-
a. de vlucht wordt uitgevoerd in overeenstemming met de algemene vliegvoorschriften voor
zover daarvan niet wordt afgeweken in de onderdelen b tot en met q;de vlucht wordt slechts uitgevoerd onder omstandigheden en op locaties waarbij er
vanaf de grond tijdens de gehele vlucht goed zicht is op het modelluchtvaartuig en
het luchtruim daaromheen;
-
b. de vlucht wordt slechts uitgevoerd onder omstandigheden en op locaties waarbij er
vanaf de grond tijdens de gehele vlucht goed zicht is op het modelvliegtuig en het
luchtruim daaromheen;de bestuurder houdt tijdens de gehele vlucht goed zicht op het modelluchtvaartuig;
-
c. de bestuurder houdt tijdens de gehele vlucht goed zicht op het modelvliegtuig;een hoogtemeter hoeft niet te worden gebruikt;
-
d. een hoogtemeter hoeft niet te worden gebruikt;de vlucht wordt niet uitgevoerd buiten de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de
luchtvaartgids;
-
e. het is verboden voorwerpen of stoffen te verwijderen tijdens de vlucht, met uitzondering
van zand, water of voorwerpen waarvan de massa niet meer is dan 200 gram per voorwerp
overeenkomstig door de Minister van Verkeer en Waterstaat op grond van de vlucht wordt niet uitgevoerd boven gebieden met aaneengesloten bebouwing of kunstwerken,
industrie- en havengebieden daaronder begrepen dan wel boven mensenmenigten of boven
spoorlijnen of voor motorrijtuigen toegankelijke verharde openbare wegen, met uitzondering
van wegen in 30 km-zones binnen de bebouwde kom en wegen in 60 km-gebieden buiten
de bebouwde kom;artikel 13 van het Luchtverkeersreglement te stellen regels;
-
f. een ander modelvliegtuig of een net of doek mag worden gesleept;
-
g. kunstvluchten mogen worden uitgevoerd;
-
h. het is verboden een ander luchtvaartuig zo dicht te naderen dat gevaar voor botsing
ontstaat, tenzij tussen de bestuurders vooraf hierover afspraken zijn gemaakt;
-
i. de bestuurder van een modelvliegtuig neemt alle maatregelen die een botsing kunnen
voorkomen en geeft voorrang aan elk luchtvaartuig, dat geen modelvliegtuig is;
-
j.f. voor een vlucht wordt geen vliegplan ingediend;
-
k.g. gecontroleerde vluchten zijn niet toegestaan;
-
l.h. vluchten zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 300 meter boven de grond of het
water in luchtruim met klasse G, mitsvluchten zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 120 meter boven de grond of het
water in luchtruim met klasse G, mits
-
1° voor vluchten binnen een afstand van 3 km van een ongecontroleerd luchtvaartterrein
of een terrein waarvoor een ontheffing van voor vluchten binnen een afstand van 3 km van een ongecontroleerde luchthaven of een
terrein dat geschikt is om tijdelijk en uitzonderlijk te worden gebruikt, waarvoor
krachtens artikel 14 van de Luchtvaartwetartikel 8a.51 van de Wet luchtvaart is verleend, geen bezwaar bestaat bij de houder van de aanwijzing respectievelijk
ontheffing; ontheffing is verleend, geen bezwaar bestaat bij de exploitant van de luchthaven
respectievelijk de houder van de ontheffing;
-
2° voor vluchten binnen een gebied waarin laag mag worden gevlogen door civiele of militaire
luchtvaartuigen iemand met de bestuurder van het modelvliegtuig meekijkt om deze te
kunnen waarschuwen voor luchtvaartuigen;voor vluchten binnen een gebied waarin laag mag worden gevlogen door civiele of militaire
luchtvaartuigen iemand met de bestuurder van het modelluchtvaartuig meekijkt om deze
te kunnen waarschuwen voor luchtvaartuigen;
-
m.i. vluchten zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 450 meter boven de grond of het
water, mits dit gebeurt binnen een aerodrome traffic zone van een militair luchtvaartterrein
waarop modelvliegen is toegestaan en dit gebied exclusief voor modelvliegen wordt
gebruikt of met de andere gebruiker(s) sluitende afspraken zijn gemaakt inzake separatie;in afwijking van onderdeel h zijn vluchten binnen het verband van een bij de Koninklijke
Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart of de Federatie Limburgse Radio Controle Vliegers
aangesloten vereniging toegestaan tot een hoogte van maximaal 300 meter boven de grond
of het water in luchtruim klasse G, mits wordt voldaan aan de in dat onderdeel genoemde
voorwaarden;
-
n.j. vluchten zijn toegestaan in luchtruim met klasse C, mits op schriftelijk verzoek van
belanghebbende een convenant is gesloten met de organisatie die de plaatselijke luchtverkeersleiding
verzorgt en de bestuurder zich houdt aan de afspraken in dat convenant;vluchten zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 450 meter boven de grond of het
water, mits dit gebeurt binnen een aerodrome traffic zone van een militaire luchthaven
waarop modelvliegen is toegestaan en dit gebied exclusief voor modelvliegen wordt
gebruikt of met de andere gebruiker(s) sluitende afspraken zijn gemaakt inzake separatie;
-
o.k. de regels voor een radioverbinding met een luchtverkeersleidingsdienst gelden niet;vluchten zijn toegestaan in luchtruim met klasse C, mits op schriftelijk verzoek van
belanghebbende een convenant is gesloten met de organisatie die de plaatselijke luchtverkeersleiding
verzorgt en de bestuurder zich houdt aan de afspraken in dat convenant;
-
p.l. de regels voor de bediening van boordapparatuur voor het beantwoorden van vragen door
radargrondstations gelden niet;
-
q.m. de regels voor de navigatie- en telecommunicatie-installaties waarmee een luchtvaartuig
voor het uitvoeren van een VFR-vlucht is uitgerust, gelden niet.