Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet economische delicten moeten worden aangepast aan richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 juni 2000 betreffende
bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name
de elektronische handel, in de interne markt;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
[Red: Wijzigt het Burgerlijk Wetboek.]
[Red: Wijzigt het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.]
[Red: Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.]
[Red: Wijzigt de Wet op de economische delicten.]
-
1 Diensten van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 15d, derde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, voldoen aan de daarvoor in de lidstaat van de Europese Unie van vestiging van de
dienstverlener geldende bepalingen die vallen binnen het gecoördineerd gebied als
bedoeld in Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 8 juni 2000,
betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij,
met name de elektronische handel, in de interne markt.
-
5 Het eerste lid is niet van toepassing op de gebieden vermeld in de bijlage bij Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 8 juni 2000,
betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij,
met name de elektronische handel, in de interne markt.
-
7 In gevallen waarin in verband met de in het zesde lid, onder a, genoemde belangen
onverwijld moet worden opgetreden, kan worden afgeweken van het zesde lid, onder c.
In dat geval worden de Europese Commissie en de desbetreffende lidstaat onverwijld
in kennis gesteld van de genomen maatregelen en van de redenen waarom van het zesde
lid, onder c, is afgeweken.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Deze wet wordt aangehaald als: Aanpassingswet richtlijn inzake elektronische handel.