Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 21, vierde lid, 38, tweede lid, 39, tweede
lid, 40, vierde lid, 41, tweede lid, 42, derde lid, 43, tweede lid, 44, derde lid,
44a, tweede lid, 45, derde lid, 45a, tweede lid, 46, eerste lid, onderdeel c, en zesde
lid, 47b, 48, zesde lid, 49, zesde lid, 51, elfde lid, 61a, vijfde lid, en 63b, vijfde
lid, van de Pensioenwet en de artikelen 48, derde lid, 49, tweede lid, 50, tweede
lid, 51, vierde lid, 52, tweede lid, 53, derde lid, 54, tweede lid, 55, derde lid,
55a, tweede lid, 56, derde lid, 56a, tweede lid, 57, eerste lid, onderdeel c, en zesde
lid, 57a, zesde lid, 57b, 59, zesde lid, 60, zesde lid, 62, elfde lid, 73a, vijfde
lid, en 75b, vijfde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 2. Informatie over de pensioenregeling
De informatie over de kenmerken van de pensioenregeling en de uitvoering van de pensioenregeling,
bedoeld in artikel 21 van de Pensioenwet dan wel artikel 48 van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling, bevat in ieder geval het volgende:
-
a. de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling voorziet;
-
b. de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling niet voorziet;
-
c. de wijze waarop pensioen wordt opgebouwd;
-
d. de keuzemogelijkheden van de deelnemer of gewezen deelnemer waarin de pensioenregeling
voorziet;
-
e. de risico’s;
-
f. de soorten uitvoeringskosten;
-
g. de beleidsdekkingsgraad met een omschrijving van de gevolgen ervan;
-
h. op welke wijze in het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met milieu en klimaat,
mensenrechten en sociale verhoudingen; en
-
i. indien van toepassing, de beleggingsmogelijkheden van de deelnemer of gewezen deelnemer
waarin de pensioenregeling voorziet.
Artikel 3. Mogelijkheid toezichthouder tot stellen nadere regels met betrekking tot
informatieverstrekking bij premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid
De Stichting Autoriteit Financiële Markten kan nadere regels stellen met betrekking
tot het informeren van de deelnemer over de risico’s, bedoeld in artikel 2, onderdeel e, voor zover het gaat om premieovereenkomsten dan wel premieregelingen met beleggingsvrijheid
voor de deelnemer.
Artikel 4. Informatie over toeslagverlening
-
1 De informatie over toeslagverlening die op grond van de artikelen 38, eerste lid,
onderdeel c, 40, eerste lid, onderdeel b, en 44, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioenwet,
de artikelen 49, eerste lid, onderdeel c, 51, eerste lid, onderdeel b, en 55, eerste
lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en artikel 2, onderdeel e, wordt verstrekt heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen drie jaar
waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd.
-
2 De informatie over toeslagverlening die op grond van de artikelen 39, eerste lid,
onderdeel b, 41, eerste lid, onderdeel b, 42, eerste lid, onderdeel b, 43, eerste
lid, onderdeel c, en 45, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioenwet en de artikelen
50, eerste lid, onderdeel b, 52, eerste lid, onderdeel b, 53, eerste lid, onderdeel
b, 54, eerste lid, onderdeel c, en 56, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling wordt verstrekt heeft betrekking op de toeslagverlening over
de afgelopen vijf jaar waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee
is gecompenseerd.
-
3 De informatie over toeslagverlening die op grond van artikel 46a, eerste lid, onderdeel
b, van de Pensioenwet en artikel 57a, eerste lid, onderdeel b van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling wordt verstrekt of beschikbaar gesteld heeft betrekking op
de toeslagverlening over de afgelopen tien jaar waarbij wordt aangegeven in hoeverre
de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd en of dit in overeenstemming met het toeslagenbeleid
is geweest.
Artikel 5. Informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten
-
1 De informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die op grond
van de artikelen 38, eerste lid, onderdeel d, 40, eerste lid, onderdeel c, en 44,
eerste lid, onderdeel d, van de Pensioenwet, de artikelen 49, eerste lid, onderdeel
d, 51, eerste lid, onderdeel c, en 55, eerste lid, onderdeel d, van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling en artikel 2, onderdeel e, wordt verstrekt heeft betrekking op de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten
die in de laatste drie jaar is doorgevoerd.
-
2 De informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die op grond
van de artikelen 39, eerste lid, onderdeel e, 41, eerste lid, onderdeel d, 42, eerste
lid, onderdeel c, 43, eerste lid, onderdeel d, en 45, eerste lid, onderdeel d, van
de Pensioenwet en de artikelen 50, eerste lid, onderdeel e, 52, eerste lid, onderdeel
d, 53, eerste lid, onderdeel c, 54, eerste lid, onderdeel d, en 56, eerste lid, onderdeel
d, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt heeft betrekking
op de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die in de laatste vijf
jaar is doorgevoerd.
-
3 De informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die op grond
van artikel 46a, eerste lid, onderdeel b, van de Pensioenwet en artikel 57a, eerste
lid, onderdeel b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt verstrekt of
beschikbaar gesteld heeft betrekking op de vermindering van pensioenaanspraken en
pensioenrechten die in de laatste tien jaar is doorgevoerd.
Artikel 5a. Informatie over pensioenaanspraken op het pensioenoverzicht
-
1 De opgave van de verworven pensioenaanspraken die op grond van artikel 38, eerste
lid, onderdeel a, van de Pensioenwet dan wel artikel 49, eerste lid, onderdeel a,
van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt betreft, voor zover
het de opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen op grond van een premieovereenkomst
dan wel premieregeling betreft, het voor pensioenuitkeringen aan te wenden vermogen
of kapitaal.
-
2 De opgave van de opgebouwde pensioenaanspraken op grond van een premieovereenkomst
dan wel premieregeling die op grond van artikel 40, eerste lid, onderdeel a, van de
Pensioenwet dan wel artikel 51, eerste lid, onderdeel a, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
wordt verstrekt betreft onder meer het voor pensioenuitkeringen aan te wenden vermogen
of kapitaal en een indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen op de pensioendatum.
Bij de indicatie worden de op dat moment bij de uitvoerder geldende tarieven gehanteerd.
-
3 De opgave van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken die op grond van artikel
38, eerste lid, onderdeel g, van de Pensioenwet dan wel artikel 49, eerste lid, onderdeel
g, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt bevat onder meer
een indicatie van het te bereiken voor pensioenuitkeringen aan te wenden vermogen
of kapitaal op de pensioendatum en een indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen
op de pensioendatum. Bij de indicatie worden de op dat moment bij de uitvoerder geldende
tarieven gehanteerd.
Artikel 5b. Informatie over reserves en premies op pensioenoverzicht
-
1 De informatie over de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve die op grond van
de artikelen 38, eerste lid, onderdeel e, en 40, eerste lid, onderdeel d, van de Pensioenwet
dan wel de artikelen 49, eerste lid, onderdeel e, en 51, eerste lid, onderdeel d,
van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt heeft betrekking op
het effect van de reserve op de opgebouwde pensioenaanspraken.
-
2 De informatie over de werkgeverspremie en werknemerspremie die op grond van artikel
38, eerste lid, onderdeel h, van de Pensioenwet wordt verstrekt en de informatie over
de premie in rekening gebracht bij de beroepsgenoot die op grond van artikel 49, eerste
lid, onderdeel h, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt heeft
betrekking op de premies die over het afgelopen jaar in rekening zijn gebracht.
Artikel 5c. Informatie over gelijke aanpassingen met spreiden
Bij gelijke aanpassingen met spreiden als bedoeld in artikel 1ca geldt vanaf vijf jaar voor pensioendatum het volgende:
-
a. de uitvoerder vermeldt dat het voor pensioenuitkering aan te wenden vermogen, genoemd
in artikel 5a, eerste, tweede en derde lid, vanaf pensioendatum bestaat uit een spreidingsvermogen en uitkeringsvermogen en
geeft daarbij informatie over gelijke aanpassingen met spreiden; en
-
b. de uitvoerder geeft bij de opgave, bedoeld in artikel 5a, een kwalitatieve toelichting over het verloop van de pensioenuitkeringen en geeft
daarbij aan of het pensioen waarschijnlijk zal dalen, stijgen of gelijk zal blijven.
Artikel 6. Verstrekken informatie aan deelnemers bij beëindiging deelneming
De uitvoerder verstrekt de deelnemer bij beëindiging van de deelneming informatie
over:
-
a. het vervallen van een pensioenaanspraak als bedoeld in artikel 55, vijfde lid, van
de Pensioenwet dan wel artikel 66, vijfde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling,
voor zover sprake is van een pensioenaanspraak onder de vervalgrens;.
-
b. het gebruik van het recht van de uitvoerder tot waardeoverdracht, bedoeld in artikel
70a van de Pensioenwet dan wel artikel 81a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling,
voor zover er sprake is van een pensioenaanspraak onder de overdrachtgrens en de daarbij
gevolgde procedure;
-
c. het recht op waardeoverdracht, bedoeld in artikel 71 van de Pensioenwet dan wel artikel
82 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, of de mogelijkheid tot waardeoverdracht,
bedoeld in artikel 75 van de Pensioenwet dan wel artikel 86 van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling;
-
d. het recht tot afkoop, bedoeld in de artikelen 66, tweede lid, onderdeel c, en derde
lid, en 69, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 78, tweede lid, onderdeel
c, en derde lid, en 80a, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling,
voor zover er sprake is van een pensioenaanspraak onder de afkoopgrens en de uitvoerder
artikel 70a van de Pensioenwet dan wel artikel 81a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
toepast;
-
e. de consequenties van arbeidsongeschiktheid;
-
f. het actueel zijn van een herstelplan of geactualiseerd herstelplan;
-
g. het voortzetten van de dekking voor het nabestaandenpensioen, bedoeld in artikel 55,
vierde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 66, vierde lid, van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling en het recht op uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen
op risicobasis, bedoeld in artikel 61a van de Pensioenwet dan wel artikel 73a van
de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
-
h. het vervallen van de dekking tegen het risico op overlijden indien nabestaandenpensioen
werd verworven op basis van risicofinanciering; en
-
i. de website waarop het pensioenregister te raadplegen is.
Artikel 7. Verstrekken informatie aan gewezen partner bij scheiding
De uitvoerder verstrekt de gewezen partner bij scheiding informatie over de mogelijkheid
van afkoop, bedoeld in artikel 68 van de Pensioenwet dan wel artikel 80 van de Wet
verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van een pensioenaanspraak
onder de afkoopgrens.
Artikel 7a. Verstrekken informatie voorafgaand aan of bij pensioeningang
Artikel 7b. Jaarlijkse informatieverstrekking aan pensioengerechtigden
-
1 De opgave van zijn pensioenrecht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, onderdeel a,
van de Pensioenwet dan wel artikel 55, eerste lid, onderdeel a, van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling heeft bij een variabele uitkering betrekking op:
Artikel 7c. Informatieverstrekking over uitkeringen
-
1 Bij de informatie die wordt verstrekt over een variabele uitkering, bedoeld in de
artikelen 44a, eerste lid, of 63b, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel de artikelen
55a, eerste lid, of 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling,
geldt het volgende:
-
a. een uitvoerder die één uniform beleggingsprofiel hanteert, vermeldt dit;
-
b. een uitvoerder die meerdere beleggingsprofielen hanteert of die een uitkering aanbiedt
bestaande uit een vastgesteld en een variabel gedeelte, baseert de opgave van de hoogte
van de variabele uitkering of de verhouding tussen het vastgestelde en variabele gedeelte
op het beleggingsprofiel dat passend is gezien het risicoprofiel van de deelnemer
of gewezen deelnemer.
-
2 De uitvoerder die een spreidingsperiode hanteert van meer dan vijf jaar neemt in de
informatie die wordt verstrekt over een variabele uitkering, bedoeld in artikel 44a,
eerste lid, of artikel 63b, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 55a, eerste
lid, of artikel 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de
volgende tekst op:
De ontwikkeling van uw pensioen hangt onder meer af van economische omstandigheden.
Uw pensioen kan hierdoor omhoog of omlaag gaan. Wij spreiden financiële meevallers
en tegenvallers over <x> jaar om grote schokken in de hoogte van uw pensioen te voorkomen.
Bij langdurige tegenvallers en bij een spreidingsperiode van meer dan vijf jaar kan
uw pensioen na verloop van tijd flink lager uitvallen.
-
3 De uitvoerder die geen vastgestelde uitkeringen uitvoert, geeft bij de opgave van
de hoogte van de vastgestelde uitkeringen, bedoeld in artikel 44a, eerste lid, van
de Pensioenwet dan wel artikel 55a, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling,
aan dat een vastgestelde uitkering naar verwachting lager is dan een variabele uitkering
maar met minder of geen kans op afwijking.
Artikel 7d. Standaardmodellen
-
1 Bij de informatieverstrekking, bedoeld in de artikelen 44a en 63b van de Pensioenwet
dan wel de artikelen 55a en 75b van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt
gebruikt gemaakt van standaardmodellen.
-
1 Voor de weergave op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en
een optimistisch scenario, bedoeld in de artikelen 10c, vierde lid, 38, eerste lid,
onderdeel g, 40, eerste lid, onderdeel a, 44a, eerste lid, 45, tweede lid, 46, derde
en vijfde lid, 51, eerste lid, onderdeel a, 63b, tweede lid, en 150j, tweede lid,
onderdelen a en b, van de Pensioenwet, de artikelen 28c, vierde lid, 49, eerste lid,
onderdeel g, 51, eerste lid, onderdeel b, 55a, eerste lid, 56, tweede lid, 57, derde
en vijfde lid, 62, eerste lid, onderdeel a, 75b, tweede lid, en 145i, tweede lid,
onderdelen a en b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt gebruik gemaakt
van de scenariosets, bedoeld in artikel 23b van het Besluit financieel toetsingskader
pensioenfondsen en een voorgeschreven rekenmethodiek.
Artikel 8. Verstrekken informatie aan deelnemers vrijwillige pensioenregeling
-
3 De informatie over de beleggingsresultaten wordt verstrekt indien sprake is van een
premieovereenkomst of premieregeling en heeft betrekking op de resultaten van de afgelopen
vijf jaar of, indien de pensioenregeling minder dan vijf jaar is uitgevoerd, alle
jaren gedurende welke de pensioenregeling is uitgevoerd door de pensioenuitvoerder.
-
4 De informatie over de structuur van de kosten die door deelnemers, gewezen deelnemers
en pensioengerechtigden worden gedragen wordt verstrekt indien sprake is van een premieovereenkomst
of premieregeling en heeft betrekking op de administratieve uitvoeringskosten, bedoeld
in artikel 10a, eerste lid, de kosten van vermogensbeheer, bedoeld in artikel 10a, tweede lid, en de transactiekosten,
bedoeld in artikel 10a, derde lid, indien deze kosten van invloed zijn op de pensioenaanspraak
of het pensioenrecht.
Artikel 9. Informatie op verzoek
-
1 De uitvoerder verstrekt de deelnemer, gewezen deelnemer of gewezen partner op verzoek
in geval van een flexibele premieovereenkomst of premie-uitkeringsovereenkomst dan
wel een flexibele premieregeling of premie-uitkeringsregeling een indicatie van het
te bereiken voor periodieke uitkeringen aan te wenden kapitaal op de pensioendatum
met de daarbij gehanteerde veronderstellingen.
-
3 Indien sprake is van een premieovereenkomst dan wel premieregeling waarbij de deelnemer
of gewezen deelnemer tijdens de opbouwperiode de verantwoordelijkheid voor de beleggingen
heeft overgenomen verstrekt de uitvoerder op verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer
informatie over alle beleggingsmogelijkheden, de feitelijke beleggingsportefeuille,
de risicopositie en de kosten in verband met de beleggingen.
-
5 De uitvoerder verstrekt de deelnemer of gewezen deelnemer op verzoek informatie over
de consequenties van uitruil als bedoeld in artikel 60, 61, 61a of 62 van de Pensioenwet
dan wel de artikelen 72, 73, 73a, of 74 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
voor de deelnemer of gewezen deelnemer.
-
6 De uitvoerder verstrekt op verzoek van de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde
informatie over de resultaten die de beleggingen van de pensioenregeling ten minste
de afgelopen vijf jaar hebben behaald of, indien de pensioenregeling minder dan vijf
jaar is uitgevoerd, alle jaren gedurende welke de pensioenregeling is uitgevoerd door
de pensioenuitvoerder.
Artikel 9a. Algemene eisen uniform pensioenoverzicht
-
2 Het uniform pensioenoverzicht bevat naast de informatie, bedoeld in de artikelen 38,
eerste lid, 40, eerste lid, 42, eerste lid, 44, eerste lid, en 48, vijfde lid, tweede
zin, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 49, eerste lid, 51, eerste lid, 53, eerste
lid, 55, eerste lid, en 59, vijfde lid, tweede zin, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
in ieder geval het volgende:
-
a. de persoonsgegevens van de deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner of pensioengerechtigde;
-
b. de naam en het contactadres van de pensioenuitvoerder;
-
c. het soort pensioenregeling; en
-
d. de datum waarop de informatie betrekking heeft.
Artikel 9b. Beschikbare informatie
-
1 De verdere informatie over de pensioenregeling, bedoeld in artikel 46a, eerste lid,
onderdeel b, van de Pensioenwet dan wel artikel 57a, eerste lid, onderdeel b, van
de Wet verplichte beroepspensioenregeling, betreft in ieder geval informatie over:
-
a. het vervallen van een pensioenaanspraak als bedoeld in artikel 55, vijfde lid, van
de Pensioenwet dan wel artikel 66, vijfde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
-
b. het beleid van de uitvoerder ten aanzien van waardeoverdracht als bedoeld in artikel
70a van de Pensioenwet dan wel artikel 81a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling,
en de daarbij toe te passen procedure; en
-
c. de geldende spreidingsmethodiek, bedoeld in artikel 1cb, indien sprake is van gelijke aanpassingen met spreiden als bedoeld in artikel 1ca.
-
2 De informatie over uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 46a, eerste lid, onderdeel
c, van de Pensioenwet dan wel artikel 57a, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling, betreft:
-
4 De informatie over de beleggingen en het beleggingsbeleid, bedoeld in artikel 46a,
tweede lid, onderdeel d, van de Pensioenwet dan wel artikel 57a, tweede lid, onderdeel
d, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, betreft:
-
a. beleggingsresultaten van het collectieve vermogen, met onderscheid tussen de verschillende
beleggingscategorieën; en
-
b. de verhouding van deze resultaten tot het strategisch beleggingsbeleid.
Artikel 9c. Het uniform pensioenoverzicht
-
4 In afwijking van het derde lid kan de pensioenuitvoerder afzien van verstrekking van
een uniform pensioenoverzicht voor deelnemers aan degene die op het eind van de, voor
dit pensioenoverzicht, relevante periode geen deelnemer bij de pensioenuitvoerder
meer is, indien:
-
a. in de informatie die wordt verstrekt bij beëindiging van de deelneming of bij de pensioeningang
een opgave van de aan het lopende kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken
overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende
bepalingen is opgenomen, alsmede informatie over de werkgeverspremie en werknemerspremie
die in het lopende kalenderjaar in rekening is gebracht dan wel de premie die in het
lopende kalenderjaar in rekening is gebracht bij de beroepsgenoot; of
-
b. in het uniform pensioenoverzicht voor gewezen deelnemers verstrekt in het kalenderjaar
na het jaar waarin de deelneming is beëindigd een opgave van de aan het voorafgaande
kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel
3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen is opgenomen, alsmede
informatie over de werkgeverspremie en werknemerspremie die in het voorgaande kalenderjaar
in rekening is gebracht dan wel de premie die in het voorgaande kalenderjaar in rekening
is gebracht bij de beroepsgenoot.
Artikel 9d. Elektronische informatieverstrekking
Artikel 9e. Pensioenregister
Artikel 9f. Gegevensverstrekking voor keuzebegeleiding
-
1 Bij toepassing van artikel 51, tweede lid, onderdeel b, van de Pensioenwet dan wel
artikel 62, tweede lid, onderdeel b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
verstrekt het pensioenregister ten behoeve van de keuzebegeleiding aan de aangewezen
uitvoerder:
-
a. gegevens over pensioenaanspraken en pensioenrechten, inclusief de verwachte hoogte
van het te bereiken pensioen;
-
b. voor zover het ouderdomspensioen betreft, de gegevens over een pessimistisch scenario,
een verwacht scenario en een optimistisch scenario;
-
c. gegevens over uitvoerders waarbij pensioen wordt opgebouwd of is opgebouwd;
-
d. gegevens over aanspraken op ouderdomspensioen en rechten op ouderdomspensioen op grond
van de Algemene Ouderdomswet.
-
2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, kunnen tevens gegevens over een derde zijn,
indien dat voor een adequate keuzebegeleiding nodig is en indien die derde daar toestemming
voor heeft verleend.
Artikel 9g. Verwerkingsverantwoordelijken bij keuzebegeleiding
Voor de gegevensverwerking in het kader van keuzebegeleiding:
-
a. zijn de Sociale verzekeringsbank en de uitvoerders die via het pensioenregister gegevens
verstrekken, gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken voor de verwerking van de
door hen verstrekte gegevens via het pensioenregister;
-
b. is de aangewezen uitvoerder, bedoeld in artikel 51, tweede lid, van de Pensioenwet,
verwerkingsverantwoordelijke voor:
-
1°. de verwerking van gegevens die plaatsvindt na verstrekking van de gegevens uit het
pensioenregister;
-
2°. de verwerking van gegevens voor zover het gegevens betreft over pensioenaanspraken
en pensioenrechten bij die uitvoerder.
Artikel 9h. Taakverdeling bij gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid keuzebegeleiding
Bij de toepassing van artikel 9g, onderdeel a, dragen de volgende organisaties zorg voor de toepassing van de artikelen 12 tot
en met 22, 33 en 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming:
-
a. de Sociale verzekeringsbank voor zover het gegevens betreft over aanspraken op ouderdomspensioen
en rechten op ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet;
-
b. de uitvoerder voor zover het gegevens betreft met betrekking tot pensioenaanspraken
en pensioenrechten die zijn opgebouwd bij die uitvoerder.
Artikel 10. Kosten informatieverstrekking
De informatie op grond van de artikelen 10c, vierde lid, 21, 38 tot en met 44, 45,
46, eerste en tweede lid, 46a, eerste en tweede lid, 52, 52a, 61a, derde lid, 63b,
134, tweede lid, en 220e, tweede lid, en hoofdstuk 6b, van de Pensioenwet dan wel
de artikelen 28c, vierde lid, 48 tot en met 55, 56, 57, eerste en tweede lid, 57a,
eerste en tweede lid, 63, 63a, 73a, derde lid, 75b, 129, tweede lid en 214d, tweede
lid, en hoofdstuk 5a, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt kosteloos
verstrekt.
Artikel 10.0a. Taal informatie
De informatie die de pensioenuitvoerder verstrekt of beschikbaar stelt is beschikbaar
in de Nederlandse taal.
Artikel 10a. Informatie over uitvoeringskosten in bestuursverslag
-
1 De administratieve uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 45a, eerste lid, van de Pensioenwet
dan wel artikel 56a, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zijn
de kosten voor het pensioenbeheer. Hieronder wordt onder meer begrepen de kosten voor:
-
a. het vaststellen en innen van de premie;
-
b. registratie van pensioenaanspraken en pensioenrechten;
-
c. informatieverstrekking aan en communicatie met deelnemers, andere aanspraakgerechtigden,
pensioengerechtigden en de werkgever;
-
d. het bestuur; en
-
e. het toezicht door de toezichthouders.
-
2 De kosten van vermogensbeheer, bedoeld in artikel 45a, eerste lid, van de Pensioenwet
dan wel artikel 56a, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zijn
de kosten voor het beheer van het belegde vermogen, met uitzondering van de transactiekosten.
Onder de kosten van vermogensbeheer wordt onder meer begrepen de kosten voor:
-
3 De transactiekosten, bedoeld in artikel 45a, eerste lid, van de Pensioenwet dan wel
artikel 56a, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zijn de kosten
voor de transacties in vermogenstitels. Hieronder wordt onder meer begrepen de kosten
voor:
-
a. aankoop en verkoop van vermogensbestanddelen;
-
b. acquisitie van beleggingen; en
-
c. deelname aan beleggingsfondsen.
-
4 Kosten die niet kunnen worden toebedeeld aan een van de drie categorieën, bedoeld
in het eerste tot en met derde lid, worden over de categorieën, bedoeld in het eerste
en tweede lid, verdeeld.
Artikel 10b. Weergave uitvoeringskosten in bestuursverslag
-
1 De administratieve uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 10a, eerste lid, worden in het bestuursverslag opgenomen als totaalbedrag en als bedrag per deelnemer
of pensioengerechtigde.
-
2 De kosten van vermogensbeheer, bedoeld in artikel 10a, tweede lid, en de transactiekosten, bedoeld in artikel 10a, derde lid, worden in het bestuursverslag
opgenomen als totaal bedrag en als percentage van het in het verslagjaar gemiddeld
belegde vermogen.
Artikel 10ba. Informatieverstrekking voorafgaand aan waardeoverdracht pensioendatum
-
1 De verzekeraar die bereid is op te treden als ontvangend uitvoerder verstrekt een
betrokkene die het uit een flexibele premieovereenkomst dan wel flexibele premieregeling
of een premie-uitkeringsovereenkomst dan wel premie-uitkeringsregeling voortvloeiende
kapitaal op de pensioendatum wenst aan te wenden voor een pensioenuitkering, voorafgaand
aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een pensioenuitkering ten minste
de volgende informatie:
-
a. haar statutaire naam, handelsnaam en adres;
-
b. het feit dat zij een verzekeraar is;
-
c. of zij advies verstrekt over pensioenuitkeringen;
-
d. haar interne klachtenprocedure en de erkende geschilleninstantie waarbij zij is aangesloten;
en
-
e. de aard van de vergoeding die haar werknemers ontvangen voor het sluiten van de overeenkomst.
-
3 De verzekeraar verstrekt de informatie schriftelijk en kosteloos. De verzekeraar kan
na toestemming van de betrokkene, de informatie elektronisch verstrekken, indien dat
past in de context waarin zij met de betrokkene zaken doet. De elektronische verstrekking
van informatie door de verzekeraar past in de context waarin de verzekeraar met de
betrokkene zaken doet, indien is bewezen dat de betrokkene regelmatig toegang heeft
tot internet. Het gegeven dat de betrokkene een e-mailadres opgeeft geldt in ieder
geval als bewijs hiervan.
Artikel 10bb. Informatieverstrekking over voortzetting dekking partnerpensioen
-
1 De uitvoerder verstrekt de gewezen deelnemer van wie de dekking voor nabestaandenpensioen
is voortgezet op grond van artikel 55, vierde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel
66, vierde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling informatie over het
keuzerecht om in plaats van ouderdomspensioen te kiezen voor het voortzetten van het
partnerpensioen op risicobasis als bedoeld in artikel 61a, eerste lid, van de Pensioenwet
dan wel artikel 73a, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Hoofdstuk 5. Uitruil, afkoop en gelijke behandeling
Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 60, tiende lid, 61, vijfde lid, 61a, vijfde
lid, 62, vierde lid, 66, negende lid, en 69, zesde lid, van de Pensioenwet, de artikelen
72, tiende lid, 73, vijfde lid, 73a, vijfde lid, 74, vierde lid, 78, negende lid,
en 80a, zesde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en artikel 12c, derde
lid, van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen
Artikel 15. Ruilvoet en opbouwkeuzevoet
-
1 Per geboden keuzemogelijkheid als bedoeld in artikel 60, 61, 61a of 62 van de Pensioenwet
dan wel artikel 72, 73, 73a, of 74 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling,
wordt door de pensioenuitvoerder voor een door hem te bepalen periode voor alle deelnemers
en gewezen deelnemers dezelfde ruilvoet of opbouwkeuzevoet vastgesteld.
-
2 De ruilvoet en opbouwkeuzevoet worden zodanig vastgesteld dat sprake is van collectieve
actuariële gelijkwaardigheid als bedoeld in de artikelen 60, vijfde lid, 61, vierde
lid, en 62, eerste lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 72, vijfde lid, 73, vierde
lid en 74, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Artikel 16. Afkoop kleine pensioenen en afkoop bovenmatig pensioen
-
1 De afkoopwaarde, bedoeld in de artikelen 66 en 69 van de Pensioenwet dan wel bedoeld
in de artikelen 78 en 80a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt door
de pensioenuitvoerder vastgesteld door middel van een afkoopvoet.
Artikel 17. Gelijke behandeling bij pensioenovereenkomsten met onbepaalde verhouding
tussen pensioensoorten
[Wijziging per 01-01-2027.]
Indien met de werkgever niet uitdrukkelijk een bepaalde verhouding tussen verschillende
pensioensoorten is overeengekomen wordt de beschikbaar gestelde premie of de aanspraak
op kapitaal, bedoeld in artikel 12c, eerste lid, van de Wet gelijke behandeling van
mannen en vrouwen zodanig vastgesteld dat, ervan uitgaande dat slechts ouderdomspensioen
is toegezegd, het in te kopen pensioen naar het inzicht op het tijdstip van vaststelling
van die bijdrage voor mannen en vrouwen gelijk is.
Hoofdstuk 11. Overige en slotbepalingen
Artikel 52. Overgangsrecht in verband met artikel 18 en artikel 22 Invoerings- en
aanpassingswet Pensioenwet
-
1 Ten aanzien van de in artikel 18, derde lid, van de Invoerings- en aanpassingwet Pensioenwet
bedoelde pensioentoezeggingen, welke op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel
c en vierde lid, onderdeel c, van de Pensioen- en spaarfondsenwet al zijn ondergebracht
bij een verzekeraar en waarbij na de datum van inwerkingtreding van artikel 1 van
de Pensioenwet geen verwerving van pensioen meer plaats vindt, blijft de Pensioen-
en spaarfondsenwet en hoofdstuk I en III van de Regelen verzekeringsovereenkomsten
Pensioen- en spaarfondsenwet van toepassing.
-
2 In aanvulling op artikel 22, eerste lid, van de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet
blijft, tot de datum van inwerkingtreding van de artikelen 38 tot en met 45 van de
Pensioenwet, artikel 8a, vierde lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet van toepassing.
Artikel 52a. Overgangsrecht in verband met artikel 35a
Artikel 35a is niet van toepassing op benoemingen tot bestuurder of lid van de raad van toezicht
van een fonds voor 1 juli 2014.
[Red: Wijzigt dit besluit.]
Artikel 52c. Overgangsrecht artikel 4
[Vervallen per 01-01-2017]
Artikel 52d. Overgangsrecht reglementair te bereiken pensioenaanspraken
[Vervallen per 01-07-2016]
Artikel 53. Overgangsrecht overdrachtsdatum
De definitie van overdrachtsdatum, bedoeld in artikel 1, zoals deze luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit van 2 december
2015 tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
in verband met aanpassing van de regels bij waardeoverdracht (Stb. 469) blijft van
toepassing indien de ontvangende uitvoerder de gegevens, bedoeld in artikel 20, voor dat tijdstip aan de deelnemer heeft verstrekt.
Artikel 54. Overgangsrecht opdrachtaanvaarding
Artikel 28d is van toepassing vanaf de opdrachtaanvaarding die betrekking heeft op de overgang
op uitvoering van een gewijzigde pensioenovereenkomst als bedoeld in artikel 220i
van de Pensioenwet dan wel een gewijzigde beroepspensioenregeling als bedoeld in artikel
214g, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Artikel 1a van het Besluit financieel
toetsingskader pensioenfondsen, zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding
van de Wet toekomst pensioenen, blijft van toepassing op een eerdere opdrachtaanvaarding.
Artikel 55. Overgangsrecht nettopensioen
Artikel 41, zoals dat luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit
van 22 juni 2023 tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte
beroepspensioenregeling vanwege aanpassing van de regeling voor nettopensioen (Stb. 2023, 220), blijft van toepassing tot het tijdstip dat het fonds overgaat op uitvoering
van een gewijzigde pensioenovereenkomst dan wel gewijzigde beroepspensioenregeling,
bedoeld in artikel 220i van de Pensioenwet dan wel artikel 214g, van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling, maar uiterlijk tot 1 januari 2027.
Artikel 56. Overgangsrecht Wet waardeoverdracht klein pensioen
De overdragende uitvoerder die gebruikmaakt van het recht op waardeoverdracht van
een kleine pensioenaanspraak, bedoeld in artikel 70a, tweede lid, van de Pensioenwet
dan wel artikel 81a, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor
de aanspraken van aanspraakgerechtigden van wie de verwerving is beëindigd, anders
dan door individuele beëindiging van de dienstbetrekking dan wel individuele beëindiging
van de deelneming, tussen 1 januari 2018 tot en met 31 december 2022, doet in afwijking
van artikel 17e, eerste lid, binnen een jaar vanaf 1 januari 2023, bij het pensioenregister een opgave van de
uitvoerder bij wie de aanspraakgerechtigde pensioenaanspraken verwerft, tenzij de
uitvoerder aantoont dat aan uitvraag binnen deze termijn redelijkerwijs niet kan worden
voldaan.
Artikel 57. Overgangsrecht in verband met de Wet toekomst pensioenen
Het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals
dat luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit toekomst
pensioenen blijft van toepassing tot het tijdstip dat de uitvoerder overgaat op uitvoering
van een gewijzigde pensioenovereenkomst of beroepspensioenregeling, maar uiterlijk
tot 1 januari 2027. In afwijking van de vorige zin zijn vanaf het tijdstip van inwerkingtreding
van artikel I, onderdelen A, D, E, F, G, L, M, O, P, Q, X, HH, II, JJ, KK, LL, MM
en NN van het Besluit toekomst pensioenen van toepassing:
-
a. de gewijzigde artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 7c, 7e, voor zover het betreft toevoeging van artikel 150j van de Pensioenwet dan wel artikel
145i van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, 9a, 9b, voor zover het betreft het vervallen van het eerste lid, 9f, 28d, 54 en 57;
-
b. de artikelen 36, 40a en 51a, voor het toezicht op de pensioenuitvoerder die is overgegaan op uitvoering van een
gewijzigde pensioenovereenkomst of beroepspensioenregeling;
-
c. de hoofdstukken 4b, 4c en 9b.
Artikel 58. Wijziging Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten Sociaal Akkoord 2004
[Red: Wijzigt het Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten Sociaal Akkoord 2004.]
Artikel 59. Wijziging Besluit bestuursorganen WNo en Wob
[Red: Wijzigt het Besluit bestuursorganen WNo en Wob.]
Artikel 60. Wijziging Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
[Red: Wijzigt het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.]
Artikel 61. Wijziging bijlage Wet toezicht accountantsorganisaties
[Red: Wijzigt de Wet toezicht accountantsorganisaties.]
Artikel 62. Wijziging Besluit op de huurtoeslag
[Red: Wijzigt het Besluit op de huurtoeslag.]
Artikel 63. Inwerkingtreding
-
3
Artikel 15 geldt ten aanzien van de keuzemogelijkheid, bedoeld in artikel 61, eerste, derde,
vierde en zesde lid, van de Pensioenwet en artikel 73, eerste, derde, vierde en zesde
lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling met ingang van 1 januari 2008.
-
4
Artikel 15 geldt ten aanzien van de keuzemogelijkheid, bedoeld in artikel 61, tweede, zevende,
achtste en negende lid, van de Pensioenwet en artikel 73, tweede, zevende, achtste
en negende lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling met ingang van 1 januari
2009.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte
beroepspensioenregeling.