Hoofdstuk 2. De erkenning van een buiten Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap
[Vervallen per 01-01-2012]
Artikel 2
[Vervallen per 01-01-2012]
2 Een buiten Nederland ten overstaan van een diplomatieke of consulaire ambtenaar aangegaan geregistreerd partnerschap dat voldoet aan de vereisten van het recht van de staat die die ambtenaar vertegenwoordigt, wordt als rechtsgeldig erkend tenzij het aangaan in de staat waar zij plaatsvond niet was toegestaan.
Artikel 3
[Vervallen per 01-01-2012]
Ongeacht artikel 2 wordt aan een buiten Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap erkenning onthouden, indien deze erkenning onverenigbaar zou zijn met de openbare orde.
Artikel 4
[Vervallen per 01-01-2012]
De artikelen 2 en 3 zijn van toepassing, ongeacht of over de erkenning van de rechtsgeldigheid van een geregistreerd partnerschap als hoofdvraag, dan wel als voorvraag in verband met een andere vraag wordt beslist.
Hoofdstuk 4. Het partnerschapsvermogensregime
[Vervallen per 01-01-2012]
Artikel 6
[Vervallen per 01-01-2012]
4 De partners kunnen echter, ongeacht of zij tot de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, zijn overgegaan, met betrekking tot het geheel of een gedeelte van de onroerende zaken het recht aanwijzen van de plaats waar die zaken zijn gelegen, mits dit rechtsstelsel het instituut van het geregistreerd partnerschap kent. Zij kunnen eveneens bepalen dat op onroerende zaken die later worden verkregen, het recht van de plaats waar die zaken zijn gelegen van toepassing zal zijn, mits dit rechtsstelsel het instituut van het geregistreerd partnerschap kent.
Artikel 7
[Vervallen per 01-01-2012]
2 Indien het geregistreerd partnerschap buiten Nederland is aangegaan en de partners vóór het geregistreerd partnerschap het toepasselijke recht niet hebben aangewezen, wordt hun partnerschapsvermogensregime beheerst door het recht, met inbegrip van het internationaal privaatrecht, van de staat waar het geregistreerd partnerschap is aangegaan.
Artikel 8
[Vervallen per 01-01-2012]
4 De partners kunnen echter, ongeacht of zij tot de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid of artikel 6, zijn overgegaan, met betrekking tot het geheel of een gedeelte van de onroerende zaken het recht aanwijzen van de plaats waar die zaken zijn gelegen, mits dit rechtsstelsel het instituut van het geregistreerd partnerschap kent. Zij kunnen eveneens bepalen dat op onroerende zaken die later worden verkregen, het recht van de plaats waar die zaken zijn gelegen van toepassing zal zijn, mits dit rechtsstelsel het instituut van het geregistreerd partnerschap kent.
Artikel 9
[Vervallen per 01-01-2012]
1 Het recht dat op grond van de bepalingen van deze wet van toepassing is op het partnerschapsvermogensregime van een in Nederland of buiten Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap, blijft van toepassing zolang de partners geen ander toepasselijk recht hebben aangewezen, zelfs in geval van wijziging van hun nationaliteit of gewone verblijfplaats.
2 Het recht dat de partners rechtsgeldig als toepasselijk hebben aangewezen op het partnerschapsvermogensregime van hun buiten Nederland aangegane geregistreerd partnerschap, blijft van toepassing zolang de partners geen ander toepasselijk recht hebben aangewezen, zelfs in geval van wijziging van hun nationaliteit of gewone verblijfplaats.
Artikel 10
[Vervallen per 01-01-2012]
De voorwaarden voor de wilsovereenstemming van de partners inzake het recht dat zij als toepasselijk aanwijzen op hun partnerschapsvermogensregime, worden door dat recht bepaald.
Artikel 11
[Vervallen per 01-01-2012]
De aanwijzing van het toepasselijke recht op het partnerschapsvermogensregime moet uitdrukkelijk zijn overeengekomen of ondubbelzinnig voortvloeien uit partnerschapsvoorwaarden.
Artikel 12
[Vervallen per 01-01-2012]
Partnerschapsvoorwaarden zijn, wat de vorm betreft, geldig indien zij in overeenstemming zijn, hetzij met het interne recht dat van toepassing is op het partnerschapsvermogensregime, hetzij met het interne recht van de plaats waar zij zijn aangegaan. Zij dienen in elk geval te worden neergelegd in een gedagtekend en door beide partners ondertekend schriftelijk stuk.
Artikel 13
[Vervallen per 01-01-2012]
Een uitdrukkelijk overeengekomen aanwijzing van het op het partnerschapsvermogensregime toepasselijke recht dient te geschieden in de vorm welke voor partnerschapsvoorwaarden is voorgeschreven, hetzij door het aangewezen interne recht, hetzij door het interne recht van de plaats waar die aanwijzing geschiedt. De aanwijzing dient in elk geval te worden neergelegd in een gedagtekend en door beide partners ondertekend schriftelijk stuk.
Artikel 14
[Vervallen per 01-01-2012]
De gevolgen van het partnerschapsvermogensregime ten aanzien van een rechtsbetrekking tussen een partner en een derde worden beheerst door het recht dat op het partnerschapsvermogensregime toepasselijk is.
Artikel 15
[Vervallen per 01-01-2012]
Een partner wiens partnerschapsvermogensregime wordt beheerst door vreemd recht, kan in het in artikel 116 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde register een notariële akte doen inschrijven, inhoudende een verklaring dat het partnerschapsvermogensregime niet wordt beheerst door het Nederlandse recht.
Artikel 16
[Vervallen per 01-01-2012]
1 Een derde die tijdens het geregistreerd partnerschap een rechtshandeling heeft verricht met een partner wiens partnerschapsvermogensregime wordt beheerst door vreemd recht kan, indien zowel hij als de beide partners ten tijde van die rechtshandeling hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden, voor de uit die rechtshandeling voortvloeiende schuld ook na de beëindiging van het geregistreerd partnerschap verhaal nemen alsof tussen de partners naar Nederlands recht algehele gemeenschap van goederen bestond.
Artikel 17
[Vervallen per 01-01-2012]
Heeft een der partners, door de toepassing op een buitenslands gelegen vermogensbestanddeel van een krachtens het internationaal privaatrecht van het land van ligging aangewezen recht, ten opzichte van de andere partner een voordeel genoten dat hem niet zou zijn toegekomen indien het op grond van deze wet aangewezen recht zou zijn toegepast, dan kan die andere partner daarvan verrekening of vergoeding vorderen bij de in verband met de beëindiging of wijziging van het partnerschapsvermogensregime tussen de partners plaats vindende afrekening.
Artikel 18
[Vervallen per 01-01-2012]
Artikel 92, derde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is uitsluitend van toepassing terzake van verhaal dat in Nederland wordt uitgeoefend op:
a. een partner wiens partnerschapsvermogensregime wordt beheerst door het Nederlandse recht, of
b. een partner op wie ingevolge het bepaalde in artikel 16 van deze wet verhaal mogelijk is.
Artikel 19
[Vervallen per 01-01-2012]
Het bepaalde in artikel 119 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing indien de partners een ander recht op hun partnerschapsvermogensregime aanwijzen dan het recht dat tevoren daarop toepasselijk was.
Artikel 21
[Vervallen per 01-01-2012]
Of een partner bij beëindiging van het geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden of door ontbinding recht heeft op een gedeelte van de door de andere partner opgebouwde pensioenrechten, wordt beheerst door het recht dat van toepassing is op het partnerschapsvermogensregime van de partners, behoudens het bepaalde in artikel 1, zevende lid, van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.