Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft

Geraadpleegd op 06-12-2023.
Geldend van 23-03-2023 t/m heden

Besluit van 12 oktober 2006, houdende regels ter uitvoering van de Wet op het financieel toezicht met betrekking tot de reikwijdte en toegang tot de financiële markten (Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij, Beatrix bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 12 juli 2006, nr. FM 2006-01703 M;

Gelet op de artikelen 1:102, eerste lid, 2:5, tweede lid, 2:6, tweede lid, 2:7, tweede lid, 2:9, eerste lid, 2:12, derde lid, 2:13, tweede lid, 2:17, tweede lid, 2:21, derde lid, 2:22, tweede lid, 2:31, tweede lid, 2:32, tweede lid, 2:33, tweede lid, 2:36, derde lid, 2:37, tweede lid, 2:39, eerste lid, 2:41, tweede lid, 2:42, tweede lid, 2:43, tweede lid, 2:45, tweede lid, 2:46, tweede lid, 2:49, tweede lid, 2:50, tweede lid, 2:51, tweede lid, 2:53, eerste lid, 2:58, tweede lid, 2:63, tweede lid, 2:67, tweede en vierde lid, 2:68, derde lid, 2:69, tweede lid, 2:78, tweede lid, 2:81, vierde lid, 2:83, tweede lid, 2:89, tweede lid, 2:94, tweede lid, 2:99, derde lid, 2:105, vijfde lid, 2:107, tweede lid, 2:108, tweede lid, 2:110, tweede lid2:111, tweede lid, 2:112, tweede lid, 2:115, tweede lid, 2:118, tweede lid, 2:120, tweede lid, 2:121, tweede lid, 2:122, tweede lid, 2:127, tweede lid en 2:130, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht en de richtlijnen nr. 73/239/EEG, 85/611/EEG, 88/357/EEG, 91/674/EEG, 92/49/EEG, 93/6/EEG, 93/22/EEG, 2000/12/EG, 2000/46/EG, 2002/83/EG en 2002/92/EG;

De Raad van State gehoord (advies van 17 augustus 2006, no. W06.06.0335);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 9 oktober 2006, FM 2006-1822 U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

§ 1.1. Definitie

Artikel 1

In dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • nauwe banden: situatie waarin twee of meer natuurlijke of rechtspersonen verbonden zijn door:

    • 1°. een deelneming, dat wil zeggen het rechtstreeks of door middel van een zeggenschapsband houden van ten minste 20 procent van de stemrechten of het kapitaal van een rechtspersoon;

    • 2°. een zeggenschapsband, dat wil zeggen de band die bestaat tussen een moederonderneming en een dochteronderneming in alle gevallen zoals bedoeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van de richtlijn geconsolideerde jaarrekening, of een band van dezelfde aard tussen een natuurlijke of rechtspersoon en een andere rechtspersoon: een dochteronderneming van een dochteronderneming wordt ook beschouwd als een dochteronderneming van de moederonderneming die aan het hoofd van de onderneming staat;

  • wet: Wet op het financieel toezicht.

§ 1.2. Procedures

Artikel 1a

  • 1 De dienstaanbieder die één of beide activiteiten, als bedoeld in artikel 1:5a, onderdeel k, onder i en ii, van de wet verricht, waarbij de totale waarde van de uitgevoerde betalingstransacties in de voorgaande twaalf maanden het bedrag van 1 miljoen euro overschrijdt, geeft daarvan kennis aan de Nederlandsche Bank.

  • 2 De kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, geschiedt onder opgave van een beschrijving van de aangeboden diensten, waarbij wordt gespecificeerd uit hoofde van welke uitzondering als bedoeld in artikel 1:5a, onderdeel k, onder i en ii, de activiteit geacht wordt te zijn verricht.

  • 4 De kennisgeving, bedoeld in het derde lid, geschiedt onder opgave van een accountantsverklaring waaruit blijkt dat de activiteit wordt verricht met inachtneming van de in artikel 1:5a, onderdeel l, vastgestelde maximumbedragen. Deze accountantsverklaring wordt jaarlijks verstrekt.

Artikel 3

  • 1 De gegevens, bedoeld in dit besluit, worden in een zodanige vorm verstrekt dat een goede beoordeling door de toezichthouder mogelijk is.

  • 2 De opstellers van verklaringen en rapportages ondertekenen of waarmerken deze.

Hoofdstuk 2. Toegang tot de Nederlandse financiële markten

§ 2.0a. Uitoefenen van bedrijf van afwikkelonderneming

Artikel 3.0a

De gegevens, bedoeld in de artikelen 2:3.0a, tweede lid, 2:3.0f, tweede lid, en 2:3.0k, tweede lid, van de wet zijn:

  • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer en het emailadres van de afwikkelonderneming;

  • b. een opgave van de rechtsvorm van de afwikkelonderneming;

  • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

  • d. een opgave van het nummer van inschrijving in het handelsregister;

  • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten; en

  • f. een opgave van de activiteiten die de afwikkelonderneming voornemens is te verrichten.

Artikel 3.0b

Het aantal verrichte girale betalingstransacties waarboven een vergunning als bedoeld in artikel 2:3.0b, eerste lid, van de wet is vereist, is 120 miljoen per kalenderjaar.

Artikel 3.0c

  • 1 De gegevens, bedoeld in de artikelen 2:3.0d, derde lid, 2:3.0i, derde lid, en 2:3.0m, derde lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer en het emailadres van de afwikkelonderneming;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de afwikkelonderneming;

    • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. een opgave van het nummer van inschrijving in het handelsregister;

    • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • h. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;

    • i. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16, eerste en tweede lid, van de wet;

    • j. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste en tweede lid, van de wet;

    • k. een beschrijving van de criteria, bedoeld in artikel 4:76a, eerste lid, van de wet, op basis waarvan de afwikkelonderneming eerlijke en vrije toegang biedt tot haar diensten en systemen;

    • l. een beschrijving van de mechanismen waarmee periodiek het kostenniveau, prijsniveau en serviceniveau en de efficiëntie, bedoeld in artikel 4:76b, tweede lid, van de wet wordt beoordeeld;

    • m. een beschrijving van de communcatieprocedures en standaarden als bedoeld in artikel 4:76c, eerste lid, van de wet waarvan de afwikkelonderneming voornemens is gebruik te maken; en

    • n. een beschrijving van de wijze waarop de afwikkelonderneming inzicht als bedoeld in artikel 4:76d, eerste lid, van de wet in de financiële risico’s en de kosten die zijn verbonden aan de afwikkeldiensten biedt aan betaaldienstverleners.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, het emailadres en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, het emailadres en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel g, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 3.0d

Onze Minister kan op grond van artikel 2:3.0g, vierde lid, van de wet een staat aanwijzen als staat waar het toezicht in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die de wet beoogt te beschermen, indien:

  • a. de in die staat geldende regels voor het uitoefenen van het bedrijf van afwikkelonderneming en het toezicht op de naleving daarvan gelijkwaardig zijn aan het ingevolge de wet bepaalde met betrekking tot:

    • 1°. geschiktheid en betrouwbaarheid;

    • 2°. financiële waarborgen;

    • 3°. bedrijfsvoering, waaronder maatregelen gericht op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering; en

    • 4°. waarborgen voor een adequaat toezicht op de naleving van de in die staat gestelde regels;

  • b. de samenwerking tussen de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten enerzijds en het bevoegde gezag in die staat anderzijds is gewaarborgd;

  • c. voor het bevoegde gezag in die staat regels gelden die gelijkwaardig zijn aan die in Hoofdstuk 1.4 van de wet.

§ 2.0. Uitoefenen van bedrijf van betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling

Artikel 3a

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:3b, tweede lid, en artikel 2:10b, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer en het emailadres van de betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling;

    • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. een opgave van het nummer van inschrijving in het handelsregister;

    • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f. een opgave van de activiteiten die de betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling voornemens is te verrichten;

    • g. een bedrijfsplan met inbegrip van een budgetprognose voor de eerste drie boekjaren waarmee wordt aangetoond dat de betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling in staat is gebruik te maken van passende en evenredige systemen, middelen en procedures om op een gezonde basis te opereren;

    • h. een beschrijving van de interne controlemechanismen die de betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling heeft opgezet om de in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en de in Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1781/2006 (PbEU 2015, L 141), neergelegde verplichtingen in verband met het witwassen van geld en terrorismefinanciering na te komen;

    • i. een beschrijving van de organisatiestructuur, met inbegrip van, voor zover van toepassing, een beschrijving van het voorgenomen gebruik van agenten en bijkantoren, van de minimaal jaarlijkse controles van deze agenten en bijkantoren, van de uitbestedingregelingen, alsmede van de deelname van de aanvrager aan een nationaal of internationaal betaalsysteem;

    • j. een opgave van de identiteit van personen die een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 1:1 van de wet in de betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling bezitten, alsmede de omvang van hun deelneming en het bewijs van hun geschiktheid, gelet op de noodzaak de gezonde en prudente bedrijfsvoering van de betaalinstelling of de elektronischgeldinstelling te garanderen;

    • k. een opgave van de accountantsorganisatie of, indien van toepassing, het auditkantoor, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen a onderscheidenlijk c, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, belast met de wettelijke controle als bedoeld in artikel 2 van die richtlijn van de jaarrekening van de betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling;

    • l. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • m. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • n. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;

    • o. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16, eerste en tweede lid, van de wet;

    • p. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste en tweede lid, van de wet;

    • q. bescheiden waaruit blijkt op welke wijze wordt voldaan aan het ingevolge artikel 3:29a, eerste lid bepaalde met betrekking tot de geldmiddelen die worden of zijn ontvangen van betaaldienstgebruikers of andere betaaldienstverleners;

    • r. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, van de wet en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet blijken;

    • s. bescheiden waaruit blijkt op welke wijze wordt voldaan aan het ingevolge artikel 3:29a, tweede lid, bepaalde met betrekking tot de geldmiddelen die worden of zijn ontvangen in ruil voor elektronisch geld dat is uitgegeven;

    • t. een beschrijving van de procedures voor het registreren en afhandelen van veiligheidsincidenten en veiligheidsgerelateerde klachten van cliënten en de nabehandeling ervan, met inbegrip van een mechanisme voor het melden van incidenten met inachtneming van de in artikel 26g Besluit prudentiële regels Wft vastgelegde meldingsplicht voor betaalinstellingen;

    • u. een beschrijving van de procedures voor het opslaan, monitoren, traceren en beperken van de toegang tot gevoelige betaalgegevens;

    • v. een beschrijving van de procedures ter waarborging van de bedrijfscontinuïteit, waarin de kritieke bedrijfsactiviteiten en noodplannen zijn opgenomen, inclusief een procedure om de toereikendheid en efficiëntie van deze plannen periodiek te toetsen en te herzien;

    • w. een beschrijving van de uitgangspunten en standaarden die worden toegepast bij het verzamelen van statistische gegevens over prestaties, transacties en fraude;

    • x. een beschrijving van het beveiligingsbeleid, met inbegrip van een gedetailleerde risicoanalyse met betrekking tot de aangeboden betaaldiensten;

    • y. een beschrijving van de maatregelen op het gebied van beveiliging en risicobeperking die worden genomen om de gebruikers van de betaaldiensten tegen de vastgestelde beveiligingsrisico’s, waaronder fraude en illegaal gebruik van gevoelige betaalgegevens en persoonsgegevens, te beschermen; en

    • z. voor zover van toepassing, gegevens omtrent de aansprakelijkheid van een betaaldienstverlener als bedoeld in artikel 24, tweede en derde lid, Besluit prudentiële regels Wft.

  • 2 Bij de toepassing van het eerste lid, aanhef en onderdelen i, p, q en s, geeft de betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling een beschrijving van de regelingen voor accountantscontrole en de organisatorische regelingen die zij heeft getroffen voor het nemen van alle redelijke maatregelen om de belangen van betaaldienstgebruikers of houders van elektronisch geld te beschermen en om de continuïteit en betrouwbaarheid bij het uitvoeren van betaaldiensten dan wel de uitgifte van elektronisch geld te garanderen.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel l, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, het emailadres en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 4 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel m, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, het emailadres en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 5 Het eerste lid, onderdeel m, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

  • 6 Indien de betaaldienstverlener uitsluitend betaaldiensten verleent als bedoeld onder 8 van de bijlage bij de richtlijn betaaldiensten, is het eerste lid, onderdelen h, j, k, q, r, s en w, niet van toepassing.

Artikel 3b

De gegevens, bedoeld in artikel 2:3c, eerste lid, van de wet zijn:

  • a. een opgave van de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer en het emailadres van de betaaldienstagent;

  • b. een beschrijving van de interne controlemechanismen die door de betaaldienstagent zullen worden gebruikt om de in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme geregelde verplichtingen na te komen; en

  • c. de identiteit van de personen die het beleid van de betaaldienstagent bepalen of mede bepalen, alsmede gegevens waaruit blijkt dat zij betrouwbaar en geschikt zijn;

  • d. de betaaldiensten die de betaaldienstagent namens de betaalinstelling verleent; en

  • e. voor zover van toepassing, de unieke identificatiecode of het unieke identificatienummer van de betaaldienstagent.

§ 2.1a. Uitoefenen van het bedrijf van bewaarder

Bepalingen ter uitvoering van artikel 2:3i, tweede lid, van de wet

Artikel 3c

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:3i, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam en het adres van de bewaarder;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de bewaarder;

    • c. een opgave van de statutaire zetel, statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. een opgave van het nummer van inschrijving in het handelsregister;

    • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f. een opgave van de voorgenomen bewaartaken, met name of het bewaren van de activa betrekking heeft op beleggingsinstellingen of icbe’s. Indien de aanvraag betrekking heeft op het bewaren van de activa voor beleggingsinstellingen: een opgave van het type beleggingsinstelling en de vermogenscategorieën en de regio’s waarin door de beleggingsinstelling wordt belegd;

    • g. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • h. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:10 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 4:11 van de wet;

    • j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur, aan de hand waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 4:13 van de wet;

    • k. een beschrijving van de bedrijfsvoering bedoeld in het bepaalde ingevolge artikel 4:14 van de wet; en

    • l. bescheiden waaruit blijkt dat aan het bepaalde ingevolge artikel 3:53, eerste lid, van de wet met betrekking tot het minimum eigen vermogen is voldaan.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:

    • a. een opgave van de naam, geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, emailadres en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, emailadres en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • c. gegevens met betrekking tot antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel h, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

§ 2.1. Uitoefenen van bedrijf van clearinginstelling

Artikel 4

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:5, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de clearinginstelling;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de clearinginstelling;

    • c. indien de clearinginstelling een rechtspersoon is, een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de clearinginstelling is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. indien aanwezig, een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f. een opgave van activiteiten die de clearinginstelling voornemens is te verrichten;

    • g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;

    • j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;

    • k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet; en

    • l. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, van de wet en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet en liquiditeit, bedoeld in artikel 3:69, eerste lid, van de wet blijken.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel h, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 5

Onze Minister kan op grond van artikel 2:6, tweede lid, van de wet een staat aanwijzen als staat waar het toezicht in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die de wet beoogt te beschermen indien:

  • a. de in die staat geldende regels voor het uitoefenen van het bedrijf van clearinginstelling en het toezicht op de naleving daarvan gelijkwaardig zijn aan het ingevolge de wet bepaalde met betrekking tot:

    • 1°. geschiktheid en betrouwbaarheid;

    • 2°. financiële waarborgen;

    • 3°. bedrijfsvoering, waaronder maatregelen gericht op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering; en

    • 4°. waarborgen voor een adequaat toezicht op de naleving van de in die staat gestelde regels;

  • b. de samenwerking tussen de Nederlandsche Bank en het bevoegde gezag in die staat is gewaarborgd; en

  • c. voor het bevoegde gezag in die staat regels gelden die gelijkwaardig zijn aan die in Hoofdstuk 1.4 van de wet.

Artikel 6

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:7, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de clearinginstelling;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de clearinginstelling;

    • c. indien de clearinginstelling een rechtspersoon is, een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de clearinginstelling is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. het adres van het bijkantoor;

    • f. indien aanwezig, een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • g. een opgave van activiteiten die de clearinginstelling voornemens is te verrichten vanuit het bijkantoor;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • i. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • j. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet, vanuit het bijkantoor;

    • k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet vanuit het bijkantoor; en

    • l. gegevens waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet en liquiditeit, bedoeld in artikel 3:63, eerste lid, van de wet blijken.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel i, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 7

De gegevens, bedoeld in artikel 2:9, eerste lid, van de wet zijn:

  • a. het adres van zijn zetel en dat van de vestiging van waaruit de clearinginstelling voornemens is de diensten te verrichten;

  • b. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

  • c. de vermelding van de bevoegdheid om in de staat van de zetel het bedrijf van clearinginstelling uit te oefenen;

  • d. de vermelding of sprake is van de daadwerkelijke uitoefening van het bedrijf van clearinginstelling vanuit de staat van de zetel;

  • e. gegevens waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid van de wet, van de clearinginstelling en de te verwachten solvabiliteit als bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet, van de clearinginstelling blijken;

  • f. de naam en het privé-adres van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor van de clearinginstelling bepalen; en

  • g. de naam en het privé-adres van de personen die het beleid van het bijkantoor van de clearinginstelling bepalen of mede bepalen.

§ 2.2. Uitoefenen van een bedrijf van bank

Artikel 8

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:12, vierde lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de bank;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de bank;

    • c. indien de bank een rechtspersoon is, een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de bank is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. indien aanwezig, een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f. een opgave van activiteiten die de bank voornemens is te verrichten;

    • g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;

    • j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;

    • k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening , bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet;

    • l. indien van toepassing, een beschrijving van het geconsolideerde toezicht, bedoeld in artikel 3:31 van de wet;

    • m. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid van de wet en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet en liquiditeit, bedoeld in artikel 3:63, eerste lid, van de wet blijken;

    • n. indien van toepassing:

      • 1°. een opgave van de identiteit van de houders van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet en de omvang van die deelnemingen of, bij gebreke van gekwalificeerde deelnemingen, van de twintig grootste aandeelhouders of vennoten;

      • 2°. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en

      • 3°. bescheiden waaruit de financiële positie en de juridische groepsstructuur van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar blijken; en

    • o. indien de bank een dochtermaatschappij is van een bank met zetel in een andere staat: een verklaring van de toezichthoudende instantie van de staat waar die bank haar zetel heeft of de Europese Centrale Bank, waaruit blijkt dat deze toezichthoudende instantie of de Europese Centrale Bank goedgekeurd heeft dat laatstbedoelde bank een dochtermaatschappij heeft die voornemens is in Nederland het bedrijf van bank uit te oefenen.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdelen h en n, onder 2°, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 9

De gegevens, bedoeld in artikel 2:13, tweede lid, van de wet, zijn een beschrijving van:

Artikel 10

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:17, tweede lid, en 2:21, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de bank;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de bank;

    • c. indien de bank een rechtspersoon is, een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de bank is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. het adres van het bijkantoor;

    • f. indien aanwezig, een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • g. een opgave van activiteiten die de bank voornemens is te verrichten vanuit het bijkantoor;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor van de bank bepalen;

    • i. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid van het bijkantoor van de bank bepalen of mede bepalen;

    • j. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet, vanuit het bijkantoor;

    • k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet vanuit het bijkantoor;

    • l. indien van toepassing, een beschrijving van het geconsolideerde toezicht; en

    • m. gegevens waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid van de wet, van de bank, en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid van de bank, van de wet en liquiditeit, bedoeld in artikel 3:63, eerste lid, van de wet, van de bank blijken.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel i, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 11

De gegevens, bedoeld in artikel 2:22, tweede lid, van de wet zijn een beschrijving van:

§ 2.2a. Uitoefenen van bedrijf van herverzekeraar

Artikel 11a

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:26b, derde lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de herverzekeraar;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de herverzekeraar;

    • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de herverzekeraar is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f. een programma van werkzaamheden die de herverzekeraar voornemens is te verrichten;

    • g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;

    • j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;

    • k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet;

    • l. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53 van de wet, en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet blijken; en

    • m. indien van toepassing:

      • 1°. een opgave van de omvang van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet;

      • 2°. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en

      • 3°. bescheiden waaruit de financiële positie en de juridische groepsstructuur van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar blijken.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:

    • a. een opgave van de naam, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdelen h en m, onder 2°, zijn niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 11b

Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 11a, eerste lid, onderdeel f, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van herverzekeraar, bevat het volgende:

  • a. een opgave van de aard van de risico’s die de herverzekeraar voornemens is te dekken of van de aard van de overeenkomsten die de herverzekeraar voornemens is te sluiten;

  • b. de aard van de herverzekeringsregelingen die de herverzekeraar voornemens is met de cederende verzekeraars te treffen;

  • c. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van het sluiten van overeenkomsten waarbij de herverzekeraar een gedeelte van het door hem herverzekerde risico, tegen betaling van premie, op zijn beurt aan een andere verzekeraar overdraagt;

  • d. de kernvermogensbestanddelen die de absolute ondergrens vormen van het minimumkapitaalvereiste dat ingevolge artikel 3:53, eerste en vierde lid, van de wet voor de betrokken activiteit of activiteiten geldt;

  • e. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het productienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de herverzekeraar beschikt over de financiële middelen tot dekking daarvan;

  • f. voor de eerste drie boekjaren een raming van de te verwachten balanspositie;

  • g. voor de eerste drie boekjaren een raming van het toekomstige solvabiliteitskapitaalvereiste, op basis van de in onderdeel f bedoelde te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;

  • h. voor de eerste drie boekjaren een raming van het toekomstige minimumkapitaalvereiste, op basis van de in onderdeel f bedoelde te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;

  • i. voor de eerste drie boekjaren een raming van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van het minimumkapitaalvereiste en het solvabiliteitskapitaalvereiste;

  • j. voor de eerste drie boekjaren een raming van de andere dan de in onderdeel e bedoelde inrichtingskosten, in het bijzonder van de algemene kosten en de provisies; en

  • k. voor de eerste drie boekjaren een raming van de premies en de schaden.

Artikel 11c

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:26e, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de herverzekeraar;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de herverzekeraar;

    • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de herverzekeraar is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. het adres van het bijkantoor;

    • f. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • g. een programma van werkzaamheden die de herverzekeraar voornemens is te verrichten vanuit het bijkantoor;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor van de herverzekeraar bepalen;

    • i. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid van het bijkantoor van de herverzekeraar bepalen of mede bepalen;

    • j. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet, vanuit het bijkantoor;

    • k. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;

    • l. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet vanuit het bijkantoor;

    • m. de vermelding van de bevoegdheid tot uitoefening van het bedrijf van herverzekeraar;

    • n. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, van de wet van het bijkantoor van de herverzekeraar, blijkt en op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge dat artikel is bepaald, en waaruit de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet van het bijkantoor van de herverzekeraar blijkt.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel i, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 11d

  • 1 Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 11c, eerste lid, onderdeel g, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van herverzekeraar, bevat voor het bijkantoor het volgende:

    • a. een opgave van de aard van de risico’s die de herverzekeraar voornemens is te dekken of van de aard van de overeenkomsten die de herverzekeraar voornemens is te sluiten;

    • b. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van het sluiten van overeenkomsten waarbij de herverzekeraar een gedeelte van het door hem herverzekerde risico, tegen betaling van premie, op zijn beurt aan een andere verzekeraar overdraagt;

    • c. een raming van het toekomstige solvabiliteitskapitaalvereiste, op basis van de te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;

    • d. een raming van het toekomstige minimumkapitaalvereiste, op basis van de te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;

    • e. bewijsstukken waaruit blijkt dat het bijkantoor voldoet aan de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste dat ingevolge artikel 3:55a, eerste lid, in samenhang met artikel 3:53, eerste en vierde lid, van de wet voor de betrokken activiteit of activiteiten geldt, dan wel aan het solvabiliteitskapitaalvereiste dat ingevolge artikel 3:62, eerste lid, in samenhang met artikel 3:57, eerste tot en met derde lid, van de wet van toepassing is indien dit solvabiliteitskapitaalvereiste hoger is dan de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste;

    • f. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het productienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de herverzekeraar beschikt over de financiële middelen tot dekking daarvan;

    • g. een uiteenzetting over de structuur van het governancesysteem;

    • h. een raming voor de eerste drie boekjaren van de andere dan de in onderdeel b bedoelde kosten van beheer, in het bijzonder van de algemene kosten en provisies;

    • i. een raming voor de eerste drie boekjaren van de premies en van de schaden;

    • j. een raming voor de eerste drie boekjaren van de liquiditeitspositie;

    • k. voor de eerste drie boekjaren een raming van de te verwachten balanspositie; en

    • l. voor de eerste drie boekjaren een raming van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van het minimumkapitaalvereiste en het solvabiliteitskapitaalvereiste.

  • 2 De aanvrager voegt bij het programma van werkzaamheden de jaarrekening van elk van de laatste drie boekjaren. Indien sedert de oprichting van de onderneming van de aanvrager nog geen drie boekjaren zijn verstreken, behoeven deze jaarrekeningen slechts voor de afgesloten boekjaren te worden overgelegd.

Artikel 11e

De gegevens, bedoeld in artikel 2:26f, tweede lid, van de wet zijn:

  • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de herverzekeraar;

  • b. een opgave van de rechtsvorm van de herverzekeraar;

  • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

  • d. indien de herverzekeraar is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

  • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

  • f. de opgave van het adres van zijn zetel en dat van de vestiging van waaruit de herverzekeraar voornemens is de diensten te verrichten;

  • g. de vermelding van de bevoegdheid om in de staat van de zetel het bedrijf van verzekeraar uit te oefenen en in welke activiteit of activiteiten de herverzekeraar bevoegd is zijn bedrijf uit te oefenen;

  • h. de vermelding van de daadwerkelijke uitoefening van het bedrijf van herverzekeraar vanuit de staat van de zetel;

  • i. gegevens waaruit de te verwachte solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet met betrekking tot het gehele door de herverzekeraar uitgeoefende bedrijf blijkt; en

  • j. een opgave van de aard van de risico’s die de herverzekeraar voornemens is te dekken.

§ 2.3. Uitoefenen van bedrijf van levensverzekeraar en schadeverzekeraar

Artikel 12

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:31, derde lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de verzekeraar;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de verzekeraar;

    • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de verzekeraar is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f. een programma van werkzaamheden die de verzekeraar voornemens is te verrichten;

    • g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;

    • j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;

    • k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet;

    • l. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid van de wet, en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet blijken; en

    • m. indien van toepassing:

      • 1°. een opgave van de omvang van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet;

      • 2°. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en

      • 3°. bescheiden waaruit de financiële positie en de juridische groepsstructuur van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar blijken.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdelen h en m, onder 2°, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 13

Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel f, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van levensverzekeraar, bevat het volgende:

  • a. een opgave van de aard van de overeenkomsten die de levensverzekeraar voornemens is te sluiten;

  • b. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van de herverzekering en retrocessie;

  • c. de kernvermogensbestanddelen die de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste vormen;

  • d. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het productienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de verzekeraar beschikt over de financiële middelen tot dekking daarvan;

  • e. voor de eerste drie boekjaren een raming van de te verwachten balanspositie;

  • f. voor de eerste drie boekjaren een raming van het toekomstige solvabiliteitskapitaalvereiste, op basis van de in onderdeel e bedoelde te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;

  • g. voor de eerste drie boekjaren een raming van het toekomstige minimumkapitaalvereiste, op basis van de in onderdeel e bedoelde te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;

  • h. voor de eerste drie boekjaren een raming van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van het minimumkapitaalvereiste en het solvabiliteitskapitaalvereiste; en

  • i. voor de eerste drie boekjaren een raming van de vermoedelijke ontvangsten en uitgaven, zowel wat de directe verzekering en de geaccepteerde herverzekeringen als de cessies uit hoofde van herverzekering betreft.

Artikel 14

  • 1 Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel f, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van schadeverzekeraar, bevat het volgende:

    • a. een opgave van de aard van de risico's die de schadeverzekeraar voornemens is te dekken;

    • b. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van de herverzekering en retrocessie;

    • c. de kernvermogensbestanddelen die de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste vormen;

    • d. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het productienet, bewijsstukken waaruit blijkt dat de verzekeraar beschikt over de financiële middelen tot dekking daarvan alsmede, indien een van de te dekken risico’s behoort tot de branche hulpverlening, bedoeld in de Bijlage branches bij de wet, een opgave van de ter beschikking van de schadeverzekeraar staande middelen voor het verstrekken van de overeengekomen hulp;

    • e. voor de eerste drie boekjaren een raming van de te verwachten balanspositie;

    • f. voor de eerste drie boekjaren een raming van het toekomstige solvabiliteitskapitaalvereiste, op basis van de in onderdeel e bedoelde te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;

    • g. voor de eerste drie boekjaren een raming van het toekomstige minimumkapitaalvereiste, op basis van de in onderdeel e bedoelde te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;

    • h. voor de eerste drie boekjaren een raming van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van het minimumkapitaalvereiste en het solvabiliteitskapitaalvereiste;

    • i. voor de eerste drie boekjaren een raming van de andere dan de in onderdeel d bedoelde kosten van beheer, in het bijzonder van de algemene kosten en de provisies; en

    • j. voor de eerste drie boekjaren een raming van de premies en van de schaden.

  • 2 Indien de schadeverzekeraar voornemens is risico’s behorende tot de branche Hulpverlening te dekken, bevat het programma van werkzaamheden voorts een opgave van de ter beschikking van de verzekeraar staande middelen voor het verstrekken van de overeengekomen hulp.

Artikel 15

De gegevens, bedoeld in artikel 2:32, tweede lid, van de wet zijn:

Artikel 16

  • 1 Indien de aanvrager van een vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van schadeverzekeraar voornemens is dat bedrijf uitsluitend in de branche Rechtsbijstand uit te oefenen, zijn de gegevens, bedoeld in artikel 2:33, tweede lid, van de wet, afhankelijk van de keuze die de aanvrager heeft gemaakt met betrekking tot het voldoen aan artikel 4:65, eerste lid, onderdeel a, b of c van de wet:

    • a. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering waaruit blijkt dat de personeelsleden die zich bezighouden met de rechtsbijstandschaderegeling of met het geven van juridische adviezen met betrekking tot deze schaderegeling, niet tegelijkertijd dezelfde of soortgelijke werkzaamheden verrichten ten behoeve van een andere verzekeraar waarmee hij financiële, commerciële of administratieve banden heeft en die een andere branche uitoefent;

    • b. een opgave van het schaderegelingskantoor, bedoeld in artikel 4:65, eerste lid, onderdeel b van de wet; onderscheidenlijk

    • c. een opgave van de bepaling, bedoeld in artikel 4:65, eerste lid, onderdeel c, van de wet.

  • 3 Gegevens met betrekking tot het schaderegelingskantoor bevatten tevens een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering waaruit blijkt dat de personeelsleden en de leden van het leidinggevende orgaan die zich bezighouden met de rechtsbijstandschaderegeling of met het geven van juridische adviezen met betrekking tot deze schaderegeling, niet tezelfdertijd dezelfde of soortgelijke werkzaamheden verrichten ten behoeve van een andere branche van een verzekeraar waarmee het schaderegelingskantoor financiële, commerciële of administratieve banden heeft.

Artikel 17

De gegevens, bedoeld in artikel 2:36, derde lid, van de wet zijn:

  • a. het adres van de zetel van de verzekeraar en dat van de vestiging van waaruit hij voornemens is de diensten te verrichten;

  • b. een opgave van de aard van:

    • 1°. indien het een levensverzekeraar betreft, de overeenkomsten die hij voornemens is te sluiten;

    • 2°. indien het een schadeverzekeraar betreft, de in Nederland gelegen risico’s die hij voornemens is te dekken; en

  • c. gegevens waaruit de te verwachten solvabiliteit met betrekking tot het gehele door de verzekeraar uitgeoefende bedrijf blijkt.

Artikel 18

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:37, tweede lid, en 2:41, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de verzekeraar;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de verzekeraar;

    • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de verzekeraar is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. het adres van het bijkantoor;

    • f. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • g. een programma van werkzaamheden die de verzekeraar voornemens is te verrichten vanuit het bijkantoor;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor van de verzekeraar bepalen;

    • i. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid van het bijkantoor van de verzekeraar bepalen of mede bepalen;

    • j. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet vanuit het bijkantoor;

    • k. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;

    • l. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet vanuit het bijkantoor;

    • m. de vermelding van de bevoegdheid tot uitoefening van het bedrijf van verzekeraar;

    • n. een opgave van de vertegenwoordiger van de verzekeraar, bedoeld in artikel 3:47, eerste lid van de wet, alsook, indien de vertegenwoordiger rechtspersoon is, de statuten van deze rechtspersoon, een opgave van het nummer van inschrijving in het handelsregister en het bewijs van aanstelling van de natuurlijke persoon, bedoeld in het vijfde lid van voornoemd artikel;

    • o. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:47, achtste lid, van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de vertegenwoordiger van de verzekeraar of de natuurlijke persoon, bedoeld in artikel 3:47, vijfde lid, van de wet;

    • p. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:47, achtste lid, van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de vertegenwoordiger van de verzekeraar of de natuurlijke persoon, bedoeld in artikel 3:47, vijfde lid, van de wet; en

    • p. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid van de wet van het bijkantoor van de verzekeraar, blijkt en op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge dat artikel is bepaald, en waaruit de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet van het bijkantoor van de verzekeraar blijkt.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen h en n, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen i en o, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel i en o, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 19

De gegevens, bedoeld in artikel 2:39, eerste lid, van de wet zijn:

  • a. een verklaring, afgegeven door de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel:

    • 1°. dat de verzekeraar beschikt over het solvabiliteitskapitaalvereiste;

    • 2°. dat de door haar aan de verzekeraar verleende vergunning hem toestaat vanuit de staat van het bijkantoor diensten te verrichten; en

    • 3°. waarin de branches zijn vermeld waarvoor de verzekeraar in de lidstaat van de zetel een vergunning heeft; en

  • b. een opgave van de aard van:

    • 1°. indien het een levensverzekeraar betreft, de overeenkomsten die hij voornemens is te sluiten; en

    • 2°. indien het een schadeverzekeraar betreft, de in Nederland gelegen risico’s die hij voornemens is te dekken.

Artikel 20

De gegevens, bedoeld in artikel 2:42, tweede lid, van de wet zijn:

Artikel 21

  • 1 Indien de aanvrager van een vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van schadeverzekeraar voornemens is dat bedrijf uitsluitend in de branche Rechtsbijstand uit te oefenen, zijn de gegevens, bedoeld in artikel 2:43, tweede lid, van de wet, afhankelijk van de keuze die de aanvrager heeft gemaakt met betrekking tot het voldoen aan artikel 4:65, eerste lid, onderdeel a, b of c van de wet:

    • a. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering waaruit blijkt dat de personeelsleden die zich bezighouden met de rechtsbijstandschaderegeling of met het geven van juridische adviezen met betrekking tot deze schaderegeling, niet tegelijkertijd dezelfde of soortgelijke werkzaamheden verrichten ten behoeve van een andere verzekeraar waarmee hij financiële, commerciële of administratieve banden heeft en die een andere branche uitoefent;

    • b. een opgave van het schaderegelingskantoor, bedoeld in artikel 4:65, eerste lid, onderdeel b van de wet; onderscheidenlijk

    • c. een opgave van de bepaling als bedoeld in artikel 4:65, eerste lid, onderdeel c, van de wet.

  • 3 Gegevens met betrekking tot het schaderegelingskantoor bevatten tevens een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering waaruit blijkt dat de personeelsleden en de leden van het leidinggevende orgaan die zich bezighouden met de rechtsbijstandschaderegeling of met het geven van juridische adviezen met betrekking tot deze schaderegeling, niet tezelfdertijd dezelfde of soortgelijke werkzaamheden verrichten ten behoeve van een andere branche van een verzekeraar waarmee het schaderegelingskantoor financiële, commerciële of administratieve banden heeft.

Artikel 22

  • 1 Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 18, onderdeel g, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning als bedoeld in artikel 2:36, eerste lid, of artikel 2:40 van de wet aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van levensverzekeraar, bevat voor het bijkantoor het volgende:

    • a. een opgave van de aard van de overeenkomsten die de levensverzekeraar voornemens is vanuit het bijkantoor te sluiten;

    • b. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van de herverzekering en retrocessie;

    • c. een raming van het toekomstige solvabiliteitskapitaalvereiste, op basis van de te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;

    • d. een raming van het toekomstige minimumkapitaalvereiste, op basis van de te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;

    • e. bewijsstukken waaruit blijkt dat het bijkantoor voldoet aan de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste dat ingevolge artikel 3:54, eerste en tweede lid, in samenhang met artikel 3:53, eerste en tweede lid, van de wet voor de betrokken branche of branches geldt, dan wel aan het solvabiliteitskapitaalvereiste dat ingevolge artikel 3:59, eerste lid, in samenhang met artikel 3:57, eerste tot en met derde lid, van de wet van toepassing is indien dit solvabiliteitskapitaalvereiste hoger is dan de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste;

    • f. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het productienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de verzekeraar beschikt over de financiële middelen tot dekking daarvan;

    • g. een uiteenzetting over de structuur van het governancesysteem;

    • h. voor de eerste drie boekjaren een raming van de te verwachten balanspositie;

    • i. voor de eerste drie boekjaren een raming van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van het minimumkapitaalvereiste en het solvabiliteitskapitaalvereiste; en

    • j. voor de eerste drie boekjaren een raming van de vermoedelijke ontvangsten en uitgaven, zowel wat de directe verzekering en de geaccepteerde herverzekeringen als de cessies uit hoofde van herverzekering betreft.

  • 2 De aanvrager voegt bij het programma van werkzaamheden de jaarrekening van elk van de laatste drie boekjaren. Indien sedert de oprichting van de onderneming van de aanvrager nog geen drie boekjaren zijn verstreken, behoeven deze jaarrekeningen slechts voor de afgesloten boekjaren te worden overgelegd.

Artikel 23

  • 1 Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 18, onderdeel g, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning als bedoeld in artikel 2:36, eerste lid, of artikel 2:40, eerste lid, van de wet aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van schadeverzekeraar, bevat voor het bijkantoor het volgende:

    • a. een opgave van de aard van de risico’s die de schadeverzekeraar voornemens is vanuit het bijkantoor te dekken;

    • b. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van de herverzekering en retrocessie;

    • c. een raming van het toekomstige solvabiliteitskapitaalvereiste, op basis van de te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;

    • d. een raming van het toekomstige minimumkapitaalvereiste, op basis van de te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;

    • e. bewijsstukken waaruit blijkt dat het bijkantoor voldoet aan de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste dat ingevolge artikel 3:54, eerste en tweede lid, van de wet, in samenhang met artikel 3:53, eerste en tweede lid, voor de betrokken branche of branches geldt, dan wel aan het solvabiliteitskapitaalvereiste dat ingevolge artikel 3:59, eerste lid, in samenhang met artikel 3:57, eerste tot en met derde lid, van de wet van toepassing is indien dit solvabiliteitskapitaalvereiste hoger is dan de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste;

    • f. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het productienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de verzekeraar beschikt over de financiële middelen tot dekking daarvan, alsmede, indien een van de te dekken risico’s behoort tot de branche Hulpverlening, een opgave van de ter beschikking van de schadeverzekeraar staande middelen voor het verstrekken van de overeengekomen hulp;

    • g. een uiteenzetting over de structuur van het governancesysteem;

    • h. voor de eerste drie boekjaren een raming van de te verwachten balanspositie;

    • i. voor de eerste drie boekjaren een raming van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van het minimumkapitaalvereiste en het solvabiliteitskapitaalvereiste;

    • j. voor de eerste drie boekjaren een raming van de andere dan de in onderdeel f bedoelde kosten van beheer, in het bijzonder van de algemene kosten en de provisies; en

    • k. voor de eerste drie boekjaren een raming van de premies en van de schaden.

  • 2 De schadeverzekeraar voegt bij het programma van werkzaamheden de jaarrekening van elk van de laatste drie boekjaren. Indien sedert de oprichting van de onderneming van de schadeverzekeraar nog geen drie boekjaren zijn verstreken, behoeven deze jaarrekeningen slechts voor de afgesloten boekjaren te worden overgelegd.

Artikel 24

De gegevens, bedoeld in artikel 2:45, derde lid, van de wet zijn:

  • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de verzekeraar;

  • b. een opgave van de rechtsvorm van de verzekeraar;

  • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

  • d. indien de verzekeraar is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

  • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

  • f. de opgave van het adres van zijn zetel en dat van de vestiging van waaruit de verzekeraar voornemens is het herverzekeringsbedrijf door middel van het verrichten van diensten naar Nederland uit te oefenen;

  • g. de vermelding van de bevoegdheid om in de staat van de zetel het directe bedrijf en het herverzekeringsbedrijf uit te oefenen en in welke branches de verzekeraar bevoegd is zijn directe bedrijf uit te oefenen en in welke activiteit of activiteiten hij bevoegd is zijn herverzekeringsbedrijf uit te oefenen;

  • h. de vermelding van de daadwerkelijke uitoefening van het directe bedrijf en het herverzekeringsbedrijf vanuit de staat van de zetel;

  • i. gegevens waaruit de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet met betrekking tot het gehele door de verzekeraar uitgeoefende bedrijf blijkt; en

  • j. een opgave van de aard van de risico’s die de verzekeraar voornemens is in herverzekering te dekken.

Artikel 25

De gegevens, bedoeld in artikel 2:46, derde lid, van de wet zijn:

  • a. het adres van de zetel van de verzekeraar en dat van de vestiging van waaruit hij voornemens is het herverzekeringsbedrijf door middel van het verrichten van diensten naar Nederland uit te oefenen;

  • b. een verklaring, afgegeven door de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de vestiging van waaruit de verzekeraar voornemens is het herverzekeringsbedrijf door middel van het verrichten van diensten naar Nederland uit te oefenen, waaruit blijkt in welke activiteit of activiteiten hij bevoegd is zijn herverzekeringsbedrijf uit te oefenen;

  • c. een opgave van de aard van de risico’s die de verzekeraar voornemens is in herverzekering te dekken; en

  • d. gegevens waaruit de te verwachten solvabiliteit met betrekking tot het gehele door de verzekeraar uitgeoefende bedrijf blijkt.

§ 2.4. Uitoefenen van het bedrijf van verzekeraar met beperkte risico-omvang

Artikel 26

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:49, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de verzekeraar;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de verzekeraar;

    • c. indien de verzekeraar een rechtspersoon is, een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de verzekeraar is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f. een programma van werkzaamheden die de verzekeraar voornemens is te verrichten;

    • g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;

    • j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;

    • k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening als bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet;

    • l. gegevens waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet blijken; en

    • m. indien van toepassing:

      • 1°. een opgave van de omvang van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet;

      • 2°. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en

      • 3°. bescheiden waaruit de financiële positie en de juridische groepsstructuur van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar blijken.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdelen h en m, onder 2°, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 27

Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 26, eerste lid, onderdeel f, bevat het volgende:

  • a. een opgave van de aard van de overeenkomsten die de verzekeraar voornemens is te sluiten;

  • b. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van de herverzekering;

  • c. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het produktienet, alsmede bewijsstukken waaruit blijkt dat de verzekeraar beschikt over de financiële middelen tot dekking daarvan;

  • d. een raming voor de eerste drie boekjaren van de liquiditeitspositie;

  • e. een gedetailleerde raming voor de eerste drie boekjaren van de vermoedelijke inkomsten en uitgaven, zowel wat de directe verrichtingen en de geaccepteerde herverzekeringen als wat de overdrachten uit hoofde van herverzekering betreft;

  • f. een raming voor de eerste drie boekjaren van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van het solvabiliteitskapitaalvereiste, bedoeld in artikel 3:57, derde lid, van de wet; en

  • g. de mededeling of de verzekeraar, indien hij een natura-uitvaartverzekeraar is, ten behoeve van zijn verzekerden al dan niet tevens het uitvaartbedrijf uitoefent.

Artikel 28

Onze Minister kan, ter uitvoering van artikel 2:50, tweede lid, van de wet, een staat aanwijzen als staat waar het toezicht in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die de wet beoogt te beschermen indien:

  • a. de in die staat geldende regels voor het uitoefenen van het bedrijf van levensverzekeraar, natura-uitvaartverzekeraar of schadeverzekeraar met beperkte risico-omvang en het toezicht op de naleving daarvan gelijkwaardig zijn aan het ingevolge de wet bepaalde met betrekking tot:

    • 1°. geschiktheid en betrouwbaarheid;

    • 2°. financiële waarborgen;

    • 3°. bedrijfsvoering, waaronder maatregelen gericht op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering; en

    • 4°. waarborgen voor een adequaat toezicht op de naleving van de in die staat gestelde regels;

  • b. de samenwerking tussen de toezichthouder en het bevoegde gezag in die staat is gewaarborgd; en

  • c. voor het bevoegde gezag in die staat regels gelden die gelijkwaardig zijn aan die in Hoofdstuk 1.4 van de wet.

Artikel 29

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:51, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de verzekeraar;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de verzekeraar;

    • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de verzekeraar is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f. een programma van werkzaamheden die de verzekeraar voornemens is te verrichten vanuit het bijkantoor;

    • g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet vanuit het bijkantoor;

    • j. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet vanuit het bijkantoor;

    • k. de vermelding van de bevoegdheid tot uitoefening van het bedrijf van verzekeraar;

    • l. de vertegenwoordiger van de verzekeraar, bedoeld in artikel 3:47 in samenhang met artikel 3:50, tweede lid, van de wet; en

    • m. gegevens waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid van de wet, en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet blijken.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel h, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 30

  • 1 Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 29, eerste lid, onderdeel f, bevat het volgende:

    • a. een opgave van de aard van de overeenkomsten die de verzekeraar voornemens is te sluiten;

    • b. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van de herverzekering;

    • c. bewijsstukken waaruit blijkt dat het bijkantoor voldoet aan de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste dat ingevolge artikel 3:55, eerste lid, in samenhang met artikel 3:53, eerste en tweede lid, van de wet voor de betrokken branche of branches geldt, dan wel aan het solvabiliteitskapitaalvereiste dat ingevolge artikel 3:62, eerste lid, in samenhang met artikel 3:57, eerste tot en met derde lid, van de wet van toepassing is indien dit solvabiliteitskapitaalvereiste hoger is dan de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste;

    • d. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het produktienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de verzekeraar beschikt over de financiële middelen tot dekking daarvan;

    • e. een raming voor de eerste drie boekjaren van de liquiditeitspositie;

    • f. een gedetailleerde raming voor de eerste drie boekjaren van de vermoedelijke inkomsten en uitgaven, zowel wat de directe verrichtingen en de geaccepteerde herverzekeringen als de overdrachten uit hoofde van herverzekering betreft;

    • g. een raming voor de eerste drie boekjaren van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van het solvabiliteitskapitaalvereiste, bedoeld in artikel 3:57, derde lid, van de wet; en

    • h. een mededeling waaruit blijkt of de verzekeraar ten behoeve van zijn verzekerden al dan niet tevens het uitvaartbedrijf uitoefent.

  • 2 De verzekeraar voegt bij het programma van werkzaamheden de jaarrekening van elk van de laatste drie boekjaren. Indien sedert de oprichting van de onderneming van de verzekeraar nog geen drie boekjaren zijn verstreken, behoeven deze jaarrekeningen slechts voor de afgesloten boekjaren te worden overgelegd.

Artikel 31

De gegevens, bedoeld in artikel 2:53, eerste lid, van de wet zijn:

  • a. het adres van zijn zetel en dat van de vestiging van waaruit de verzekeraar voornemens is de diensten te verrichten;

  • b. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

  • c. de vermelding van de bevoegdheid om in de staat van de zetel het directe bedrijf van verzekeraar uit te oefenen;

  • d. de vermelding van de daadwerkelijke uitoefening van het directe bedrijf van verzekeraar vanuit de lidstaat van de zetel;

  • e. gegevens waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, en de te verwachten solvabiliteit als bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet blijken;

  • f. de naam en het privé-adres van de personen die het dagelijks beleid van de verzekeraar bepalen; en

  • g. de naam en het privé-adres van de personen die het beleid van de verzekeraar bepalen of mede bepalen.

§ 2.4a. Uitoefenen van bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie

Artikel 31a

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:54b, derde lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de entiteit voor risico-acceptatie;

    • b. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • c. indien de entiteit voor risico-acceptatie is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • d. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • e. een programma van werkzaamheden die de entiteit voor risico-acceptatie voornemens is te verrichten;

    • f. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • h. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;

    • i. een beschrijving van de zeggenschapstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;

    • j. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet;

    • k. indien van toepassing:

      • 1°. een opgave van de omvang van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet;

      • 2°. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en

      • 3°. bescheiden waaruit de financiële positie en de juridische groepsstructuur van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar blijken.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdelen g en k, onder 2°, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 31b

Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 31a, eerste lid, onderdeel e, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie, bevat het volgende:

  • a. een opgave van de aard van de risico’s die de entiteit voor risico-acceptatie voornemens is te dekken;

  • b. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van het sluiten van overeenkomsten waarbij de entiteit voor risico-acceptatie een gedeelte van het door hem herverzekerde risico, tegen betaling van premie, op zijn beurt aan een verzekeraar of andere entiteit voor risico-acceptatie overdraagt;

  • c. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het produktienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de entiteit voor risico-acceptatie beschikt over de financiële middelen ter dekking daarvan;

  • d. een raming voor de eerste drie boekjaren van de andere dan de in onderdeel c bedoelde kosten van beheer, in het bijzonder van de algemene kosten en provisies;

  • e. een raming voor de eerste drie boekjaren van de premies en van de schaden;

  • f. een raming voor de eerste drie boekjaren van de liquiditeitspositie; en

  • g. een raming voor de eerste drie boekjaren van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen.

Artikel 31c

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:54e, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de entiteit voor risico-acceptatie;

    • b. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • c. indien de entiteit voor risico-acceptatie is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • d. het adres van het bijkantoor;

    • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f. een programma van werkzaamheden die de entiteit voor risico-acceptatie voornemens is te verrichten vanuit het bijkantoor;

    • g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor van de entiteit voor risico-acceptatie bepalen;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid van het bijkantoor van de entiteit voor risico-acceptatie bepalen of mede bepalen;

    • i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet, vanuit het bijkantoor;

    • j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;

    • k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet vanuit het bijkantoor;

    • l. de vermelding van de bevoegdheid tot uitoefening van het bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel h, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 31d

  • 1 Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 31c, eerste lid, onderdeel g, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie, bevat het volgende:

    • a. een opgave van de aard van de risico’s die de entiteit voor risico-acceptatie voornemens is te dekken;

    • b. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van het sluiten van overeenkomsten waarbij de entiteit voor risico-acceptatie een gedeelte van het door hem herverzekerde risico, tegen betaling van premie, op zijn beurt aan een verzekeraar of andere entiteit voor risico-acceptatie overdraagt;

    • c. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het produktienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de entiteit voor risico-acceptatie beschikt over de financiële middelen ter dekking daarvan;

    • d. een raming voor de eerste drie boekjaren van de andere dan de in onderdeel c bedoelde kosten van beheer, in het bijzonder van de algemene kosten en provisies;

    • e. een raming voor de eerste drie boekjaren van de premies en van de schaden;

    • f. een raming voor de eerste drie boekjaren van de liquiditeitspositie; en

    • g. een raming voor de eerste drie boekjaren van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen.

  • 2 De aanvrager voegt bij het programma van werkzaamheden de jaarrekening van elk van de laatste drie boekjaren. Indien sedert de oprichting van de onderneming van de aanvrager nog geen drie boekjaren zijn verstreken, behoeven deze jaarrekeningen slechts voor de afgesloten boekjaren te worden overgelegd.

Artikel 31e

De gegevens, bedoeld in artikel 2:54f, tweede lid, van de wet zijn:

  • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de entiteit voor risico-acceptatie;

  • b. een opgave van de rechtsvorm van de entiteit voor risico-acceptatie;

  • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

  • d. indien de entiteit voor risico-acceptatie is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

  • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

  • f. de opgave van het adres van zijn zetel en dat van de vestiging van waaruit de entiteit voor risico-acceptatie voornemens is de diensten te verrichten;

  • g. de vermelding van de bevoegdheid om in de staat van de zetel het bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie uit te oefenen en in welke activiteit of activiteiten de entiteit voor risico-acceptatie bevoegd is zijn bedrijf uit te oefenen;

  • h. de vermelding van de daadwerkelijke uitoefening van het bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie vanuit de staat van de zetel;

  • i. een opgave van de aard van de risico’s die de entiteit voor risico-acceptatie voornemens is te dekken.

§ 2.4b. Uitoefenen van bedrijf van premiepensioeninstelling

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 2:54h, derde lid, en 2:121a, tweede lid, van de wet

Artikel 31f

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:54h, derde lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer, het e-mailadres en de internetpagina van de premiepensioeninstelling;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de premiepensioeninstelling;

    • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. een opgave van het nummer van inschrijving in het handelsregister;

    • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f. een programma van werkzaamheden die de premiepensioeninstelling voornemens is te verrichten;

    • g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;

    • j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;

    • k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet;

    • l. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, van de wet en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet blijken; en

    • m. indien de aanvrager zetel heeft in Nederland en voornemens is tevens als adviseur, bemiddelaar, gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent in verzekeringen in Nederland op te treden:

      • 1°. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen en met betrekking tot de vakbekwaamheid van de werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de premiepensioeninstelling rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening;

      • 2°. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge de wet is bepaald met betrekking tot de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 4:15, tweede lid, onderdeel b, aanhef en onder 1° en 2°, van de wet; en

      • 3°. indien het bemiddelen in verzekeringen betreft: een afschrift van de polis en polisvoorwaarden van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of gegevens met betrekking tot de daarmee vergelijkbare voorziening, bedoeld in artikel 4:75 van de wet.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen g en m, onder 1°, zijn:

    • a. ten aanzien van de personen die het dagelijks beleid bepalen:

      • 1°. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, het e-mailadres en de functie;

      • 2°. een curriculum vitae;

      • 3°. een opgave van de relevante diploma’s;

      • 4°. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

      • 5°. een opgave van referenten;

    • b. ten aanzien van de werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de premiepensioeninstelling rechtstreeks bezighouden met het verlenen van de financiële dienst: een beschrijving van de wijze waarop de vakbekwaamheid van deze personen wordt gewaarborgd.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, het e-mailadres en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel m, onder 2°, zijn:

    • a. een beschrijving van de bedrijfsvoering die de premiepensioeninstelling in staat stelt te voldoen aan de bewaarplicht in verband met advisering; of

    • b. indien de premiepensioeninstelling afwijkt van de bewaarplicht: het protocol van het adviesproces.

Artikel 31g

Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 31f, eerste lid, onderdeel f, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van premiepensioeninstelling, bevat het volgende:

  • a. een opgave van de aard van de overeenkomsten die de premiepensioeninstelling voornemens is te sluiten;

  • b. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het productienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de premiepensioeninstelling beschikt over de financiële middelen ter dekking daarvan;

  • c. een raming voor de eerste drie boekjaren van de andere dan de in onderdeel b bedoelde kosten van beheer, in het bijzonder van de algemene kosten en de provisies; en

  • d. een raming voor de eerste drie boekjaren van de premies.

Artikel 31h

De aanvraag van instemming, bedoeld in artikel 2:121a, tweede lid, gaat vergezeld van een opgave van:

  • a. de staat waarvan de voor bedrijfspensioenvoorziening geldende sociale- en arbeidswetgeving van toepassing is op de rechtsverhouding tussen de bijdragende onderneming en de werknemers of op degene die een vrij beroep uitoefent;

  • b. de zetel, statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen van de bijdragende onderneming; en

  • c. de voornaamste kenmerken van de pensioenregeling die voor de bijdragende onderneming zal worden uitgevoerd.

§ 2.4c. Uitoefenen van bedrijf van wisselinstelling

Artikel 31i

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:54j, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer en het emailadres van de wisselinstelling en, indien van toepassing, het adres en de vestigingsplaats van diens bijkantoren;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de wisselinstelling;

    • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. een opgave van het nummer van inschrijving in het handelsregister;

    • e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f. een opgave van de activiteiten die de wisselinstelling voornemens is te verrichten;

    • g. een bedrijfsplan met inbegrip van een budgetprognose voor de eerste drie boekjaren waarmee wordt aangetoond dat de wisselinstelling in staat is gebruik te maken van passende en evenredige systemen, middelen en procedures om op een gezonde basis te opereren;

    • h. een beschrijving van de organisatiestructuur, met inbegrip van, voor zover van toepassing, een beschrijving van het voorgenomen gebruik van bijkantoren en van de regelingen voor uitbesteding;

    • i. een opgave van de identiteit van personen die een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 1:1 van de wet in de wisselinstelling bezitten, alsmede de omvang van hun deelneming;

    • j. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • k. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet; en

    • l. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste en tweede lid, van de wet.

  • 2 Bij de toepassing van het eerste lid, aanhef en onderdelen h, k en l, geeft de wisselinstelling een beschrijving van de organisatorische regelingen die zij heeft getroffen voor het nemen van alle redelijke maatregelen om de belangen van degenen voor wie zij wisseltransacties verricht te beschermen en om de continuïteit en betrouwbaarheid bij het uitvoeren van wisseltransacties te garanderen.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, het emailadres en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel j, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

Artikel 31j

Onze Minister kan op grond van artikel 2:54l, tweede lid, van de wet een staat aanwijzen als staat waar het toezicht in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die de wet beoogt te beschermen indien:

  • a. de in die staat geldende regels voor het uitoefenen van het bedrijf van wisselinstelling en het toezicht op de naleving daarvan gelijkwaardig zijn aan het ingevolge de wet bepaalde met betrekking tot:

    • 1°. betrouwbaarheid;

    • 2°. bedrijfsvoering, waaronder maatregelen gericht op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering; en

    • 3°. waarborgen voor een adequaat toezicht op de naleving van de in die staat gestelde regels;

  • b. de samenwerking tussen de Nederlandsche Bank en het bevoegde gezag in die staat is gewaarborgd; en

  • c. voor het bevoegde gezag in die staat regels gelden die gelijkwaardig zijn aan die in Hoofdstuk 1.4 van de wet.

Artikel 31k

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:54m, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer en het emailadres van de wisselinstelling;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de wisselinstelling;

    • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. een opgave van het nummer van inschrijving in het handelsregister;

    • e. het adres van het bijkantoor;

    • f. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • g. een opgave van activiteiten die de wisselinstelling voornemens is te verrichten vanuit het bijkantoor;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet, vanuit het bijkantoor; en

    • j. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet vanuit het bijkantoor.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, het emailadres en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 3 Het eerste lid, onderdeel h, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

§ 2.4d. Uitoefenen van bedrijf van kredietunie

Artikel 31l

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:54p, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer en het emailadres van de kredietunie;

    • b. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • c. indien de kredietunie is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

    • d. indien aanwezig, een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • e. een opgave van activiteiten die de kredietunie voornemens is te verrichten;

    • f. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;

    • j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;

    • k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet; en

    • l. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid van de wet en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet en liquiditeit, bedoeld in artikel 3:63, eerste lid, van de wet blijken.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, het emailadres en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, het emailadres en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel h, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

§ 2.5. Aanbieden van beleggingsobjecten

Bepalingen ter uitvoering van artikel 2:58, tweede lid, van de wet

Artikel 32

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:58, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer van de aanbieder;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de aanbieder;

    • c. indien de aanbieder een rechtspersoon is: een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de aanbieder is ingeschreven in het handelsregister: een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. indien toepassing is gegeven aan artikel 2:105 van de wet: ten aanzien van iedere bij de aanbieder aangesloten onderneming waarvoor de vergunning mede geldt de gegevens, bedoeld onder a tot en met d;

    • f. indien van toepassing: een opgave van de aansluiting bij een stelsel van zelftoezicht waarmee de Autoriteit Financiële Markten een convenant heeft gesloten;

    • g. een opgave van de financiële dienst waarvoor de vergunning wordt aangevraagd en het financiële product waarop deze dienst betrekking heeft;

    • h. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen en met betrekking tot de vakbekwaamheid van de werknemers en andere personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de aanbieder rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening;

    • i. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:10 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • j. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge de wet is bepaald met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 4:11, tweede en derde lid, van de wet;

    • k. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur, aan de hand waarvan de Autoriteit financiële markten kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 4:13 van de wet; en

    • l. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge de wet is bepaald met betrekking tot de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 4:15, eerste en tweede lid, van de wet.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. ten aanzien van de personen die het dagelijks beleid bepalen:

      • 1°. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

      • 2°. een curriculum vitae;

      • 3°. een opgave van de relevante diploma’s;

      • 4°. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

      • 5°. een opgave van referenten;

    • b. ten aanzien van de werknemers en andere personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de aanbieder rechtstreeks bezighouden met het verlenen van de financiële dienst: een beschrijving van de wijze waarop de vakbekwaamheid van deze personen wordt gewaarborgd.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel i, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

  • 5 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, zijn:

    • a. een beschrijving van de wijze waarop de betrouwbaarheid van de werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de aanbieder rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten wordt gewaarborgd; en

    • b. een beschrijving van de procedures en maatregelen met betrekking tot de omgang met en vastlegging van incidenten.

  • 6 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel l, zijn:

    • a. een beschrijving van de bedrijfsvoering die de aanbieder in staat stelt te voldoen aan de bewaarplicht in verband met advisering; of

    • b. indien hij afwijkt van de bewaarplicht: het protocol van het adviesproces.

§ 2.6. Aanbieden van krediet

Bepalingen ter uitvoering van artikel 2:63, tweede lid van de wet

Artikel 33

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:63, tweede lid, van de wet, zijn:

    • a. een opgave van de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer van de aanbieder;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de aanbieder;

    • c. indien de aanbieder een rechtspersoon is: een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de aanbieder is ingeschreven in het handelsregister: een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. indien toepassing is gegeven aan artikel 2:105 van de wet: ten aanzien van iedere bij de aanbieder aangesloten onderneming waarvoor de vergunning mede geldt de gegevens, bedoeld onder a tot en met d;

    • f. indien van toepassing: een opgave van de aansluiting bij een stelsel van zelftoezicht waarmee de Autoriteit Financiële Markten een convenant heeft gesloten;

    • g. een opgave van de financiële dienst waarvoor de vergunning wordt aangevraagd en het financiële product waarop deze dienst betrekking heeft;

    • h. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen en met betrekking tot de vakbekwaamheid van de werknemers en andere personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de aanbieder rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening;

    • i. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:10 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • j. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, aan de hand waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 4:11, tweede en derde lid, van de wet;

    • k. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur, bedoeld in artikel 4:13 van de wet;

    • l. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge de wet is bepaald met betrekking tot de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 4:15, eerste en tweede lid, van de wet; en

    • m. een bewijs van deelname aan een stelsel voor kredietregistratie als bedoeld in artikel 4:32 van de wet.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. ten aanzien van de personen die het dagelijks beleid bepalen:

      • 1°. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

      • 2°. een curriculum vitae;

      • 3°. een opgave van de relevante diploma’s;

      • 4°. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

      • 5°. een opgave van referenten.

    • b. ten aanzien van de werknemers en andere personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de aanbieder rechtstreeks bezighouden met het verlenen van de financiële dienst: een beschrijving van de wijze waarop de vakbekwaamheid van deze personen wordt gewaarborgd.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel i, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

  • 5 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, zijn:

    • a. een beschrijving van de wijze waarop de betrouwbaarheid van de werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de aanbieder rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten wordt gewaarborgd; en

    • b. een beschrijving van de procedures en maatregelen met betrekking tot de omgang met en vastlegging van incidenten.

  • 6 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel l, zijn:

    • a. een beschrijving van de bedrijfsvoering die de aanbieder in staat stelt te voldoen aan de bewaarplicht in verband met advisering; of

    • b. indien hij afwijkt van de bewaarplicht: het protocol van het adviesproces.

§ 2.7. Beheren van beleggingsinstellingen en het aanbieden van rechten van deelneming in beleggingsinstellingen

Artikel 34

  • 1 Onze Minister kan, ter uitvoering van artikel 2:66, eerste lid, van de wet, een staat aanwijzen als staat waar het toezicht in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die de wet beoogt te beschermen indien:

    • a. de in die staat geldende regels voor het aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling en het toezicht op de naleving daarvan gelijkwaardig zijn aan het ingevolge de wet bepaalde met betrekking tot:

      • 1°. geschiktheid en betrouwbaarheid;

      • 2°. financiële waarborgen;

      • 3°. bedrijfsvoering;

      • 4°. aan de deelnemers in de beleggingsinstelling en de toezichthouder te verstrekken informatie; en

      • 5°. waarborgen voor een adequaat toezicht op de naleving van de in die staat gestelde regels;

    • b. de staat waar de beleggingsinstelling is gevestigd niet op de lijst van niet-coöperatieve landen en gebieden van de Financial Action Task Force of diens opvolger staat;

    • c. de staat waar de beheerder zijn zetel heeft, met Nederland een overeenkomst heeft gesloten die informatie-uitwisseling waarborgt overeenkomstig de normen van artikel 26 van het OESO-Modelverdrag inzake belasting;

    • d. de samenwerking tussen de toezichthouder en het bevoegde gezag in die staat is gewaarborgd door middel van een samenwerkingsovereenkomst die ten minste een efficiënte informatie-uitwisseling waarborgt en die de toezichthouder in staat stelt haar toezichthoudende taken op grond van de wet uit te voeren; en

    • e. voor het bevoegde gezag in die staat regels gelden die gelijkwaardig zijn aan de bepalingen van hoofdstuk 1.4 van de wet.

  • 2 De samenwerkingsovereenkomst tussen de toezichthouder en het bevoegde gezag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, voldoet aan de ingevolge artikel 36 van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen gestelde eisen.

Artikel 34a

  • 1 De gegevens die noodzakelijk zijn voor het doen van een volledige aanvraag als bedoeld in artikel 2:67, derde lid, en artikel 2:68, derde lid, van de wet, zijn de gegevens, bedoeld in:

    • a. artikel 7, tweede lid, onderdelen a tot en met d, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen;

    • b. artikel 7, derde lid, onderdelen a en b, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen.

  • 2 De gegevens die op een later tijdstip kunnen worden verstrekt, bedoeld in artikel 2:67, derde lid, en artikel 2:68, derde lid ,van de wet, zijn de gegevens als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel e, en derde lid, onderdeel c tot en met e, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen.

§ 2.7a. Beheren van icbe’s en aanbieden van rechten van deelneming in icbe’s

Bepalingen ter uitvoering van de artikel 2:69d, vierde lid, van de wet

Artikel 35

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:69d, vierde lid, van de wet, zijn:

    • a. het registratiedocument, bedoeld in artikel 4:48 van de wet;

    • b. de statuten van de beheerder van de icbe;

    • c. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • d. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:10 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • e. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 4:11, eerste lid, van de wet;

    • f. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur, aan de hand waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 4:13 van de wet;

    • g. een beschrijving van de bedrijfsvoering van de beheerder van de icbe en, indien van toepassing, de bewaarders van de icbe's, bedoeld in artikel 4:14 van de wet;

    • h. een opgave van de personen die het dagelijks beleid bepalen, bedoeld in artikel 4:39 van de wet en de plaats waar zij hun werkzaamheden verrichten, bedoeld in artikel 4:40 van de wet;

    • i. indien van toepassing: de overeenkomst, bedoeld in artikel 4:43 van de wet;

    • j. indien van toepassing: de rechtsvorm en statutaire doelomschrijving van de bewaarders van de icbe’s, bedoeld in artikel 4:44 van de wet; en

    • k. indien van toepassing:

      • 1°. een opgave van de omvang van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet;

      • 2°. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en

      • 3°. bescheiden waaruit de financiële positie en de juridische groepsstructuur van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar blijken.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten;

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen d en k onder 2°, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel d en onderdeel k onder 2°, zijn niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

§ 2.8. Adviseren

Bepalingen ter uitvoering van artikel 2:78, tweede lid, van de wet

Artikel 36

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:78, tweede lid, van de wet, zijn:

    • a. een opgave van de naam en het adres van de adviseur;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de adviseur;

    • c. indien de adviseur een rechtspersoon is: een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de adviseur is ingeschreven in het handelsregister: een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. indien toepassing is gegeven aan artikel 2:105 van de wet: ten aanzien van iedere bij de adviseur aangesloten onderneming waarvoor de vergunning mede geldt de gegevens, bedoeld onder a tot en met d;

    • f. indien van toepassing: een opgave van de aansluiting bij een stelsel van zelftoezicht waarmee de Autoriteit Financiële Markten een convenant heeft gesloten;

    • g. een opgave van de financiële dienst waarvoor de vergunning wordt aangevraagd en het financiële product waarop deze dienst betrekking heeft;

    • h. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen en met betrekking tot de vakbekwaamheid van de werknemers en andere personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de adviseur rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening;

    • i. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:10 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • j. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 4:11, tweede en derde lid, van de wet;

    • k. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur, aan de hand waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 4:13 van de wet; en

    • l. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge de wet is bepaald met betrekking tot de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 4:15, eerste en tweede lid, van de wet.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. ten aanzien van de personen die het dagelijks beleid bepalen:

      • 1°. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

      • 2°. een curriculum vitae;

      • 3°. een opgave van de relevante diploma’s;

      • 4°. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

      • 5°. een opgave van referenten;

    • b. ten aanzien van de werknemers en andere personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de adviseur rechtstreeks bezighouden met het verlenen van de financiële dienst: een beschrijving van de wijze waarop de vakbekwaamheid van deze personen wordt gewaarborgd.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel i, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

  • 5 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, zijn:

    • a. een beschrijving van de wijze waarop de betrouwbaarheid van de werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de adviseur rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten wordt gewaarborgd; en

    • b. een beschrijving van de procedures en maatregelen met betrekking tot de omgang met en vastlegging van incidenten.

  • 6 Indien de vergunning wordt aangevraagd voor het adviseren over verzekeringen zijn de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel k:

    • a. de identiteit van de personen die een gekwalificeerde deelneming houden in de adviseur en een opgave van de omvang van de gekwalificeerde deelneming;

    • b. de identiteit van personen die nauwe banden met de bemiddelaar hebben;

    • c. informatie waaruit blijkt dat de gekwalificeerde deelneming of de nauwe banden geen belemmering vormen voor de uitoefening van het toezicht door de Autoriteit Financiële Markten.

  • 7 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel l, zijn:

    • a. een beschrijving van de bedrijfsvoering die de adviseur in staat stelt te voldoen aan de bewaarplicht in verband met advisering; of

    • b. indien hij afwijkt van de bewaarplicht: het protocol van het adviesproces.

§ 2.9. Bemiddelen

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 2:81, vierde lid, en 2:83, tweede lid, van de wet

Artikel 37

De gegevens, bedoeld in artikel 2:81, vierde lid, van de wet, zijn:

  • a. een opgave van de naam en het adres van de verbonden bemiddelaar;

  • b. een opgave van de rechtsvorm van de verbonden bemiddelaar;

  • c. indien de verbonden bemiddelaar een rechtspersoon is: een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

  • d. indien de verbonden bemiddelaar is ingeschreven in het handelsregister: een opgave van het nummer van inschrijving;

  • e. indien van toepassing: een opgave van de aansluiting bij een stelsel van zelftoezicht waarmee de Autoriteit Financiële Markten een convenant heeft gesloten;

  • f. een opgave van de financiële dienst en het financiële product waarop deze dienst betrekking heeft;waarvoor bemiddelaar als verbonden bemiddelaar optreedt; en

  • g. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of de aanbieder volledig verantwoordelijk is voor de bemiddelaar als bedoeld in artikel 2:81, tweede lid, onderdeel a, van de wet.

Artikel 38

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:83, tweede lid, van de wet, zijn:

    • a. een opgave van de naam en het adres van de bemiddelaar;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de bemiddelaar;

    • c. indien de bemiddelaar een rechtspersoon is: een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de bemiddelaar is ingeschreven in het handelsregister: een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. indien toepassing is gegeven aan artikel 2:105 van de wet: ten aanzien van iedere bij de bemiddelaar aangesloten onderneming waarvoor de vergunning mede geldt de gegevens, bedoeld onder a tot en met d;

    • f. indien van toepassing: een opgave van de aansluiting bij een stelsel van zelftoezicht waarmee de Autoriteit Financiële Markten een convenant heeft gesloten;

    • g. een opgave van de financiële dienst waarvoor de vergunning wordt aangevraagd en het financiële product waarop deze dienst betrekking heeft;

    • h. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen en met betrekking tot de vakbekwaamheid van de werknemers en andere personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de bemiddelaar rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening;

    • i. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:10 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • j. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening als bedoeld in artikel 4:11, tweede en derde lid, van de wet;

    • k. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur, aan de hand waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 4:13 van de wet;

    • l. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge de wet is bepaald met betrekking tot de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 4:15, eerste en tweede lid, van de wet;

    • m. indien de vergunning wordt aangevraagd voor het bemiddelen in verzekeringen: een afschrift van de polis en polisvoorwaarden van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of gegevens met betrekking tot de daarmee vergelijkbare voorziening, bedoeld in artikel 4:75 van de wet; en

    • n. indien de vergunning wordt aangevraagd voor het bemiddelen in hypothecair krediet: een afschrift van de polis en polisvoorwaarden van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of gegevens met betrekking tot de daarmee vergelijkbare voorziening, bedoeld in artikel 4:74b van de wet.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. ten aanzien van de personen die het dagelijks beleid bepalen:

      • 1°. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

      • 2°. een curriculum vitae;

      • 3°. een opgave van de relevante diploma’s;

      • 4°. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

      • 5°. een opgave van referenten;

    • b. ten aanzien van de werknemers en andere personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de bemiddelaar rechtstreeks bezighouden met het verlenen van de financiële dienst: een beschrijving van de wijze waarop de vakbekwaamheid van deze personen wordt gewaarborgd.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel i, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

  • 5 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, zijn:

    • a. een beschrijving van de wijze waarop de betrouwbaarheid van de werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de bemiddelaar rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten wordt gewaarborgd; en

    • b. een beschrijving van de procedures en maatregelen met betrekking tot de omgang met en vastlegging van incidenten.

  • 6 Indien de vergunning wordt aangevraagd voor het bemiddelen in verzekeringen zijn de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel k:

    • a. de identiteit van de personen die een gekwalificeerde deelneming houden in de bemiddelaar en een opgave van de omvang van de gekwalificeerde deelneming;

    • b. de identiteit van personen die nauwe banden met de bemiddelaar hebben;

    • c. informatie waaruit blijkt dat de gekwalificeerde deelneming of de nauwe banden geen belemmering vormen voor de uitoefening van het toezicht door de Autoriteit Financiële Markten.

  • 7 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel l, zijn:

    • a. een beschrijving van de bedrijfsvoering die de bemiddelaar in staat stelt te voldoen aan de bewaarplicht in verband met advisering; of

    • b. indien hij afwijkt van de bewaarplicht: het protocol van het adviesproces.

§ 2.10. Herverzekeringsbemiddelen

Bepalingen ter uitvoering van artikel 2:89, tweede lid, van de wet

Artikel 39

  • 1 De gegevens bedoeld in artikel 2:89, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam en het adres van de herverzekeringsbemiddelaar;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de herverzekeringsbemiddelaar;

    • c. indien de herverzekeringsbemiddelaar een rechtspersoon is: een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de herverzekeringsbemiddelaar is ingeschreven in het handelsregister: een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. indien toepassing is gegeven aan artikel 2:105 van de wet: ten aanzien van iedere bij de herverzekeringsbemiddelaar aangesloten onderneming waarvoor de vergunning mede geldt de gegevens, bedoeld onder a tot en met d;

    • f. indien van toepassing: een opgave van de aansluiting bij een stelsel van zelftoezicht waarmee de Autoriteit Financiële Markten een convenant heeft gesloten;

    • g. een opgave van de financiële dienst waarvoor de vergunning wordt aangevraagd en het financiële product waarop deze dienst betrekking heeft;

    • h. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen en met betrekking tot de vakbekwaamheid van de werknemers en andere personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de herverzekeringsbemiddelaar rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening;

    • i. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:10 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • j. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening als bedoeld in artikel 4:11, tweede en derde lid, van de wet;

    • k. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur, aan de hand waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 4:13 van de wet;

    • l. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge de wet is bepaald met betrekking tot de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 4:15, eerste en tweede lid, van de wet; en

    • m. een afschrift van de polis en polisvoorwaarden van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of gegevens met betrekking tot de daarmee vergelijkbare voorziening, bedoeld in artikel 4:76 van de wet.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. ten aanzien van de personen die het dagelijks beleid bepalen:

      • 1°. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

      • 2°. een curriculum vitae;

      • 3°. een opgave van de relevante diploma’s;

      • 4°. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

      • 5°. een opgave van referenten;

    • b. ten aanzien van de werknemers en andere personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de herverzekeringsbemiddelaar rechtstreeks bezighouden met het verlenen van de financiële dienst: een beschrijving van de wijze waarop de vakbekwaamheid van deze personen wordt gewaarborgd.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel i, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

  • 5 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, zijn:

    • a. een beschrijving van de wijze waarop de betrouwbaarheid van de werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de herverzekeringsbemiddelaar rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten wordt gewaarborgd; en

    • b. een beschrijving van de procedures en maatregelen met betrekking tot de omgang met en vastlegging van incidenten.

  • 6 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel k, zijn:

    • a. de identiteit van de personen die een gekwalificeerde deelneming houden in de herverzekeringsbemiddelaar en een opgave van de omvang van de gekwalificeerde deelneming;

    • b. de identiteit van personen die nauwe banden met de herverzekeringsbemiddelaar hebben;

    • c. informatie waaruit blijkt dat de gekwalificeerde deelneming of de nauwe banden geen belemmering vormen voor de uitoefening van het toezicht door de Autoriteit Financiële Markten.

  • 7 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel l, zijn:

    • a. een beschrijving van de bedrijfsvoering die de herverzekeringsbemiddelaar in staat stelt te voldoen aan de bewaarplicht in verband met advisering; of

    • b. indien hij afwijkt van de bewaarplicht: het protocol van het adviesproces.

§ 2.11. Optreden als gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent

Bepalingen ter uitvoering van artikel 2:94, tweede lid, van de wet

Artikel 40

  • 1 De gegevens bedoeld in artikel 2:94, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. een opgave van de naam en het adres van de gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent;

    • c. indien de gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent een rechtspersoon is: de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent is ingeschreven in het handelsregister: een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. indien toepassing is gegeven aan artikel 2:105 van de wet: ten aanzien van iedere bij de gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent aangesloten onderneming waarvoor de vergunning mede geldt de gegevens, bedoeld onder a tot en met d;

    • f. een opgave van de financiële dienst waarvoor de vergunning wordt aangevraagd en het financiële product waarop deze dienst betrekking heeft;

    • g. indien van toepassing: een opgave van de aansluiting bij een stelsel van zelftoezicht waarmee de Autoriteit Financiële Markten een convenant heeft gesloten;

    • h. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen en met betrekking tot de vakbekwaamheid van de werknemers en andere personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening;

    • i. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:10 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • j. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening als bedoeld in artikel 4:11, eerste, van de wet;

    • k. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur, aan de hand waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 4:13 van de wet;

    • l. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of voldaan wordt aan de ingevolge de wet gestelde eisen met betrekking tot de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 4:15, eerste en tweede lid, van de wet; en

    • m. een opgave van de volmachtverlenende verzekeraar of, indien het een ondergevolmachtigde agent betreft, een opgave van de ondervolmachtverlenende gevolmachtigd agent of ondergevolmachtigde agent en van de volmachtverlenende verzekeraar.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:

    • a. ten aanzien van de personen die het dagelijks beleid bepalen:

      • 1°. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

      • 2°. een curriculum vitae;

      • 3°. een opgave van de relevante diploma’s;

      • 4°. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

      • 5°. een opgave van referenten;

    • b. ten aanzien van de werknemers en andere personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent rechtstreeks bezighouden met het verlenen van de financiële dienst: een beschrijving van de wijze waarop de vakbekwaamheid van deze personen wordt gewaarborgd.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel i, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

  • 5 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, zijn:

    • a. een beschrijving van de wijze waarop de betrouwbaarheid van de werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de gevolmachtigde of ondergevolmachtigde agent rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten wordt gewaarborgd; en

    • b. een beschrijving van de procedures en maatregelen met betrekking tot de omgang met en vastlegging van incidenten.

  • 6 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel k, zijn:

    • a. de identiteit van de personen die een gekwalificeerde deelneming houden in de gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent en een opgave van de omvang van de gekwalificeerde deelneming;

    • b. de identiteit van personen die nauwe banden met de gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent hebben;

    • c. informatie waaruit blijkt dat de gekwalificeerde deelneming of de nauwe banden geen belemmering vormen voor de uitoefening van het toezicht door de Autoriteit Financiële Markten.

  • 7 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel l, zijn:

    • a. een beschrijving van de bedrijfsvoering die de gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent in staat stelt te voldoen aan de bewaarplicht in verband met advisering; of

    • b. indien hij afwijkt van de bewaarplicht: het protocol van het adviesproces.

§ 2.12. Verlenen van beleggingsdiensten en verrichten van beleggingsactiviteiten

Bepalingen ter uitvoering van artikel 2:97, achtste lid, 2:99, derde lid, en 2:99a, derde lid, van de wet

Artikel 41

De aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 van de wet, bevat de informatie, genoemd in de artikelen 1 tot en met 7 van Verordening (EU) nr. 2017/1943 van de Commissie van 14 juli 2016 ter aanvulling van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad, houdende technische reguleringsnormen inzake informatie en vereisten voor de verlening van vergunningen aan beleggingsondernemingen (PbEU 2017, L 276).

Artikel 41.0a

De gegevens, bedoeld in artikel 2:99a, derde lid, van de wet, bevatten de informatie, genoemd in de artikelen 1, 2, 4 en 6 van Verordening (EU) nr. 2017/1943 van de Commissie van 14 juli 2016 ter aanvulling van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad, houdende technische reguleringsnormen inzake informatie en vereisten voor de verlening van vergunningen aan beleggingsondernemingen (PbEU 2017, L 276), met dien verstande dat de informatie betrekking heeft op het in Nederland gelegen bijkantoor.

Artikel 41a

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:97, negende lid, van de wet, zijn:

    • a. een opgave van de naam en het adres van de verbonden agent;

    • b. een opgave van de rechtsvorm van de verbonden agent;

    • c. indien de verbonden agent een rechtspersoon is: een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d. indien de verbonden agent is ingeschreven in het handelsregister: een opgave van het nummer van inschrijving;

    • e. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of met betrekking tot de verbonden agent voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;

    • f. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of met betrekking tot de verbonden agent voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 4:10 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • g. een opgave van de financiële dienst waarvoor de beleggingsonderneming als verbonden agent optreedt; en

    • h. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten kan beoordelen of de beleggingsonderneming volledig verantwoordelijk is voor de verbonden agent als bedoeld in artikel 2:97, vijfde lid, van de wet.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, zijn:

    ten aanzien van de personen die het dagelijks beleid bepalen:

    • 1°. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • 2°. een curriculum vitae;

    • 3°. een opgave van de relevante diploma’s;

    • 4°. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • 5°. een opgave van referenten.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel f, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

§ 2.13. Overige bepalingen

Bepalingen ter uitvoering van artikel 2:105, vijfde lid, van de wet

Artikel 42

Indien een vergunning als bedoeld in artikel 2:105, eerste lid, van de wet, wordt aangevraagd, worden, onverminderd de in dat lid genoemde artikelen, de volgende gegevens overgelegd:

  • a. gegevens waaruit de aansluiting bij de rechtspersoon, bedoeld in artikel 2:105, eerste lid, van de wet blijkt;

  • b. gegevens waaruit blijkt dat de rechtspersoon beschikt over voldoende bevoegdheden jegens de aangesloten ondernemingen om een handelen van een zodanige instelling in strijd met het ingevolge de wet bepaalde tegen te gaan en door de toezichthouder gegeven aanwijzing op te laten volgen;

  • c. gegevens waaruit blijkt dat de rechtspersoon beschikt over voldoende mogelijkheden tot deskundige ondersteuning van de aangesloten ondernemingen; en

  • d. gegevens waaruit blijkt dat de rechtspersoon gemachtigd is de aangesloten ondernemingen bij de aanvraag en ook overigens voor de toepassing van de in artikel 2:105, lid 3, van de wet genoemde afdelingen van de wet te vertegenwoordigen.

Hoofdstuk 3. Toegang tot de buitenlandse financiële markten

§ 3.0a. Uitoefenen van bedrijf van afwikkelonderneming

Bepaling ter uitvoering van artikel 2:106.0a, tweede lid, van de wet

Artikel 42.0a

De gegevens, bedoeld in artikel 2:106.0a, tweede lid, van de wet zijn:

  • a. de staat waar de afwikkelonderneming voornemens is vanuit een bijkantoor haar bedrijf uit te oefenen;

  • b. de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer en het emailadres van de betaalinstelling;

  • c. een opgave van de werkzaamheden, genoemd in de definitie van «afwikkeldiensten» in artikel 1:1 van de wet, die de afwikkelonderneming voornemens is vanuit het bijkantoor te verrichten;

  • d. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste en tweede lid, van de wet;

  • f. een beschrijving van de inrichting van de voorgenomen bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet; en

  • g. gegevens op grond waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of de financiële positie toereikend is.

§ 3.0. Uitoefenen van bedrijf van betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 2:106a, tweede lid, en 2:107a, derde lid, van de wet

Artikel 42a

De gegevens, bedoeld in artikel 2:106a, tweede lid, van de wet zijn:

  • a. indien de betaalinstelling voornemens is door middel van het verrichten van diensten haar bedrijf naar een andere lidstaat uit te oefenen:

    • 1°. de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer, het e-mailadres en, voor zover van toepassing, het vergunningsnummer van de betaalinstelling;

    • 2°. een beschrijving van de organisatiestructuur van de betaalinstelling;

    • 3°. de lidstaat of lidstaten waarin zij voornemens is haar werkzaamheden uit te oefenen; en

    • 4°. een beschrijving van de aard van de betaaldiensten die de betaalinstelling voornemens is te verlenen in de andere lidstaat;

  • b. indien de betaalinstelling voornemens is in een andere lidstaat betaaldiensten aan te bieden vanuit een in die lidstaat gelegen bijkantoor:

    • 1°. de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer en het emailadres van het bijkantoor;

    • 2°. een beschrijving van de organisatiestructuur van het bijkantoor;

    • 3°. een beschrijving van de aard van de betaaldiensten die de betaalinstelling voornemens is te verlenen vanuit het bijkantoor;

    • 4°. de identiteit van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor zullen bepalen;

    • 5°. een bedrijfsplan met een budgetprognose voor de eerste drie boekjaren waarmee wordt aangetoond dat de aanvrager in staat is gebruik te maken van passende en evenredige systemen, middelen en procedures om op een gezonde basis ter opereren; en

    • 6°. een beschrijving van de regelingen op het gebied van bestuur en de mechanismen voor interne controle die de aanvrager heeft ingesteld, waaronder de administratieve en boekhoudkundige procedures van de procedures voor risicobeheersing, waaruit blijkt dat die bestuursregelingen, controlemechanismen en procedures evenredig, passend, degelijk en adequaat zijn;

  • c. indien de betaalinstelling voornemens is betaaldiensten te verlenen in een andere lidstaat door tussenkomst van een in die lidstaat gevestigde betaaldienstagent:

    • 1°. een opgave van de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer en het emailadres van de betaaldienstagent;

    • 2°. een beschrijving van de interne controlemechanismen die door de betaaldienstagent zullen worden gebruikt om de in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme neergelegde verplichtingen na te komen; en

    • 3°. de identiteit van de personen die het beleid van de betaaldienstagent bepalen of mede bepalen, alsmede gegevens waaruit blijkt dat zij betrouwbaar en geschikt zijn;

    • 4°. de betaaldiensten die de betaaldienstagent namens de betaalinstelling verleent; en

    • 5°. voor zover van toepassing, de unieke identificatiecode of het unieke identificatienummer van de betaaldienstagent.

Artikel 42b

De gegevens bedoeld in artikel 2:107a, derde lid, van de wet zijn:

  • a. Indien de elektronischgeldinstelling met zetel in Nederland voornemens is door middel van het verrichten van diensten haar bedrijf naar een andere lidstaat uit te oefenen:

    • 1°. de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer, het e-mailadres en, voor zover van toepassing, het vergunningsnummer van de elektronischgeldinstelling;

    • 2°. een beschrijving van de organisatiestructuur van de elektronischgeldinstelling;

    • 3°. de lidstaat of lidstaten waarin zij voornemens is haar werkzaamheden uit te oefenen; en

    • 4°. een beschrijving van de aard van de diensten die de elektronischgeldinstelling voornemens is te verlenen in de andere lidstaat;

  • b. Indien de elektronischgeldinstelling voornemens is in een andere lidstaat haar bedrijf uit te oefenen vanuit een in die lidstaat gelegen bijkantoor:

    • 1°. de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer en het emailadres van het bijkantoor;

    • 2°. een beschrijving van de organisatiestructuur van de elektronischgeldinstelling;

    • 3°. een beschrijving van de aard van de diensten die de elektronischgeldinstelling voornemens is te verlenen in de andere lidstaat;

    • 4°. de identiteit van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor zullen bepalen;

    • 5°. een bedrijfsplan met een budgetprognose voor de eerste drie boekjaren waarmee wordt aangetoond dat de aanvrager in staat is gebruik te maken van passende en evenredige systemen, middelen en procedures om op een gezonde basis ter opereren; en

    • 6°. een beschrijving van de regelingen op het gebied van bestuur en de mechanismen voor interne controle die de aanvrager heeft ingesteld, waaronder de administratieve en boekhoudkundige procedures van de procedures voor risicobeheersing, waaruit blijkt dat die bestuursregelingen, controlemechanismen en procedures evenredig, passend, degelijk en adequaat zijn;

  • c. Indien de elektronischgeldinstelling voornemens is betaaldiensten te verlenen in een andere lidstaat door tussenkomst van een in die lidstaat gevestigde betaaldienstagent:

    • 1°. de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer en het emailadres van de betaaldienstagent;

    • 2°. een beschrijving van de interne controlemechanismen die door de betaaldienstagent zullen worden gebruikt om de in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme neergelegde verplichtingen na te komen; en

    • 3°. de identiteit van de personen die het dagelijks beleid van de betaaldienstagent bepalen of mede bepalen, alsmede gegevens waaruit blijkt dat zij betrouwbaar en geschikt zijn;

    • 4°. de betaaldiensten waartoe de betaaldienstagent door de elektronischgeldinstelling wordt gemachtigd; en

    • 5°. voor zover van toepassing, de unieke identificatiecode of het unieke identificatienummer van de betaaldienstagent.

§ 3.1. Uitoefenen van bedrijf van clearinginstelling

Bepaling ter uitvoering van artikel 2:107, tweede lid, van de wet

Artikel 43

De gegevens, bedoeld in artikel 2:107, tweede lid, van de wet zijn, indien het betreft een clearinginstelling die voornemens is haar bedrijf uit te oefenen vanuit een in een andere staat gelegen bijkantoor:

  • a. een opgave van de staat waar de clearinginstelling voornemens is vanuit een bijkantoor haar bedrijf uit te oefenen;

  • b. een opgave van het adres van het bijkantoor;

  • c. een opgave van activiteiten die de clearinginstelling voornemens is vanuit het bijkantoor te verrichten;

  • d. een opgave van de naam en het privé-adres van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor zullen bepalen;

  • e. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste en tweede lid, van de wet; en

  • f. een beschrijving van de inrichting van de voorgenomen bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet.

§ 3.2. Uitoefenen van bedrijf van bank en financiële instelling

Artikel 44

De gegevens, bedoeld in artikel 2:108, derde lid, van de wet, zijn de gegevens genoemd in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 1151/2014 van de Commissie of 4 juni 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende de gegevens die moeten worden verstrekt bij de uitoefening van het recht van vestiging en van het vrij verrichten van diensten (PbEU 2014, L 309).

Artikel 45

De gegevens, bedoeld in artikel 2:111, tweede lid, van de wet zijn:

  • a. de opgave van de staat waar de bank voornemens is vanuit een bijkantoor haar bedrijf uit te oefenen;

  • b. de opgave van het adres van het bijkantoor;

  • c. een opgave van activiteiten die de bank voornemens is vanuit het bijkantoor te verrichten;

  • d. een opgave van de naam en het privé-adres van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor zullen bepalen;

  • e. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet; en

  • f. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet.

Artikel 46

De gegevens, bedoeld in artikel 2:112, tweede lid, van de wet zijn:

  • a. de opgave van de lidstaat waar de financiële instelling voornemens is vanuit een bijkantoor haar bedrijf uit te oefenen;

  • b. de opgave van het adres van het bijkantoor;

  • c. een opgave van de activiteiten die de financiële instelling voornemens is vanuit het bijkantoor te verrichten;

  • d. een opgave van de naam en het privé-adres van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor zullen bepalen;

  • e. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet; en

  • f. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet.

§ 3.3. Uitoefenen van bedrijf van levensverzekeraars en schadeverzekeraars

Artikel 47

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 2:115, tweede lid, van de wet zijn:

    • a. de opgave van de lidstaat waar de verzekeraar voornemens is vanuit een bijkantoor haar bedrijf uit te oefenen;

    • b. de opgave van het adres van het bijkantoor;

    • c. een programma van werkzaamheden;

    • d. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank redelijkerwijs kan beoordelen of wordt voldaan aan de ingevolge artikel 3:8 van de wet gestelde eisen met betrekking tot geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid van de verzekeraar bepalen;

    • e. de opgave van de naam en het adres van de vertegenwoordiger, bedoeld in artikel 3:37, eerste lid, van de wet, en, zo de vertegenwoordiger rechtspersoon is, de statuten van deze rechtspersoon, een opgave van het nummer van inschrijving in het handelsregister en de naam en het privé-adres van de natuurlijke persoon, bedoeld in artikel 3:37, derde lid, van de wet;

    • f. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank redelijkerwijs kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot geschiktheid van de vertegenwoordiger, bedoeld in artikel 3:37, eerste lid, van de wet, of de natuurlijke persoon, bedoeld in artikel 3:37, derde lid, van de wet;

    • g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de vertegenwoordiger, bedoeld in artikel 3:37, eerste lid, of de natuurlijke persoon, bedoeld in artikel 3:37, derde lid, van de wet; en

    • h. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een curriculum vitae;

    • c. een opgave van de relevante diploma’s;

    • d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e. een opgave van referenten.

  • 4 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:

    • a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;

    • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en

    • d. een opgave van referenten.

  • 5 Het eerste lid, onderdeel g, is niet van toepassing indien het een persoon betreft wiens betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.

  • 6 De gegevens, bedoeld in