Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 05-05-2024.
Geldend van 21-06-2007 t/m 01-12-2007

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, van 14 september 2006, nr. WJZ 6070432, tot vaststelling van de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. kaderregeling: de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten;

    • b. FND-innovatieproject: een innovatieproject, bestaande uit industrieel onderzoek of preconcurrentiële ontwikkeling of een combinatie hiervan, dat past binnen bijlage 1;

    • c. FND-haalbaarheidsproject: een samenstel van activiteiten, dat leidt tot een schriftelijk rapport met een inschatting van de technische en economische mogelijkheden van een FND-innovatieproject;

    • d. FND-samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste één onderneming en één publiek gefinancierde kennisinstelling dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van een FND-innovatieproject;

    • e. FND-MKB-samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit twee of meer niet in een groep verbonden MKB-ondernemers, welk verband is opgericht ten behoeve van de uitvoering van een FND-innovatieproject;

    • f. publiek gefinancierde kennisinstelling:

      • 1°. een onder a, b, c, f, of g van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs en een onder i van de bijlage van die wet bedoeld academisch ziekenhuis;

      • 2°. een andere dan onder 1° bedoelde meerjarig en voor tenminste eenderde door de rijksoverheid gefinancierde onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel de algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden;

      • 3°. een openbare instelling voor hoger onderwijs en een daaraan verbonden ziekenhuis gelijkwaardig aan een instelling respectievelijk academisch ziekenhuis als bedoeld onder 1°, welke meerjarig en voor ten minste eenderde wordt gefinancierd door een ander land, of

      • 4°. een onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden, welke meerjarig en voor ten minste eenderde wordt gefinancierd door een ander land.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Voor een FND-innovatieproject en een FND-haalbaarheidsproject wordt geen subsidie verstrekt aan een ondernemer die activiteiten verricht op het gebied van de productie, verwerking of verhandeling van producten als bedoeld in bijlage 1 bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en op het gebied van de activiteiten bedoeld in de Europese Kaderregeling inzake staatssteun aan de scheepsbouw (PbEG 2003, C317).

§ 2. FND-haalbaarheidsprojecten

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een MKB-ondernemer die voor eigen rekening en risico een FND-haalbaarheidsproject uitvoert.

  • 2 De subsidie bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten, maar niet meer dan € 50.000.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies voor FND-haalbaarheidsprojecten waarvoor de aanvragen zijn ontvangen in de periode, bedoeld in artikel 5, bedraagt € 2.000.000,–.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Aanvragen voor een subsidie voor een haalbaarheidsproject moeten zijn ontvangen voor 5 november 2007, 18.00 uur.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In aanvulling op artikel 15 van de kaderregeling beslist de minister afwijzend op een aanvraag voor een FND-haalbaarheidsproject indien:

    • a. het FND-innovatieproject waarop het FND-haalbaarheidsproject betrekking heeft technisch onvoldoende risicovol is;

    • b. het FND-haalbaarheidsproject onvoldoende inzicht geeft in het economisch perspectief en de toepassingsmogelijkheden van de projectresultaten.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In afwijking van artikel 16, derde lid, van de kaderregeling bedraagt het ambtshalve te verstrekken voorschot 50 procent van het bij de subsidieverlening voor de desbetreffende MKB-ondernemer vermelde maximale subsidiebedrag.

§ 3. FND-innovatieprojecten

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een FND-samenwerkingsverband dat voor gezamenlijke rekening en risico een FND-innovatieproject uitvoert.

  • 2 De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een FND-MKB-samenwerkingsverband dat voor gezamenlijke rekening en risico een FND-innovatieproject uitvoert.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Indien de subsidiabele kosten uitsluitend betrekking hebben op industrieel onderzoek, bedraagt, in afwijking van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de kaderregeling, de subsidie voor industrieel onderzoek 35 procent van de subsidiabele kosten voor zover deze kosten worden gemaakt door een ondernemer.

  • 2 Het bedrag, bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de kaderregeling is € 1 miljoen voor een FND-innovatieproject, uitgevoerd door een FND-samenwerkingsverband en € 500.000 voor een FND-innovatieproject, uitgevoerd door een FND-MKB-samenwerkingsverband.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen:

    • a. de volgende rechtstreeks aan de uitvoering van het onderzoek toe te rekenen, na de indiening van de aanvraag door de subsidie-ontvanger gemaakte en betaalde kosten:

      • 1°. loonkosten voor betrokken personeel, voor zover deze rechtstreeks voor de uitvoering van het onderzoek noodzakelijk zijn. Het uurloon wordt berekend op basis van 1650 productieve uren per jaar;

      • 2°. de kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op historische aanschafprijzen;

      • 3°. kosten van het gebruik van bestaande machines en apparatuur van de deelnemers;

      • 4°. kosten van speciaal voor het onderzoek aan te schaffen machines en apparatuur;

      • 5°. aan derden verschuldigde kosten;

      • 6°. kosten van buitenlandstages;

      • 7°. kosten van octrooi-aanvraag van publiek gefinancierde kennisinstellingen en MKB-ondernemers;

      • 8°. kosten inzake kennisoverdracht en verankering;

    • b. een opslag voor overige algemene kosten van 50 procent van de onder a, onder 1°, bedoelde kosten.

  • 2 Voor de directe loonkosten als bedoeld in het eerste lid, wordt uitgegaan van gemiddelde uurtarieven per categorie bij het onderzoek betrokken personeel.

  • 3 De kosten worden in aanmerking genomen met inbegrip van omzetbelasting, indien en voor zover de subsidie-ontvanger die de kosten heeft gemaakt, omzetbelasting niet in aftrek kan brengen.

  • 4 Een publiek gefinancierde kennisinstelling kan bij de aanvraag bij de minister een verzoek indienen om de berekening van de loonkosten en de algemene kosten te mogen vervangen door een in de gehele organisatie van de subsidie-ontvanger gebruikelijke, controleerbare methodiek. Dit verzoek gaat vergezeld van het gebruikte kostenmodel, de berekeningswijze en een door een accountant opgesteld assurancerapport over de aanvaardbaarheid van de voorgestelde methodiek.

  • 5 Indien geen loonkosten als bedoeld in het eerste lid, worden gemaakt, maar niettemin arbeid ten behoeve van het project wordt verricht, wordt voor de berekening van de projectkosten uitgegaan van een uurtarief van € 35.

  • 6 Aan een ontheffing als bedoeld in het vierde lid kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De periode, bedoeld in artikel 12 van de kaderregeling, is voor het in 2007 aanvragen van een subsidie voor een FND-innovatieproject: de dag na de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot 23 augustus 2007, 18.00 uur.

  • 2 Het subsidieplafond, bedoeld in artikel 12 van de kaderregeling, voor het verlenen van subsidies voor FND-innovatieprojecten, waarvoor de aanvragen zijn ontvangen in de periode, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 8.000.000,–, waarvan:

    • a. voor FND-innovatieprojecten, uitgevoerd door een FND-samenwerkingsverband: € 5.000.000,–;

    • b. voor FND-innovatieprojecten, uitgevoerd door een FND-MKB-samenwerkingsverband: € 3.000.000,–.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Er is een Adviescommissie innovatieprogramma Food & Nutrition Delta, die tot taak heeft om overeenkomstig artikel 6 van de kaderregeling de minister op zijn verzoek te adviseren over aanvragen om subsidie voor een FND-innovatieproject.

  • 2 De minister wint over aanvragen om een subsidie voor een FND-innovatieproject waarop niet op grond van artikel 15 van de kaderregeling afwijzend wordt beslist, het advies in van de adviescommissie.

  • 3 De minister rangschikt, daarbij geadviseerd door de adviescommissie, de aanvragen zodanig dat een FND-innovatieproject hoger gerangschikt wordt naar mate het meer bijdraagt aan:

    • a. de technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaande technologie;

    • b. het creëren van economische waarde voor de deelnemers van het samenwerkingsverband en de daarmee samenhangende positieve gevolgen voor de Nederlandse economie;

    • c. de kwaliteit van de technologische samenwerking, ten minste blijkend uit de mate van complementariteit van de deelnemers, de mate van toereikendheid van de capaciteiten van de deelnemers en de mate van de kwaliteit van de projectorganisatie;

    • d. de verbetering van de ecologische of sociale prestaties van een deelnemer in een samenwerkingsverband, dan wel van de ecologische of sociale aspecten van de samenleving, waarbij onder verbetering van de sociale prestaties of van de sociale aspecten mede verstaan wordt: het realiseren van een bijdrage aan de volksgezondheid.

  • 4 Voor de rangschikking wegen de in het derde lid vermelde criteria even zwaar.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De in artikel 15, onderdeel c, van de kaderregeling bedoelde termijn, is voor een FND-innovatieproject 4 jaar indien een project wordt uitgevoerd door een FND-samenwerkingsverband en 2 jaar indien een project wordt uitgevoerd door een FND-MKB-samenwerkingsverband.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In aanvulling op artikel 21 van de kaderregeling treedt voor het indienen van de aanvraag voor het samenwerkingsverband voor FND-innovatieprojecten een ondernemer op als penvoerder.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In afwijking van artikel 29, eerste lid, onderdeel c van de kaderregeling voert de subsidie-ontvanger een administratie, gerelateerd aan de kostensoorten, genoemd in artikel 10, waaruit ten allen tijde op eenvoudige een duidelijke wijze de gemaakte en betaalde kosten zijn af te leiden.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In aanvulling op artikel 33 van de kaderregeling draagt de subsidieontvanger zorg voor de openbaarmaking van de algemene kennis die voorvloeit uit de resultaten van het FND-innovatieproject.

  • 2 De minister kan bij de subsidieverlening aan een MKB-ondernemer, een FND-samenwerkingsverband en een FND-MKB-samenwerkingsverband verplichtingen opleggen met betrekking tot het geven van bekendheid aan het project en de resultaten ervan.

  • 3 De minister kan voor een periode van vijf jaar na de vaststelling van de subsidie nadere verplichtingen ter uitvoering van het eerste en het tweede lid opleggen.

Artikel 16a

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Een publieke gefinancierde kennisinstelling draagt binnen een FND-samenwerkingsverband of een FND-MKB-samenwerkingsverband, waaraan de kennisinstelling deelneemt, slechts kennis of andere resultaten uit een FND-innovatieproject over aan een ondernemer die deelneemt aan het samenwerkingsverband, indien aan tenminste een van de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. de deelnemende ondernemingen dragen de volledige kosten van het project;

  • b. de resultaten waaraan geen intellectuele eigendomsrechten kunnen worden ontleend, mogen ruim worden verspreid en eventuele intellectuele eigendomsrechten op de resultaten die uit de activiteiten van de kennisinstelling voortvloeien, worden volledig aan de kennisinstelling toegekend;

  • c. de kennisinstelling ontvangt van de deelnemende ondernemingen een vergoeding die overeenstemt met de marktprijs voor de intellectuele eigendomsrechten die voortvloeien uit de door de kennisinstelling in het kader van het project uitgevoerde activiteit en die worden overgedragen aan de deelnemende ondernemingen. Eventuele bijdragen van de deelnemende ondernemingen in de kosten van de kennisinstelling worden op deze compensatie in mindering gebracht.

§ 4. Formulieren

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Het formulier voor het indienen van een aanvraag voor:

  • a. een subsidie is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2;

  • b. een voorschot is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3;

  • c. een subsidievaststelling is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 4.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 2, 3 en 4, die ter inzage worden gelegd bij SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3, te Den Haag.

Den Haag, 14 september 2006

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

C.E.G. van Gennip

Bijlage 1. , bedoeld in artikel 1, eerste lid onderdeel b

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Achtergrond

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Diverse workshops en consultaties met de grootbedrijven, MKB bedrijven, brancheorganisaties en kennisinstellingen vonden plaats om het Innovatieprogramma FND inhoudelijk vorm en focus te geven. Dit is eerst voor fase 1 en daarna voor fase 2 gedaan. Ten behoeve van het opzetten van de onderzoeksprogramma’s van fase 1, het TTI WCFS+, is een zorgvuldig proces doorlopen van het identificeren van consumentenbehoeften, via functionele en wetenschappelijke doelen tot het ontwikkelen van innovatiethema’s en -projecten. De consumentenbehoeften die zijn geïdentificeerd als belangrijke marktgebieden voor de toekomst zijn:

  • Lichaamsvorm

    mensen willen in alle fasen van hun leven een gezond lichaam. Dit varieert bijvoorbeeld van goede bot- en spieropbouw tijdens de groeifase tot het er goed uitzien.

  • Resistentie tegen ziektes

    het verhogen van de resistentie tegen ziektes is gericht op het verhogen van de kwaliteit van leven en het gezond opgroeien van kinderen.

  • Gevoel van welbevinden

    deze behoefte varieert van het gezond en vitaal voelen tot het bestrijden van depressies.

  • Kwaliteit van leven van ouderen

    dit is met name gericht op het verlengen van de levensduur en het verhogen van de kwaliteit van leven in de laatste levensjaren. Specifieke voorbeelden zijn het behouden van mentale vermogens en het behouden van een goede spierfunctie bij ouderen.

  • Gezondheid van kinderen

    voor gezond opgroeien is het van belang dat kinderen een gevarieerd en gezond eetpatroon hebben. In westerse landen wordt overgewicht van kinderen een steeds groter probleem.

  • Voorkomen van chronische ziektes

    diverse ziektes zijn gerelateerd aan voeding. Voorbeelden zijn hart- en vaatziektes, diabetes en obesitas. Functionele voeding kan bijdragen aan het verminderen van deze voedingsgerelateerde ziektes.

  • Smaak en gemak

    dit zijn belangrijke aspecten bij voeding. Dit hangt onder andere samen met het feit dat de westerse mens steeds minder tijd besteed aan het bereiden van zijn eten. Ook ten aanzien van gezonde voeding zijn deze aspecten van essentieel belang.

  • Voedselveiligheid

    dit is een basisvoorwaarde bij voeding. Aspecten die hier aan de orde zijn, zijn integrale controle in de keten, gedeelde verantwoordelijkheid bij ketenpartijen en heldere communicatie.

  • Beschikbaarheid en betaalbaarheid van voeding.

Het WCFS+ onderzoek is precompetitief van aard en omvat vijf innovatiethema’s: Voeding en Gezondheid, Sensoriek en Structuur, Bio-ingrediënten en Functionaliteit, Consumentengedrag, en Veiligheid en Conservering.

Tijdens de interactie met het MKB over de vormgeving van fase 2 van het Innovatieprogramma FND bleek dat de wensen en behoeften van MKB bedrijven inhoudelijk grotendeels aansluiten bij de thema’s van de WCFS+-onderzoeksagenda. Echter er zijn ook een aantal aanvullende kennisbehoeftes geïdentificeerd die voor een belangrijk deel gericht zijn op aanpalende technologie die ondersteunend is voor procesinnovaties in Food & Nutrition. Deze betreffen: processing, ICT, logistiek.

Innovatiethema’s

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Binnen fase 2 van het Innovatieprogramma FND worden de volgende innovatiethema’s onderscheiden:

  • Voeding en Gezondheid.

    Er ontstaat steeds meer bewustzijn omtrent de rol van voeding en gezondheid van mensen. Dit leidt allereerst tot behoefte aan nieuwe kennis omtrent de relatie tussen voedingsmiddelen en gezondheid en de identificatie van gezondheidsbevorderende voedingsmiddelen en voedingscomponenten. Daarnaast leidt dit tot de vraag naar methoden en technologie om niet-invasief gezondheid, het ontstaan van ziekten in relatie tot voeding en het effect van gezondheidsbevorderende stoffen te monitoren. Verder zijn van belang methoden en technieken om de intrinsieke gezondheidswaarde van voedingsmiddelen te monitoren en behouden in de keten en deze gezondheidswaarde van producten actief te verhogen zonder dat dit ten koste gaat van andere gewenste eigenschappen.

    Innovatieprioriteiten die in dit kader relevant zijn, zijn onder andere:

    • onderbouwing van gezondheid van inhoudsstoffen bijv. gericht op het voorkomen van hart en vaatziekten, het bevorderen van darmgezondheid, het ondersteunen mentale prestaties en het voorkomen van obesitas en diabetes,

    • de selectie en identificatie van gezondheidsbevorderende stoffen en methoden en technieken voor de selectie en ontwikkeling van gezondheidsbevorderende voedingsmiddelen en voedingscomponenten,

    • methoden, technieken en biomarkers om bijv. gezondheid, het ontstaan van ziekten in relatie tot voeding en het effect van gezondheidsbevorderende stoffen te monitoren. Dit is mede van belang om gepersonificeerd voedingsadvies mogelijk te maken,

    • (multi)analyse technieken ter identificatie/monitoring van inhoudstoffen in de keten,

    • beïnvloeden van niveaus van inhoudsstoffen middels innovatie en optimalisatie van uitgangsniveaus en behoud gedurende verdere schakels in de keten,

    • (multi)analyse/in-line technieken ten behoeve van tracking en tracing in de keten van componenten die gerelateerd zijn aan gezondheid.

  • Sensoriek en structuur

    Naast gezondheid zijn structuur en sensoriek van voedingsmiddelen belangrijke kwaliteitsaspecten die de keuze van de consument bepalen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de invloed van structuur van voedingsmiddelen op het mondgevoel en vrijkomen van geur- en smaakstoffen tijdens consumptie. Een goede controle over beide aspecten is een belangrijke vereiste om de beoogde producten met hoge toegevoegde waarde te kunnen realiseren.

    Innovatieprioriteiten die in dit kader relevant zijn, zijn onder andere:

    • onderbouwing van effect van inhoudsstoffen of processing op structuur en sensoriek,

    • beïnvloeding/optimalisatie/behoud van structuur/sensoriek door middel van innovatie en of optimalisatie van processing, bijvoorbeeld om op maat gezonde voedingsproducten te kunnen maken die zijn gericht op specifieke doelgroepen als kinderen of ouderen,

    • (multi) analyse technieken ter identificatie/monitoring van structuur en sensoriek gedurende processing in de keten.

  • Bio-ingrediënten en Functionaliteit

    Zowel de selectie, de winning en exploitatie van functionele bio-ingrediënten, als de selectie en exploitatie van enzymen en micro-organismen die betrokken zijn bij het verkrijgen van bioactieve moleculen, als het borgen van de gewenste bio-activiteit op het moment van gebruik zijn belangrijke uitdagingen in de ontwikkeling van gezonde en functionele voedingsmiddelen.

    Innovatieprioriteiten die in dit kader relevant zijn, zijn onder andere:

    • De selectie, winning en toepassing van functionele bio-ingrediënten,

    • Enzymatische en microbiële conversie van grondstoffen om te komen tot functionele bio-ingrediënten en een optimale kwaliteit van voedingsmiddelen,

    • De selectie en optimalisatie van micro-organismen die een specifiek gezondheidsbevorderend effect hebben,

    • Methodes voor een optimale productie van functionele bio-ingrediënten.

  • Veiligheid en Conservering

    Gegarandeerde beschikbaarheid van veilig voedsel is een van de eerste vereisten waaraan de sector moet kunnen voldoen. Om gezonde voedingsmiddelen te produceren met een optimale kwaliteit (smaak, geur en structuur) en veiligheid zijn verbeterde (minimal processing) conserveringstechnieken nodig. Veranderende consumentenbehoeften en de in het kader van deze behoeften ontwikkelde nieuwe producten en productieprocessen vereisen technologie om de veiligheid, kwaliteit en functionaliteit van voedingsmiddelen gedurende processing en in de keten te kunnen borgen.

    Innovatieprioriteiten die in dit kader relevant zijn, zijn onder andere:

    • (multi)analyse/in-line technieken ten behoeve van tracking en tracing in de keten van componenten die gerelateerd zijn aan veiligheid, kwaliteit en functionaliteit,

    • methoden en technieken voor het verbeteren van houdbaarheid en conservering van voedingsmiddelen,

    • intelligente verpakkingen voor o.a. versproducten.

  • Consumentengedrag

    De ontwikkeling van onderscheidende nieuwe processen en producten vergt dermate veel geld en de terugverdientijd is zodanig lang dat het van groot belang is om de behoefte en het gedrag van de consument van morgen goed te kunnen voorspellen.

    Onderzoeksprioriteiten die in dit kader relevant zijn, zijn onder andere:

    • technieken ter ondersteuning van het onderzoek naar consumentengedrag.

    • innovaties ter beïnvloeding van het consumentengedrag (bijv. Life style in het kader van gezondheid).

  • Aanpalende Technologie voor Food & Nutrition

    Vooral voor MKB bedrijven zijn niet food gerelateerde technologische innovaties van groot belang om op het gebied van Food & Nutrition te komen tot nieuwe producten, processen en diensten.

    Voorbeelden zijn technologie op het gebied van ICT, scheidingen, in line analyse voor processen, miniaturisering van productietechnologie, producttracering en intelligente verpakkingen.

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij SenterNovem te Den Haag.]

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij SenterNovem te Den Haag.]

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij SenterNovem te Den Haag.]

Naar boven