte van de variabele uitkeringen op het beleggingsprofiel dat passend is gezien
het risicoprofiel van de deelnemer of gewezen deelnemer.
-
2 De uitvoerder die een spreidingsperiode hanteert van meer dan vijf jaar neemt in de
informatie die wordt verstrekt over een variabele uitkering, bedoeld in artikel 44a, eerste lid, of artikel 63b, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 55a, eerste lid, of artikel 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de volgende tekst op:
De ontwikkeling van uw pensioen hangt onder meer af van economische omstandigheden.
Uw pensioen kan hierdoor omhoog of omlaag gaan. Wij spreiden financiële meevallers
en tegenvallers over <x> jaar om grote schokken in de hoogte van uw pensioen te voorkomen.
Bij langdurige tegenvallers en bij een spreidingsperiode van meer dan vijf jaar kan
uw pensioen na verloop van tijd flink lager uitvallen.
Artikel 7d. Standaardmodellen
-
1 Voor de weergave op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en
een optimistisch scenario, bedoeld in de artikelen 44a, eerste lid, 45, tweede lid, 46, eerste en derde lid, 51, eerste lid, en 63b, tweede lid, van de Pensioenwet, de artikelen 55a, eerste lid, 56, tweede lid, 57, eerste en derde lid, 62, eerste lid en 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en, voor zover het betreft weergave op basis van een pessimistisch en verwacht scenario,
artikel 1a van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, wordt gebruik gemaakt van de scenariosets, bedoeld in artikel 23b van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen en een voorgeschreven rekenmethodiek.
Artikel 8. Verstrekken informatie aan deelnemers vrijwillige pensioenregeling
Artikel 9. Informatie op verzoek over reglementair te bereiken pensioenaanspraken
-
2 Bij de indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen, bedoeld in het eerste
lid, onderdeel b, en onderdeel c, onder 1° en 3°, worden de op het moment van het
verzoek bij de pensioenuitvoerder geldende tarieven gehanteerd. De periodieke uitkeringen
worden gecorrigeerd voor te verwachten prijsinflatie. Bij regeling van Onze Minister
wordt bepaald met welke te verwachten prijsinflatie gecorrigeerd wordt. Bij het verstrekken
van de indicatie wijst de pensioenuitvoerder er op dat het risico dat de definitieve
pensioenuitkering afwijkt van de indicatie bij de betrokkene ligt.
Artikel 9a. Overige informatie op verzoek
-
1 Indien sprake is van een premieovereenkomst dan wel premieregeling waarbij de deelnemer
tijdens de opbouwperiode de verantwoordelijkheid voor de beleggingen heeft overgenomen
verstrekt de uitvoerder op verzoek van de deelnemer en de gewezen deelnemer informatie
over alle beleggingsmogelijkheden, de feitelijke beleggingsportefeuille, de risicopositie
en de kosten in verband met de beleggingen.
Artikel 9b. Beschikbare informatie
-
1 Ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de pensioenregeling wordt de informatie,
bedoeld in artikel 46a, eerste lid, onderdeel a, van de Pensioenwet dan wel artikel 57a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover het betreft informatie over de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling
wel dan wel niet voorziet, de jaarlijkse pensioenopbouw, de risico’s en de beleidsdekkingsgraad
tevens verstrekt met gebruikmaking van sjablonen die op de website van de Pensioenfederatie
en het Verbond van Verzekeraars zijn opgenomen.
Artikel 9c. Het uniform pensioenoverzicht
-
4 In afwijking van het derde lid kan de pensioenuitvoerder afzien van verstrekking van
een uniform pensioenoverzicht voor deelnemers aan degene die op het eind van de, voor
dit pensioenoverzicht, relevante periode geen deelnemer bij de pensioenuitvoerder
meer is, indien:
-
a. in de informatie die wordt verstrekt bij beëindiging van de deelneming of bij de pensioeningang
een opgave van de aan het lopende kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken
overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen is opgenomen; of
-
b. in het uniform pensioenoverzicht voor gewezen deelnemers verstrekt in het kalenderjaar
na het jaar waarin de deelneming is beëindigd een opgave van de aan het voorafgaande
kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen is opgenomen.
Artikel 9d. Elektronische informatieverstrekking
Artikel 9e. Pensioenregister
Artikel 9f. Fasering pensioenregister
[Vervallen per 01-01-2019]
Artikel 10. Kosten informatieverstrekking
De informatie op grond van de artikelen 21, 38 tot en met 44, 45, 46, tweede lid, 46a, tweede lid, onderdeel d, en 63b, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 48 tot en met 55, 56, 57, tweede lid, 57a, tweede lid, onderdeel d, en 75b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt kosteloos verstrekt. De informatie op grond van artikel 9a, eerste en derde lid, en artikel 14d, vijfde lid, wordt eveneens kosteloos verstrekt.
Artikel 10a. Informatie over uitvoeringskosten in bestuursverslag
-
4 Kosten die niet kunnen worden toebedeeld aan een van de drie categorieën, bedoeld
in het eerste tot en met derde lid, worden over de categorieën, bedoeld in het eerste
en tweede lid, verdeeld.
Artikel 10b. Weergave uitvoeringskosten in bestuursverslag
-
1 De administratieve uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 10a, eerste lid, worden in het bestuursverslag opgenomen als totaalbedrag en als bedrag per deelnemer
of pensioengerechtigde.
-
2 De kosten van vermogensbeheer, bedoeld in artikel 10a, tweede lid, en de transactiekosten, bedoeld in artikel 10a, derde lid, worden in het bestuursverslag
opgenomen als totaal bedrag en als percentage van het in het verslagjaar gemiddeld
belegde vermogen.
Artikel 10ba. Informatieverstrekking voorafgaand aan waardeoverdracht pensioendatum
-
1 De verzekeraar die bereid is op te treden als ontvangend uitvoerder verstrekt een
betrokkene die het uit een kapitaalovereenkomst dan wel kapitaalregeling of een premieovereenkomst
dan wel premieregeling voortvloeiende kapitaal op de pensioendatum wenst aan te wenden
voor een pensioenuitkering, voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst
inzake een pensioenuitkering ten minste de volgende informatie:
-
a. haar statutaire naam, handelsnaam en adres;
-
b. het feit dat zij een verzekeraar is;
-
c. of zij advies verstrekt over pensioenuitkeringen;
-
d. haar interne klachtenprocedure, bedoeld in artikel 4:17, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht en de erkende geschilleninstantie waarbij zij is aangesloten; en
-
e. de aard van de vergoeding die haar werknemers ontvangen voor het sluiten van de overeenkomst.
-
3 De verzekeraar verstrekt de informatie schriftelijk en kosteloos. De verzekeraar kan
na toestemming van de betrokkene, de informatie elektronisch verstrekken, indien dat
past in de context waarin zij met de betrokkene zaken doet. De elektronische verstrekking
van informatie door de verzekeraar past in de context waarin de verzekeraar met de
betrokkene zaken doet, indien is bewezen dat de betrokkene regelmatig toegang heeft
tot internet. Het gegeven dat de betrokkene een e-mailadres opgeeft geldt in ieder
geval als bewijs hiervan.
Hoofdstuk 5. Uitruil, afkoop en gelijke behandeling
Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 60, elfde lid, 61, vijfde lid, 62, zesde
lid, 66, tiende lid, en 69, zevende lid, van de Pensioenwet, de artikelen 72, elfde
lid, 73, vijfde lid, 74, zesde lid, 78, tiende lid, en 80a, zevende lid, van de Wet
verplichte beroepspensioenregeling en artikel 12c, vijfde lid, van de Wet gelijke
behandeling van mannen en vrouwen
Artikel 15. Ruilvoet en opbouwkeuzevoet
-
2 De ruilvoet en opbouwkeuzevoet worden zodanig vastgesteld dat sprake is van collectieve
actuariële gelijkwaardigheid als bedoeld in de artikelen 60, vijfde lid, 61, vierde lid, en 62, eerste lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 72, vijfde lid, 73, vierde lid en 74, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Artikel 16. Afkoop kleine pensioenen en afkoop bovenmatig pensioen
Artikel 17. Gelijke behandeling bij pensioenovereenkomsten met onbepaalde verhouding
tussen pensioensoorten
Indien met de werkgever niet uitdrukkelijk een bepaalde verhouding tussen verschillende
pensioensoorten is overeengekomen wordt de beschikbaar gestelde premie of de aanspraak
op kapitaal, bedoeld in artikel 12c, tweede lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen zodanig vastgesteld dat, ervan uitgaande dat slechts ouderdomspensioen is toegezegd,
het in te kopen pensioen naar het inzicht op het tijdstip van vaststelling van die
bijdrage voor mannen en vrouwen gelijk is.
Hoofdstuk 5a. Variabele uitkeringen
Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 63a, negende lid, van de Pensioenwet en
75a, negende lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 17a. Vaste daling
-
1 Bij toepassing van een periodieke vaste daling van de uitkering als bedoeld in artikel 63a, derde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 75a, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt de uitkeringshoogte vastgesteld door te rekenen met een periodieke vaste daling
van de uitkering die niet meer bedraagt dan 35% van het verschil tussen de risicovrije
rente en de parameter voor aandelenrendement en niet meer dan consistent is met het
beleggingsbeleid. De waarde van de met de risicovrije rente contant gemaakte kasstromen
is gelijk aan het pensioenkapitaal op pensioendatum.
Artikel 17b. Risicovrije rente bij projectierente en vaste daling
De risicovrije rente, bedoeld in artikel 63a, derde, zevende en achtste lid, van de Pensioenwet, artikel 75a, derde, zevende en achtste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, en artikel 17a, eerste lid, is de risicovrije rente voor fondsen.
Artikel 17c. Collectief toedelingsmechanisme
Artikel 17d. Parameter aandelenrendement
De parameter voor aandelenrendement, bedoeld in artikel 63a, derde lid, van de Pensioenwet, artikel 75a, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en artikel 17a, eerste lid, is gelijk aan de parameter, bedoeld in artikel 23a, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen.
Hoofdstuk 11. Overige en slotbepalingen
Artikel 52a. Overgangsrecht in verband met artikel 35a
Artikel 35a is niet van toepassing op benoemingen tot bestuurder of lid van de raad van toezicht
van een fonds voor 1 juli 2014.
[Red: Wijzigt dit besluit.]
Artikel 52c. Overgangsrecht artikel 4
[Vervallen per 01-01-2017]
Artikel 52d. Overgangsrecht reglementair te bereiken pensioenaanspraken
[Vervallen per 01-07-2016]
Artikel 53. Overgangsrecht overdrachtsdatum
De definitie van overdrachtsdatum, bedoeld in artikel 1, zoals deze luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit van 2 december
2015 tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
in verband met aanpassing van de regels bij waardeoverdracht (Stb. 469) blijft van
toepassing indien de ontvangende uitvoerder de gegevens, bedoeld in artikel 20, voor dat tijdstip aan de deelnemer heeft verstrekt.
Artikel 54. Tijdelijke regeling informatieverstrekking
Artikel 55. Overgangsrecht Wet verbeterde premieregeling
[Vervallen per 01-01-2019]
De overdragende uitvoerder die gebruik maakt van het recht op waardeoverdracht van
een kleine pensioenaanspraak, bedoeld in artikel 70a van de Pensioenwet dan wel artikel 81a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor de aanspraken van gewezen deelnemers van wie de deelneming is geëindigd in
het jaar 2018, vraagt, in afwijking van artikel 17e, eerste lid, binnen een jaar vanaf 1 januari 2019, bij het pensioenregister een opgave van de
uitvoerder bij wie de gewezen deelnemer pensioenaanspraken verwerft, tenzij de uitvoerder
aantoont dat aan uitvraag binnen deze termijn redelijkerwijs niet kan worden voldaan.
[Red: Wijzigt het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000.]
[Red: Wijzigt het Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten Sociaal Akkoord 2004.]
[Red: Wijzigt het Besluit bestuursorganen WNo en Wob.]
[Red: Wijzigt het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.]
[Red: Wijzigt de Wet toezicht accountantsorganisaties.]
[Red: Wijzigt het Besluit op de huurtoeslag.]
Artikel 63. Inwerkingtreding
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte
beroepspensioenregeling.