Regeling Wet kinderopvang

Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 01-12-2024.
Geldend van 01-07-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 september 2004, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/KO/2004/65638, houdende nadere regels ter zake van enkele in de Wet kinderopvang geregelde onderwerpen (Regeling Wet kinderopvang)

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Paragraaf 2. Rijksbijdrage kinderopvangtoeslag buitenland

Artikel 2. Raming baten en lasten

Voor 1 oktober van elk kalenderjaar verstrekt de Sociale verzekeringsbank aan de minister in het jaarplan met begroting, bedoeld in artikel 46 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, een opgave van het totaalbedrag aan de voor het komende kalenderjaar geraamde baten en lasten met betrekking tot de kinderopvangtoeslag buitenland, uitgesplitst naar uitkeringslasten per maand en uitvoeringskosten per kalenderjaar.

Artikel 3. Betaling voorschot

  • 1 De minister stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a, van de Regeling Wfsv een periodiek voorschot op het bedrag, bedoeld in artikel 2, van:

    • a. geraamde uitkeringslasten met als valutadatum de tweeëntwintigste dag van elke maand, en

    • b. 1/12de deel van de geraamde uitvoeringskosten met als valutadatum de vijftiende dag van elke maand.

  • 2 De minister kan, na overleg met de Sociale verzekeringsbank, van de in het eerste lid, onderdelen a en b, bedoelde bedragen afwijken.

Artikel 4. Afrekening

  • 2 Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, rekent de minister de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten, met betrekking tot het desbetreffende kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.

Paragraaf 3. Regels inzake landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang

Artikel 5. Systeembeschrijving

De systeembeschrijving, bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van het Besluit registers, wordt vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 1.

Artikel 6. Taak Dienst Uitvoering Onderwijs

De Dienst Uitvoering Onderwijs wordt aangewezen als verwerker in de zin van artikel 4 van het Besluit registers.

Artikel 6a. Kosten voor inschrijving in het personenregister kinderopvang

  • 1 De door de beoogde ingeschrevene dan wel ingeschrevene te betalen kostenvergoeding voor inschrijving in het personenregister kinderopvang, bedoeld in artikel 16 van het Besluit registers, bedraagt:

    • a. indien de inschrijving door de beoogde ingeschrevene elektronisch in het personenregister kinderopvang wordt gedaan: € 12;

    • b. indien de beoogde ingeschrevene de Dienst Uitvoering Onderwijs schriftelijk verzoekt om inschrijving: € 25.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt bij de beoogde ingeschrevene dan wel ingeschrevene geen kostenvergoeding in rekening gebracht indien de inschrijving voor 1 juli 2018 wordt gedaan dan wel indien het verzoek tot inschrijving, bedoeld in het eerste lid, onder b, voor 1 juli 2018 door de Dienst Uitvoering Onderwijs is ontvangen.

Paragraaf 3a. Opleidingseisen, kwalificatie eerste hulp aan kinderen en inzet beroepskrachten in opleiding en stagiairs in de dagopvang

Artikel 7. Opleidingseisen

[Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 De beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken die voor beroepskrachten worden genoemd in de meest recent aangevangen collectieve arbeidsovereenkomst Kinderopvang voor Kindercentra en Gastouderbureaus worden aangemerkt als beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken voor een passende opleiding als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang.

  • 2 De beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken die voor pedagogisch beleidsmedewerkers worden genoemd in de meest recent aangevangen collectieve arbeidsovereenkomst Kinderopvang voor Kindercentra en Gastouderbureaus worden aangemerkt als beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken voor een passende opleiding als bedoeld in artikel 6, derde lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang.

Artikel 7a. Taaleisen meertalige kinderopvang

De houder van een kindercentrum beschikt over een kopie van een bewijsstuk waaruit blijkt dat de Duits-, Engels- of Franssprekende beroepskracht meertalige kinderopvang:

Artikel 8. Kwalificatie eerste hulp aan kinderen

  • 2 Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, vindt alleen plaats indien het certificaat slechts wordt afgegeven aan een persoon die ten minste beschikt over:

    • a. aantoonbare kennis van en inzicht in de voor het verlenen van eerste hulp relevante fysieke verschillen tussen zuigelingen, oudere kinderen en volwassenen;

    • b. aantoonbare kennis van en inzicht in het gedrag van kinderen, waaronder specifiek zuigelingen, bij ongeval en ziekte alsmede aantoonbare vaardigheid om daarop adequaat te reageren;

    • c. aantoonbare vaardigheid in het verlenen van eerste hulp aan kinderen, waaronder specifiek zuigelingen, bij veelvuldig voorkomende stoornissen in de vitale functies en plaatselijke letsels;

    • d. aantoonbare kennis van en inzicht in de gevaren die in het bijzonder kinderen, waaronder specifiek zuigelingen, bedreigen, en

    • e. aantoonbare kennis van en inzicht in de wijze waarop ongevallen bij kinderen, waaronder specifiek zuigelingen, kunnen worden voorkomen.

  • 3 Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, kan alleen plaatsvinden indien naast de criteria met betrekking tot het afgeven van het certificaat, genoemd in het tweede lid, tevens door de certificerende instantie ten minste aan het volgende is voldaan:

    • a. zij is onafhankelijk;

    • b. zij verzorgt zelf geen onderwijs met betrekking tot het te verlenen certificaat;

    • c. zij biedt zelf geen onderwijs aan met betrekking tot het te verlenen certificaat;

    • d. zij schrijft geen onderwijsmethode en onderwijsmateriaal voor met betrekking tot het te verlenen certificaat;

    • e. zij geeft zelf het certificaat af voor maximaal twee jaar;

    • f. zij ziet zelf toe op de kwaliteit van het voor het verkrijgen van het certificaat af te leggen examen, en

    • g. zij registreert zelf de behaalde certificaten en de geldigheidsduur in een register.

Artikel 9. Inzet beroepskrachten in opleiding en stagiairs

  • 2 In aanvulling op het eerste lid geschiedt de inzet van de beroepskracht in opleiding overeenkomstig een begeleidingsplan waarmee schriftelijk is ingestemd door de beroepskracht in opleiding, de praktijkbegeleider en de opleidingsbegeleider.

  • 3 Gedurende de dagopvang bestaat maximaal een derde deel van het totaal minimaal aantal op het kindercentrum in te zetten beroepskrachten, dat wordt gevormd door de optelsom van het op grond van artikel 7 van het Besluit kwaliteit kinderopvang minimaal aantal in te zetten beroepskrachten op de afzonderlijke stamgroepen, uit beroepskrachten in opleiding of stagiairs.

  • 4 In afwijking van het derde lid is het tot en met 30 juni 2026 toegestaan dat maximaal de helft van het totaal minimaal aantal op het kindercentrum in te zetten beroepskrachten bestaat uit beroepskrachten in opleiding of stagiairs.

  • 5 Bij toepassing van het vierde lid bedraagt het aantal in te zetten stagiairs maximaal een derde deel van het totaal aantal in te zetten beroepskrachten.

Paragraaf 3b. Opleidingseisen, kwalificatie eerste hulp aan kinderen en inzet beroepskrachten in opleiding en stagiairs in de buitenschoolse opvang

Artikel 9a. Opleidingseisen

[Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 De beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken die voor beroepskrachten worden genoemd in de meest recent aangevangen collectieve arbeidsovereenkomst Kinderopvang voor Kindercentra en Gastouderbureaus worden aangemerkt als beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken voor een passende opleiding als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang.

  • 2 De beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken die voor pedagogisch beleidsmedewerkers worden genoemd in de meest recent aangevangen collectieve arbeidsovereenkomst Kinderopvang voor Kindercentra en Gastouderbureaus worden aangemerkt als beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken voor een passende opleiding als bedoeld in artikel 15, derde lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang.

  • 3 In afwijking van het eerste lid worden de pedagogische modules die voor andersgekwalificeerde beroepskrachten worden genoemd in de meest recent aangevangen collectieve arbeidsovereenkomst Kinderopvang voor Kindercentra en Gastouderbureaus voor andersgekwalificeerde beroepskrachten aangemerkt als beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken voor een passende opleiding als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang.

Artikel 9aa. Taaleisen meertalige kinderopvang

De houder van een kindercentrum beschikt over een bewijsstuk waaruit blijkt dat de Duits-, Engels- of Franssprekende beroepskracht meertalige kinderopvang:

Artikel 9b. Kwalificatie eerste hulp aan kinderen

  • 2 Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, vindt alleen plaats indien het certificaat slechts wordt afgegeven aan een persoon die ten minste beschikt over:

    • a. aantoonbare kennis van en inzicht in de voor het verlenen van eerste hulp relevante fysieke verschillen tussen zuigelingen, oudere kinderen en volwassenen;

    • b. aantoonbare kennis van en inzicht in het gedrag van kinderen, waaronder specifiek zuigelingen, bij ongeval en ziekte alsmede aantoonbare vaardigheid om daarop adequaat te reageren;

    • c. aantoonbare vaardigheid in het verlenen van eerste hulp aan kinderen, waaronder specifiek zuigelingen, bij veelvuldig voorkomende stoornissen in de vitale functies en plaatselijke letsels;

    • d. aantoonbare kennis van en inzicht in de gevaren die in het bijzonder kinderen, waaronder specifiek zuigelingen, bedreigen, en

    • e. aantoonbare kennis van en inzicht in de wijze waarop ongevallen bij kinderen, waaronder specifiek zuigelingen, kunnen worden voorkomen.

  • 3 Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, kan alleen plaatsvinden indien naast de criteria met betrekking tot het afgeven van het certificaat, genoemd in het tweede lid, tevens door de certificerende instantie ten minste aan het volgende is voldaan:

    • a. zij is onafhankelijk;

    • b. zij verzorgt zelf geen onderwijs met betrekking tot het te verlenen certificaat;

    • c. zij biedt zelf geen onderwijs aan met betrekking tot het te verlenen certificaat;

    • d. zij schrijft geen onderwijsmethode en onderwijsmateriaal voor met betrekking tot het te verlenen certificaat;

    • e. zij geeft zelf het certificaat af voor maximaal twee jaar;

    • f. zij ziet zelf toe op de kwaliteit van het voor het verkrijgen van het certificaat af te leggen examen, en

    • g. zij registreert zelf de behaalde certificaten en de geldigheidsduur in een register.

Artikel 9c. Inzet beroepskrachten in opleiding, stagiairs en andersgekwalificeerde beroepskrachten

  • 2 In aanvulling op het eerste lid geschiedt de inzet van de beroepskracht in opleiding overeenkomstig een begeleidingsplan waarmee schriftelijk is ingestemd door de beroepskracht in opleiding, de praktijkbegeleider en de opleidingsbegeleider.

  • 3 Gedurende de buitenschoolse opvang bestaat maximaal een derde deel van het totaal minimaal aantal op het kindercentrum in te zetten beroepskrachten, dat wordt gevormd door de optelsom van het op grond van artikel 16 van het Besluit kwaliteit kinderopvang minimaal aantal op het kindercentrum in te zetten beroepskrachten, uit beroepskrachten in opleiding, stagiairs of andersgekwalificeerde beroepskrachten.

  • 4 In afwijking van het derde lid is het tot en met 30 juni 2026 toegestaan dat maximaal de helft van het totaal minimaal aantal op het kindercentrum in te zetten beroepskrachten bestaat uit beroepskrachten in opleiding, stagiairs of andersgekwalificeerde beroepskrachten.

  • 5 Bij toepassing van het vierde lid bedraagt het aantal in te zetten stagiairs of andersgekwalificeerde beroepskrachten maximaal een derde deel van het totaal aantal in te zetten beroepskrachten.

Paragraaf 4. Deskundigheidseisen gastouders en beroepskrachten voorschoolse educatie

Artikel 10

  • 2 In aanvulling op het eerste lid kan de minister op aanvraag besluiten een beroepsopleiding, waarvan het curriculum voor ten minste 90% vergelijkbaar is met het curriculum van een van de beroepsopleidingen, genoemd het eerste lid, onder a, of waarvan het curriculum identiek is aan het curriculum van een van de beroepsopleidingen, genoemd in het eerste lid, aan te wijzen als een beroepsopleiding waarmee de aanvrager, indien hij in het bezit is van een getuigschrift van deze beroepsopleiding, eveneens voldoet aan de in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang opgenomen eis.

  • 3 De minister stelt beleidsregels vast over de wijze waarop de aanwijzing, bedoeld in het tweede lid, plaatsvindt.

Artikel 10a

  • 1 Voor de toepassing van artikel 13, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang, worden de volgende beroepsopleidingen als beroepsopleiding, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen c, d, of e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, aangewezen:

    • a. Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang;

      Onderwijsassistent;

      Onderwijsassistent PO/SO (primair onderwijs/speciaal onderwijs);

      Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang;

      Pedagogisch Werker 3 Kinderopvang;

      Pedagogisch Werker 4 Kinderopvang;

      Pedagogisch Werker niveau 3;

      Pedagogisch Werker niveau 4;

      Sociaal-Cultureel Werker (SCW);

      Sociaal Pedagogisch Werker 3 (SPW-3);

      Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW4);

      Sport en Bewegen (niveau 3 en 4);

      Sport- en bewegingscoördinator (niveau 4);

      Sport- en bewegingsleider (niveau 3); en

      en

    • b. A verpleegkundige;

      Activiteitenbegeleider (AB);

      Activiteitenbegeleiding (AB);

      Agogisch Werk (AW);

      Agogisch Werk/Residentieel Werk (AW/RW);

      Agogisch Werk/Cultureel Werk (AW/CW);

      Akte hoofdleidster kleuteronderwijs als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte Kleuterleidster A als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte Kleuterleidster B als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte van bekwaamheid als hoofdleidster bij het kleuteronderwijs als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte van bekwaamheid als leidster aan kleuterscholen als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte van bekwaamheid als leidster bij het kleuteronderwijs als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Arbeidstherapie (AT);

      A-Verpleegkundige;

      A-verpleegster;

      A-verpleger;

      B Verpleegkundige;

      B-Verpleegkundige;

      B-verpleger;

      CIOS algemeen sportleider/ster;

      Coördinator buurt, onderwijs en sport;

      Cultureel werk (CW);

      Diploma A (ziekenverpleging);

      Diploma MHNO kinderverzorgster voor het jonge kind;

      Gespecialiseerd pedagogisch medewerker;

      Getuigschrift A (ziekenverpleging);

      Getuigschrift B (ziekenverpleging);

      Extramurale gezondheidszorg (EMGZ);

      Inrichtingswerk (IW);

      Kinderbescherming A;

      Kinderbescherming B;

      Kinderverzorging en Opvoeding;

      Kinderverzorging/Jeugdverzorging (KV/JV);

      Kinderverzorgster (KV);

      Kinderverzorging/Jeugdverzorging 2 (KV/JV 2);

      Kinderverzorging/Jeugdverzorging 3 (KV/JV 3);

      Kinderverzorgster van de centrale raad voor de kinderuitzending;

      Kleuterzorg (Federatie van medische kleuterdagverblijven in Nederland);

      Kleuterzorg, medisch kleuterdagverblijf Arnhem;

      Kultureel werk (KW);

      Leidster kindercentra (niet van OVDB);

      Leidster Kindercentra van de OVDB of onder de WEB;

      Leidster Kindercentra landelijke stg. OVDB;

      Maatschappelijke zorg (medewerker gehandicaptenzorg);

      Medewerker Gehandicaptenzorg niveau 3;

      Medewerker gehandicaptenzorg niveau 4;

      Medewerker kinderopvang, onderwijs en bewegen;

      Medewerker maatschappelijke zorg;

      Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg;

      Pedagogisch medewerker 4 kinderopvang;

      Pedagogisch medewerker Kinderopvang;

      Pedagogisch werker;

      Pedagogisch werker 3;

      Pedagogisch Werker kinderopvang;

      Pedagogisch Werker 4 Jeugdzorg;

      Pedagogisch Werker Jeugdzorg – niveau 4;

      Pedagogisch werker niveau 4 Jeugdzorg;

      Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg niveau 4;

      Residentieel Werk (RW);

      Sociaal Agogisch 2;

      Sociaal Agogisch II;

      Sociaal-agogisch II richting (MBO SA II) (semi) residentiële hulpverlening;

      Sociaal Agogisch II (MBO-SA II) afstudeerrichting Kultureelwerk;

      Sociaal Cultureel Werk;

      Sociaal Dienstverlener (SD);

      Sociaal Pedagogisch Werker;

      Sociaal Pedagogisch Werk Kinderopvang MBO niveau 3;

      Sociale Arbeid (SA, SA2 of SAII);

      Sociale Arbeid/Sociaal Dienstverlener (SA/SD);

      Sociale Dienstverlening (SD, SA, SA1 of SAI);

      Sociaal Pedagogisch Medewerker (SPW; lang of onder WEB);

      Sociaal Pedagogisch Werker (SPW; lang of onder WEB);

      Sport- en bewegingscoördinator;

      SPW lang;

      Vakopleiding Leidster kindercentra (conform de WEB);

      Verdere Scholing in Dienstverband (VSID) richting kinderdagverblijven;

      Verpleegkunde;

      Verpleegkunde A;

      Verpleegkunde B;

      Verpleegkunde Z;

      Verpleegkundige;

      Verpleegkundige Z;

      Verplegende (VP);

      Verpleging (VP);

      Verpleging A;

      Verpleging B;

      Verzorgende (VZ niveau 3 of VZ lang);

      Verzorgende beroepen (VZ);

      Verzorgende Individuele Gezondheidszorg (VIG);

      Verzorging (VZ);

      Z Verpleegkundige;

      Z-Verpleegkundige;

      Zwakzinnigenzorg.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid kan de minister op aanvraag besluiten een beroepsopleiding, waarvan het curriculum voor ten minste 90% vergelijkbaar is met het curriculum van een van de beroepsopleidingen genoemd in het eerste lid, onder a, of waarvan het curriculum identiek is aan het curriculum van een van de beroepsopleidingen, genoemd in het eerste lid, aan te wijzen als een beroepsopleiding waarmee de aanvrager, indien hij in het bezit is van een getuigschrift van deze beroepsopleiding, eveneens voldoet aan de in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang opgenomen eis.

  • 3 De minister stelt beleidsregels vast over de wijze waarop de aanwijzing, bedoeld in het tweede lid, plaatsvindt.

Artikel 10b

  • 1 Voor de toepassing van artikel 13, tweede lid, onderdeel c, van het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang, worden de volgende opleidingen als opleiding, bedoeld in artikel 7.3a, eerste of tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, aangewezen;

    • a. Culturele en Maatschappelijke vorming (CMV);

      Kunstzinnig vormende opleiding op HBO-niveau (docentenrichting binnenkunstonderwijs of kunstzinnige richting binnen lerarenopleiding);

      Leraar basisonderwijs (aan Hogeschool, PABO of IPABO);

      Leraar lichamelijke oefening (ALO);

      Pedagogiek (HBO-bachelor);

      Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH);

      Sport en Bewegen; en

    • b. Akte Muziekonderwijs A Algemene Muzikale Vorming als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte Lager onderwijs zonder hoofdakte (oude kweekschoolopleiding) als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte van bekwaamheid als hoofdonderwijzer(es) als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte van bekwaamheid als leidster of hoofdleidster bij het kleuteronderwijs als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte van bekwaamheid als onderwijzer(es) als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte van bekwaamheid als volledig bevoegd onderwijzer(es) als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte van bekwaamheid NXX (volgens de Wet op het voortgezet onderwijs) als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Aktiviteitenleidersopleiding (van Mikojel: Middeloo, Kopse Hof, Jelburg of Sittard);

      Akte van bekwaamheid N XI als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de lichamelijke oefening als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte van Bekwaamheid van de tweede graad tot het geven van voortgezet onderwijs in Textiele Werkvormen alsmede in (een ander vak) als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte van Bekwaamheid voor het geven van Lager Onderwijs in het vak Lichamelijke Oefening als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Akte van Bekwaamheid voor het geven van Lager Onderwijs in het vak Nuttige Handwerken voor Meisjes als bedoeld in bijlage I bij de Regeling bewijzen van bekwaamheid O.W.V.O. zoals deze luidde op 31 juli 2006;

      Applicatiecursus leraar basisonderwijs (als vervolg op en in combinatie met kleuterakte A/B);

      Applicatiecursus volledig bevoegd onderwijzer(es);

      Pedagogisch management Kinderopvang;

      Associate Degree Childcare;

      Associate Degree Jeugdwerker;

      Associate Degree Pedagogisch Educatief Medewerker;

      Associate Degree Kinderopvang;

      Associate Degree Onderwijsondersteuner Omgangskunde;

      Associate Degree Pedagogical Educational Assistant;

      Associate Degree Pedagogisch Professional Kind en Educatie;

      Associate Degree Sociaal Werk, met keuzemodule Opvoeden in brede context;

      Bachelor of Nursing;

      Creatieve therapie (waaronder van Mikojel: Middeloo, Kopse Hof, Jelburg of Sittard);

      Cultureel Werk (CW);

      Docent Beeldende Kunst en Vormgeving;

      Docent Dans;

      Docent Drama;

      Docent Mime;

      Docerend musicus;

      Educatieve therapie (van Mikojel: Middeloo, Kopse Hof, Jelburg of Sittard);

      Extramurale gezondheidszorg (EMGZ);

      HBO-bachelor-SPH, CMV, WMD;

      Hoger Beroepsonderwijs Bekwaamheidsonderzoek interim-wet zij-instroom primair onderwijs;

      Hogere Beroepsopleiding voor Verpleegkundigen;

      Hogere sociaal-pedagogische opleiding van leider(st)s op het terrein van jeugdvorming en volksontwikkeling (van Middeloo, Kopse Hof, Jelburg of Sittard);

      Hoofdonderwijzer;

      Inrichtingswerk (IW);

      Jeugdwelzijnswerk;

      Kinderverzorging en kinderopvoeding;

      Kinderverzorging en opvoeding;

      Kreatief Educatief Werk;

      Kunstzinnige therapie;

      Leraar lichamelijke opvoeding (b1);

      Leraar speciaal onderwijs;

      Leraar voortgezet onderwijs van eerste graad in tekenen;

      Leraar voortgezet Onderwijs van eerste graad in handvaardigheid;

      Leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in lichamelijke oefening;

      Lerarenopleiding Omgangskunde;

      Lerarenopleiding Verzorging/Gezondheidskunde;

      Lerarenopleiding Verzorging/Huishoudkunde;

      Maatschappelijk Werk (MW);

      Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD);

      Overgangsbewijs naar laatste jaar pedagogische academie;

      Pedagogiek MO-A of kandidaatsexamen Pedagogiek;

      Pedagogisch Management Kind en Educatie;

      Pedagogische Academie;

      Psychologie, met specialisatie gericht op kinderen, jeugd en/of onderwijs;

      Sociaal kunstzinnige therapie;

      Social Educational Care;

      Social Work, programma Social Educational Care;

      Social Work/Sociaal Werk, afstudeerrichting/profiel Sociaal Pedagoog;

      Social Work/Sociaal Werk, profiel Jeugd of Jeugdzorgwerker;

      Sport- en bewegingseducatie (b1);

      Toegepaste Psychologie, met specialisatie gericht op kinderen, jeugd en/of onderwijs;

      Vaktherapie (hbo);

      Verpleegkunde;

      Zij-instroom in het Beroep Leraar Primair Onderwijs;

      3e jaar deeltijd volgend Sociaal Pedagogisch Hulpverlener (SPH);

      3e jaar deeltijd volgend Cultureel Maatschappelijke vorming (CMV);

      3e jaar deeltijd volgend Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD).

  • 3 De minister stelt beleidsregels vast over de wijze waarop de aanwijzing, bedoeld in het tweede lid, plaatsvindt.

Artikel 10c

De opleidingen die voor beroepskrachten voorschoolse educatie worden genoemd in de meest recent aangevangen collectieve arbeidsovereenkomst Kinderopvang voor Kindercentra en Gastouderbureaus worden aangewezen als opleidingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

Artikel 10d. Bewijsstukken van met goed gevolg afgesloten onderricht dat in elk geval omvat eerste hulp aan kinderen bij ongevallen

  • 2 Een aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, vindt alleen plaats indien het certificaat slechts wordt afgegeven wanneer ten minste aan de volgende inhoudelijke criteria wordt voldaan:

    • a. aantoonbare kennis van en inzicht in de voor eerstehulpverlening relevante fysieke verschillen tussen zuigelingen, kinderen en volwassenen;

    • b. aantoonbare kennis van en inzicht in het gedrag van zuigelingen en kinderen bij ongeval en ziekte alsmede aantoonbare vaardigheid om daarop adequaat te reageren;

    • c. aantoonbare vaardigheid in het verlenen van eerste hulp aan zuigelingen en kinderen bij veelvuldig voorkomende stoornissen in de vitale functies en plaatselijke letsels;

    • d. aantoonbare kennis van en inzicht in de gevaren die in het bijzonder zuigelingen en kinderen bedreigen; en

    • e. aantoonbare kennis van en inzicht in de wijze waarop ongevallen bij zuigelingen en kinderen kunnen worden voorkomen.

  • 3 Een aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, kan alleen plaatsvinden indien naast de criteria met betrekking tot het certificaat, genoemd het tweede lid, tevens door de certificerende instantie ten minste aan de volgende processuele criteria is voldaan:

    • a. zij is onafhankelijk;

    • b. zij verzorgt zelf geen onderwijs met betrekking tot het te verlenen certificaat;

    • c. zij biedt zelf geen onderwijs aan met betrekking tot het te verlenen certificaat;

    • d. zij schrijft geen onderwijsmethode en onderwijsmateriaal voor met betrekking tot het te verlenen certificaat;

    • e. zij geeft zelf het certificaat af voor maximaal twee jaar;

    • f. zij ziet zelf toe op de kwaliteit van het voor het verkrijgen van het certificaat af te leggen examen; en

    • g. zij registreert zelf de behaalde certificaten en de geldigheidsduur in een register.

Artikel 10e

  • 1 Aan de Directeur-generaal van de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten en het verrichten van alle benodigde werkzaamheden, waaronder het vaststellen en ondertekenen van stukken, ter uitvoering van de bevoegdheid van de minister, genoemd in de artikelen 10, tweede lid, 10a, tweede lid en 10b, tweede lid.

  • 2 Aan de Directeur-generaal van de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken, die betrekking hebben op de afhandeling van administratieve stukken inzake klacht-, bezwaar- en beroepsprocedures, voor zover deze verband houden met de uitoefening van de bevoegdheden, genoemd in het eerste lid en met dien verstande dat de Directeur-generaal geen besluit op bezwaar neemt met betrekking tot een bezwaarschrift tegen een besluit dat de Directeur-generaal in mandaat heeft genomen.

  • 3 De Directeur-generaal van de Dienst Uitvoering Onderwijs kan met betrekking tot zijn bevoegdheden, genoemd in het eerste en tweede lid, ondermandaat, volmacht en machtiging in een door hem te bepalen omvang verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen, met dien verstande dat de Directeur-generaal geen ondermandaat verleent aan de functionaris aan wie door hem ondermandaat tot het nemen van het besluit waartegen het bezwaar zich richt, is verleend.

Paragraaf 5. Administratie van gegevens bij kindercentra en gastouderbureaus

Artikel 11. Inrichting administratie

[Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 De administratie van een kindercentrum of gastouderbureau is zodanig ingericht dat op verzoek van:

    • a. de toezichthouder, bedoeld in artikel 1.61 van de wet, tijdig de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onder a tot en met e en j en k, respectievelijk in het derde lid, kunnen worden verstrekt die voor de naleving van bij en krachtens hoofdstuk 1, afdeling 3, paragrafen 2 en 3, van de wet gegeven voorschriften van belang zijn;

    • b. de Dienst Toeslagen tijdig, de gegevens of inlichtingen over de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onder e, f, g, h en i, respectievelijk derde lid, eerste zin, voor zover betrekking hebbend op onderdeel e, en tweede zin, onder b, c, d, e, f, of h kunnen worden verstrekt die voor de aanspraak van een ouder op en de hoogte van de kinderopvangtoeslag en het voorschot daarop van belang kan zijn; of

    • c. het college tijdig, de gegevens of inlichtingen over de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onder e en f, respectievelijk derde lid, eerste zin, voor zover betrekking hebbend op onderdeel e, en tweede zin, onder b, c, d, e of f kunnen worden verstrekt die voor de aanspraak van een ouder op en de hoogte van de kinderopvangtoeslag of de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

  • 2 De administratie van een kindercentrum bevat de volgende gegevens:

    • a. een overzicht van alle personen die op grond van artikel 1.50, derde lid, van de wet over een verklaring omtrent het gedrag moeten beschikken, vermeldende in ieder geval naam, burgerservicenummer, geboortedatum, en voor wat betreft de bij het kindercentrum werkzame beroepskrachten eveneens de behaalde diploma’s en getuigschriften,

    • b. een afschrift van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, bedoeld in de artikelen 4 en 13 van het Besluit kwaliteit kinderopvang,

    • c. een overzicht van de omvang en de samenstelling van de oudercommissie, bedoeld in artikel 1.58 van de wet,

    • d. een afschrift van het reglement van de oudercommissie, bedoeld in artikel 1.59 van de wet,

    • e. een overzicht van alle ingeschreven kinderen, vermeldende per kind: naam, burgerservicenummer, geboortedatum, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en het adres en telefoonnummer van de ouders,

    • f. afschriften van alle met ouders overeengekomen schriftelijke overeenkomsten, vermeldende per overeenkomst: de soort kinderopvang waarop de overeenkomst betrekking heeft, de voor die kinderopvang te betalen prijs per uur, naam, geboortedatum en adres van het kind, het aantal uren kinderopvang per jaar en de duur van de overeenkomst,

    • g. betaalbewijzen waaruit de betalingen van de ouder aan het kindercentrum blijken,

    • h. een jaaroverzicht en maandoverzichten per ouder, met vermelding van de naam, het burgerservicenummer en de geboortedatum van de ouder, met daarin:

      • opgave van aantal uren per jaar en per maand dat per kind is afgenomen en de gemiddelde uurprijs per kind,

      • het unieke registratienummer van het kindercentrum waar de ouder gebruik van maakt;

    • i. de datum waarop de overeenkomst met de ouder is of wordt beëindigd;

    • j. een bewijsstuk van een afgerond eerste leerjaar van alle beroepskrachten in opleiding die op grond van artikel 9b van het Besluit kwaliteit kinderopvang zijn toegewezen als vaste beroepskracht, en

    • k. het begeleidingsplan, bedoeld in de artikelen 9, tweede lid, en 9c, tweede lid.

  • 3 Het tweede lid, onder a, en c tot en met e is van overeenkomstige toepassing op de administratie van een gastouderbureau. De administratie van een gastouderbureau bevat tevens de volgende gegevens:

    • a. een overzicht van alle personen die op grond van artikel 1.56b, derde lid, van de wet over een verklaring omtrent het gedrag moeten beschikken, vermeldende in ieder geval naam, burgerservicenummer, geboortedatum, en voor wat betreft de bij dat gastouderbureau aangesloten gastouders eveneens adres, postcode, woonplaats en telefoonnummer,

    • b. afschriften van alle met vraagouders overeengekomen schriftelijke overeenkomsten, vermeldende per overeenkomst: de voor de gastouderopvang te betalen prijs per uur en, indien van toepassing, de bemiddelingskosten, naam, geboortedatum, adres, postcode en woonplaats van het kind, het aantal uren gastouderopvang per kind per jaar, evenals de duur van de overeenkomst,

    • c. bankafschriften waaruit de betalingen van de vraagouder aan het gastouderbureau blijken,

    • d. bankafschriften waaruit de betalingen van het gastouderbureau aan de gastouder blijken,

    • e. een jaaroverzicht per voorziening voor gastouderopvang, met vermelding van het unieke registratienummer, de naam en de geboortedatum van de gastouder, met daarin:

      • het door het gastouderbureau aan de voorziening voor gastouderopvang betaalde bedrag per jaar,

      • het door het gastouderbureau aan de voorziening voor gastouderopvang betaalde bedrag per kind per jaar, het aantal uren afgenomen opvang per kind per jaar, de gemiddelde uurprijs per kind per jaar, en

      • de naam van de vraagouders die van de voorziening voor gastouderopvang gebruik maken onder vermelding van het burgerservicenummer van deze vraagouders,

    • f. een jaaroverzicht en de maandoverzichten per vraagouder, met vermelding van de naam, het burgerservicenummer, en de geboortedatum van de vraagouder, met daarin:

      • het aan het gastouderbureau over dat jaar te betalen bedragen per kind,

      • opgave van aantal uren per jaar en per maand dat per kind is afgenomen en de gemiddelde uurprijs per kind,

      • de voorzieningen voor gastouderopvang waar de vraagouder gebruik van maakt onder vermelding van het unieke registratienummer van deze gastouders,

    • g. een afschrift van de risico-inventarisatie, bedoeld in artikel 1.51 van de wet, en

    • h. de datum waarop de overeenkomst met de ouder is of wordt beëindigd.

  • 4 De houder van een kindercentrum of gastouderbureau kan de gegevens, bedoeld in het tweede of derde lid, op een andere plaats administreren dan op de plaats van vestiging van het kindercentrum of van het gastouderbureau, mits de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onder a tot en met e, respectievelijk in het derde lid, op verzoek van de toezichthouder, bedoeld in artikel 1.61 van de wet, bij een onderzoek onverwijld beschikbaar komen op de plaats van vestiging van het kindercentrum of van het gastouderbureau.

Paragraaf 5a. Bepalingen voor gastouderbureaus en vraagouders

Artikel 11a. Uitzondering op de kassiersfunctie

Een houder van een gastouderbureau geleidt de betalingen van vraagouders aan gastouders niet door zolang de termijn, bedoeld in 1.47b, vierde lid, van de wet van toepassing is. Binnen deze termijn vinden er geen contante betalingen plaats tussen vraagouder en gastouder.

Artikel 11b. Kostenoverzicht

In de schriftelijke overeenkomst, bedoeld in artikel 1.56, vierde lid, van de wet, geeft het gastouderbureau de vraagouder inzicht in de uitvoeringskosten en de kosten van gastouderopvang.

Artikel 11e. Uniek registratienummer

In de schriftelijke overeenkomst, bedoeld in artikel 1.56, vierde lid, van de wet, wordt het unieke registratienummer van de gastouder opgenomen.

Paragraaf 5b. Bepalingen voor kindercentra en gastouderbureaus

Artikel 11f. Betalingstermijn vraagouder

De ouder betaalt periodiek de kosten voor kinderopvang uiterlijk binnen zes kalendermaanden na afloop van het tijdvak waarover de kosten op grond van de overeenkomst worden berekend.

Paragraaf 5c. Verslag klachtenregeling kindercentra en gastouderbureaus

Artikel 11h. Verslag

De houder van een kindercentrum of een gastouderbureau stelt jaarlijks vanaf het kalenderjaar 2017 het verslag, bedoeld in artikel 1.57b, vierde lid, van de wet op, dat betrekking heeft op het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 11i. Overgangsbepaling klachtenverslag

Artikel 11h zoals dat luidde de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 augustus 2017 tot wijziging van diverse regelingen in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stcrt. 2017, 49281) blijft van toepassing op het verslag dat ziet op het kalenderjaar voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van genoemde regeling.

Paragraaf 6. Gegevensverstrekking

Artikel 12. Gegevensverstrekking college

  • 1 Het college verstrekt aan de Minister uiterlijk op 1 juli van elk kalenderjaar gegevens over de uitvoering van de aan het college bij of krachtens de wet opgedragen taken in het daaraan voorafgaande kalenderjaar, met gebruikmaking van een daartoe door de Minister vastgesteld formulier.

  • 2 Onder de opgedragen taken, bedoeld in het eerste lid, worden in ieder geval verstaan:

    • a. het uitvoeren van de registertaak van het landelijk register kinderopvang;

    • b. de behandeling van aanvragen tot registratie;

    • c. het laten uitvoeren van de verplichte onderzoeken door de toezichthouder; en

    • d. het handhaven of actie ondernemen in reactie op de door de toezichthouder geconstateerde overtredingen.

Paragraaf 7. Kinderopvang buiten Nederland

Artikel 13. Aanvraag ten behoeve van opneming in het register buitenlandse kinderopvang

[Vervallen per 01-01-2014]

Artikel 15l. Kinderopvang in het Verenigd Koninkrijk, met uitzondering van Wales

[Vervallen per 01-04-2023]

Artikel 16. Wijzigingen in het register buitenlandse kinderopvang

[Vervallen per 01-01-2014]

Paragraaf 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17. Overgangsbepaling met betrekking tot gemeentelijk verslag

De verplichting van artikel 12 geldt voor het eerst over het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop dat artikel in werking is getreden.

Artikel 17a. Gewijzigde uitvoering voor het kalenderjaar 2010

[Vervallen per 01-01-2012]

Artikel 17c

Indien een ouder op 31 december 2013 gebruik maakte van een buiten Nederland gevestigd kindercentrum of gevestigde gastouder als bedoeld in de artikelen 16a tot en met 16d, zoals deze luidden op 31 december 2013, wordt dit kindercentrum of deze gastouder voor het gebruik door deze ouder tot 1 januari 2015 aangemerkt als een in het register buitenlandse kinderopvang ingeschreven voorziening als bedoeld in artikel 1.48, eerste of tweede lid, van de wet.

Artikel 17d. Overgangsbepaling met betrekking tot de verwerking van gegevens van personen uit continue screening fase 1 in het personenregister kinderopvang

  • 1 De minister verwerkt de gegevens van de personen die op 28 februari 2018 op basis van de artikelen 9a en 9b van het Besluit registers continu gescreend worden in het personenregister kinderopvang in de periode die loopt van 1 maart 2018 tot 1 juli 2018.

Artikel 18. Tijdstip van inwerkingtreding

De Regeling Wet kinderopvang treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet kinderopvang in werking treedt.

Artikel 19. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Wet kinderopvang.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 september 2004

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

Bijlage 1. behorende bij artikel 5

Systeembeschrijving landelijk register kinderopvang.

Het landelijk register kinderopvang is in de uitvoering gerealiseerd en bijeengebracht onder de naam Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Het LRK is een centrale, door Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: DUO) beheerde, elektronische database die door een webapplicatie ter beschikking is gesteld aan alle gemeenten, die op basis van door DUO verstrekte autorisaties bevoegd zijn gegevens in het systeem in te voeren, te wijzigen of te verwijderen (via het zogenoemde Overheidsportaal). Gekoppeld aan dit Overheidsportaal is er een inkijkfunctie in de Basisregistratie personen (hierna: Brp), waarmee de gegevens van de aanvrager door de gemeenten te controleren zijn.1

Tevens is aan het LRK een toezichts- en handhavingssysteem gekoppeld: de Gemeenschappelijke Inspectieruimte (GIR). Deze GIR is via het Overheidsportaal toegankelijk voor GGD’en en gemeenten en wordt gebruikt om toezicht en handhaving te faciliteren: toezichtsgegevens kunnen makkelijk in het systeem worden vastgelegd en inspectierapporten en handhavingsbrieven kunnen worden gegenereerd. Tevens kan gemakkelijk informatie worden uitgewisseld tussen GGD en gemeente. De GIR wordt ook gebruikt bij het genereren van de jaarverantwoording door gemeenten aan de Inspectie van het Onderwijs (de tweedelijns toezichthouder).

Het LRK staat in verbinding met het toeslagensysteem van de Dienst Toeslagen, die het LRK gebruikt bij de toekenning van de kinderopvangtoeslag.

Het openbare deel van de gegevens in het LRK is via een website voor iedereen in te zien (het Publieksportaal). In het Publieksportaal kan op diverse manieren gezocht worden naar kinderopvangvoorzieningen en wordt allerlei informatie over de voorzieningen en de houders zichtbaar gemaakt. Deze informatie kan via internet ook in de vorm van een spreadsheet door iedereen worden gedownload via Open data Rijksoverheid.

Het proces rond het systeemcomplex werkt als volgt:

  • Degene die een kinderopvangvoorziening wil beginnen doet een aanvraag tot exploitatie bij de gemeente waar die voorziening gevestigd zal zijn. Die aanvraag wordt gedaan met een daartoe door de minister vastgesteld formulier.

  • De door DUO geautoriseerde gemeenteambtenaar voert de gegevens in op basis van het ingediende formulier in het systeem via het Overheidsportaal van het LRK (waarbij hij via de inkijkfunctie in de Brp de aangeleverde NAW-gegevens kan controleren).

  • De voorziening staat dan met de status ‘aangemeld’ in het LRK en is alleen zichtbaar voor gemeenten en GGD’en in het Overheidsportaal, en nog niet openbaar te zien in het Publieksportaal.

  • De gemeente laat een onderzoek doen door de GGD voordat er een besluit wordt genomen op de aanvraag. De GGD kan hierbij gebruik maken de reeds ingevoerde gegevens in LRK, die ook in de GIR staan.

  • Indien zowel de houder als de locatie aan alle eisen voldoen, kan er een positieve beschikking naar de houder worden gezonden en krijgt de voorziening met ingang van de beschikkingsdatum de status geregistreerd in het LRK.

  • Vanaf dat moment is de voorziening ook openbaar zichtbaar in het Publieksportaal, waarbij alle kinderopvangvoorzieningen zijn voorzien van een uniek, door het systeem gegenereerd registratienummer. Indien de kinderopvangvoorziening een ouderparticipatiecrèche betreft wordt het registratienummer na afloop van de aanloopperiode getoond. Het inspectierapport van de GGD wordt hierbij automatisch opgenomen op de LRK-website, zodat iedereen het kan inzien.

  • Vanaf het moment dat een kinderopvangvoorziening met de status geregistreerd in het LRK staat, bestaat er in principe recht op een kinderopvangtoeslag voor ouders die er hun kind laten opvangen. Het LRK-registratienummer moet hiertoe door de aanvragende ouders bij de Dienst Toeslagen worden aangeleverd. Voor ouders die hun kind opvangen in een ouderparticipatiecrèche is dit na afloop van de aanloopperiode.

  • De Dienst Toeslagen controleert bij iedere aanvraag van een toeslag of het aangeleverde nummer in het LRK staat en vanaf welke datum. Alleen als het nummer in het LRK

  • staat wordt een toeslag toegekend. Deze toeslag wordt direct weer stopgezet als de betreffende voorziening de status ‘niet meer geregistreerd’ krijgt in het LRK.

  • Wijzigingen in de gegevens in het LRK moeten door de houder worden doorgegeven aan de gemeente (via een door de minister vastgesteld wijzigingsformulier) en door de gemeente worden doorgevoerd in het LRK.

DUO zorgt in opdracht van de minister voor het beheer en de verdere ontwikkeling van het systeemcomplex LRK/GIR. In een jaarlijks contract met daarbij een Dienstverleningsovereenkomst en een Service Level Agreement wordt vastgelegd welke werkzaamheden DUO dient uit te voeren en welke doelen bereikt moeten worden. Iedere maand wordt door DUO gerapporteerd over het Service level en ieder kwartaal vindt op directeursniveau overleg plaats over de voortgang en het niveau van de dienstverlening.

Er is minstens eenmaal per maand overleg tussen de ketenpartners (DUO, SZW, ICT Uitvoeringsorganisatie, Vereniging Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG), GGD Nederland, Dienst Toeslagen, Inspectie van het Onderwijs) over de voortgang en over vraagstukken in de uitvoering. Tevens is er maandelijks een Change Advisory Board (hierna: CAB), met daarin voornoemde partijen, die systeemwijzigingsvoorstellen prioriteert en de opdrachtgever adviseert over de doorontwikkeling van het systeem. In principe is er een halfjaarlijkse nieuwe release, waarin eventuele wijzigingen in beleid en regelgeving en gebruikerswensen zijn verwerkt.

VNG, GGD Nederland en DUO hebben veelvuldig overleg met gebruikers van het systeem. Eventuele gewenste wijzigingen kunnen via een wijzigingsvoorstel worden ingebracht in het CAB, dat daar vervolgens over adviseert. De hele procedure van het indienen van een wijzigingsvoorstel tot de uiteindelijke wijziging van het systeem is in een beschrijving vastgelegd en maakt onderdeel uit van de Dienstverleningsovereenkomst.

DUO zorgt voor een helpdesk en een nieuwsbrief aan gebruikers en gaat met regiomanagers het land in om bij gemeenten en GGD’en de vinger aan de pols te houden en problemen voor te zijn of op te lossen. Ook zorgt DUO voor instructies en korte cursussen in het werken met het LRK en de GIR.

Systeembeschrijving register buitenlandse kinderopvang

Het beheer van het register buitenlandse kinderopvang wordt ondergebracht bij de Helpdesk Kinderopvang van DUO. Omdat door het afschaffen van de gelijkgestelde categorieën kinderopvang het aantal aanvragen tot inschrijving in het register buitenlandse kinderopvang zal toenemen, wordt ter ondersteuning van de uitvoering een compacte applicatie ingericht waarin de aanvragen en de daaruit volgende registraties worden bijgehouden. In deze applicatie wordt onder meer bijgehouden wat de status van een aanvraag is, en of en zo ja, welke brieven en beschikkingen er zijn verstuurd. Bij elke registratie wordt een identificerend nummer gegenereerd dat onder andere gebruikt wordt in de communicatie met de Dienst Toeslagen en dat ook gebruikt kan worden om gearchiveerde bewijsstukken op te vragen uit het digitaal archief van DUO.

De binnenkomende aanvragen en bewijsstukken worden in eerste instantie verzameld en handmatig verwerkt. Dit wordt onder andere zo gedaan omdat het belangrijk is de bewijsstukken fysiek te kunnen beoordelen. Nadat een beschikking is afgegeven wordt het dossier als één geheel gescand en zowel fysiek als digitaal gearchiveerd.

De regelgeving is verwerkt in werkinstructies aan de hand waarvan de Helpdesk Kinderopvang werkt. Naarmate de regeling tot meer landen wordt uitgebreid zullen ook daarvoor werkinstructies worden opgesteld.

Rond eind 2014/begin 2015 zal worden aangesloten op de bestaande koppeling tussen het LRK en de Dienst Toeslagen. De gegevens van de geregistreerde buitenlandse kinderopvanginstellingen zullen dan via een automatische koppeling worden doorgegeven naar de Dienst Toeslagen. In principe wordt aangesloten op de bestaande koppeling, maar dat gebeurt zodanig dat de berichten onderscheiden kunnen worden van de berichten die betrekking hebben op het LRK, zodat de beide stromen van elkaar gescheiden blijven. Alleen de medewerkers van de Helpdesk Kinderopvang hebben toegang tot de beheerfunctionaliteit van het register buitenlandse kinderopvang.

Bijlage 2. behorende bij artikel 15

Buitenlandse kinderopvangvoorzieningen.

Land

Regio

Soorten kinderopvang

Bewijsstukken

Uitgezonderde soorten kinderopvang

België

Vlaanderen en Brussel

Dagopvang:

• Groepsopvang

• Mini crèche

Buitenschoolse opvang:

•Gezinsopvang

•Groepsopvang

Gastouderopvang:

•Gezinsopvang

Dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang:

• Een geldige vergunning afgegeven door Regie Opgroeien of Kind en Gezin.

Buitenschoolse opvang:

• Een geldig kwaliteitslabel afgegeven door Regie Opgroeien.

 
 

Wallonië en Brussel

Dagopvang:

• Crèche

Buitenschoolse opvang:

• Accueil extrascolaire

Gastouderopvang:

• Accueillant conventionné

• Accueillant salarié

• Accueillant autonome

Dagopvang en gastouderopvang:

• Een geldige Accreditation afgegeven door l’Office de la Naissance et de l’Enfance.

Buitenschoolse opvang:

• Een geldige Attestation de qualité afgegeven door l’Office de la Naissance et de l’Enfance.

 
 

Duitstalige gemeenschap

Dagopvang:

• Kinderkrippe

Buitenschoolse opvang:

• Auβerschulische Betreuung

Gastouderopvang:

• Konventionierte Tagesmütter en Tagesväter

Dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang:

• Een geldige registratie afgegeven door Regionalzentrum für Kleinkindbetreuung.

Gastouderopvang:

• Selbständige Tagesmütter en Tagesväter

• Tagesmüterhäusser

Bulgarije

 

Dagopvang:

• Detska yasla

• детска ясла

• Detska gradina

• Kindergarden

• детска градина

Buitenschoolse opvang:

• Zanimalnja

Dagopvang (Detska gradina, kindergarden en детска градина) en buitenschoolse opvang:

• Een geldig bewijs van registratie afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd en door het Ministerie van Onderwijs.

Dagopvang (Detska yasla en детска ясла):

• Een geldig bewijs van registratie afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

 

Cyprus

 

Gastouderopvang:

• Paidofýlakas

Gastouderopvang:

• Een geldig certificate of registration, afgegeven door Social Welfare Services.

Dagopvang:

• Vrefikoi stathmoi

• Vrefokomikoi

• Paidokomikoi stathmoi

• Nipiagogeio

• Thimosio nipiagogio

• Kinodiko nipiagogio

• Ethiodiko nipiagogio

Denemarken

 

Dagopvang:

• Vuggestue

• Børnehave

Gastouderopvang:

• Dagpleje

Dagopvang en gastouderopvang:

• Een geldig bewijs van registratie afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

Buitenschoolse opvang:

• Fritidshjem eller Skolefritidsordninger

Duitsland

 

Dagopvang:

• Kindergarten

• Kinderkrippen

• Kindertageseinrichtungen

Buitenschoolse opvang:

• Hort

• Kindertageseinrichtungen für Schulkinder

Gastouderopvang:

• Kindertagespflege

• Tagesmutter en Tagesvater

• Grosstagespflege

Dagopvang en buitenschoolse opvang:

• Een geldige Betriebserlaubnis afgegeven door een plaatselijk Jugendamt of een regionale Landesjugendamt.

Gastouderopvang:

• Een geldige Erlaubnis zur Kindertagespflege of een Eignungsprüfung afgegeven door een plaatstelijk Jugendamt, een regionale Landesjugendamt of het Familien Service Büro.

 

Estland

 

Dagopvang:

• Lastesõim

• Lasteaed

Gastouderopvang:

• Lapsehoiuteenus

Dagopvang:

• Een geldige Lastesõim ja lasteaed koolitusluba of lastesõim ja lasteaed tegevusluba afgegeven door het Ministerie van Onderwijs en Onderzoek.

Gastouderopvang:

• Een geldige tegevusluba afgegeven bij het Sotsiaalkindlustusamet.

 

Finland

 

Dagopvang:

• Päiväkoti

Gastouderopvang:

• Perhepäivähoito

Dagopvang en gastouderopvang:

• Een geldig bewijs van registratie afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

Buitenschoolse opvang:

• Koulunkäynnin ulkopuolella

• Koululaisten aamu- ja iltapäivätoiminta

Frankrijk

 

Dagopvang:

• Crèches collectives

• Crèches parentales

• Micro-crèches

Buitenschoolse opvang:

• Accueil périscolaire

• Accueil extrascolaire

Gastouderopvang:

• Assistantes maternelles

• Maison des assistantes maternelles

• Crèches familiales

• Crèches à domicile

Dagopvang:

• Een geldige autorisation de fonctionnement afgegeven door de Président van het Conseil Départementale.

Buitenschoolse opvang:

• Voor een voorziening met kinderen jonger dan zes jaar geldt een Autorisation de Fonctionnement afgegeven door de Président van het Conseil Départementale.

• Voor een voorziening met kinderen van zes jaar en ouder geldt een Déclaration van de Service Départemental à la Jeunesse, à l’Engagement et aux Sports.

Gastouderopvang:

• Een geldige Agrément afgegeven door de Président van het Conseil Départementale.

 

Griekenland

 

Dagopvang:

• Vrefikoi Stathmi

• Paidikoi Stathmi

• Vrefonipiakoi Stathmi

Dagopvang:

• Een geldig Άδεια λειτουργίας Βρεφικού, Βρεφονηπιακού ή Παιδικού Σταθμού afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

Dagopvang:

• Nipiagogeia

• Νηπιαγωγεία

Buitenschoolse opvang:

• Κέντρο Δημιουργικής Απασχόλησης

Gastouderopvang:

• Νταντάδες της γειτονιάς

Hongarije

 

Dagopvang:

• Bölcsőde

• Mini bölcsőde

• Munkahelyi bölcsőde

• Óvada

Gastouderopvang:

• Családi bölcsőde

Dagopvang en gastouderopvang:

• Een geldige Müködési engedély afgegeven door Emberi Eröforrások Minisztériuma.

 

Ierland

 

Dagopvang:

• Crèche

• Nursery

• Pre-school

• Playschool

• Naíonrai

Gastouderopvang:

• Notifiable childminders

Dagopvang en gastouderopvang:

• Een geldige national registration certificate afgegeven door Tusla.

 

IJsland

 

Gastouderopvang:

• Dagforeldri

• Daggæsla í heimahúsi

• Samvinna tveggja eða fleiri dagforeldra

Gastouderopvang:

• Een geldige Starfsleyfi afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

Dagopvang:

• Leikskólar

Buitenschoolse opvang:

• Lengd viðvera

• Frístundaheimili

Italië

 

Dagopvang:

• Asilo Nidi

• Nidi d’infanzia

Buitenschoolse opvang:

• Initiatieven voor buitenschoolse opvang

Gastouderopvang:

• Servizio educativo in contest domicilliare

Dagopvang en gastouderopvang:

• Een geldige Autorizzazione al funzionamento of Accreditamento afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

Buitenschoolse opvang:

• Een bewijs van registratie afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

Dagopvang:

• Scuola dell’infanzia

Kroatië

 

Gastouderopvang:

• Dadilja

Gastouderopvang:

• Een geldige registratie in het Imenik dadilja, afgegeven door het Centar za socijalnu skrb.

Dagopvang:

• Jaslice

• Dječje vrtić

Letland

 

Gastouderopvang:

• Bērnu uzraudzības pakalpojuma sniedzējs

• Bērnu rotaļu un attīstības centri

Gastouderopvang:

• Een geldige Bērnu uzraudzības pakalpojuma sniedzēja reģistrācijas apliecība afgegeven door het State Education Quality Service.

Dagopvang

• Bērnudārzi

• Pirmsskolas izglītības iestāde

Liechtenstein

 

Dagopvang:

• Kindertagesstätten

Buitenschoolse opvang:

• Tagesstrukturen

Gastouderopvang:

• Tagesfamilien

Dagopvang en buitenschoolse opvang:

• Een geldige Verfügung afgegeven door de Amt für Soziale Dienste.

Gastouderopvang:

• Voor een voorziening met een opvangtijd voor meer dan 40 uur per maand geldt een geldige Verfügung afgegeven door de Amt für Soziale Dienste.

• Voor een voorziening met een opvangtijd voor minder dan 40 uur per maand geldt een geldige registratie bij het Eltern Kind Forum.

 

Litouwen

     

Dagopvang:

• Vaiku darželis

• Vaikų lopšelis-darželis

Buitenschoolse opvang:

• Popamokinė veikla

Luxemburg

 

Dagopvang:

• Service d’éducation et d’accueil

• Crèche

Gastouderopvang:

• Assistante parentale

Aanvullende vorm van opvang:

• Minicrèche

Dagopvang, gastouderopvang en aanvullende opvang:

• Een geldige agrément, afgegeven door het Ministère de l’Education Nationale, de l’Enfance et de la Jeunesse.

Buitenschoolse opvang:

• Service d’éducation et d’accueil

• Maison relais

• Foyer de jour

Malta

     

Dagopvang:

• Day care center

• Kindergarten

Buitenschoolse opvang:

• Klabb

Gastouderopvang

• Home based childcare

Noorwegen

 

Dagopvang:

• Barnehage

Gastouderopvang:

• Familiebarnehage

Dagopvang en gastouderopvang

• Een bewijs van registratie afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

Buitenschoolse opvang:

• Skolefritidsordning

Oostenrijk

 

Dagopvang:

• Kinderkrippen

Kindergärten

Gastouderopvang:

• Tageseltern

Dagopvang:

• Een geldig Bescheid van de gemeente of regio waar de voorziening is gevestigd.

Gastouderopvang:

• Een geldige Bewilligung zur Betreuung von Tageskindern van de gemeente is gevestigd.

Buitenschoolse opvang:

• Horte

Polen

 

Dagopvang:

• Zlobek

Gastouderopvang:

• Dzienny Opiekun

Dagopvang:

• Een geldige Zaświadczenie nr.... o wpisie do rejestru żłobków afgegeven door de gemeente.

Gastouderopvang:

• Een geldige Zaświadczenie nr.... o wpisie do rejestru żłobków predszkoli, klubów dziecięcych afgegeven door de gemeente.

Dagopvang:

• Predszkole

Buitenschoolse opvang:

Swietlica

Portugal

 

Dagopvang:

• Crèche

Buitenschoolse opvang:

• Activades de Tempos Livres

Gastouderopvang:

• Amas

• Crèches familiaires

Dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang:

• Een geldige Licença/alvará de funcionamento afgegeven door het Instituto da Segurança Social.

 

Roemenië

 

Dagopvang en buitenschoolse opvang:

• Creșă

• Daycare centers

Dagopvang en buitenschoolse opvang:

• Een geldig bewijs van registratie afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

Dagopvang:

• Grădinița

Slovenië

 

Dagopvang:

• Vrtci

Gastouderopvang:

• Vzgojno-varstvena družina

• Varuh predšolskih otrok

Dagopvang en gastouderopvang:

• Een geldig bewijs van registratie afgegeven door het Ministrstvo za Izobraževanje, Znanost in Šport.

Buitenschoolse opvang:

• Popoldansko varstvo

• Podaljšano bivanje

Slowakije

 

Dagopvang:

• Detské jasle

• Zariadenia starostlivosti o deti do troch rokov veku dieťaťa

Gastouderopvang:

• Detská skupina

Dagopvang en gastouderopvang:

• Een geldige Registrácia sociálnych služieb afgegeven door de gemeente waar de voorziening van de wet is gevestigd.

Dagopvang:

• Materská škola

Spanje

 

Gastouderopvang:

• Atención a menores de tres años en domicilios particulares de cuidadores

Gastouderopvang:

• Een geldig bewijs van registratie afgegeven door de regio waar de voorziening is gevestigd.

Dagopvang:

• Escuala de education infantile

• Guardlla infantile

• Centro de educatión infantile y primaria

Tsjechië

 

Dagopvang:

• Dětská skupina

Gastouderopvang:

• Mikrojesle

Dagopvang en gastouderopvang:

• Een geldig bewijs van registratie afgegeven door het Ministerie van Arbeid en Sociale Zaken.

Dagopvang:

• Zařízení pro péči o děti do 3 let

• Mateřské školy

Verenigd Koninkrijk

Engeland

Dagopvang:

• Day care center

• Nursery

• Kindergartens

• Early childhood centers

Gastouderopvang:

• Childminder

Dagopvang en gastouderopvang:

• Een geldig certificate of registration afgegeven door Ofsted.

Buitenschoolse opvang:

• Out of School Hours Care

 

Noord-Ierland

Dagopvang:

• Day nurseries

• Playgroups

• Crèches

Buitenschoolse opvang:

• Out of School Care

Gastouderopvang:

• Childminders

• Approved home childcare

Dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang:

• Een geldig certificate of registration afgegeven door Health and Social Care Trust.

 
 

Schotland

Dagopvang:

• Early learning and child care

Buitenschoolse opvang:

• Out of School Care

Dagopvang en buitenschoolse opvang: • Een geldig certificate of registration afgegeven door Care Inspectorate.

Gastouderopvang:

• Childminder

 

Wales

Dagopvang:

• Day nurseries

• Nursery schools

• Children’s centres

Family centres

• Cychoedd meinthrin

• Playgroups

• Wrap around care

Buitenschoolse opvang:

• Out of School Care

Gastouderopvang:

• Childminders

Dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang:

• Een geldig certificate of registration afgegeven door Care Inspectorate Wales.

 

Zweden

 

Dagopvang:

• Förskola

Buitenschoolse opvang:

• Förskoleklass och fritidshem

Gastouderopvang:

• Pedagogisk omsorg

• Familjedaghem

Dagopvang:

• Een geldige Tillstånd att bedriva fristående förskola afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

Buitenschoolse opvang:

• Een geldige Tillstånd att bedriva fristående förskola afgegeven door de Skolinspektionen en de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

Gastouderopvang:

• Een geldig bewijs van registratie afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

 

Zwitserland

 

Dagopvang:

• Kindertagesstätten

• Kinder-betreuungsinstitutionen

• Crèches

• Nidi

Gastouderopvang:

• Tagesfamilienbetreuung

• Accueil familial de jour

• Accoglienza nelle famiglie diurne

Dagopvang:

• Een geldige Betriebsbewilligung of Verfügung afgegeven door het kanton of de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

Gastouderopvang:

• Een geldig bewijs van registratie of aanmelding, afhankelijk van het kanton, afgegeven door de gemeente waar de voorziening is gevestigd.

Buitenschoolse opvang:

• Schulergänzende Betreuung

• Hort

• Freizeitbetreuung

• Accueil parascolaire

• Garderie

• Accoglienza extrascolastica

• Centro extrascolastico

  1. Voor de inwerkingtreding van de Wet basisadministratie personen (Stb. 2013, 315) is deze administratie aangeduid met het begrip ‘gemeentelijke basisadministratie’. ^ [1]