Wet van 4 november 2004 tot uitvoering van de verordening van de Raad van de Europese
Unie betreffende Gemeenschapsmodellen houdende aanwijzing van de rechtbank voor het
Gemeenschapsmodel (Uitvoeringswet EG-verordening betreffende Gemeenschapsmodellen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat op grond van artikel 71, tweede lid, van
de Externe link: verordening (EG) Nr. 6/2002 van de Raad van de Europese Unie van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen
(PbEG 2002, L3) een nationale autoriteit voor het exequatur moet worden aangewezen
en op grond van artikel 80, eerste lid, van die verordening een zo gering mogelijk
aantal rechterlijke instanties moet worden aangewezen voor het beslechten van geschillen
inzake inbreuk op en geldigheid van Gemeenschapsmodellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: