Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Toekomstige tekst van 01-01-2026 t/m 31-12-2026.
Ga naar eerste onderdeel, gewijzigd per 01-01-2026.

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 16 oktober 2003, nr. W&B/WWB/2003/78560, Directie Werk en Bijstand, houdende nadere regels terzake van enkele in de Wet werk en bijstand en het Besluit WWB geregelde onderwerpen (Regeling WWB)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 31, tweede lid, onderdeel l, en vierde lid, 75, 77, derde lid, en 78, tweede lid, van de Wet werk en bijstand, 10, vierde lid, van het Besluit WWB, en 4.1, vijfde lid, van het Besluit SUWI;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • b. wet: Participatiewet;

  • c. vangnetuitkering: de vangnetuitkering, bedoeld in artikel 74 van de wet;

  • d. toetsingscommissie: de toetsingscommissie vangnet Participatiewet, bedoeld in artikel 73 van de wet;

  • e. IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • f. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • g. Bbz 2004: Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.

§ 2. Beeld van de uitvoering

Artikel 2. Verslag over de uitvoering en accountantsverklaring

[Vervallen per 01-01-2009]

Artikel 3. Geen accountantsverklaring

[Vervallen per 01-01-2007]

Artikel 4. Beeld van de uitvoering

  • 1 Het beeld van de uitvoering, bedoeld in de artikelen 77, tweede lid, van de wet, 54, eerste lid, van de IOAW en 54, eerste lid, van de IOAZ, wordt voor 1 maart van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop het beeld van de uitvoering betrekking heeft door de minister ontvangen.

  • 2 Het beeld van de uitvoering wordt ingediend onder gebruikmaking van een formulier dat door de minister elektronisch beschikbaar wordt gesteld.

  • 3 Indien het beeld van de uitvoering, bedoeld in het eerste lid, niet op de in het eerste lid genoemde datum is ontvangen, schort de minister de betaling van de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de wet voor het lopende vergoedingsjaar op met ingang van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarop de ontvangsttermijn is verlopen, doch niet gedurende de periode waarover door de minister aan het college in geval van overmacht uitstel is verleend.

  • 4 De betaling van de uitkering wordt hervat op de vijftiende van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin het beeld van de uitvoering, bedoeld in het eerste lid, is ontvangen door de minister. Indien daarvoor naar het oordeel van de minister een noodzaak bestaat, kan, na ontvangst van het beeld van de uitvoering, de betaling van de uitkering op een eerdere datum worden hervat, waarbij kan worden afgeweken van het betaalmoment, bedoeld in artikel 5, eerste lid.

  • 5 Het derde en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing, indien het college in gebreke blijft om binnen een door de minister vastgestelde termijn aanvullende informatie te verstrekken noodzakelijk voor het financieel beheer van de wet, de IOAW, de IOAZ of het Bbz 2004.

  • 6 In afwijking van het derde lid kan worden afgezien van opschorting als op het moment waarop over opschorting wordt beslist het beeld van de uitvoering alsnog juist en volledig is ontvangen.

Artikel 4a. Rechtmatige wetsuitvoering

[Vervallen per 01-01-2007]

§ 3. Uitkering en betaling

Artikel 5. Betaling

  • 1 Met uitzondering van de maand mei, wordt iedere maand op of omstreeks de vijftiende dag van die maand 8% van de voor het betreffende jaar vastgestelde uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de wet betaalbaar gesteld. In de maand mei wordt op of omstreeks de vijftiende dag 12% van de uitkeringen betaalbaar gesteld.

  • 2 Het bedrag waarmee de uitkering op grond van artikel 71 van de wet wordt aangepast, wordt in gelijke delen verrekend met de voor het betreffende kalenderjaar resterende maandelijks te betalen delen van de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de wet.

  • 3 De vangnetuitkering wordt betaalbaar gesteld voor 1 april in het kalenderjaar dat ligt twee jaar na het jaar waarop de uitkering betrekking heeft.

Artikel 5a. Opschorting betaling bij vaststelling ernstige tekortkomingen

  • 1 Indien de minister toepassing geeft aan artikel 76, derde lid, van de wet schort hij de betaling van de vastgestelde uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de wet gedurende ten minste drie maanden op met ingang van de eerstvolgende kalendermaand waarin de uitkering nog niet betaalbaar is gesteld.

  • 2 De betaling van de uitkering wordt hervat op of omstreeks de vijftiende dag van de kalendermaand nadat de periode van drie maanden is verstreken dan wel nadat de langere periode van opschorting, die de minister met toepassing van artikel 76, derde lid, van de wet heeft vastgesteld is verstreken.

Artikel 6. Gegevens verdeelmodel

In bijlage I bij deze regeling zijn de gewichten en peildata opgenomen die gelden voor de indicatoren, bedoeld in tabel 1 en tabel 3 van de bijlage bij het Besluit Participatiewet alsmede de normbedragen, bedoeld in tabel 2 van de bijlage bij het Besluit Participatiewet.

Artikel 6a. Correctiefactor te late indiening verantwoordingsinformatie

De correctiefactor, bedoeld in artikel 7, vierde lid, van het Besluit Participatiewet, bedraagt 5%.

§ 4. Toetsing lijfrenten

Artikel 6b. Toetsing inleg lijfrente

  • 1 Voor de toepassing van artikel 15, tweede lid, onderdeel b, onder 3°, van de wet wordt de inleg in het jaar van aanvraag van bijstand en de daaraan voorafgaande vier kalenderjaren in beschouwing genomen.

  • 2 Voor de beoordeling of de inleg ten hoogste het in artikel 15, tweede lid, onderdeel b, onder 3°, van de wet genoemde bedrag heeft bedragen, wordt:

    • a. voor de inleg gedaan in het jaar van aanvraag van bijstand: het genoemde bedrag naar evenredigheid van de tussen 1 januari en de dag van aanvraag van bijstand gelegen periode in aanmerking genomen;

    • b. voor de inleg gedaan in de aan de aanvraag voorafgaande vier kalenderjaren: het genoemde bedrag in aanmerking genomen dat geldt op de dag van aanvraag van bijstand.

Artikel 6c. Toetsing waarde lijfrente en hoogte inleg

Het bedrag waarmee bij toepassing van artikel 15, tweede lid, onderdeel b, van de wet de inleg het in subonderdeel 3° van dat onderdeel genoemde bedrag overschrijdt, wordt in mindering gebracht op de waarde van de lijfrente of lijfrenten.

§ 5. Vrijlating uitkeringen en vergoedingen

Artikel 7. Vrijlating uitkeringen en vergoedingen

Niet tot de middelen, bedoeld in artikel 31 van de wet, worden gerekend:

  • a. de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 3 van de Uitkeringsregeling Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerramp;

  • b. de eenmalige uitkering en het voorschot, bedoeld in de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014;

  • c. de vergoeding, bedoeld in artikel 16 van het Besluit tot wijziging van de aanwijzing van het luchtvaartterrein Maastricht, alsmede vaststelling van geluidszones (Interim-aanwijzingsbesluit luchtvaartterrein Maastricht);

  • d. de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5 van de Uitkeringsregeling Fonds Slachtoffers Legionella-epidemie;

  • e. de eenmalige uitkering toegekend aan oud-mijnwerkers in verband met silicose;

  • f. de eenmalige uitkering ingevolge de Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen;

  • g. de individuele uitkeringen in het kader van tegoeden Tweede Wereldoorlog aan leden van de Joodse, Sinti, Roma en Indische gemeenschappen;

  • h. een kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk van ten hoogste de in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, genoemde gezamenlijke waarden per maand en per kalenderjaar;

  • i. de eenmalige tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2 van de Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening;

  • j. de uitkering, bedoeld in artikel 3 van de Vaststellingsovereenkomst houdende een regeling voor een collectieve partiële afwikkeling van schade die mogelijk verband houdt met DES-gebruik tijdens zwangerschap, die is gehecht aan de beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 1 juni 2006, R05/1743 (LJN: AX6440) en bij die beschikking op grond van artikel 907, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek verbindend is verklaard voor de in artikel 1 van die overeenkomst bedoelde personen;

  • k. de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 4 van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom;

  • l. de vergoeding, toegekend aan slachtoffers van seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk, bedoeld in de Compensatieregelingen R.-K. Kerk Nederland;

  • m. de financiële tegemoetkoming in de geleden schade, bedoeld in het Statuut voor de buitengerechtelijke afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding in verband met seksueel misbruik van minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen en de uitkering, bedoeld in de Tijdelijke regeling uitkeringen seksueel misbruik minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen;

  • n. de eenmalige bijzondere uitkering, bedoeld in artikel 21a, eerste lid, van het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen, dan wel artikel 21a, eerste lid, van het Besluit bijzondere militaire pensioenen;

  • o. de eenmalige tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2 van de Beleidsregel tegemoetkoming Q-koorts;

  • p. betalingen door de Dienst Toeslagen inzake:

    • 1°. de compensatie of aanvullende compensatie, bedoeld in artikel 2.1 of artikel 2.14h van de Wet hersteloperatie toeslagen;

    • 2°. de O/GS-tegemoetkoming en aanvullende O/GS-tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2.6 van de Wet hersteloperatie toeslagen;

    • 3°. het forfaitair bedrag, bedoeld in artikel 2.7 van de Wet hersteloperatie toeslagen;

    • 4°. de incidentele noodvoorziening, bedoeld in artikel 2.8 of artikel 2.14i van de Wet hersteloperatie toeslagen;

    • 5°. de bijzondere tegemoetkoming kinderopvangtoeslag, bedoeld in artikel 2.9 van de Wet hersteloperatie toeslagen;

    • 6°. de eenmalige tegemoetkoming, bedoeld in artikel 49g van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, zoals dat luidde op 25 januari 2021;

    • 7°. de tegemoetkoming voor kind, bedoeld in artikel 2.10 of artikel 2.11a van de Wet hersteloperatie toeslagen, of de tegemoetkoming voor pleegkind of voormalig pleegkind, bedoeld in artikel 2.11 of artikel 2.11b van de Wet hersteloperatie toeslagen;

    • 8°. de tegemoetkoming, bedoeld in Afdeling 2.5 van de Wet hersteloperatie toeslagen.

  • q. het voorschot, bedoeld in de Regeling tegemoetkoming werknemers met CSE;

  • r. een uitkering als bedoeld in de Wet schadefonds geweldsmisdrijven, met uitzondering van het deel van de uitkering dat vanwege de derving van levensonderhoud wordt verstrekt aan nabestaanden;

  • s. de eenmalige aanvullende financiële bijdrage van de Stichting Zorg na Werk in Coronazorg;

  • t. een eenmalige uitkering als bedoeld in de Tijdelijke regeling eenmalige uitkering Dutchbat-III-veteranen;

  • u. een schadevergoeding als bedoeld in de Civielrechtelijke regeling ter uitvoering van het arrest van de Hoge Raad van 19 juli 2019 inzake Staat/Stichting Mothers of Srebrenica, Ministerie van Defensie (Stcrt. 2021, 27109);

  • v. een tegemoetkoming als bedoeld in de Beleidsregel tegemoetkoming Wet wijziging geregistreerd geslacht 1985–2014;

  • w. de tegemoetkoming, bedoeld in de Regeling tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten;

  • x. de schadevergoeding die door de Stichting Vergoeding schade slachtoffers schietincident Alphen aan den Rijn is toegekend aan de overlevenden en nabestaanden van het schietincident in Alphen aan den Rijn op 9 april 2011;

  • y. de schadevergoeding die is verkregen door nabestaanden van personen die als gevolg van het neerhalen van Malaysia Airlines vlucht MH17 op 17 juli 2014 zijn overleden;

  • z. de eenmalige uitkering in verband met langdurige post-COVID klachten aan zorgmedewerkers op grond van de Regeling zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten;

  • aa. de compensatie, bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de Wet compensatie wegens selectie aan de poort;

  • bb. het eenmalige bedrag, bedoeld in het Tijdelijk besluit eenmalig bedrag ouderen van Surinaamse herkomst;

  • cc. de betalingen die verband houden met de herziening van de door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap genomen besluiten inzake:

    • 1°. herziening van het recht op studiefinanciering;

    • 2°. terugvordering van studiefinanciering; en

    • 3°. boete,

    die zijn genomen op grond van de controlewerkwijze waarvan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft geconstateerd dat sprake was van indirecte discriminatie;

  • dd. de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet onverplichte tegemoetkoming onterechte afwijzing buitengerechtelijke schuldregeling, en het bedrag gelijk aan de betaalde en verrekende bedragen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van die wet.

§ 6. Vakantietoeslag

Artikel 8. Definities

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a. inkomen: in aanmerking te nemen inkomen, bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet voorzover daarover aanspraak op vakantietoeslag bestaat, zonder de daarin begrepen aanspraak op vakantietoeslag, na aftrek van de daarover verschuldigde loonbelasting, premies, bijdragen en inhoudingen, bedoeld in artikel 31, derde lid, van de wet;

  • b. aanspraak op vakantietoeslag: aanspraak op vakantietoeslag voor zover daarop aanspraak bestaat over het inkomen, bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet, na aftrek van de daarover verschuldigde loonbelasting, premies, bijdragen en inhoudingen, bedoeld in artikel 31, derde lid van de wet;

  • c. algemene heffingskorting: tot een bedrag per maand omgerekende algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 22 van de Wet op de loonbelasting 1964;

  • d. arbeidskorting: arbeidskorting, bedoeld in artikel 22a van de Wet op de loonbelasting 1964.

Artikel 9. Reikwijdte

Deze paragraaf is van toepassing op de vaststelling van de aanspraak op vakantietoeslag over een inkomen ontvangen in het kalenderjaar 2025.

Artikel 10. In aanmerking te nemen vakantietoeslag

Indien over het inkomen van de belanghebbende aanspraak op vakantietoeslag bestaat neemt het college bij de vaststelling van de hoogte van de algemene bijstand mede op grond van de artikelen 11, 12, 13 of 14 berekende aanspraak op vakantietoeslag in aanmerking.

Artikel 11. Aanspraak op vakantietoeslag voor personen jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet met inkomen uit tegenwoordige arbeid

Indien de belanghebbende de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet nog niet heeft bereikt, het in aanmerking te nemen inkomen loon uit tegenwoordige arbeid betreft en voor de inhouding van loonheffing rekening is gehouden met de arbeidskorting en de algemene heffingskorting, wordt de aanspraak op vakantietoeslag vastgesteld aan de hand van de navolgende tabel, waarbij onder ‘ink’ het inkomen wordt verstaan.

bij een netto inkomen per maand

bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag

gelijk aan of meer dan

en minder dan

0,00

852,62

8,00%

x ink

 

852,62

1.064,71

8,00%

x ink

– € 20,45

1064,71

2.097,43

8,00%

x ink

– € 2,63

2097,43

   

5,10%

x ink

– € 1,67

Artikel 12. Aanspraak op vakantietoeslag voor personen jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet met inkomen uit vroegere arbeid

Indien de belanghebbende de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet nog niet heeft bereikt, het in aanmerking te nemen inkomen loon uit vroegere arbeid betreft en voor de inhouding van loonheffing rekening is gehouden met de algemene heffingskorting wordt de aanspraak op vakantietoeslag vastgesteld aan de hand van de navolgende tabel, waarbij onder ‘ink’ het inkomen wordt verstaan.

bij een netto inkomen per maand

bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag

gelijk aan of meer dan

en minder dan

0,00

660,96

8,00%

x ink

 

660,96

713,80

5,13%

x ink

 

713,80

1.662,43

8,00%

x ink

– € 20,45

1662,43

1.774,97

7,21%

x ink

– € 18,43

1774,97

   

8,00%

x ink

– € 32,46

Artikel 13. Aanspraak op vakantietoeslag voor personen jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet voor wie geen rekening is gehouden met de algemene heffingskorting

Indien de belanghebbende de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet nog niet heeft bereikt en voor de inhouding van loonheffing geen rekening is gehouden met de algemene heffingskorting, wordt de aanspraak op vakantietoeslag vastgesteld aan de hand van de navolgende tabel, waarbij onder ‘ink’ het inkomen wordt verstaan.

bij een netto inkomen per maand

bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag

gelijk aan of meer dan

en minder dan

0

 

8,00%

x ink

 

Artikel 14. Aanspraak op vakantietoeslag voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet hebben bereikt

  • 1 Indien de belanghebbende de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt en het inkomen van de belanghebbende bestaat uit een gekort ouderdomspensioen en toeslag als bedoeld in artikel 13 van de Algemene Ouderdomswet bedraagt de daarbij behorende aanspraak op vakantietoeslag voor:

    a. alleenstaande

    6,48%

    x ink

     

    b. gehuwden, waarvan beide echtgenoten de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet hebben bereikt

    6,77%

    x ink

     

    c. gehuwden, waarvan een echtgenoot de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt en de andere echtgenoot jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, indien:

         

    – het inkomen € 1.473,60 of meer bedraagt

    6,77%

    x ink

    – € 20,13

    – het inkomen lager is dan € 1.473,60

    6,77%

    x ink

     
  • 2 Indien de belanghebbende, bedoeld in het eerste lid, naast het gekorte ouderdomspensioen en toeslag, bedoeld in het eerste lid, een ander inkomen heeft dat recht geeft op vakantietoeslag bedraagt de aanspraak op die vakantietoeslag 8% van dat andere inkomen.

§ 7. Verzoeken vangnetuitkering

Artikel 15. Procedurele bepalingen verzoek vangnetuitkering

[Wijziging per 01-01-2026. Ga naar volgende gewijzigde onderdeel.]

  • 1 Een verzoek tot een vangnetuitkering wordt door de toetsingscommissie ontvangen in de periode van 1 januari tot en met 15 augustus van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft.

  • 2 Een verzoek dat door de toetsingscommissie wordt ontvangen voor of na afloop van de periode, genoemd in het eerste lid, wordt niet in behandeling genomen.

  • 3 De toetsingscommissie adviseert de minister uiterlijk op 31 oktober van het kalenderjaar, bedoeld in het eerste lid, over de te nemen beslissing.

  • 4 De toetsingscommissie kan de minister voor 15 oktober verzoeken om een aantal adviezen later dan 31 oktober vast te stellen.

  • 5 Indien de minister aan een verzoek als bedoeld in het vierde lid voldoet, bepaalt hij daarbij het aantal adviezen dat later kan worden vastgesteld en de datum waarop deze adviezen uiterlijk door de minister worden ontvangen.

  • 6 Het college verstrekt bij een verzoek als bedoeld in het eerste lid aan de minister informatie over genomen maatregelen om te komen tot een reductie dan wel tot een verdere reductie van het verschil tussen de in aanmerking komende netto lasten over het uitkeringsjaar en de verstrekte uitkering.

§ 7a. Vergoeding centrumgemeenten bijstandsverlening ondernemers in de binnenvaart Bbz 2004

Artikel 15a. Bedragen vergoeding centrumgemeenten bijstandverlening ondernemers in de binnenvaart Bbz 2004

  • 1 De kosten, bedoeld in artikel 52, eerste lid, onderdeel b, van het Bbz 2004, van een aan derden opgedragen onderzoek inzake verlening van algemene bijstand en bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal aan ondernemers in de binnenvaart komen voor vergoeding in aanmerking, voor zover de kosten per onderzoek niet meer bedragen dan:

    • a. € 3.376,00 voor een uitgebreid rapport en € 1.995,00 voor een verkort rapport betrekking hebbend op bijstandverlening aan een gevestigde of een beginnende zelfstandige als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a en b, van het Bbz 2004;

    • b. € 1.227,00 voor een rapport betrekking hebbend op bijstandverlening aan een oudere of een beëindigende zelfstandige als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen c en d, van het Bbz 2004 of een nader of vervolgrapport betrekking hebbend op bijstandverlening aan een zelfstandige.

  • 2 De bedragen, genoemd in het eerste lid, onderdelen a en b, worden met ingang van 1 januari van elk kalenderjaar gewijzigd met het percentage waarmee het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie over de maand oktober daaraan voorafgaand afwijkt van het prijsindexcijfer waarop de laatste vaststelling van de bedragen is gebaseerd. De gewijzigde bedragen worden door of namens de Minister medegedeeld in de Staatscourant.

§ 7b. Vaststelling aantallen beschut werk

Artikel 15b. Aantallen beschut werk

Het aantal ten minste te realiseren dienstbetrekkingen, bedoeld in artikel 10b, vierde lid, van de wet wordt voor het jaar 2025 vastgesteld op het in bijlage II bij deze regeling bepaalde aantal per gemeente.

§ 7c. Vaststelling tegemoetkoming alleenverdienersproblematiek

Artikel 15ba. Tegemoetkoming alleenverdienersproblematiek

De tegemoetkoming voor een huishouden dat in het jaar 2025 voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 78gg, eerste lid, van de wet, bedraagt € 1.000.

§ 8. Slotbepalingen

Artikel 15c. Grondslag

Deze regeling is mede gebaseerd op de artikelen 78gg, zevende lid, van de wet, 20a, tiende lid, en 29, zesde lid, van de IOAW en 20a, tiende lid, en 29, zesde lid, van de IOAZ.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 17. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die met ingang van 23 oktober 2003 ter inzage worden gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te ’s-Gravenhage.

Den Haag, 16 oktober 2003

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

M. Rutte

Bijlage I. behorende bij artikel 6 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ

[Wijziging per 01-01-2026.]

Indicator

Gewicht

Peildatum schatting

Peildatum verdeling

Niet-rechthebbenden

     

Te veel vermogen

     

Alleenstaande, vermogen > € 7.605

– 1,8555704

1-1-2023

Huishoudensdefinitie 31-12-2024, vermogen 1-1-2023

Alleenstaande, vermogen t/m € 7.605, overwaarde boven € 64.100

– 0,6609162

1-1-2023

Huishoudensdefinitie 31-12-2024, vermogen 1-1-2023

Paar, vermogen boven € 15.210

– 1,5478988

1-1-2023

Huishoudensdefinitie 31-12-2024, vermogen 1-1-2023

Paar, vermogen tot en met € 15.210, overwaarde boven € 64.100

– 0,6862660

1-1-2023

Huishoudensdefinitie 31-12-2024, vermogen 1-1-2023

Andere uitkering

     

AO-uitkering (15%-80% of onbekend) in hh

– 4,2224559

5-1-2023

31-12-2024

AO-uitkering (80%-100%) in hh

– 4,1987133

5-1-2023

31-12-2024

WW-uitkering in hh

– 2,4304946

5-1-2023

31-12-2024

ANW-uitkering in hh

– 5,7114727

5-1-2023

31-12-2024

Zw-uitkering of wachtgeld in hh

– 2,6667868

5-1-2023

31-12-2024

Pensioenuitkering in hh

– 0,8444859

5-1-2023

31-12-2024

Kan/wil niet werken

     

Student (mbo/hbo/wo) in hh

– 2,0685825

1-10-2022

1-10-2024

Aanbodkant van de arbeidsmarkt

     

Leeftijd

     

18 tot 20-jarige in hh

referentie

1-1-2023

31-12-2024

20 tot 25-jarige in hh

1,1055800

1-1-2023

31-12-2024

25 tot 30-jarige in hh

1,6734069

1-1-2023

31-12-2024

30 tot 40-jarige in hh

1,9510109

1-1-2023

31-12-2024

40 tot 50-jarige in hh

2,2016427

1-1-2023

31-12-2024

50-jarige tot AOW-leeftijd in hh

2,6347172

1-1-2023

31-12-2024

Gezinssituatie

     

Alleenstaande

referentie

1-1-2023

31-12-2024

Eenouder-moeder, jongste kind tot 5

1,0709808

1-1-2023

31-12-2024

Eenouder-moeder, jongste kind 5-12

0,3745665

1-1-2023

31-12-2024

Eenouder-moeder, jongste kind 12-18

– 0,1342996

1-1-2023

31-12-2024

Eenouder-moeder, jongste kind 18+

– 0,3483763

1-1-2023

31-12-2024

Eenouder-vader, jongste kind tot 5

– 0,2725922

1-1-2023

31-12-2024

Eenouder-vader, jongste kind 5-12

0,0027655

1-1-2023

31-12-2024

Eenouder-vader, jongste kind 12-18

– 0,3110965

1-1-2023

31-12-2024

Eenouder-vader, jongste kind 18+

– 0,9053010

1-1-2023

31-12-2024

Paar, jongste kind 18-

– 0,7857138

1-1-2023

31-12-2024

Paar, jongste kind 18+

– 1,3798868

1-1-2023

31-12-2024

Paar zonder kinderen

– 0,9913039

1-1-2023

31-12-2024

Thuiswonend meerderjarig kind

– 0,4609698

1-1-2023

31-12-2024

Overig huishouden

0,3192275

1-1-2023

31-12-2024

Wonen in corporatiewoning

1,5123740

31-12-2022

30-12-2024

Wonen op een standplaats

1,5719418

31-12-2022

31-12-2024

Migratieachtergrond

     

Geen migratieachtergrond in hh

Referentie

1-1-2023

31-12-2024

Turk in hh

0,2548469

1-1-2023

31-12-2024

Surinamer in hh

0,0870234

1-1-2023

31-12-2024

Caribisch Nederlander in hh

0,1321480

1-1-2023

31-12-2024

Marokkaan in hh

0,4120512

1-1-2023

31-12-2024

Ghanees in hh

– 0,0618244

1-1-2023

31-12-2024

Somaliër of Eritreeër in hh

1,0576231

1-1-2023

31-12-2024

Overig Afrika in hh

0,5515808

1-1-2023

31-12-2024

Afghaan in hh

1,2975822

1-1-2023

31-12-2024

Irakees in hh

1,1610649

1-1-2023

31-12-2024

Syriër in hh

2,0224429

1-1-2023

31-12-2024

Iranees in hh

0,7513077

1-1-2023

31-12-2024

Chinees in hh

– 0,0610809

1-1-2023

31-12-2024

Indiaas in hh

– 0,8590884

1-1-2023

31-12-2024

Overig Azië in hh

0,2030656

1-1-2023

31-12-2024

Voormalig Joegoslavisch in hh

0,2616966

1-1-2023

31-12-2024

Voormalig Sovjet-Unie, exclusief Oekraïne in hh

0,2373707

1-1-2023

31-12-2024

Voormalig Sovjet-Unie, exclusief Oekraïne en na 24 februari in Nederland gekomen in hh

– 2,6990946

1-1-2023

31-12-2024

Oekraïner in hh

0,0688128

1-1-2023

31-12-2024

Oekraïner en na 24 februari 2022 in Nederland gekomen in hh

– 5,1428890

1-1-2023

31-12-2024

Overig Europees in hh

– 0,7087066

1-1-2023

31-12-2024

Overig Amerika en Oceanië in hh

– 0,1828582

1-1-2023

31-12-2024

Opleiding

     

HCI (human capital index) onbekend

referentie

Opleidingsniveau 1-10-2022, arbeidsverleden 2018 t/m 2022

Opleidingsniveau 1-10-2023, arbeidsverleden 2019 t/m 2023

Lage HCI in hh

0,5688725

Opleidingsniveau 1-10-2022, arbeidsverleden 2018 t/m 2022

Opleidingsniveau 1-10-2023, arbeidsverleden 2019 t/m 2023

Middelbare of hoge HCI in hh

– 2,7420092

Opleidingsniveau 1-10-2022, arbeidsverleden 2018 t/m 2022

Opleidingsniveau 1-10-2023, arbeidsverleden 2019 t/m 2023

(V)SO/Pro gevolgd in hh

0,5153509

Gevolgd tussen schooljaar 2010/2011 en 2021/2022, niet gevolgd in schooljaar 2022/2023

Gevolgd tussen schooljaar 2012/2013 en 2023/2024, niet gevolgd in schooljaar 2024/2025

Gezondheid

     

Zorgkosten boven € 5.000 in hh

0,1558716

Heel 2022

Heel 2022

Zorgkosten voor hulpmiddelen

0,1386926

Heel 2022

Heel 2022

Zorgkosten voor ziekenhuisbezoek

0,1347905

Heel 2022

Heel 2022

Bovengemiddelde huisartskosten

0,1035051

Heel 2022

Heel 2022

Verleden met zorgkosten boven de € 5.000

0,4413400

Gehele jaren, 2012 tot en met 2022

Gehele jaren, 2012 tot en met 2022

Verleden met GGZ-kosten

0,5555446

Gehele jaren, 2012 tot en met 2022

Gehele jaren, 2012 tot en met 2022

Uitgevallen ex-student met psychoproblematiek

1,1276171

Opleidingsniveau 1-10-2022, psychoproblematiek over heel 2022, en gebruik ggz-zorg over heel 2022.

Opleidingsniveau 1-10-2023, psychoproblematiek over heel 2023, en gebruik ggz-zorg over heel 2022.

Gebruik GGZ-zorg in hh

0,3112140

Heel 2022

Heel 2022

Medicijnen voor verslaving in hh

– 0,0206242

Heel 2022

Heel 2023

Medicijnen voor depressie in hh

0,2291552

Heel 2022

Heel 2023

Medicijnen voor psychose in hh

0,2326531

Heel 2022

Heel 2023

Medicijnen voor epilepsie in hh

0,2815749

Heel 2022

Heel 2023

       

Medicijngebruik uit minder dan 4 hoofdgroepen in hh

referentie

Heel 2022

Heel 2023

Medicijngebruik uit 4 tot 6 hoofdgroepen in hh

0,0787502

Heel 2022

Heel 2023

Medicijngebruik uit 6 tot 8 hoofdgroepen in hh

0,1545379

Heel 2022

Heel 2023

Medicijngebruik uit 8 of meer hoofdgroepen in hh

0,2169834

Heel 2022

Heel 2023

Combinaties van factoren

     

Niet-Europees (excl. Overig Azië en Overig Amerika en Oceanië) in hh en 50-jarige tot AOW in hh

0,2519365

1-1-2023

31-12-2024

Niet-Europees (excl. Overig Azië en Overig Amerika en Oceanië) in hh en gezondheidsproblemen1 in hh

0,0230759

1-1-2023 voor migratieachtergrond, heel 2022 voor gezondheidsproblemen

31-12-2024 voor migratieachtergrond, heel 2022 voor hoge zorgkosten en gebruik ggz-zorg, heel 2023 voor overige gezondheidsproblemen

Lage HCI in hh en gezondheidsproblemen1 in hh

0,2120098

Opleidingsniveau 1-10-2022, arbeidsverleden 2018 t/m 2022, heel 2022 voor gezondheidsproblemen

Opleidingsniveau 1-10-2023, arbeidsverleden 2019 t/m 2023, heel 2022 voor hoge zorgkosten en gebruik ggz-zorg, heel 2023 voor overige gezondheidsproblemen

Vraagkant van de arbeidsmarkt

     

Banen per lid beroepsbevolking, gecorrigeerd voor reistijd, concurrentie en grenspendel

– 4,8598002

1-1-2023

1-1-2024

Verdringing op de arbeidsmarkt per lid laagopgeleide beroepsbevolking, gecorrigeerd voor reistijd en concurrentie

1,0049417

1-1-2023

1-1-2024

Buurteffecten

     

Aandeel niet-werkenden in directe omgeving t.o.v. de wijdere omgeving

2,5611055

1-1-2023

1-1-2024

Index overlast en onveiligheid

1,3575904

1-1-2023

1-1-2024

Constante

– 1,9977512

n.v.t.

n.v.t.

1 Definitie gezondheidsproblemen: persoon in huishoudens heeft 1 van de volgende kenmerken: heeft zorgkosten boven € 5.000, maakt gebruik van GGZ-zorg, van medicijnen tegen verslaving, depressie, psychose of epilepsie en pijn, of maakt gebruik van 4 of meer medicijngroepen.

Tabel 2: de bruto normbedragen zoals gehanteerd in het objectief verdeelmodel

Type huishouden

Normbedrag

Alleenstaande (ouder), leeftijd 21 tot AOW

€ 20.817,34

Alleenstaande (ouder), 18, 19 of 20 jaar

€ 4.055,76

Gehuwd paar, beide partners leeftijd 21 tot AOW

€ 27.007,48

Gehuwd paar, beide partners 18, 19 of 20 jaar, zonder kind(eren)

€ 8.111,52

Gehuwd paar, beide partners 18, 19 of 20 jaar, met kind(eren)

€ 12.805,44

Gehuwd paar, één van beide partners 18, 19 of 20 jaar, zonder kind(eren)

€ 15.790,56

Gehuwd paar, één van beide partners 18, 19 of 20 jaar, met kind(eren)

€ 22.356,37

Normen gerechtigde leeftijd 21 tot AOW bij aantal kostendelers

Normbedrag

2 kostendelers

€ 13.503,74

3 kostendelers

€ 11.065,81

4 kostendelers

€ 9.846,94

5 kostendelers

€ 9.115,51

6 kostendelers

€ 8.628,07

7 kostendelers

€ 8.382,00

8 kostendelers

€ 8.214,36

9 kostendelers

€ 8.083,92

10 kostendelers (of meer)

€ 7.979,64

Normen gehuwde paren (1 partner jonger dan 21, 1 partner leeftijd 21 of ouder) afhankelijk van aantal kostendelers met kinderen

Normbedrag

2 kostendelers

€ 19.918,44

3 kostendelers

€ 18.699,57

4 kostendelers

€ 17.968,13

5 kostendelers

€ 17.480,70

6 kostendelers

€ 17.132,37

7 kostendelers

€ 16.964,04

8 kostendelers

€ 16.833,60

9 kostendelers

€ 16.729,32

10 kostendelers (of meer)

€ 19.918,44

Normen gehuwde paren (1 partner jonger dan 21, 1 partner leeftijd 21 of ouder) afhankelijk van aantal kostendelers zonder kinderen

 

2 kostendelers

€ 14.225,88

3 kostendelers

€ 13.443,60

4 kostendelers

€ 12.974,16

5 kostendelers

€ 12.661,32

6 kostendelers

€ 12.437,76

7 kostendelers

€ 12.270,12

8 kostendelers

€ 12.139,68

9 kostendelers

€ 12.035,40

10 kostendelers (of meer)

€ 14.225,88

Afwijkende normen gehuwden o.b.v. art. 24 Participatiewet

Normbedrag

rechthebbende leeftijd 21 of ouder met of zonder kinderen

€ 13.503,74

rechthebbende leeftijd jonger dan 21, zonder kind

€ 4.055,76

rechthebbende leeftijd jonger dan 21, met kind

€ 6.402,72

Tabel 3: gewichten en peildata van de indicatoren die zijn opgenomen in de prijscomponent van het objectief verdeelmodel

Indicator

Gewicht

Peildatum schatting

Peildatum verdeling

Directe verrekening

     

Andere uitkering

     

WW-uitkering in hh

– 1,9655203

5-1-2023

31-12-2024

AO-uitkering, mate van AO 15-80% of onbekend in hh

– 2,4439655

5-1-2023

31-12-2024

AO-uitkering, mate van AO 80-100% in hh

– 3,2952478

5-1-2023

31-12-2024

ANW-uitkering in hh

– 2,3704195

5-1-2023

31-12-2024

Zw-uitkering of wachtgeld in hh

– 2,2741673

5-1-2023

31-12-2024

Pensioenuitkering in hh

– 1,2897474

5-1-2023

31-12-2024

Kans op deeltijdwerk

     

Aanbodkant van de arbeidsmarkt

     

Leeftijd

     

18 tot 25-jarige in hh

referentie

1-1-2023

31-12-2024

25 tot 30-jarige in hh

– 0,2583323

1-1-2023

31-12-2024

30 tot 40-jarige in hh

– 0,3457572

1-1-2023

31-12-2024

40 tot 50-jarige in hh

– 0,3336410

1-1-2023

31-12-2024

50-jarige tot AOW-leeftijd in hh

– 0,1775375

1-1-2023

31-12-2024

Gezinssituatie

     

Alleenstaande, eenoudervader

referentie

1-1-2023

31-12-2024

Eenouder-moeder, jongste kind tot 5

– 0,3110336

1-1-2023

31-12-2024

Eenouder-moeder, jongste kind 5+

– 0,4441213

1-1-2023

31-12-2024

Paar met kinderen

– 0,9749875

1-1-2023

31-12-2024

Paar zonder kinderen, overig huishouden

– 1,0976525

1-1-2023

31-12-2024

Thuiswonend meerderjarig kind

– 0,5210272

1-1-2023

31-12-2024

Wonen in corporatiewoning of op standplaats

0,1976393

31-12-2022

Corporatiewoning 30-12-2024, standplaats 31-12-2024

Migratieachtergrond

     

Geen, westerse, of overige niet-westerse migratieachtergrond in hh

referentie

1-1-2023

31-12-2024

Turk in hh

0,2324311

1-1-2023

31-12-2024

Surinamer in hh

0,0914459

1-1-2023

31-12-2024

Marokkaan in hh

0,2464451

1-1-2023

31-12-2024

Overig Afrika in hh

0,1815156

1-1-2023

31-12-2024

Irakees, Syriër, Iraniër, of Afghaan in hh

0,3466441

1-1-2023

31-12-2024

Opleiding

     

HCI (human capital index) onbekend

referentie

Opleidingsniveau 1-10-2022, arbeidsverleden 2018 t/m 2022

Opleidingsniveau 1-10-2023, arbeidsverleden 2019 t/m 2023

Lage HCI in hh

0,2347849

Opleidingsniveau 1-10-2022, arbeidsverleden 2018 t/m 2022

Opleidingsniveau 1-10-2023, arbeidsverleden 2019 t/m 2023

Middelbare of hoge HCI in hh

– 0,0587812

Opleidingsniveau 1-10-2022, arbeidsverleden 2018 t/m 2022

Opleidingsniveau 1-10-2023, arbeidsverleden 2019 t/m 2023

Gezondheid

     

Gebruik GGZ-zorg in hh

0,0969737

Heel 2022

Heel 2022

Medicijnen voor depressie in hh

0,0419880

Heel 2022

Heel 2023

Combinaties van factoren

     

Lage HCI in hh en gezondheidsproblemen in hh

0,1395893

Opleidingsniveau 1-10-2022, arbeidsverleden 2018 t/m 2022, heel 2022 voor gezondheidsproblemen

Opleidingsniveau 1-10-2023, arbeidsverleden 2019 t/m 2023, heel 2022 voor hoge zorgkosten en gebruik ggz-zorg, heel 2023 voor overige gezondheidsproblemen

Vraagkant van de arbeidsmarkt

     

Laaggeschoolde banen per lid beroepsbevolking in gemeente, gecorrigeerd voor reistijd, concurrentie en grenspendel

0,0720317

1-1-2023

1-1-2024

Buurteffecten

     

Index overlast en onveiligheid

0,5099018

1-1-2023

1-1-2024

Loonkostensubsidie

     

Indicator LKS

– 2,4306064

5-1-2023

31-12-2024

Constante

2,0263536

n.v.t.

N.v.t.

Bijlage II. behorende bij artikel 15b van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ

CBS-code

Gemeente

ultimo 2025

1680

Aa en Hunze

10

358

Aalsmeer

9

197

Aalten

11

59

Achtkarspelen

14

482

Alblasserdam

11

613

Albrandswaard

21

361

Alkmaar

99

141

Almelo

104

34

Almere

129

484

Alphen aan den Rijn

72

1723

Alphen-Chaam

1

1959

Altena

34

60

Ameland

1

307

Amersfoort

81

362

Amstelveen

37

363

Amsterdam

633

200

Apeldoorn

124

202

Arnhem

252

106

Assen

69

743

Asten

8

744

Baarle-Nassau

2

308

Baarn

5

489

Barendrecht

14

203

Barneveld

19

888

Beek

6

1954

Beekdaelen

15

889

Beesel

8

1945

Berg en Dal

22

1724

Bergeijk

11

893

Bergen (L.)

13

373

Bergen (NH.)

10

748

Bergen op Zoom

53

1859

Berkelland

26

1721

Bernheze

25

753

Best

18

209

Beuningen

15

375

Beverwijk

30

1728

Bladel

18

376

Blaricum

1

377

Bloemendaal

6

1901

Bodegraven-Reeuwijk

12

755

Boekel

10

1681

Borger-Odoorn

21

147

Borne

10

654

Borsele

10

757

Boxtel

55

758

Breda

125

1876

Bronckhorst

21

213

Brummen

13

899

Brunssum

24

312

Bunnik

3

313

Bunschoten

4

214

Buren

14

502

Capelle aan den IJssel

38

383

Castricum

14

109

Coevorden

22

1706

Cranendonck

11

216

Culemborg

22

148

Dalfsen

10

1891

Dantumadiel

9

310

De Bilt

11

1940

De Fryske Marren

14

736

De Ronde Venen

14

1690

De Wolden

7

503

Delft

90

400

Den Helder

72

762

Deurne

27

150

Deventer

138

384

Diemen

14

1980

Dijk en Waard

63

1774

Dinkelland

8

221

Doesburg

9

222

Doetinchem

52

766

Dongen

10

505

Dordrecht

131

498

Drechterland

7

1719

Drimmelen

8

303

Dronten

15

225

Druten

10

226

Duiven

16

1711

Echt-Susteren

20

385

Edam-Volendam

12

228

Ede

84

317

Eemnes

2

1979

Eemsdelta

50

770

Eersel

12

1903

Eijsden-Margraten

19

772

Eindhoven

214

230

Elburg

19

114

Emmen

89

388

Enkhuizen

14

153

Enschede

138

232

Epe

18

233

Ermelo

20

777

Etten-Leur

25

779

Geertruidenberg

17

1771

Geldrop-Mierlo

30

1652

Gemert-Bakel

25

907

Gennep

18

784

Gilze en Rijen

10

1924

Goeree-Overflakkee

22

664

Goes

29

785

Goirle

14

1942

Gooise Meren

13

512

Gorinchem

39

513

Gouda

93

14

Groningen

191

1729

Gulpen-Wittem

3

158

Haaksbergen

13

392

Haarlem

104

394

Haarlemmermeer

54

1655

Halderberge

21

160

Hardenberg

41

243

Harderwijk

32

523

Hardinxveld-Giessendam

10

72

Harlingen

10

244

Hattem

4

396

Heemskerk

25

397

Heemstede

10

246

Heerde

12

74

Heerenveen

18

917

Heerlen

106

1658

Heeze-Leende

5

399

Heiloo

17

163

Hellendoorn

16

794

Helmond

121

531

Hendrik-Ido-Ambacht

11

164

Hengelo

67

1966

Het Hogeland

47

252

Heumen

8

797

Heusden

26

534

Hillegom

16

798

Hilvarenbeek

3

402

Hilversum

36

1963

Hoeksche Waard

30

1735

Hof van Twente

13

1911

Hollands Kroon

25

118

Hoogeveen

51

405

Hoorn

79

1507

Horst aan de Maas

15

321

Houten

18

406

Huizen

15

677

Hulst

20

353

IJsselstein

20

1884

Kaag en Braassem

8

166

Kampen

28

678

Kapelle

7

537

Katwijk

35

928

Kerkrade

48

1598

Koggenland

10

542

Krimpen aan den IJssel

13

1931

Krimpenerwaard

27

1659

Laarbeek

9

1982

Land van Cuijk

90

882

Landgraaf

24

415

Landsmeer

5

1621

Lansingerland

13

417

Laren

2

80

Leeuwarden

90

546

Leiden

118

547

Leiderdorp

18

1916

Leidschendam-Voorburg

41

995

Lelystad

57

1640

Leudal

11

327

Leusden

5

1705

Lingewaard

21

553

Lisse

12

262

Lochem

14

809

Loon op Zand

11

331

Lopik

4

168

Losser

10

263

Maasdriel

18

1641

Maasgouw

8

1991

Maashorst

61

556

Maassluis

21

935

Maastricht

140

420

Medemblik

26

938

Meerssen

11

1948

Meierijstad

85

119

Meppel

25

687

Middelburg

24

1842

Midden-Delfland

8

1731

Midden-Drenthe

18

1952

Midden-Groningen

51

1709

Moerdijk

18

1978

Molenlanden

12

1955

Montferland

29

335

Montfoort

4

944

Mook en Middelaar

4

1740

Neder-Betuwe

13

946

Nederweert

6

356

Nieuwegein

38

569

Nieuwkoop

11

267

Nijkerk

17

268

Nijmegen

205

1930

Nissewaard

46

1970

Noardeast-Fryslân

22

1695

Noord-Beveland

5

1699

Noordenveld

12

171

Noordoostpolder

19

575

Noordwijk

19

820

Nuenen, Gerwen en Nederwetten

12

302

Nunspeet

19

579

Oegstgeest

8

823

Oirschot

8

824

Oisterwijk

18

1895

Oldambt

40

269

Oldebroek

14

173

Oldenzaal

24

1773

Olst-Wijhe

9

175

Ommen

11

1586

Oost Gelre

14

826

Oosterhout

50

85

Ooststellingwerf

13

431

Oostzaan

3

432

Opmeer

6

86

Opsterland

16

828

Oss

170

1509

Oude IJsselstreek

31

437

Ouder-Amstel

3

589

Oudewater

1

1734

Overbetuwe

32

590

Papendrecht

16

1894

Peel en Maas

19

765

Pekela

15

1926

Pijnacker-Nootdorp

18

439

Purmerend

76

273

Putten

10

177

Raalte

15

703

Reimerswaal

11

274

Renkum

26

339

Renswoude

2

1667

Reusel-De Mierden

9

275

Rheden

42

340

Rhenen

7

597

Ridderkerk

20

1742

Rijssen-Holten

15

603

Rijswijk

33

1669

Roerdalen

13

957

Roermond

73

1674

Roosendaal

72

599

Rotterdam

444

277

Rozendaal

1

840

Rucphen

26

441

Schagen

24

279

Scherpenzeel

3

606

Schiedam

53

88

Schiermonnikoog

1

1676

Schouwen-Duiveland

24

518

's-Gravenhage

329

796

's-Hertogenbosch

232

965

Simpelveld

5

845

Sint-Michielsgestel

21

1883

Sittard-Geleen

72

610

Sliedrecht

13

1714

Sluis

16

90

Smallingerland

51

342

Soest

13

847

Someren

7

848

Son en Breugel

6

37

Stadskanaal

52

180

Staphorst

7

532

Stede Broec

15

851

Steenbergen

12

1708

Steenwijkerland

27

971

Stein

12

1904

Stichtse Vecht

28

1900

Súdwest-Fryslân

34

715

Terneuzen

68

93

Terschelling

1

448

Texel

12

1525

Teylingen

20

716

Tholen

13

281

Tiel

58

855

Tilburg

185

183

Tubbergen

5

1700

Twenterand

22

1730

Tynaarlo

18

737

Tytsjerksteradiel

13

450

Uitgeest

7

451

Uithoorn

13

184

Urk

5

344

Utrecht

170

1581

Utrechtse Heuvelrug

15

981

Vaals

4

994

Valkenburg aan de Geul

9

858

Valkenswaard

14

47

Veendam

38

345

Veenendaal

41

717

Veere

4

861

Veldhoven

24

453

Velsen

54

983

Venlo

69

984

Venray

38

1961

Vijfheerenlanden

27

622

Vlaardingen

49

96

Vlieland

1

718

Vlissingen

28

986

Voerendaal

3

1992

Voorne aan Zee

28

626

Voorschoten

10

285

Voorst

13

865

Vught

32

1949

Waadhoeke

24

866

Waalre

4

867

Waalwijk

29

627

Waddinxveen

24

289

Wageningen

24

629

Wassenaar

7

852

Waterland

7

988

Weert

41

1960

West Betuwe

25

668

West Maas en Waal

7

1969

Westerkwartier

32

1701

Westerveld

10

293

Westervoort

17

1950

Westerwolde

21

1783

Westland

42

98

Weststellingwerf

14

189

Wierden

6

296

Wijchen

27

1696

Wijdemeren

6

352

Wijk bij Duurstede

9

294

Winterswijk

16

873

Woensdrecht

13

632

Woerden

21

880

Wormerland

8

351

Woudenberg

2

479

Zaanstad

124

297

Zaltbommel

17

473

Zandvoort

7

50

Zeewolde

7

355

Zeist

48

299

Zevenaar

35

637

Zoetermeer

82

638

Zoeterwoude

3

1892

Zuidplas

17

879

Zundert

8

301

Zutphen

71

1896

Zwartewaterland

14

642

Zwijndrecht

28

193

Zwolle

103