Besluit van 14 juni 2005, houdende regels over de inhoud, de grenzen en de wijze van
toepassing in de jaarrekening van waardering tegen actuele waarde (Besluit actuele
waarde)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 25 maart 2005, directie Wetgeving,
nr. 5343836/05/6, gedaan mede namens Onze Minister van Financiën;
Gelet op artikel 33, eerste lid, van de Vierde Richtlijn nr. 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen
(PbEG L 222), gelet op Richtlijn nr. 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 tot wijziging van de
Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG en 86/635/EEG met betrekking tot de waarderingsregels voor de jaarrekening en de geconsolideerde
jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen evenals van banken en andere financiële
instellingen (PbEG L 283) en Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde
vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen
(PbEG L 178) alsmede de artikelen 384 lid 4 en 442 lid 1 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
De Raad van State gehoord (advies van 29 april 2005, nr. W03.05.0104/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 7 juni 2005, nr. 5356030/05/6;
uitgebracht mede namens Onze Minister van Financiën;
Hebben goedgevonden en verstaan: