Het op 2 juli 1973 tussen Nederland en Israël gesloten verdrag tot het vermijden van
dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot
belastingen naar het inkomen en het vermogen, zoals gewijzigd bij Protocol van 16
januari 1996 (Trb. 1996, 30), bevat in artikel 26, onderdeel A, vierde en vijfde lid,
bepalingen op grond waarvan inwoners van Nederland in aanmerking kunnen komen voor
een tax sparing credit voor Israëlische dividenden, rente en royalties.
In bovenvermeld belastingverdrag en het daarbij behorende wijzigingsprotocol (Artikel
II) zijn Nederland en Israël overeengekomen dat in het jaar 2000 tussen beide landen
overleg zou plaatsvinden ten einde te onderzoeken of, in het licht van de dan heersende
omstandigheden, daaronder begrepen de belastingwetgeving van Nederland en Israël en
de dan bestaande economische en andere omstandigheden in Israël, de noodzaak bestaat
om de tax sparing credit bepalingen te wijzigen. Daarbij is opgenomen dat, indien
Nederland en Israël na het verstrijken van twee jaren vanaf het begin van vorenbedoeld
overleg geen overeenstemming zouden hebben bereikt dat het, in het licht van bovengenoemde
omstandigheden en de overige bepalingen van het verdrag, gerechtvaardigd is de toepassing
van de tax sparing credit bepalingen in hun huidige of enigerlei gewijzigde vorm voort
te zetten, elke partij de ander kennis mag geven van de opzegging van eerstgenoemde
bepalingen. In dat geval houden de betreffende tax sparing credit bepalingen zes maanden
na de datum van die kennisgeving op van toepassing te zijn.
Het op basis van het voorgaande sinds 29 mei 2000 opgestarte overleg tussen Nederland
en Israël heeft – ook na verlenging van de overlegperiode – niet tot overeenstemming
geleid in de hiervoor bedoelde zin. Nederland heeft derhalve Israël kennis gegeven
van de opzegging van de tax sparing credit bepalingen. De vereiste opzeggingstermijn
is inmiddels verstreken. De bepalingen van artikel 26, vierde en vijfde lid van het
belastingverdrag Nederland-Israël zijn met ingang van 1 juni 2004 niet meer toepasbaar.