Stb. 2025, 6, datum inwerkingtreding 17-01-2025, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.
Artikel 11. Jaarlijkse verhoging salarisnummer
1 Het salarisnummer van de ambtenaar wordt voor zover het maximale salarisnummer van
de voor de ambtenaar van toepassing zijnde salarisschaal nog niet is bereikt, jaarlijks
met één salarisnummer verhoogd, indien de ambtenaar naar het oordeel van de commandant
de functie naar behoren vervult.
2 De in het eerste lid bedoelde verhoging van het salarisnummer vindt voor de eerste
maal plaats:
-
a. wanneer de ambtenaar 22 jaar of ouder is met ingang van de eerste dag van de maand,
waarin sinds de aanstelling van de ambtenaar een jaar is verstreken en nadien telkens
na één jaar;
-
b. wanneer de ambtenaar jonger dan 22 jaar is, met ingang van de eerste dag van de maand,
waarop de verjaardag van de ambtenaar valt.
3 Indien de ambtenaar, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, reeds voor diens 22e
verjaardag was aangesteld, vindt, onverminderd het vijfde lid, de verhoging van het
salarisnummer plaats met ingang van de eerste dag van de maand waarin de verjaardag
van de ambtenaar valt.
4 De commandant kan, in aanvulling op het eerste lid, een verhoging van één of meer
salarisnummers toekennen binnen de op de ambtenaar van toepassing zijnde salarisschaal,
indien de ambtenaar naar het oordeel van de commandant de functie zeer goed of uitstekend
vervult.
5 De commandant kan het tijdstip, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, vervroegen
indien daartoe naar het oordeel van de commandant aanleiding bestaat.
6 De commandant kan verhoging van het salarisnummer, bedoeld in het eerste lid, achterwege
laten, indien de militair naar het oordeel van de commandant de functie niet naar
behoren vervult.