Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 15 augustus 2005, nr. WDB
2005/489M;
Gelet op artikel 38a van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;
De Raad van State gehoord (advies van 24 augustus 2005, nr. W06.05.0382IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 26 augustus 2005,
nr. WDB 2005/489M, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe
Belastingen;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1. Reikwijdte en definitie
Artikel 1bis. Versnelde tenuitvoerlegging dwangbevel
In situaties als bedoeld in artikel 31a van de wet kan de betekening en de tenuitvoerlegging van een dwangbevel geschieden op de uren
en dagen, bedoeld in artikel 64, eerste en tweede lid, eerste volzin, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, indien in het kader van een actie die mede is gericht op de toepassing en handhaving
van de wet op deze uren en dagen:
-
a. bekend wordt dat van de belanghebbende een bedrag wordt teruggevorderd ter zake waarvan
terstond een dwangbevel wordt uitgevaardigd, of
-
b. een vermogensbestanddeel van de belanghebbende aan wie reeds een dwangbevel is betekend,
wordt aangetroffen.
Artikel 1a. Informatieverstrekking aan de Belastingdienst/Toeslagen
Aan de Belastingdienst/Toeslagen worden door financiële ondernemingen die ingevolge
de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mogen uitoefenen de volgende gegevens inzake bankrekeningen
verstrekt: het bankrekeningnummer en de naam, het adres, de woonplaats en de geboortedatum
van de houder van de bankrekening.
-
1 De verstrekking van gegevens en inlichtingen ingevolge artikel 38, eerste lid, van de wet aan de Belastingdienst/Toeslagen vindt plaats onder vermelding van het burgerservicenummer
van degene op wie de gegevens betrekking hebben en geschiedt op de door de Belastingdienst/Toeslagen
voorgeschreven wijze. De Belastingdienst/Toeslagen kan voor de toepassing van artikel 1a bepalen dat de vermelding van het burgerservicenummer achterwege blijft.
Artikel 1c. Gegevensverstrekking ten behoeve van MijnOverheid
[Vervallen per 01-01-2016]
Artikel 2. Gegevensverstrekking aan Hulp- en informatiepunten
Artikel 2a. Samenloop met buitenlandse tegemoetkomingen
-
1 Bij regeling van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid worden regels gesteld met betrekking tot de samenloop van tegemoetkomingen
op grond van de Wet op het kindgebonden budget met naar aard en strekking daarmee overeenkomende tegemoetkomingen op grond van een
regeling van een andere Staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, een
Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte,
of Zwitserland.
-
3 Bij regeling van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid, worden regels gesteld met betrekking tot de berekeningswijze en
de wijze van verrekening van tegemoetkomingen op grond van een inkomensafhankelijke
regeling in situaties waarin een of meer Nederlandse gezinsbijslagen als bedoeld in
artikel 1, onder z) van Verordening (EG) nr. 883/2004 met toepassing van artikel 68
van die verordening en Verordening (EG) nr. 987/2009 worden uitbetaald in de vorm
van een aanvulling op een of meer gezinsbijslagen van een andere lidstaat.
-
4 Bij regeling van Onze Minister worden, zo nodig met terugwerkende kracht, voor situaties
waarin de Belastingdienst/Toeslagen op grond van artikel 6, vierde lid, van Verordening
(EG) nr. 987/2009 geacht wordt retroactief bevoegd te zijn geweest regels gesteld
met betrekking tot de aanvraag tot toekenning van een tegemoetkoming op grond van
een inkomensafhankelijke regeling, de beslissingstermijnen die gelden voor de toekenning
of herziening van deze tegemoetkoming alsmede met betrekking tot het aanvangstijdstip
van het tijdvak waarover rente wordt berekend als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de wet.
Artikel 3. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2005. Indien het Staatsblad
waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 augustus 2005, treedt het
in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin
het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 september 2005.
Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen.