Hoofdstuk 7a. Overgangsbepalingen
Artikel 122a. Overgangsrecht in verband met het vervallen van de sectorfondsen
Alle vermogensbestanddelen die door het UWV afzonderlijk worden beheerd en geadministreerd in de vorm van een sectorfonds als bedoeld in artikel 94, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel III, onderdeel I, van de Wet arbeidsmarkt in balans, gaan over op het Algemeen Werkloosheidsfonds.
Artikel 122ab. Overgangsrecht premiekorting i.v.m. gewijzigd loonsanctiesysteem
[Vervallen per 01-01-2012]
Artikel 122ac. Overgangsrecht eigenrisicodragen WGA-uitkering 2008
[Vervallen per 01-01-2012]
Artikel 122b. Overgangsrecht wijzigingen premiekortingen
[Vervallen per 01-01-2018]
Artikel 122c. Overgangsbepaling premievrijstelling oudere werknemer
[Vervallen per 01-01-2018]
Artikel 122ca. Gedeeltelijke teruggaaf basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds
[Vervallen per 01-01-2015]
Artikel 122d. Overgangsbepaling ontwikkeling premie Algemeen Werkloosheidsfonds
De premie die op grond van artikel 27 is vastgesteld wordt met ingang van het jaar 2015 in verband met de ontwikkeling van de lasten voor werkgevers voortvloeiend uit de toepassing van artikel 2.2 van de Wet tegemoetkomingen loondomein verlaagd met 0,35% in 2015, 0,45% in 2016, 0,55% in 2017, 0,60% in 2018, 0,70% in 2019 en 0,75% in 2020.
Artikel 122e. Overgangsbepaling eigenrisicodragen
1 De werkgever, die op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van artikel III, onderdeel C, onderdeel 2, van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters het risico draagt voor de betaling van de WGA uitkering, bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel b, zoals dat artikel luidde voor die datum wordt na die datum geacht het risico te dragen voor betalingen als bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel b, met ingang van die datum, indien hij een garantie overlegt als bedoeld in artikel 40, tweede lid, die betrekking heeft op het dragen van dit risico.
2 De werkgever overlegt de garantie, bedoeld in het eerste lid, uiterlijk een dag voor de datum van inwerkingtreding, bedoeld in het eerste lid.
3 Het door de werkgever zelf dragen van het risico, bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel a, wordt, onverminderd artikel 40, tiende lid, onderdeel b, door de inspecteur met ingang van de datum van inwerkingtreding, bedoeld in het eerste lid, beëindigd bij voor bezwaar vatbare beschikking, indien de garantie, bedoeld in het eerste lid, niet uiterlijk een dag voor die datum door de werkgever is overlegd.
Artikel 122f. Overgangsregeling lopende uitkeringen
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor uitkeringen op grond van de Ziektewet aan werknemers die zijn toegekend voor de datum van inwerkingtreding van artikel II van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters en WGA- uitkeringen, die voor die datum zijn toegekend aan werknemers, die uit de dienstbetrekking waaruit de WGA-uitkering is ontstaan, recht hadden op een uitkering op grond van de Ziektewet, en uitvoeringskosten en andere kosten in verband met deze uitkeringen, die ten laste komen van bij die maatregel aan te wijzen fondsen.
Artikel 122g. Beëindiging premievrijstelling arbeid in kleine banen
[Vervallen per 01-01-2015]
Artikel 122k. Overgangsrecht in verband met wijziging regime voor vergoedingen en verstrekkingen in de Wet op de loonbelasting 1964
[Vervallen per 01-01-2015]
Artikel 122l. Overgangsbepaling premiekorting oudere werknemer
[Vervallen per 01-01-2018]
Artikel 122m. Overgangsbepaling toepassing AWR op beschikkingen eigenrisicodragen
Indien het bij koninklijke boodschap van 24 januari 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 in verband met een technische aanpassing van de berekening van de nabestaandenuitkering voor alleenstaande ouders en een verduidelijking van de Werkloosheidswet (Kamerstukken 33 855) tot wet wordt verheven en artikel IVa, onderdeel C, onderdeel 3, van die wet in werking treedt en uiterlijk op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding beroep is ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur op grond van artikel 40, blijft het recht van toepassing zoals dat gold op die dag.
Artikel 122n. Geleidelijke invoering en de deactivering van de quotumheffing
1 De quotumheffing, bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 4, paragraaf 4a, wordt niet uitgevoerd dan nadat bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, tot invoering is besloten indien is gebleken dat het aantal banen voor arbeidsbeperkten als bedoeld in artikel 38b, eerste, tweede en zesde lid, en het vijfde lid, in onvoldoende mate is toegenomen ten opzichte van het aantal van deze banen op 1 januari 2013, waarbij dit apart wordt beoordeeld voor de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid.
2 In afwijking van het eerste lid wordt de quotumheffing, bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 4, paragraaf 4a, niet uitgevoerd indien hiertoe bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, is besloten, indien is gebleken dat het aantal banen voor arbeidsbeperkten als bedoeld in artikel 38b, eerste, tweede en zesde lid, en het vijfde lid, in voldoende mate is toegenomen ten opzichte van het aantal van deze banen op 1 januari 2013, waarbij dit apart wordt beoordeeld voor de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid.
3 Bij regeling van Onze Minister wordt ten behoeve van de vaststelling van de toename, bedoeld in het eerste en tweede lid, het aantal banen bepaald voor arbeidsbeperkten, bedoeld in het eerste en tweede lid, uitgedrukt in verloonde uren op 1 januari 2013 voor de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid en wordt voor de desbetreffende sector voor het desbetreffende kalenderjaar, bepaald:
a. het cumulatief aantal extra te realiseren banen voor deze arbeidsbeperkten uitgedrukt in verloonde uren;
b. het cumulatief aantal gerealiseerde banen voor deze arbeidsbeperkten uitgedrukt in verloonde uren, en
c. de uitkomst van de vergelijking tussen het cumulatief aantal banen, bedoeld in de onderdelen a en b, uitgedrukt in verloonde uren.
4 Voor de toepassing van het derde lid wordt niet als arbeidsbeperkte beschouwd de persoon die arbeid verricht in een dienstbetrekking in de zin van artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening, tenzij deze persoon op grond van het vijfde lid is aangewezen en aan de werkgever in de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid ter beschikking is gesteld.
5 Bij regeling van Onze Minister worden categorieën arbeidsbeperkten die aan de werkgever in de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid ter beschikking zijn gesteld om voor hem onder zijn toezicht en leiding arbeid te verrichten, aangewezen die overeenkomstig die regeling te stellen regels worden beschouwd als arbeidsbeperkten waarop het derde lid van toepassing is. Deze categorieën arbeidsbeperkten worden voor de toepassing van het derde lid niet geacht in dienstbetrekking te staan tot de werkgever in de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid die deze arbeidsbeperkten ter beschikking heeft gesteld.
Artikel 122na. Opschorting quotumheffing tot 2022
1 Nadat bij regeling van Onze Minister op grond van artikel 122n, eerste lid, tot invoering van de quotumheffing voor de betreffende sector is besloten, wordt de quotumheffing, in afwijking van de artikelen 38e, eerste lid, en 122n, eerste lid, niet uitgevoerd met betrekking tot kalenderjaren die zijn gelegen vóór 1 januari 2022.
2 Ten aanzien van een kalenderjaar waarover de quotumheffing op grond van het eerste lid niet wordt uitgevoerd, wordt met overeenkomstige toepassing van artikel 38f een quotumpercentage vastgesteld voor de sector overheid, onderscheidenlijk voor de sector niet-overheid.
Artikel 122o. Beëindiging uitsluiting dwangsomregeling
Artikel 38h, achtste lid, vervalt met ingang van 1 januari van het vierde kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de quotumheffing op grond van artikel 122n, eerste lid, is geactiveerd, tenzij voor die datum een voorstel van wet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is ingediend, dat een vergelijkbare regeling bevat voor de uitsluiting van de dwangsomregeling, bedoeld in artikel 38h, achtste lid.
Artikel 122p. Overgangsrecht in verband met de