Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen

Geraadpleegd op 30-04-2024.
Geldend van 19-05-2004 t/m 28-02-2005

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 10 mei 2004, nr. WJZ 4028595, houdende regels met betrekking tot universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen (Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op:

Richtlijn nr. 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische- communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn) (PbEG L 108);

Richtlijn nr. 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (PbEG L 201); en

– de artikelen 7.1, derde lid, 7.3, 9.4, eerste lid, en 11.9, tweede lid, van de Telecommunicatiewet en de artikelen 2.5, derde lid, onderdeel b, 2.11 en 3.5 van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1.1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. besluit: Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen;

  • b. geografisch nummer: nummer dat in een krachtens artikel 4.1 van de wet vastgesteld nummerplan bestemd is als een geografisch nummer;

  • c. netnummergebied: gebied binnen Nederland dat wordt aangekozen met eenzelfde geografisch nummer;

  • d. basistariefgebied: netnummergebied en de direct aan dat netnummergebied grenzende netnummergebieden;

  • e. piekuren: maandag tot en met vrijdag van 8.00 uur tot 20.00 uur;

  • f. daluren: maandag tot en met vrijdag van 0.00 uur tot 8.00 uur en van 20.00 uur tot 24.00 uur, en zaterdag en zondag van 0.00 uur tot 24.00 uur.

§ 2. Universele dienstverlening

Artikel 2.1

  • 2 De in artikel 2.5, derde lid, onderdeel b, van het besluit bedoelde gebruiksafhankelijke tarieven mogen voor oproepen naar abonnees waaraan een geografisch nummer in gebruik is gegeven:

    • a. binnen het basistariefgebied ten hoogste € 0,104 per minuut bedragen in de piekuren met een starttarief van ten hoogste € 0,052 per gesprek, en ten hoogste € 0,052 per minuut in de daluren met een starttarief van ten hoogste € 0,052 per gesprek;

    • b. buiten het basistariefgebied ten hoogste € 0,314 per minuut bedragen in de piekuren met een starttarief van ten hoogste € 0,052 per gesprek, en ten hoogste € 0,156 per minuut in de daluren met een starttarief van ten hoogste € 0,052 per gesprek.

  • 3 De in dit artikel genoemde tarieven zijn inclusief omzetbelasting.

Artikel 2.2

  • 1 De aanbieder van openbare telefoondiensten op een vaste locatie die krachtens artikel 9.2 van de wet is aangewezen verstrekt, onverminderd het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 11 van de wet, op verzoek van zijn abonnee een gespecificeerde rekening van de kosten voor het gebruik van de openbare telefoondienst op een vaste locatie.

  • 2 De aanbieder, bedoeld in het eerste lid, kan slechts een redelijke vergoeding voor een gespecificeerde rekening vragen van de abonnee indien deze rekening meer gespecificeerd is dan het in artikel 2.3 bepaalde basisniveau van specificatie.

  • 3 Gesprekken die voor de oproepende abonnee kosteloos zijn worden niet op de gespecificeerde rekening van de oproepende abonnee vermeld.

Artikel 2.3

Het in artikel 2.2 bedoelde basisniveau van specificatie van rekeningen voor het gebruik van de openbare telefoondienst op een vaste locatie omvat:

  • a. de periode waarop de rekening betrekking heeft;

  • b. de contractsvorm;

  • c. de kosten voor aansluiting of verandering van de aansluiting;

  • d. per oproep:

    • 1°. de totale kosten;

    • 2°. het toegepaste tarief dan wel het gemiddelde tarief;

    • 3°. het opgeroepen nummer met dien verstande dat indien het een nummer betreft van een abonnee die gebruik heeft gemaakt van een aan hem geboden mogelijkheid tot afscherming van diens nummer op nota’s die voor geleverde elektronische communicatiediensten worden uitgebracht, de vermelding van het opgeroepen nummer plaatsvindt onder afscherming van de laatste vier cijfers van dat nummer;

    • 4°. de datum waarop deze heeft plaatsgevonden;

    • 5°. de aanvangstijd; en

    • 6°. de duur;

  • e. de kosten per geleverde additionele dienst alsmede de datum van levering;

  • f.  het totaal aantal oproepen en de totale kosten die voor de oproepen in rekening worden gebracht;

  • g.  het totale bedrag van de rekening, onder vermelding van het toepasselijke tarief voor omzetbelasting alsmede het totale bedrag dat aan omzetbelasting moet worden betaald.

Artikel 2.4

  • 1 De aanbieder van openbare telefoondiensten op een vaste locatie die krachtens artikel 9.2 van de wet is aangewezen blokkeert op verzoek van zijn abonnee bepaalde categorieën uitgaande gesprekken of oproepen naar bepaalde categorieën nummers.

  • 2 De blokkering geschiedt kosteloos.

Artikel 2.5

  • 1 De aanbieder van openbare telefoondiensten op een vaste locatie die krachtens artikel 9.2 van de wet is aangewezen, treft jegens een abonnee die zijn rekening geheel of gedeeltelijk niet betaalt uitsluitend maatregelen die in verhouding staan tot de ernst van de wanbetaling, die niet-discriminerend zijn en die vooraf op genoegzame wijze zijn bekendgemaakt.

  • 2 Bij de in het eerste lid bedoelde maatregelen:

    • a. blijft een beperking van de dienstverlening, voor zover dat technisch mogelijk is, beperkt tot die delen van de dienstverlening waarvoor een betalingsachterstand bestaat, tenzij er sprake is van fraude of aanhoudend te laat of niet betaalde rekeningen door de abonnee, en

    • b. gaat de aanbieder niet over tot beperking van de dienstverlening of verbreking van de aansluiting, dan nadat de abonnee van het voornemen tot beperking of afsluiting op genoegzame wijze op de hoogte is gesteld en hem een redelijke termijn is gegund om alsnog aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen.

§ 3. Eindgebruikersbelangen

Artikel 3.1

  • 1 Als categorie van openbare elektronische communicatiediensten als bedoeld in artikel 7.1, derde lid, van de wet wordt aangewezen: openbare elektronische communicatiediensten die door middel van openbare betaaltelefoons worden aangeboden.

Artikel 3.2

  • 1 Een aanbieder van een openbare telefoondienst maakt aan eindgebruikers op genoegzame wijze informatie bekend over de volgende onderwerpen:

    • a. de naam en het adres van de hoofdvestiging van de aanbieder;

    • b. het aanbod, waarbij ten minste wordt aangegeven:

      • 1°. welke diensten onder de aansluitvergoeding en het periodieke abonnementsgeld vallen;

      • 2°. de tarieven, daaronder begrepen tarieven voor onderhoud en standaardkortingen en bijzondere en gerichte tariefregelingen;

      • 3°. de door de aanbieder aangeboden onderhoudsdiensten;

      • 4°. het door de aanbieder gevoerde schadevergoedings- en terugbetalingsbeleid met inbegrip van bijzonderheden omtrent de gehanteerde schadevergoedings- en terugbetalingsregelingen;

      • 5°. de door de aanbieder gehanteerde algemene voorwaarden, met inbegrip van de minimale periode waarvoor een overeenkomst kan worden aangegaan;

    • c. de mogelijkheden van geschillenbeslechting als bedoeld in de artikelen 12.1 en 12.9 van de wet, alsmede de door de aanbieder opgestelde regelingen voor geschillenbeslechting.

  • 2 Een aanbieder van een carrierdienst maakt aan consumenten op genoegzame wijze informatie bekend over de in het eerste lid bedoelde onderwerpen.

Artikel 3.3

  • 2 Aanbieders van openbare telefoonnetwerken of openbare telefoondiensten stellen de gegevens en signalen beschikbaar die noodzakelijk zijn om grensoverschrijdende nummeridentificatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel cc, onder 1°, van de wet binnen de Europese Unie mogelijk te maken.

  • 3 Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op aanbieders van carrierdiensten, met dien verstande dat de verplichtingen alleen gelden indien de eindgebruiker een consument is.

  • 4 Aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken die worden gebruikt om carrierdiensten aan te bieden treffen de maatregelen die nodig zijn om de aanbieders van die diensten in staat te stellen de verplichtingen, bedoeld in het derde lid, na te komen.

  • 5 De verplichtingen, bedoeld in het derde en vierde lid, gelden niet voor zover het technisch niet uitvoerbaar dan wel economisch niet haalbaar is om die verplichtingen na te komen.

§ 4. Nummeridentificatie

Artikel 4.1

In deze paragraaf wordt onder aanbieder verstaan: een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een openbare elektronische communicatiedienst die door middel van dat netwerk of als onderdeel van die dienst nummeridentificatie aanbiedt.

Artikel 4.2

Een aanbieder biedt de in artikel 11.9, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, van de wet genoemde mogelijkheid kosteloos aan. Een aanbieder is echter bevoegd van een abonnee een redelijke vergoeding voor het gebruik van deze mogelijkheid te verlangen, indien herhaald gebruik zonder redelijk doel door de abonnee daartoe aanleiding geeft.

Artikel 4.3

Een aanbieder richt de in artikel 11.9, eerste lid, van de wet bedoelde mogelijkheden zodanig in, dat het gebruik, de bediening of de inwerkingstelling daarvan van eenvoudige aard is.

Artikel 4.4

  • 2 Een aanbieder draagt er zorg voor dat de in artikel 11.9, eerste lid, onder b, bedoelde mogelijkheden beschikbaar zijn voor oproepen gedaan uit andere landen naar in Nederland aanwezige netwerkaansluitpunten.

Artikel 4.5

Onverminderd artikel 3.2, draagt een aanbieder er zorg voor dat voor eenieder op genoegzame wijze informatie beschikbaar is met betrekking tot nummeridentificatie, de daarbij geboden mogelijkheden tot weigering en blokkering van deze faciliteit, en de financiële aspecten daarvan.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 mei 2004

De

Minister van

Economische Zaken

L.J. Brinkhorst

Naar boven