Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 juni 2005, nr.
HDJZ/AWW/2005-1392, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op artikel 149a, tweede en derde lid, en artikel 149b, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
De Raad van State gehoord (advies van 14 juli 2005, nr. W09.05.0260/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 15 augustus
2005, nr. HDJZ/AWW/2005-1664, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: