Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 juni 2003, nr. MJZ2003048943, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel 5, eerste lid, van richtlijn nr. 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 september 2000 betreffende autowrakken (PbEG L 269) en de artikelen 10.15, eerste lid, en 10.17, eerste lid, van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 8 augustus 2003, nr. W08.03.0214/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 december 2003, nr. MJZ 2003120206, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan: