-
a. de vlucht wordt slechts uitgevoerd onder omstandigheden en op locaties waarbij er
vanaf de grond tijdens de gehele vlucht goed zicht is op het modelluchtvaartuig en
het luchtruim daaromheen;
-
b. de bestuurder houdt tijdens de gehele vlucht goed zicht op het modelluchtvaartuig;
-
c. een hoogtemeter hoeft niet te worden gebruikt;
-
d. de vlucht wordt niet uitgevoerd buiten de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de
luchtvaartgids;
-
e. de vlucht wordt niet uitgevoerd boven gebieden met aaneengesloten bebouwing of kunstwerken,
industrie- en havengebieden daaronder begrepen dan wel boven mensenmenigten of boven
spoorlijnen of voor motorrijtuigen toegankelijke verharde openbare wegen, met uitzondering
van wegen in 30 km-zones binnen de bebouwde kom en wegen in 60 km-gebieden buiten
de bebouwde kom;
-
f. voor een vlucht wordt geen vliegplan ingediend;
-
g. gecontroleerde vluchten zijn niet toegestaan;
-
h. vluchten zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 300 meter boven de grond of het
water in luchtruim met klasse G, mits
-
1° voor vluchten binnen een afstand van 3 km van een ongecontroleerde luchthaven of een
terrein dat geschikt is om tijdelijk en uitzonderlijk te worden gebruikt, waarvoor
krachtens artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart ontheffing is verleend, geen bezwaar bestaat bij de exploitant van de luchthaven
respectievelijk de houder van de ontheffing;
-
2° voor vluchten binnen een gebied waarin laag mag worden gevlogen door civiele of militaire
luchtvaartuigen iemand met de bestuurder van het modelluchtvaartuig meekijkt om deze
te kunnen waarschuwen voor luchtvaartuigen;
-
i. vluchten zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 450 meter boven de grond of het
water, mits dit gebeurt binnen een aerodrome traffic zone van een militaire luchthaven
waarop modelvliegen is toegestaan en dit gebied exclusief voor modelvliegen wordt
gebruikt of met de andere gebruiker(s) sluitende afspraken zijn gemaakt inzake separatie;
-
j. vluchten zijn toegestaan in luchtruim met klasse C, mits op schriftelijk verzoek van
belanghebbende een convenant is gesloten met de organisatie die de plaatselijke luchtverkeersleiding
verzorgt en de bestuurder zich houdt aan de afspraken in dat convenant;
-
k. de regels voor de bediening van boordapparatuur voor het beantwoorden van vragen door
radargrondstations gelden niet;
-
l. de regels voor de navigatie- en telecommunicatie-installaties waarmee een luchtvaartuig
voor het uitvoeren van een VFR-vlucht is uitgerust, gelden niet.